O.P.. S.J.FONTEIJN
1 D. LITT00IJ Az.
Grootste
publiciteit
bier ter stede! 3400 ex. vordeu wekelijks
met zorg vers
preld
IMste Publiciteit.
Uitsluitend soliede kwaliteit.
Alle maten voorradig.
No. 52
Woensdag 7 October 1903.
Zevende Jaargang.
Verschijnt eiken Woensdagavond,
wordt door de geheels stad gratis verspreid
Hp an jaar dstr aai.
Prijs der Advertentièn
van 1—8 regels 15 Gent, iedere regel meer 5 Gent.
3 maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend.
INDISCHE PENKRASSEN.
NIEUWSTIJDINGEN;
I 313, GRAVENSTRAAT I 313.
Burgerlijke Stand ran Middelburg.
MIDDELBUBGSCH
ADVERTENTIEBLAD
IEUWS
DE FAAM
11 E T WONINGGIDS.
UITÖEYSK
öroote letters naar plaatsruimte. BQ abonnement van
1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XXX.
Wij volgen thans weêr de rails van de
stoomtram en wel door de Binnen-Nieuw-
poortstraat, een Europeesche buurt met handels
kantoren van den 2den rang. Bepaald schit
terend ziet 't er hier niet uit. Alles is even
smerig, verveloos en vervallen. Ik wees er
reeds op bij onze aankomst te Batavia.
Schamen zich de heeren van den handel
niet voor den treurigen indruk, die onze In
dische hoofdplaats, nog wel de wereldberoemde
Koningin van 't Oosten, noodzakelijk maken
moet op iederen vreemdeling, die met den
trein van Tandjoeng Priok aangekomen, hier
met de stoomtram verder langs moet?
Het machtige Binnenlandsch Bestuur, dat
den Inlander toch ook wel weet te dwingen
z\jn erf schoon te houden en zijn pagger (heg)
op tijd te snoeien, moest die kooplui maar
eens flink de tanden laten zien en helpt 't niet,
dan maar beboetenHet Gouvernement kan
't geld best gebruiken en de Europeesche be
talen in vergelijking met Inlanders, Chinee-
zeh en Arabieren toch zeker niet te veel be
lasting
't Begint thans reeds wat drukker te worden
in de handelswijken der benedenstad. Chinee-
zen, Inlandsche en ook Indo-Europeesche
kantoorbedienden wachten geduldig op de
opening der sombere vuilwitte gebouwen,
vuilwitte zeg ik, want tijd en vocht hebben
de oorspronkelijke heldere kleur gemengd met
groote moeten grijs en bruin en geel.
Met een strooitje 1) in den mond staan die
lagere employè's lusteloos te staren naar de
gesloten blinden, eenmaal groen, thans echter
van een onzegbare troebele tintenmengeling.
Hen wacht een dag van harden arbeid, want
de mail naar Europa sluit van avond en dan
wordt het voor velen daar in de benedenstad
een latertje.
We slaan nu links af en volgen eene nieuwe
tramlijn, die der electrisehe, welke langs de
oude Stadskerk en den schaduwrijken weg
van Jakatra voert.
In vroeger tijden vond men daar de lust
verblijven van vele gegoede Compagniesdiena
ren, doch hiervan is nu niet veel meer te be
speuren. Het ziet er rechts en links van den
weg vrij rimboeachtig uit. Onder rimboe ver
staan we in Indië niets meer en niets minder
dan wildernis.
Jakratra js de verbasterde naam van het
vroegere Djajakerta, eens de zetel van een
machtig Bantamsch Pangéran en 30 Mei 1619
door Jan Pieterszoon Coen veroverd en in den
asch gelegd. De oude stad Batavia verrees er
voor in de plaats.
De zoo straks genoemde Stadskerk dateert
van 1698 en houdt de herinnering aan lang-
vervlogen tijden levendig.
De deuren zijn thans gesloten, doch, in
1896 te Batavia in garnizoen liggende, heb
ik dit bedehuis op eene militaire wandeling
met de mannen der Koloniale Reserve bezocht
en van binnen bekeken.
Duidelijk herinner ik me nog zoowel het
prachtige houtsnijwerk der statiebanken, ze
tels van machtige Bewindhebbers der Oost-
Indische Compagnie, alsook de grafzerken en
monumenten gewijd aan de vele historische
mannen, wier stoffelijk omhulsel hier werd
neêrgelegd.
Niet ver van de kerk zien we een hoogen
witten muur, waarin een blauwe steen ge
metseld. Een doodshoofd is met ijzeren pen
daarin bevestigd. Het is de schedel van wylen
Inlandsche sigaren van inheemsche tabak
gerold, in gedroogd arènblad van den arèn-
palm.-
Peter Elberfeld, een Europeaan van gemeng-
den bloede, die in 1721 een komplot smeedde
met den Soendanees Karta Drija, een komplot
om liefst alle Europeanen te Batavia te ver
moorden en zich daarna van het stadsbestuur
meester te maken. De Soendanees zou aan
het hoofd' der Ommelanden worden geplaatst.
Gelukkig werd het snoode plan verraden en
vriend Elberfeld met acht en veertig eedge-
nooten ter dood gebracht. Zijn huis stond hier
op deze plaats, waar thans de muur is opge
richt. Het werd geheel met den grond gelijk
gemaakt en ten eeuwigen dage is het verbo
den hier ooit weder te bouwen. Een eigen
aardig verbod, nog steeds van kracht!
De weg van Jakatra voert ons langs het
thans niet meer gebruikte groote kerkhof Sen-
tiong. We zien hier de vreemdsoortige Chi-
neesche gravengroote hoefijzervormige graf
gesteenten, overal tegen de hellingen van
kleine heuveltjes gebouwd.
Een vrij breed water wordt door ons gepas
seerd. Het is een van de twee groote afwate
ringskanalen der Tji Liwoeng. Het ons reeds
bekende Molenvliet, ook in Noordelijke rich
ting naar zeeloopende, is het andere.
We slaan nu zuidwaarts den rijweg in langs
het Kanaal en zijn thans op Goenoeng Sahari,
de oostelijke-grens van Batavia.
We volgen den rechteroever, waar we de
eerste witte woonhuizen der Europeanen aan
schouwen. Aan de overzij heeft men voorloo-
pig nog rimboe en kampong.
Hier zijn we dan weêr „boven"^ in de zoo
fraai aangelegde villastad, zuidwaaris van oud-
Batavia gelegen.
Reeds vroeger deelde ik u mede hoe intens
schoon de witte gebouwen tegen het groen
der ruime erven doen.
Jammer, doodjammer, dat de bewoners zoo
weinig werk van hun tuinen maken. Men is
er blijkbaar te indolent voor, anders zou de
bovenstad nog wel zoo mooi zijn. De huizen
zijn bijna allen één verdieping hoog en, in
tegensteling met op Sumatra, zijn ze voor het
meerendeel van steen opgetrokken.
In front ziet men schier overal de typisch
Indische voorgalerij, soms zeer smaakvol ge
meubileerd en waar 's avonds van 6 "2 tot 8
uur de familie zich vereenigt en bezoeken
ontvangt. Wandelt men om dien tijd door ons
reuzenpark, dan ziet men op zeer vele plaat
sen het heldere electrisehe of gasgloeilicht
tegen den donkeren voorgrond van spookachtig
diepe erven afsteken en in dat volle schijnsel
der lampen schommelende dames en heeren op
wipstoelen, allen in het voor Indië en overal
voor Batavia zoo onpractische warme Euro
peesche visitetoilet. De gezelschapstoon inln-
sulinde's hoofdstad is stijf en gedwongen en
de vooravondvisites zijn een ware plaag, waar
aan ik me thans, als particulier en onafhan
kelijk toerist, kalmweg onttrokken heb. Ambte
naren en officieren is het echter maar gera
den zich aan dien dwang der conservatieve
oudjes te onderwerpen en ook zij, die bij den
handel een toekomst zoeken, moeten zich aan
die banale geestdoodende gewoontejovergeven.
Alle jongeren vinden die transpiratievisites
bjj totaal vreemde menschen minder aange
naam en een noodeloos tijdverlies, doch tot eene
algemeene staking schijnt het maar niet te kun
nen komen, want alleen dan, wanneer eens
alle slachtoffers tegelijk van die oude gewoonte
afzagen, zou het monster sleur bedwongen
kunnen worden.
Ons rijtuig is intusschen Gang Kemajaran
genaderd, een obscure buurt, bij allen, die te
Batavia gewoond hebben, zeker nog wel be
kend. Hier wonen vele kleine Indo-Europe
nen, klerkjes van 30 pop per maand en nog
minder en ook nog de noodige leegloopers,
die van wind schijnen te leven, 't Is als 't
ware een groote kliek, die daar huist en weg
den niets kwaads vermoedenden „baar" uit
Holland, die er 's avonds bij ongeluk verzeilt.
De ijverzuchtige warmbloedige bewoners leg
gen zjjn daar zijn verkeerd uit en hij heeft
hard kans een ongenadig pak slaag op te loo-
pen. Do politie, zoo schijnt het, heeft er maar
weinig te vertellen en men hoort er zelfs wel
van straatroof en afpersing.
Langs het Departement van Marine, het
Topografisch Bureau en Kampong Tanah
Njonja, ook al een minder goed bekende
buurt, komen we op Pasar Senen, een der
twee Chineesche kampen in de Bovenstad.
Hier natuurlijk weêr drukte en lawaai, vooral
ook omdat het vandaag passardag (marktdag)
is en honderden kooplustigen langs de kraam
pjes der Chineezen scharrelen, 't Heeft hier
werkelijk wel iets van een Hollandsche kermis
Senen ligt zooals we reeds weten, dicht bij
de militaire kampementen, doch de soldaatjes
zijn nog uitgerukt en we missen ze thans
onder de bonte massa der passargangers.
't Begint intusschen al vrij aardig warm
te worden, doch never mindwe zullen er
ons voor heden maar eens niets van aantrek
ken. Het rijtuig is tot 12 uur besproken en
wij moeten nu van de gelegenheid profitee-
ren en u dus heel Batavia laten zien.
Be wegen door de wijk Pasar Senen zijn
hier en daar schandelijk slecht onderhouden,
't Schij nt wel of 't er voor de Chineesche be
woners minder op aankomt, alhoewel die men
schen anders lustig moeten opdokken voor
belasting.
Het Departement van B. O. W. (Burgeljjke
Openbare Werken), hier in Indië zeer boos
aardig Beroerde Oude Wijven betiteld, moest
daar eens beter rekening meê houden. Vooral
nu het vannacht zoo geregend heeft, hebben
onze paarden op sommige plaatsen eenheelen
trek en spat ons de modder om de ooren. De
sljjkmassa's midden in de stad zjjn bovendien
kweekbedden voor malaria- en andere bacillen.
Eindelijk komen we goed en wel op Kra-
mat, waar de groote weg naar Meester Cor
nells begint en we slaan thans rechts af in
zuidwestelijke richting, den weg vanKwitang
langs,volgende het Kali baroe, dat verderop
weêr in de Tji Liwoeng uitmondt.
Ook hier voert onze rit voortdurend langs
rijke villa's, van den weg geseheiden door
groote, doch onaangelegde erven met niets
dan gras begroeid.
Plotseling wendt de koetsier de paarden
naar rechts. We slaan een smallen zijweg in
en rijden zoo naar het militaire centrum van
Batavia.
Hoort het roffelen van de trommen; schet
terend klinkt de krijgstrompet
Lt. Clockener Brousson b. d.
Batavia, 23 Juni 1903.
Vermoord Het Dagblad van Nbr. schrijft:
Zondagmiddag 1.1. begaf de 25-jarige Maria
Braspenning, in dienst bij den zoon van den
wethouder, uit Baarle-Nassau te Castelré, zich
naar haar ouders te Meerle in België. Sinds
dien tijd is zjj vermist.
Zaterdag is zij in de rivier de Mark drijvende
gevonden bij een bruggetje, ongeveer 3 a 4
minuten van de grens. Haar hals was met een
dun touw of koord dichtgewurgd. De mare
chaussee uit Alphen en de gendarmes uit Hoog
straten hebben 'tvoorloopig onderzoek geleid.
Daarop is van Breda de justitie vertrokken,
bestaande uit de heeren mr. baron Speyart van
Woerden, mr. Hellegers, een griffier en militaire
doktoren, benevens den kapitein der mare
chaussee.
Een bedrogen winkelier. Uit Breda schrijft
Demisaisons, Heeren Winterjassen, Jongens
Winterjassen, Kinder "Winterjassen.
Heeren Pantalons, Kinderbroekjes in Cheviot,
zwart en bruin Manchester, Mans- en Jon
gens Werkbroeken in bruin en gestreept
Engelsch Leer.
men aan De Maasbode
Een zeer typisch geval heeft zich hier voor
gedaan. Een sigarenwinkel in de Brugstraat
verkoopt voor 10 ct. sigaren, doch geeft dan
bovendien een lot cadeau op_ een der aanlok
kelijke prjjzen in de etalage. Een slagersknecht,
kocht voor een dubbeltje en vroeg, hoeveel
loten er wel waren, en mede, of alle prijzen
er wel in waren opgenomen.
Op het antwoord, dat er 1450 loten waren
en alle prijzen er in zaten, zei de de slagers
knecht „mijn," betaalde f 145 en vond het,
daar alle prijzen er toch in zaten, niet noodig
ze te eontroleeren, maar begon eenvoudig de
winkel-étalage leeg te dragen. Een fiets, een
gouden horloge enz. enz., bovendien een groote
hoeveelheid sigaren, daar men voor elk dub
beltje 4, 5 of meer sigaren koopt, waren de
buit van deze zeker niet onhandig bedachte
streek.
Het geluk dient den domme. Voor den
bakker H. te Zetten willen we hopen, dat dit
spreekwoord, zonder uitzonderingen, altijd op
gaat: Verleden week was hij met zijn hitten-
kar op weg naar Thalita, om brood b\j zijn
klanten te bezorgen.
Plotseling wordt de hit koppig, loopt ach
teruit, de kar raakt te water en het brood is
natuurlijk bedorven.
Gistermiddag moest de knecht uit met brood.
Voor alle securiteit wordt niet de eigen hit
genomen, maar die van buurman geleend. Het
mocht niet baten. Niet ver van huis nog,
schrikt de hit, raakt met den kar in een diepe
sloot en breekt den nek. De knecht komt met
den schrik en een nat pak vrij 5 het brood is
weer weg, de hit moet vergoed worden.
Nog niet genoeg: in diezelfde week nog
wordt een koe van H. ziek en sterft.
Zou de koning Jacques I in zijn Schararjjk
niet een Universiteit oprichten? Wellicht kon
hij H. daar als professor gebruiken.
Eergisten zijn te Berlijn tamelijk ernstige
wanordelijkheden voorgekomen, van het vallen
van den avond tot middernacht toe. De politie
was genoodzaakt met de blanke sabel in te
gaan tegen een menigte van eenige honder
den opgeschoten jongens, teneinde 't mogelijk
te maken dat de omnibusdienst geregeld werd
voortgezet en tot bescherming van de beamb
ten. Steenen werden geslingerd naar de om
nibussen de gaslantaarns werden uitgedraaid.
Het bleef zeer onrustig, totdat tegen negen
uur, een troep bereden agenten aan kwam
zetten en de menigte verstrooide. Het scheen
even of de rust hersteld was, en de dienst
werd, onder bescherming van de politie, weer
hervat, doch reeds na een half uur kwamen
de onruststokers weer aanzetten om het bom
bardement tegen de wagens te hervatten met
bierflesschen, steenen, zand, kolen, straatvuil,
enz. Tot zesmalen toe moest de politie eene
charge uitvoeren. Verschillende personen, ook
beambten zjjn gewond.
Te Roozendaal viel een Italiaansche
landverhuizer, komende uit Antwerpen en op
weg naar Moord-Amerika, uit den trein, zwaar
gewond opgenomen, bleek hij bij aankomst te
Rotterdam reeds overleden.
Van 29 Sept.—5 Oct.
ONDERTROUWDA. te Gussinklo, jm.
34 j. met S. van Melle, jd. 30 j.J. G. P. Valk,
jm. 26 j. met 0. L. Huijsman, jd. 26 j.C. M.
Piekaart, jm. 27 j. en 0. Burgs, jd. 21 j.
GETROUWD: P. M. Corbeel, jm. 23j.met
P. de Vos, jd. 24 j.
BEVALLENC. M. de Klerk, geb. Moeli-
ker, d.G. Hubrechsen, geb. Francooij, z.
C. J. Pelle, geb. Grjjspeere, z.C. N. Mackay,
geb. Luxmoore, d.M. Kosten geb. Van de
Velde, z.N. J. van Munnik, geb. Van Riet,
z.A. J. Smoor, geb. Hoogervorst, z.
GEBORENeen buitenechtelijke d., moeder
^VERLEDEN: A. de Brujjne, wed. van O.
Elewout, 72 j.M. Vlamings, ongeh. z. 57 i.
C. Geljon 3 m. d.J. Ph. llmer, man van M.
P. Buys, 64 j.