8. J. FONTEIJN. Nieuwste Stoffen voor kleeding naar maat. AMERIKAANSGHE ORGELS en PIANINO's van de hoogste muzikale waarde zijn tot de goedkoopste prijzen bij ons verkrijgbaar. Nergens in Zeeland is een voorraad en sorteering Amerikaansche Orgels, die de onze nabij komt. Veeljarige garantie. Grootste Zeeuwsche Orgelhandel. A. S. J. DEKKER, Goes. Voorradig prachtige Sorteering Heeren- en Kinder-Costumes, Panta lons, Demies, enz. in alle grootten. A, 0. LITTOQIJ Az. Grootste publiciteit hier ter stede! 3000 ex. worden wekelijks met zorg verspreid Grootste Publiciteit. No. 31. Woensdag 15 Mei 1901. Vijfde Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. CIIRISTIAAN DE WET. Burgerlijke Stand van Middelburg. II1UWS ■IIDUIDRISCI iDTEEIEÏIIEELAJ FAAM MET WONINGGIDS. Verschijnt eiken Woensdagavond, wordt door de geheele stad gratis verspreid. UITGEVER Spanj aar dstr a a t. Prijs der Advertentiën van 1 3 regels 15 Cent, iedere regel meer 5 Cent. 3 maal plaatsing wordt slechts 2 maal berekend. Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement van 1000 of 500 regels voordeelige voorwaarden. Gedurende eenige weken zul len van de „Faam" een 500 ex, meer gedrukt wordenom de bovenbewo ners en bewoners van buitenwijken in de gelegenheid te stellen zich op dit blad te abonneer en tegen den zeer geringen prijs van 1 cent per tv eek of 15 cent per kwartaal. Zij, die deze week tot dat einde „de Faam" ter kennismaking ontvangen, zullen de volgende week gevraagd worden of zij zich willen abonneeren. JELH, Adverteerders neemt ook Gij hiervan notitie met het oog op het inzenden van TJwe advertenties. DF UITGEVER. Op verzoek vestigen wij volgaarne de aan dacht onzer lezers op de geregeld in dit blad. voorkomende advertentiën van den Heer Joh. de Heer te Rotterdam. Hoe vele dubbeltjes worden uitgegeven voor onnuttige dingen en hoeveel verdriet en onaan genaamheden berokkenen in tal van huisgezin nen deze onnoodige, verkwistende uitgaven En wat wordt daarentegen door een orgel het huiselijk geluk verbeterd of verhoogd Immers Een orgel in het huisgezin Brengt vreugd' en Godsdienstzin. Voor één dubbeltje daags kunt Gy thans in het bezit komen van een Volksharmonium. Wy raden U aan voor de aanschaffing daarvan u deze kleine uitgave te willen getroosten. Vraagt eens het uitvoerig prospectus en u zult ongetwijfeld tot koopen overgaan. Voor hen, die liever een Harmonika wen- schen, zien we ook Volksharmonika's van f3.75 geannonceerd, een prijs, die tot op heden voor een degelijk instrument onbekend was, doch door buitengewone groote omzet is deze firma daarvoor in staat en de naam is genoeg zaam borg voor goede kwaliteit. (Zie verder advertentie.) Een landgenoot was verleden week te Brussel voor zaken en sprak daar een Engel- schen handelsvriend, die voor het Engelsche gouvernement 35.000 paren schoenen had ge leverd. Onlangs was deze aan het War Office (departement van Oorlog) te Londen ontboden en werd hem gevraagd, van welk leder hij zolen en bovenleer had gemaakt. Men vroeg hem zooveel, dat hij wederkeerig verlangde te weten, „of er dan iets aan die schoenen man keerde." Men bleef hem het antwoord daarop schuldig, maar bestelde direct, om binnen kor ten tijd te leveren, een tweede partij van 35.000 paren. Toen hij het War Office verliet, ging een officier met hem mede en deelde hem in het geheim mede, dat die eerste 35.000 paren door de Boeren waren ingepikt Te Dordrecht werd op een steenhouwerij by 't versjouwen van een zerk die recht over eind gezet moest worden, door het kantelen van den steen, een werkman tusschen den steen en de straat de borstkas verpletterd, de man was terstond dood. Te Dalen heeft de eenige zoon van een landbouwer in een ijlende koorts Vrijdagnacht onopgemerkt zijn bed, kamer en ouderlyke woning verlaten toen men hem later miste en zocht, vond men zyn lijk in de kolk. Een paartje te Houtigehage, onder Drach ten, dat dezen winter huwde en toen 18 en 16 jaren telde, vervoegde zich nu reeds by den ambtenaar van den burgerlyken stand om het huwelijk te doen ontbinden. Deze maakte hun duidelijk, dat dit alles maar zoo niet gaat. Een Amerikaansch oorlogscorrespondent, de heer Thomas F. Uillard, beschrijft o. m. een nachtelyke tocht, die hij met generaal De Wet meemaakte. De maan was achter de kopjes verdwenen, de duisternis van den nacht werd slechts door het schitteren der sterren verlicht. Het bevel was gegeven dat alle geweren ontladen moes ten worden en dat spreken volstrekt verbo den was. We liepen snel, de goedgeoefende paarden hadden geen leiding noodig, maar gingen har der of zachter al naar mate het noodig was. Eén paard struikelde, de burger liet zijn ge weer vallen. Mijn hart stond stil. Het ram melde tegen den harden grond aan, maar dank zij De Wet's voorzorg kon het niet afgaan. Generaal De Wet die vooraan reed keek niet om, maar bromde een waarschuwing tusschen zijn tanden. Verscheidene malen stonden we stil en dan ging De Wet alleen vooruit. Toen bleef hij een half uur weg. Een jonge boer fluisterde me toe dat liet huis van den gene raai slechts een paar mijl verder weg was. Toen begreep ik hoe hy deze landstreek zoo door en door kende. De colonne had zooveel mogelijk boerderijen vermeden om het blaffen van honden te voor komen. Nu kondigde echter een verwijderd hanengekraai het naderen van den dag aan. Toen de generaal van zijn laatsten verkennings tocht terugkeerde hoorden we dat we geen duizend meter van het Britsche kamp verwy- derd waren. „Goede genade", fluisterde een militaire atta ché, „we zullen weldra over hunne voorposten struikelen Maar De Wet wist wel wat hij deed De burgers stegen van de paarden, die ze onder de hoede van een paar mannen achter een kopje lieten. Een paar honderd meter verder verborgen zij zich in het droge bed van een spruit. De Wet's bevel luidde dat nie mand zou schieten of ook maar zijn neus ver- toonen zou, tot hijzelf daartoe het teeken gaf door zijn geweer af te schieten. Toen de zon boven de kimmen kwam, kon den we het Britsche kamp zien liggen. Iets later zagen ze van de andere zijde van het kamp een kogel komen die midden tusschen de vijandelijke wagens en tenten losbarstte „Toen wisten we waar Piet De Wet was heengegaan. We hoorden de bevelen: „Opzadelen f' en „Te paarden we zagen ze rennen naar de wagens om ze in ..te spannen. Weldra reed een regiment infanterie in uitge strekte linie weg in de richting van waar de Boerenkogel was gekomen. Tegelijkertijd zette de trein wagens zich in een tegenovergestelde richting in beweging, langs den weg naar Bloem fontein, om naar een veiliger plaats terug te trekken. Dit was juist wat De Wet bedoeld had, want hij en zijn 400 mannen lagen in een spruit op den weg naar Bloemfontein ver scholen. Zoo geschiedde het dat De Wet, heel alleen, een trein wagens bestaande uit 120 voertuigen en 400 gevangenen buitmaakte en wel op de volgende wijze Toen de eerste wagen de spruit bereikte, wenkte hij met zijn leege hand tot den ver wonderden soldaat die mende. „Kom hier maar in", zeide hij. De soldaat gehoorzaamde en reed een eind verder, waar een Boer hem kalm ontwapende en zijn plaats verving. Op deze wijze werden de wagens genomen zonder dat de Britten in het kamp er iets van merkten. Geen twintig Boeren hadden zich vertoond en niemand had gesproken behalve De Wet. Alle wagens konden echter niet in den spruit verscholen worden en zoo bleven er eenige, die heel duidelijk te zien waren. Na eenigen tijd bemerkte men hierdoor in het kamp dat er iets niet in den haak was en een troep bereden infanterie werd uitgezonden om te hooren waaraan het talmen te wyten was. De luitenant die hen aanvoerde was een dapper man, maar niet heel voorzichtig. Hij liet zijn troep recht op de spruit aan galop- peeren, en hield toen aan den rand van den donga stil. Toen rich te De Wet zich op en zeide bedaard „Kom hier binnen." De uitdrukking op het gezicht van den lui tenant toonde dat hy begreep in een val te zijn geloopen. Hij reed vooruit tot waar hy met De Wet spreken kon, maar liet zyn troep staan. „Ge moet U overgeven mynheer", zeide De Wet, „Uw positie is hopeloos". De luitenant keek haastig rond en boog zijn hoofd. Hij reed langzaam weerom naar zijn troep. Ik denk dat hij in dat korte oogenblik afscheid van zijn leven nam. Toen hy weg reed, hield De Wet zijn geweer op hem gericht en wachtte. De luitenant bleef voor zijn verwonderde manschappen staan. „Terugtrekken", riep hij met een luide en heldere stem uit. Nauwelijks waren ze gesproken of De Wet schoot hem dood. Dat was het teeken voor de verscholen Boeren om hun lading los te schieten op den terugtrekkenden troep. Drie vierde viel neer. De overgeblevenen galoppeer den zoo hard ze konden terug naar het kamp, dat tegen dien tijd vrijwel was opgebroken. De geredde schipbreukelingen van den Fransehen driemaster „Psyche", welke op. reis naar Buenos-Ayres is vergaan op ongeveer 200 mijlen afstand van Kaapstad, hebben dertig dagen in een boot op zee rondgedreven. Toen het schip reddeloos lek bleek te zijn, ging de bemanning in twee booten. De kleinste daarvan, waarin vijf man zaten, is vermoede lijk verongelukt. De andere, met den kapitein en 13 mannen, werd eindeiyk na langdurig omzwerven door het Noorsche schip „Andro meda" gevonden en geholpen. Na achttien dagen zwervens sloeg de boot in een hevigen storm om en slechts met groote moeite kregen de mannen haar weder recht en vry van wa ter. Vier dagen later stierf de kok van uit putting. Al de levensmiddelen waren opgeteerd. Toen kwam men op het denkbeeld, een groo- ten haai, wel 8 voet lang, die voortdurend ron dom de boot zwom, even buiten het bereik van de roeiriem waarmede men naar hem sloeg, als voedsel te gebruiken. Men wierp dien haai een strop om den hals, haalde hem binnen, maakte hem af en het vleesch werd door de uitgehongerde mannen rauw gegeten. Zoo hielden zy zich in het leven, tot de bark „Andromeda" kwam en hen naar Kaap stad bracht. Zy waren zoo uitgeput, dat men hen moest optrekken aan boord van het schip. Drie van hen stierven kort na de redding. Een Berlijnsch blad ontsluiert ons de af komst van den naam „mof' voor de Duitschers. De hooge pelsmuts die de Nederlandsche huza ren dragen, werd in Nederland bekend door de Nassausche zusters die met Prins Willem van Oranje mee kwamen. Omdat dit hoofddeksel veel op een mof ge lijkt werd deze naam aan die Duitsche solda ten gegeven en ging van hen op alle Duitschers over. Er bestaat ook een verhaal dat de Duitsche troepen die ook ons in 1672 kwamen bestoken, zulk een overdreven idee van de kou in ons land hadden dat zy moffen (polsmoffen, wanten hadden meegebracht. Van 7 tot 13 Mei 1901. ONDERTROUWD A. C. van Woerkens, jm. 35 j. met M. F. G. Dierikx, jd. 24 j. W. F. van Meerendonk, jm. 27 j. met E. Bulk, jd. 28 j. L. Pieterse, jm. 19 j. met C. de Lange, jd. 22 j. A. Eiff, jm. 30 j. met P. J. E. Knuyt, jd. 23 j. A. J. Back, jm. 21 j. met P. L. Bimmel, jd. 27 j. J. H. Ie Clercq, jm. 33 j. met P. F. van Lindonk, jd. 34 j. W. Wareman, jm. 36 j. met F. van Eenennaam, jd. 27 j. B. J. Goedhart, jm. 20 j. met L. Bosschaart, jd. 22 j. W. J. Pluijmers, jm. 22 j. met A. Sinke, jd. 24 j. C. v. Halst, jm. 23 j. met J. L. M. Goulooze, jd. 23 j. J. Cijsouw, jm. 25 j. met L. K. Verhage, jd. 27 j. G. Butterman, jm. 23 j. met A. Evertse, jd. 23 j. W. Minderhoud, jm. 39 j. met M. Huibregtsen, jd. 32 j. J. H. de Weille, jm. 45 j. met G. H. Nijsen, jd. 36 j. GETROUWD: J. J. Kerkmeyer, jm. 28j. met M. J. Mulder, jd. 26 j. H. van Krieken, s. 42 j. met W. Caljouw, jd. 39 j. J. van Soelen, jm. 28 j. met K. M. Gideonse, jd. 24 j. P. Jasperse, jm. 23 j. met T. Boogaard, jd. 22 j. L. Joosse, jm. 23 j. met L. Lampers, jd. 24 j. J. Louws, jm. 25 j. met M. W. van Aartsen, jd. 23 j. P. de Rijke, jm. 24 j. met J. Jobse, jd. 24 j. H. Schout, jm. 27 j» met C. Simonse, jd. 28 j. BEVALLEN J. Adriaansen, geb. De Vleesch- houwer Kroes, z. E. Frank, geb. Koekkoek, z. A. M. Dekker, geb. Van Dyk, z. P. de Hamer, geb. Braun, z. J. B. .Steijn, geb. Visch, z. Geboren een onechte zoon, moeder 25 j. OVERLEDENM. E. Coumou, d. 4 m. J. Gort, man van A. J. Leenheer, 57 j. K. H. Dronkers, man van R. J. Liesoy, 65 j. H. A. de Jonge, z. 3 w. A. Vet, wed. van E. C. Fokke, 82 j. A. Karelse, ongeh. z. 21 j. J. Ste- ketee, z. 17 dagen.

Krantenbank Zeeland

de Faam | 1901 | | pagina 1