Grevelingen
met elf soorten
toplocatie
voor orchideeën
Boswachter Van der Hulle:
'Diefstal komt voor, maar heeft geen zin.
Weggehaalde orchideeën
gaan in vreemde grond dood'
EIÜVtlDEn-niElJWS
OUDDORP - De Grevelin
gen is uitgegroeid tot een
toplocatie voor orchidee-
en. Zowel op de eilandjes
in het meer als op de oevers
rondom zijn nu al elf soor
ten orchideeën geregi
streerd. Naar Nederlandse
maatstaven is dit "uitzon
derlijk", zegt boswachter
William van der Hulle van
Staatsbosbeheer. "En het
gaat niet slechts om hier en
daar wat plukjes orchidee-
en, nee, ze komen massaal
voor. Het zijn er zóveel, dat
't oneerbiedig gezegd bijna
onkruid is geworden."
Illegaal
Deltawerken
Zoetwater
Harlekijnorchis
Winkel
Koeien
PA(;iNA6
VRIJDA(; 14 MEI 2(111)
Boswachter William van der Hulle.
Tekst en foto's: Gert van Engelen
De meeste soorten staan op openbare
plekken, die makkelijk toegankelijk
zijn voor de duizenden recreanten die
komende weken weer naar de Greve
lingen trekken. Soms groeien ze zelf
tussen de watersporters en badgasten
in, zonder dat deze daar erg in hebben.
Maar hoewel ze in weelderige aantal
len voorkomen, mogen de orchideeën
beslist niet geplukt worden. Ze vallen
onder de Flora- en Faunawet, ze zijn
beschermd. Wie ze uitgraaft, riskeert
een fikse boete.
Desondanks, weet Staatsbosbeheer,
stelen kwaadwillenden soms de zeld
zame soorten, zoals de herfstschroef-
orchis. Van der Hulle, die opereert
vanuit de Haven van Bommenede,
herkent deze illegale praktijken door
de kuiltjes die de orchisdieven achter
laten. Het meenemen van de planten
om ze in eigen tuin te kweken, heeft
echter geen enkele zin, maant hij. "Ze
gaan geheid dood, omdat in vreemde
grond de schimmels ontbreken die
orchideeën nodig hebben om te over
leven."
Binnenkort, in mei en juni, valt rond
de Grevelingen weer volop te genie
ten van alle pracht aan orchideeën:
dan is hun groei- en bloeitijd. Straks,
als de zomer zijn hoogtepunt nadert,
is het alweer voorbij, behalve voor de
herfstschroeforchis. Zoals zijn naam
aanduidt, bloeit hij in de nazomer of
begin van de herfst. In deze reportage
vertelt Van der Hulle speciaal voor
het Eilanden-Nieuws hoe bijzonder
het überhaupt is dat.deze tere, uiterst
zeldzame orchidee terecht is gekomen
in de Grevelingen, samen met die tien
andere soorten.
Gevlekte orchis
De orchideeën in en rond de Greve
lingen hebben hun opkomst en voor
spoed te danken aan de Deltawerken,
doceert Van der Hulle. "Het is niet
zo'n ingewikkeld verhaal: na de afslui-
ting van het Grevelingenmeer in 1971
kwamen de aanwezige zandplaten
droog te liggen. Normaal was er een
getijslag van drie tot vier meter, waar
door de zandplaten bij vloed ,steeds
onderspoelden. Maar na de aanleg
van de Brouwersdam en Grevelingen-
dam vielen eb en vloed weg. De water
stand werd min 20 NAP; de zandpla
ten lagen ineens permanent bloot en
droog."
Dit had grote gevolgen. Niet alleen
voor de zandplaten Hompelvoet,
Veermansplaat, Stampersplaat en
Dwars in de Weg, ook voor de schor-
rengebieden: de Shkken van Flakkee
en de Slikken van Bommenede. "Na
verloop van tijd raakten ze begroeid,
met duindoorn, wilgen, grassen en
vooral met planten die tegen zout
water kunnen, zoals zeekraal, schor-
renkruid en ziltezegge."
Doordat het meer nog steeds in verbin
ding stond met de Noordzee, bleef de
Grevelingen zout, maar het curieuze is
nu dat de eilandjes juist steeds zoeter
werden. En dit geldt niet alleen voor
de zandplaten, ook voor de nieuwe,
kunstmatige eilandjes die in de Gre
velingen zijn gemaakt van opgespoten
zand, dat vrijkwam bij het uitdiepen
van vaargeulen: Ossehoek, Archipel
en Mosselbank.
Van der Hulle legt dit fenomeen uit:
"Elke regenbui die op die eilandjes of
op de oevers valt, kan niet weg. Zoet
water is lichter dan zout water en het
zoute water sluit het regenwater op.
Het houdt 't gevangen. De huidige
grondwaterstand van zoet water is nu
al achttien meter diep op die eilanden,
en dat gaat maar door, want het kan
niet weg. En daardoor kwamen er op
den duur zoetwaterplanten, steeds
meer, die ook nog eens allemaal hard
groeien. De Grevelingen biedt ze de
ideale omstandigheden."
Er spelen evenwel meer factoren mee,
vervolgt Van der Hulle, want niet
iedere orchideesoort gedijt op elke
willekeurige plek.
"Sommige soorten zijn plaatsaflianke-
lijk. Bijvoorbeeld orchideeën-die van
een kalkrijke bodem houden. Op de
zandplaten treffen die soorten het:
het zoete water stroomt er niet weg en
het kalk spoelt er niet uit. Daardoor
kunnen de rietorchis, de vleeskleurige
orchis en de moeraswespenorchis er
aarden en overleven."
Minstens zo belangrijk voor andere
soorten is dat er beheersmaatregelen
worden getroffen in de natuurgebie
den. Van der Hulle: "Wij willen de
eilanden en de slikken open houden.
Er mag geen wildgroei aan bomen
en struiken komen, want dat hindert
kustbroedvogels als strandplevier, vis-
dief en kluut. Dat openhouden doen
we door die gebieden te laten begra-
zen door koeien en paarden. Maar
er is één nadeel: geen enkel dier eet
kruipwilg. En kruipwilg groeit overal,
door de hele Grevelingen heen. Daar
om moeten we maaien, anders wordt
hét tóch stiekem een bos." -""i -'"'i^ -'
Weer zo'n merkwaardig feit aöfet' zich
nu voor: "Dat maalsel blijft liggen. De
bovenste laag verzuurt, daardoor ont
staat humus. En dankzij dat humus
krijg je weer orchideeënsoorten die
van zuurdere grond houden, zoals de
herfstschroeforchis, de groenknolor-
chis en de grote-keverorchis."
De herfstschroeforchis verdient een
aparte vermelding. Dit plantje, waar
van de bloemen gedraaid in de vorm
van een schroefdraad om de stengel
staan, is namelijk uitzonderlijk zeld
zaam.
Voor zijn komst naar de Grevelingen
groeide deze orchis maar op twee
plekken in Nederland (in Zuid-Lim-
burg en in de Westduinen op Goe-
ree). Elders in Europa gaat deze plant
overal achteruit of is zij op zeer veel
plaatsen zelfs voorgoed verdwenen.
Nieuwe vindplaatsen worden vrijwel
nooit gevonden. Dus toen de orchis
in 2005 in de Grevelingen werd ont
dekt, was Staatsbosbeheer uitzinnig
verheugd en hield zij de groeiplaats
geheim. Maar het lekte toch uit, en
vrij kort na de ontdekking bleek de
beschermde plant al uitgegraven. De
schok was groot.
Zes soorten heeft Van der Hulle tot
nog toe opgesomd en hij vult het rijtje
aan met de ontbrekende vijf: brede-
wespenorchis, hondskruid, harlekijn
orchis, gevlekte orchis en de bijen
orchis. Voor alle elf soorten die de
Grevelingen nu kent, geldt dat ze als
zaadjes zijn komen aanwaaien of aan
drijven. Van der Hulle: "Let wel, er is
niets door ons gezaaid. Alles is hier uit
zichzelf terechtgekomen. Orchidee
enzaad is zo fijn als stof; de wind en
het water kunnen het kilometers ver
verspreiden. En natuurlijk kan het
ook zijn meegebracht door vogels, die
zaadjes hebben laten vallen."
Er is één uitzondering: de bijenorchis.
Deze soort komt al veel langer voor in
de Grevelingen en moet door de mens
door Nederland zijn verspreid. Van
der Hulle: "De bijenorchis vind je vaak
langs wegen en spoorwegen en groeit
hier vooral op de dammen. Dat zaad
moet via het spoor uit Oost-Europa en
vrachtauto's zijn meegereisd en zo zijn
opgerukt naar de Grevelingen, waar
een toplocatie geworden. "Dit grote
aantal is landelijk gezien uitzonder
lijk", zegt Van der Hulle trots. "In
Nederland zijn maar weinig gebieden
waar zoveel soorten bij elkaar staan.
De reden is heel simpel dat de omstan
digheden hier zo gunstig zijn: locaties
waar de bodem kalkrijk en zuur is en
bovendien zoet en zout water voor
handen zijn."
Alle orchideeën zijn wettelijk
beschermd. Plukken en uitgraven is
verboden. In het algemeen laten de
massa's recreanten de beschermde
planten ook met rust, constateert Van
der Hulle. Soms is dit uit onwetend
heid: niet iedere toerist kent elke
soort en zo kan het gebeuren dat hij
er onwetend tussendoor loopt. Bij De
Punt van Ouddorp is dat het geval, op
de Kabbelaarsbank en op de Grevelin-
gendam. De orchideeën groeien daar
zomaar op de recreatieterreinen.
Maar ook hun formaat scheelt en
redt ze: sommige orchideeën zijn erg
klein. Van der Hulle: "In de winkel
kun je takken met orchideeënbloe-
men kopen, van wel veertig centi
meter lengte. De herfstschroeforchis
is echter maar vier, vijf cm hoog, de
groenknolorchis maar drie cm. Dat
zie je bijna niet. In het wild zijn ze dus
niet zo makkelijk in het gras te vinden.
Eigenlijk valt alleen de bijenorchis op,
als je 'm tenminste al kent, want die
kan twintig cm lang zijn."
Diefstal komt voor, geeft hij toe. "Het
is een hele kleine groep, die vooral op
de Grevelingendam opereert. Als we
ze betrappen, gaan ze nat. Dan krij
gen ze een bekeuring. Maar ze zijn zo
tricky. Ze gaan heel bewust te werk. Ze
markeren overdag de soorten die ze
willen hebben, en graven die 's nachts
met wortel en al uit. Je ziet ze niet.
Behalve dan de achtergebleven kuil
tjes - die verraden dat ze orchisverza
melaars weer actief zijn geweest.
Van der Hulle beklemtoont dat het ille
gaal meenemen van orchideeën vol
strekt zinloos is. "Gestolen orchideeën
hebben in andere grond geen schijn
van kans. Zij hebben bepaalde schim
mels nodig om tot groei te komen. Uit
graven en in je eigen tuin zetten, slaat
nergens op, want hij gaat daar gewoon
dood. Dus laat ze alsjebheft staan. Je
ontneemt andere mensen anders het
plezier om ervan te genieten."
Hij en zijn collega's proberen diefstal
van orchideeën zoveel mogelijk te
voorkomen, maar feitelijk is dat fysiek
onmogelijk. 'Je kunt er moeilijk dag
en nacht naast gaan liggen", zegt \'an
der Hulle, en verder is de Grevelingen
ook nog eens onmetelijk groot. Hij
geeft een idee:
"Orchideeën komen in Nederland
bij uitstek voor in natte duinvalleien.
Normaal mag je in zo'n gebied blij
zijn met honderd vierkante meter
aan orciiideeën. De Grevelingen heeft
ne-gen-hon-derd hectare aan natte
duinvallei. Ik bedoel maar: er zijn zó
onnoemelijk veel orchideeën in dit
gebied, dat 't bijna onkruid is. Je kunt
ze niet allemaal beschermen."
En dan rept hij nog niet eens over de
honderden reeën, koeien en paarden
die overal rondlopen in het natuurge
bied De Grevelingen. Die dieren eten
de orchideeën met onbeschaamde
gretigheid.
je
de orchis vooral in de bermen aan
treft."
Met zijn elf soorten is de Grevelingen
Grote knierorchis.