Vervolg
verhaal
DAAD
Fotogroep De Huiskamer ook
dit jaar weer succesvol
Meditatie
Geslaagde Open Dag KNRM Stellendam
en Ouddorp
Troost na Hemelvaartsdag
EN y
EIIAIIDEn-niEUWS
MET
THOPISCH EILAND 81J
ZWITSERLAND
VUILE KUNSTBLOEMEN
IJ OF DIJ
The Islanders
spelen sterk
De weg
der kleine
mensen
Hoofdstuk 6
Ltzebeth
PAGINA:
\'RIJDAC; 14 MEI 2010
Dezf vraag- m antwoordruhriek staal gfhfd lm diensle van de
Ifztr die n- koslcnloos gebruik van kan maken. Uw vragen op
velerlei gebied kunt u sturen aan: liedactie Jülanden-Nieuws,
Postbus 8, 3240 AA Middelhamis, met in de linkerbovenhoek
'Vragenruhriek' vermeld. De xnagen worden door deskundigen
heaniwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
eompleel mei antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
op reis naar Zwitserland betorh-
li'H wij hel eiland Mainau in
hi'l Bodenmeer, waar citroenen,
sinaasappelen en andere Iropisehe
g('uia.W(!it groeien. Hoe kan dat m
het koude Zwitserland? En van
waar die Zweedse vlaggen?
Antwoord: Het eiland Mai
nau wordt dooi- veel gidsen
subtiopisch jrenoenid nuiai' is
dat helemaal niet. Het ligt ook
niet in Zwitserland, maar bin
nen de Duitse grenzen. Dal er
ananas.sen, bananen, citroenen
en tal van andere subtiopisebe
bomen en planten groeien,
heeli een andeie oorzaak. Dil
eiland werd namelijk gekotlil
door prins Lennai t, een lid xan
de Zweedse koninklijke familie,
llij was een grool lielhebber
van exotische gewassen en liet
die daar in groten getale rond
om zijn (uit I7:;9 daterende)
slol aanplanlen. Om ze te kun
nen oveihouden in de vaak zo
koude Midden-Euiopese win-
leis met slienge vorst, heeft llij
enorme uil neembare kassen
lalen fabriceren. De wanden
daarvan worden in september
rondom de kxvetsbare bomen
en planten geplaatst. Het gla
zen dak gaat over de bomen
heen. In mei worden alle delen
weggenomen en 's zomers
kijken de toeristen hun ogen
uit. Zij zien geen spoor van de
bescliermeiitle beschutting en
van de verwarming meer en
voldoen grif de flinke entree
prijzen, waarmee het grote
leger luinlieden wordt betaald.
Het park is 44,7 ha groot en
de Zweedse vlaggen waaien er
omdat het Zweeds bezit is.
Ik heb versclutlende kunstbloemen
en planten staan die vies en stoffig
werden. Hoe kan ik die het veiligst
schooit krijgen
Antwoord: Grote planten kunt
u besproeien met een gieter vol
handwarm sop. Kleinere kunt
u onderdompelen in een bad.
Daarna wel gelijk afspoelen
met schoon water De kuiistzij-
deii bloemen die er tegenwoor
dig Ie koop zijn, worden ver
vaardigd van een kunstvezel
en kunnen daarom op allerlei
wijzen worden opgeknapt. Zijn
ze erg vuil, dan kunt u ze beter
in een sopje dompelen dan ze
besproeien. Er bestaan ook mei
de hand gemaakte kunstbloe
men, besjes en corsages die
zijn omwikkeld met een hars
achtig materiaal als caoutchotic
of dergelijke. Hiermee moet u
heel voorzichtig zijn. .Maak een
schoon zakdoekje vochtig en
laat daar een enkele druppel
van een oirschuldig afwasmid-
del op vallen. Veeg daarmee
hel stof of het vuil weg. Zorg
er wel voor, dat de stelen niet
nat worden, want dan kan hel
bindmaleriaal loslaten. Als die
bessen of andere vruchten ver
vaardigd zijn van tempex waal
een laklaag omheen zit, kan de
verllaag gaan afgeven of (in 't
ergste geval) de was barsten.
Bezit u echte zijden bloemen of
corsages, dan moeten die even
voorzichtig worden behandeld
als de tempex be.sjes. Blaas
nooit met een föliii of de ach
terzijde van een stofzuiger over
zijden bloemen of planten. De
wind daaruit kan de kunstslof
namelijk extra statisch maken,
waardoor er (nog) sneller en
(nog) meer stof wordt aan-
gelrokken. Een tip: bij som
mige (kunst )bloemenzaken
zijn sprays te koop, waarmee li
zulke kunstige bloemenpracht
enige lijd antistatisch maakt.
waardf)or die minder slof en
vuil aanlrekl.
Een bakker heijl een bakkerij en
een slager een slagerij; ivaarum
heeft een nmkelaar een makelaar-
diff
Antwoord: -IJ en -dij zijn zgn.
suffixen. De oorsprong van
het suffix -ij -uitgebreid tot
-arij, -erij, -enij, -ernij- is te vin
den in het Frans. Zeldzaam is
een uitbreiding van dit suffix
lol -dij of -derij. Naar analo
gie van abdij, proosdij, voogdij
onlstond makelaardij.
Fotogroep De Huiskamei is
een club Ijestaande uil 12 lolo-
gvafen, waaronder Theo Mas-
lenbroek en Fons Kern, beide
lid van foloclub De Rarekiek Ie
.Sommelsdijk. Fotogroep Deze
(lub is ;i jaar geleden ontslaan
door een alsjilitsing van een
aantal leden van foloclub Don
gen, waar Theo en Fons even
eens lid van waren en Fons
nog is. Het eerste jaar weid De
I luiskamer meteen eerste in de
landelijke Bondslbtowedslrijd.
een wedstrijd waar meer dan
180 clubs aan meedoen en waar
zon ISOO lolo's voor woorden
ingezonden. Het tweede jaar
werden ze weer eerste, wat bij
de Folobond zelden voorkoml.
Dil jaar, het derde jaar dus,
wercien ze tweede en waren
er tevens twee bronzen stic
kers voor Fons: één voor zijn
inzending- voor De Huiskanier
en één voor zijn inzending bij
Foloclub Dongen. De Huiska
mer behaalde dit jaar zelfs vier
slickeis: twee zilveren en twee
lironzen. F'oloclub De Rarekiek
werd dil jaar vijfde en Foloclub
Dongen zesde. De Rarekiek
en Dongen behaalden beide
2 bronzen stickers. Voor de
bondsfotowedslrijd stuurt een
foloclub tien foto's in. Deze
worden beoordeeld door drie
juivleden (fotografen). De
door Theo en Fons ingezonden
foto's werden door hen zelf
afgewerkt en gedrukt. In de
juwelierswinkel van Fons Kern,
op D'n Diek in Middelharnis.
hangt een aantal (oio's op een
Ibrmaat \'aii 60 x 90 cm., waar
onder ook de zgn. stickerfoto's.
De hierbij geplaatste Ibto werd
gemaakt door Fons.
OUDE-TONGE - Zowel liei
soflbalteam als het junioren
1 team van The Islanders
greep hel voorbije weekend
twee belangrijke winstpunten.
Beide teams wonnen op over
tuigende wijze van de naaste
concurrenten.
De dames van fbe Islanders
deden dit in Zevenbergen,
waar directe concurrent Seveii
Hills met 1-8 werd versla
gen. Meteen vanaf de eerste
slagbenri was The Islanders
nachukkelijk aanwezig. Esmée
de Keizer opende met een pei-
lecte slootslag. Zij werd verder
geholpen op de honken door
een honkslag van Sanne Teijn.
Hierna volgde Brilt Breure
met een homerun, waarmee
de eerste drie punten binnen
kwamen. Seven Hills kwam
onvoldoende door de Oude-
Tongse verdediging heen. Pit
cher Sanne leijn gooide een
goede pot en het veld achter
haar liet geen steken vallen.
Een super geconcentreerd, én
tol de tanden toe gemotiveerd,
junioren 1 team versloeg zater
dag 8 mei jl. eveneens één van
zijn directe concurrenten. Het
bezoekende Wizards of Boz
wist niet wal hel overkwam
en moest diep buigen voor de
roodwilten: 17-5-eindsland.
Mei een uitstekende vangbai
meteen bij de eerste slagman,
zette linksvelder Bas Neder-
veen de loon. Het inspireerde
zijn werper Danny Hameele-
man in ieder geval voldoende
om de volgende twee nullen via
drieslag Ie maken. Zijn eerste
twee van de in totaal lien keer
drieslag in zes innings. In de
eerste slagbeurl zorgden ach
tereenvolgens Bas Nederveen,
Kevin Hameeteman, Mark de
Vos en Kees Dnpree voor de
eerste vier punten. Mede na
een prima honkslag van cat
cher Florentijn Hogerwerl.
.Ook het junioren 2 team bleef
aan de goede kant van de
score. Het bezoekende Spikes
werd met een 11-8-iiederlaag
teruggestuurd naar Spijke-
iiisse. De bezoekers namen in
de eerste inning nog een aar
dige voorsprong van 1-7, maar
door de veerkracht van hel
jonge juniorenteam uit Oude-
Tonge bleek dil uiteindelijk
niet voldoende. Tol de laatste
inning kroop The Islanders
dichterbij. Na de 4e inning was
de si and gelijk (8-8) en met nog
een kxvarlier ie spelen werd er
liegonnen aan een spannende
x'ijfde en levens laatste inning.
Het eerste honkbalteam van
The Islanders speelde een
spannende thuiswedstrijd
tegen de Gryphons, met sterk
veldspel aan beide kanten.
Maar voor de derde keer op rij
werd nipt verloren (7-8). The
Islanders laat echter duidelijk
zien dal ze in de derde klasse
thuishoren, na het kampioen
schap van afgelopen seizoen.
De sterke derde inning (5-2),
waar de pitcher van Gryphons
onder druk kwam te staan,
werd in de innings erna niet
doorgezet. Hierdoor verzuim
de The Islanders afstand te
nemen, en bleef Grvphons in
de wedstrijd. De ervaring en
een aantal gelukkige hits in de
negende inning werden uitein
delijk niet meer goedgemaakt.
Islanders-pitcher Niels Splin
ter hield de sterke slagploeg
van Gryphons negen innings
lang uil de wedstrijd. Tweede
honkman Natlaniel Ferrer,
maakte een sterk debuut, mei
een tweehonkslag en een aan
tal goede nullen samen met
eerste honkman Sander Wal
dekken
■£h een wolk nam Eleiii weg van hun ogen'. Hand. 1:9b
L kent, denk ik, allemaal wel
het gezegde 'Lil het oog, uit
het hart'. Hel is helaas maar
al Ie \aak waar! Als een goede
kermis van u naar /Vmerika
vertrekt, of een goede vriend
sterft, ach, we vinden het even
erg, maar meestal zijn we ze
spoedig vergeten. Er was \vel
een band, maar het was geen
liefdeband! Lil het oog, uit hel
hart! ('i Zat er trouwens eigen
lijk nooil in!) Zo was hel echter
bij de discipelen op de Olijf
berg niet. Ja, de Heere Jezus
was nu wel weg uil 't oog, dat
slaat duidelijk in de tekst, niet
waar? 'En een wolk nam Hem
weg van hun ogen'. Maar in
hun harten brandde de liefde.
'Want de liefde is sterk als de
dood, de ijver is hard als het
graf; haar kolen zijn \'urige
kolen, vlammen des Heeren.
Vele wateren zouden deze
liefde niet kunnen uitblussen,
ja de rivieren zouden ze niet
verdrinken' (Hoogl. 8:6b ,7a)
Dal was ook geen wonder, dat
hun hart van liefde brandde,
want lol hel laatste toe sprak
de Heiland met hen \c\n de
dingen die het Koninkrijk
Gods aangaan (vers 3b) en als
ze Hem dan zien vertrekken,
dan welen ze hel: Zijn werk
hier is af, onze zonden zijn
\erzoend! 'Zo God vóór ons is,
wie zal tegen ons zijn? Die ook
Zijn eigen Zoon niet gespaard
heeft, maar heeft Hem voor
ons allen overgegeven, hoe
zal Hij ons ook met Hem niet
alle dingen schenken?' (Rom.
8:jlb, 32). En daarom welen
ze ook door het geloof, dal
ze Hem eenmaal volgen zul
len naar die plaats, waar een
dichter van zingt: O zaligheid,
niet af te melen; o vreugd', die
alle smart verbant! Daar is de
vreenid'lingschap vergelen;
daar zijn we in het vaderland.
Zolang ze echter nog hier
beneclen zijn, zullen ze des
te meer moeten gaan beoefe
nen: 'Want wij wandelen door
geloof en niet door aanschou
wen' (2 Kor 5:7). De lijd \an
zien is nu voorbij! Zou Thomas
nog gedacht hebben aan de
woorden van de Heiland uit
Joh. 20;29b: 'Zalig zijn zij, die
niet zullen gezien hebben en
nochtans zullen geloofd heb
ben'? Wie zal 't zeggen. Och, ik
denk dat nu dal andere wooid
\an zijn Meester wel de oxei-
hand gehad zal hebben, name
lijk 'En zie, ik ben met ulieden
al de dagen lol de voleinding
der wereld' (Matth. 28:20).
Daarom schrijft Lukas ook in
hoofdstuk 24:52 en 53: 'En zij
aanbaden Hem, en keerden
iveder naar Jeruzalem mei
grote blijdschap. En zij waren
allen tijd in de tempel, lovende
en dankende God!'
Lezer, was u ook zo in de kerk
op Hemelvaartsdag? Nou? L
was er toch wel, naar ik hoop?
Voor de zoveelste keer hebt u
't aan 't begin van de dienst
weer gehoord: "Ik geloof... in
Jezus Christus, opgevaren
ten hemel, zittende ter rechter
hand Gods, des Almachtigen
Vaders, \'anwaar Hij weder
komen zal om te oordelen de
levenden en de doden! (12
Art.) Gelooft gij dat? Geloven,
weel u wat dal betekent? Wel,
dil: Wij zien Hem niet, en toch:
'Dewelke gij niet gezien hebt,
en nochtans lielliebt; in Dewel
ke gij nu, hoewel Hem niet
ziende, maar gelovende, ii ver
heugt met een onuitsprekelijke
en heerlijke vreugde' (1 Petr
1:8). Je ziet het niet dal Hij zit
aan de rechterhand Gods en
je geloof het toch! Wonderlijk
liè? Je ziel Hem niet, maar je
gelooft het toch: 'Wij hebben
een \'oorspraak bij de \'ader,
Jezus C!hristus, de Rechtvaar
dige' (1 Joh. 2:Ib). Wonderlijk
hè? Hel is dal zeker weten en
dat vasl vertrouwen, dat Hij,
Die de vergeving der zonden
voor ons verwierf ons ten goe
de daar is! (HC antvv. 21 en 46)
Is het ook uw geloofsuitzicht,
lezer? Vierde u zo Hemel
vaartsdag? L zegt: Ja, maar
dan moet je wederomgeboren
zijn! .Allicht! .\nders kun je het
Koninkrijk Gods niet zien. Wie
heeft ons dat nu duidelijker
gezegtl, dan Hij, die opvoer.
'Voorwaar, xoorwaar zeg Ik
u, tenzij dat iemand ïvedei-
omgeboren wordt, hij kan het
Koninkrijk Gods niet zien'
(Joh. 3:3). Dat is: In hetzelve
niet ingaan (Kantt.). Maar als
11 daar non niets van verstaal
lezer, wordt het dan niet hoog
tijd dat u. net als Nicodemus,
bij de Heere Jezus aanklopt?
.\ls u er nu werkelijk niets
van begrijpt, och, ga er dan
eens mee naar Hem toe, al is
't ook midden in de nacht! Nu
geen ja-maars of dogmatische
uitvluchten bedenken hoor!
L'w eeuwig behoud staal op
het spel! Trouwens, Hij is niet
ver van een iegelijk van ons!
(Hand. 17;27b). Mag ik u dan
in dit verband ook op de dis
cipelen wijzen? 'Een wolk nam
Hem ïveg van hun ogen'. Op
't eerste gezicht zou je zeg
gen: Dal is ook wat! Nu is Hij
weg, oneindig vér weg! Want
de hemel, dal is vér weg! 't
Heelal is onmetelijk, nietwaar?
Maar zou het waar zijn, dat Hij
oneindig vér is? Welnee! Wat is
er tussen de discipelen en hun
geliefde Meester? Een muur
van beton? O nee, nog niet
eens een voorhangsel, zoals
in de tempel voor het Heilige
der heiligen! O, wat schui-
\'en wij va;ik \eel lussen de
Heere Jezus en de Zijnen hè?
Ja, maar God niet hoor! Een
wolk! En wat is nu een wolk?
Die lijkt dik, maar je prikt er
zo door heen! Hoe was 't ook
weer op de berg der \'ei-heer-
lijking? 'En zie, een stem uit de
wolk, zeggende: Deze is Mijn
geliefde Zoon. in Dewelke Ik
Mijn welljehagen heb: hoort
Hem!' (Matth. 17:5b). Och,
nie in Hem gelooft is hoog
stens door een wolk van Hem
gescheiden. Daar komt nog bij:
Wat wordt ook \veer gezegd m
;intw. 38 van het Kort Begrip:
Dit 'Naar Zijn Godheid, majes
teit, genade en Geest wijkt Hij
nimmermeer van ons'. Gods
kerk kan dus niets overkomen!
Zeker, 't is waar: ■\'eel weder-
waardigheen, veel rampen zijn
des vromen lol! Maar... uit die
alle redt hem God; Hij is zijn
heil alleen!' (Ps. 34:9b ber.).
Wel lezer, en als Gods Woord
dan zegt: 'Hij is niet ver van
een iegelijk van ons', dan
mochlen we toch wel geen van
allen ooit rusl hebben, voor
dat we dat geloot deelachtig
zijn! Nee. dan begrijpen we
alles niet en dat hoeft ook niet,
maar dan gelóven we alles wel!
We houden er immers geen
begripsleer op na, maar een
geloofsleer. Dan gaan \xe zin
gen:
Heer', ik wil l'w liefde liwen,
al begrijpt mijn ziel L' niet.
Zalig hij, die durft gehwen.
Ook -wanneer hel oog niet ziet!
.Schijnen mij Vw -wegen duister
Zie, ik vfaag U niet: waarom?
Eenmaal zie ik al Uiv hiisten
.ils ik in L'ie hemel hom!
Ds. G. Meuleman, Ouddorp
STELLEND AM/OUD-
DORP - Zaterdag werd
op de KNRM-stations
Ouddorp en Stellendam
de jaarlijkse Open Dag
gehouden. Veel beman
ningsleden en hun part
ners waren die dag in de
weer om voor de bezoe
kers een geslaagde dag te
verzorgen.
Volgens de organisatie zat het
weer deze keer niet mee, maar
in zowel Stellendam als Oud
dorp bleef hel zaterdag toch
droog.
In Stellendam stond naast het
bemanningsbedrijf een kraam
met gebakken vis, waar gretig
gebruik van werd gemaakl.
Rond 10.00 uur vertrok de
eerste tocht van de .\ntoinelte
met de gasten. Deze redding-
boot werd de hele dag begeleid
door de Neellje Slruijs. Het
meevaren was dil jaar alleen
voor mensen die al donateur
waren of werden. Voor het
bemanningsverblijf stond een
schaalmodel van de vorige red-
dingboot, de Prinses Margriet.
In het bemanningsverblijf
stond een stand met informatie
en men kon er donateur wor
den. Verder draaide er door
lopend een film over hel werk
van de KNRM. Er waren in
Stellendam ongeveer duizend
bezoekers en zo'n 35 vrijwilli
gers \s'aren er actief
In Ouddorp zorgden ongeveer
veertien vrijwilligers voor de
ontvangst van de circa twee
honderd bezoekers. Er werd
gevaren met de beide boten van
station Ouddorp, de Griend en
de Baron van Lvnden. In het
bo<jthuis was een stand met
voorlichtingsmateriaal en kon
men donateur worden. Ook
hier draaide er een film over
het werk van de KNRM.
{Folo: Kee.\ Mii'luj})
-83-
P.J. de Rover
Om een uur of drie ligt de Vertrouwen
in Cravestein voor de wal. Dirk laat het
zeil op de luiken liggen en de fok op de
\()orplecht. Hij gunt zich geen tijd het
netjes onder de huik ie bergen. Dat mag
Dorns eens proberen. Dirk zal Gilia ver
rassen. Ze verwacht hem niet vandaag.
Er is iets van het kind in de jonge, stoe
re .schipper Het kind sterft nooit in de
man, ook niet in de ruige vechter tegen
water en wind. Hij steekt de dijk over,
die verlaten is op dit uur Het huisje,
w-aar Gilia woont, staat binnendijks, aan
het eind van een lange stoep. Gilia heeft
geen behoefte om buitendijks te wonen.
De rivier trekt haar immers niet. Nog
vóór Dirk de klink van de deur licht,
blijft hij slaan. Hij hoort een vrouwen
stem, die onderdrukt lacht. Hij hoort...
een mannenstem. De argwaan vliegt in
hem omhoog. Dus toch!
Hij probeert door hel blauwe horretje te
zien. Het lachen verstomt. De mannen
stem zwijgt.
Hij weet hel, opeens, alles, 't Gemonkel.
de dorpspraat, is waarheid. Een felle
woede vliegt in hem omhoog. Hij holt
naar het .schimrtje achter het huis. grijpl
een bijl, rukt de deur open en... Maar
\óór hij de slager een dodelijke slag kan
toebrengen, glipt die, in blauw-baaien
broek, hel raam uit. Dirk, ontzind van
woede, rent hem na, met de gexelde
bijl. De slager ziet geen andere weg ter
ontkoniing dan een brede sloot, die ach
ter het huis loopt. Hij springt er in en
een enkele seconde later is hij aan de
overkant. Dirk slingert hem zijn bijl na.
Het ding suist rakelings langs de slager
heen, maar mist... "Ms ik jou ooit in
mijn knuisten krijg, maak ik je kepot,
smeerlap. Non zei je wel afgekoeld zijn!"
schreeuwt hij hees. De slager, die inder
daad wel afgekoeld zal zijn, holt om zijn
leven. Over de akkers, waarop een laagje
sneeuw is blijven liggen.
Nog even kijkt Dirk hem na. Dan gaat
hij naar binnen. Daar zit Gilia, aan de
tafel, bevend, haar handen voor haar
gezicht. Wal zal hij haar doen? Zij kent
de nietsontziende drift der schippers.
Hij zal haar slaan, haar doodslaan mis
schien. Ze krimpt ineen als hij binnen
komt. "Eigenlijk moest ik je de hersens
in slaan, min wijf", gromt hij, "maar ik
zei het niet doen. Je bin een vrouw en je
bin in \erwachling. Maar nou weet ik,
dat het geen kletspraatjes zijn, die ze me
verteld hebben. Zeg op, waarom heb je
dat gedaan?"
Gilia, ze hoort het donkere grom
men %an zijn stem, als een aftrekkend
onweer Hij zal haar niet doodslaan.
Hij doet haar niets. Had hij haar maar
woest door elkaar geschud, gebeukt en
o\er de grond gesleurd. Het zou een
rechtvaardige daad geweest zijn. Maar
hij doet hel niet. Ze weet, hoe hij daar
staat, aan de andere kant van de tafel,
hoog en dreigend, zijn handen tot \uis-
ten gebald, zijn mond vast gesloten lot
een smalle lijn, in zijn ogen de woede
van zijn ziel. Ze hoort zijn adem hijgen.
Ze liarst in snikken uit. Gilia. Haar hele
lichaam schokt.
'Je laat me ook de hele week alleen",
snikt ze tenslotte. "Dat is je eigen wil!"
schreeuwt hij. "Waarom ben je niet aan
boord geble\en. Je heb mijn leven, je
heb ons huwelijk kepot gemaakt." Dan
wat zachter: 'Je bin een min wijf. Je bin...
een hoer, een slet."
In deze laatste woorden ligt zoveel \er-
achting, dat Gilia huivert. Ze hoort de
ganse opgekropte teleurstelling in deze
enkele woorden. Ze hoort het \oorgoed
geschokte vertrouwen. De breuk in hun
samenleven zal misschien nog te helen
zijn, maar hel leken ervan zal blijven...
Dirk gaal naar de schuit terug. In het
kleine \-ooronder waar hij groot gebracht
is door gelukkige ouders in een harmo
nisch huwelijk, valt hij neer op de bank
tegen de zijwand. Hij stut zijn hoofd, zijn
bonzend hoofd in zijn handen en zit er
kmg, heel lang. De daad van die nacht,
die iwoele zomernacht tussen de hooi-
hoppers in de uiterwaard, is gewroken.
Want ook 's mensen zonde legen de wet
der goede zeden wreekt zich onherroe
pelijk. y\1s het knechtje zijn hoofd dooi
de klapopening steekt en zegt: "Ik heb
het tuig onder de huik. schipper", staat
Dirk op. Hij duwt een geweldige pruim
achter zijn kiezen en kauwt grimmig.
Met een grauw gezicht komt hij aan dek.
"Maak de huik maar weer los. j6. We
gaan weer onder zeil", zegt Dirk somber
Dorns, \erwonderd, doet wat hem be\o-
len wordt. Die grote mensen, daar kun
je toch ook niks op aan. zegt hij in zich
zelf. Even later zeilt de Vertrouwen op.
Een sneeuwstorm haalt het schuitje in.
De rivier is weer in grijze nevels gehuld.
De oevers wijken ver achter de grijsheid.
Een sleep gooit het neer, omdat er totaal
geen zicht meer is en de korte dag als
\erschrikt weg\lucht voor dit geweld
van storm en sneeuwjachl. Maar de
Vertrouwen zeilt voort, zo o\'erhellend,
dat het water in het gangboord golft en
Dorns met bevend hart boxenlij op de
plecht gaat zitten.
Dirk achterop ziet het niet. Hij ziet mets
meer Met beide knuisten geklemd om
de helmstok staat hij in de stunrbak. Hij
zal zijn woede en teleurstelling uitzeilen
in felle kamp met de elementen. Hij is
één geworden met die elementen. Hij
jaagt met hen door de snel donkerende
grauwte, één bonk geweld Dorus denkt
dat de duxel aan boord gekomen is en
nu aan het roer staat...
.Als straks de elementen uitgeraasd zijn,
slaan de sterren in de lucht. En nog zeilt
de \'ertrouwen, o\'erdekt met sneeuw,
rechtop nu...
Januari is een grillige maand, 't Is met
het «eer in deze maand net als met som
mige mensen. Je kunt er totaal geen
slaat op maken. De ene dag regent het,
de anclere dag ligt er een pak sneeius'.
Die dooit \veer gedeeltelijk weg en wat er
tegen de avond nog over is, vriest vast.
De stoep voor je buis wordt spiegelglad
en als je geen as strooit, gebeuren er
ongelukken.
Met een afnemende maan blijft het
kwakkelen, totdat de wind zo omtrent
nieuwe maan eindelijk uit het Zuiden
loskomt en zoetjesaan door hel Westen
naar hel Noorden scharrelt, 't Is hele
maal geen mirakel als het zo half janu
ari nog gaat vriezen. Let er maar op: de
halve maan staat 's avonds zo puur in de
donkerfluwelen lucht, dat je de andere
helft ook ziel.
Een stuk of wat sterren pinkelen zo'hef-
lig of ze de tranen in de ogen hebben
an de kou. Denk om de pomp buiten of
de kraan in de keuken; alle kans dat je
morgenochtend geen water hebt.
De schippers weten suflisanle verhalen
\an januari. Willem Tromp, de vader
van Lizebelh, die nu in Den Haag dient,
heeft het meegemaakt dat het 's avonds
water uil de hemel goot en... 's morgens
liep hij om de schuit. .^Is Goris de Leu
genaar dat vertelde, kon je het verhaal
gerust met een korreltje zout nemen en
om zo te zeggen een waterhoentje 's mor
gens om de schuil laten lopen. Maar Wil
lem Tromp, de vader van Lizebeth, was
een oprecht man. Die hield zich niet met
leugens op en aan schipperslatijn had hij
geen kennis. Zijn dochter Lizebeth, de
derde der \'ier kinderen, is nel als haar
\ader Oprecht en trouw in alles, tot in
het kleinste toe. En eerlijk als goud.
(Wnrdl veniolgd)