^Nog nooit had ik zo'n enorme puinhoop gezien^ in het echt'
Sommelsdijker Arco Kooijman deed reddingswerk in Haïti:
EiiAiii]en.niEiJWs
Eerste klus
Wachten
De chaos
Zwaarder gereedschap
Adoptiekinderen
Hét probleem
PAGINA fi
VRIJDAG VI FKBRLARl 2010
Arco Kooijman in Haïti.
USAR staat voor Urban Search
and Rescue Team. Het team
voert reddingsoperaties uit,
in binnen- ^n buitenland, als
er mensen zijn ingesloten of
bedolven na bijvoorbeeld aard
bevingen, orkanen of ongeval
len in tunnels. USAR. NL heeft
vier reddingsploegen, een
dinggevenden. Hun dagelijkse
werk doen ze bij de brandweer,
de politie of in het leger. USAR.
NL draait nu een jaar of acht
en was actief na aardbevingen
in Marokko en Pakistan, naast
één binnenlandse inzet. Ook
veel andere landen beschikken
over een USAR-team.
januari verwoeste land.
Het verhaal van Arco Kooij
man: "Woensdag, in het begin
van de middag, ging voor de
eerste keer het alarm. Ik kon
en ik wilde gaan. Iedereen wil
graag, maar als je vrouw er
niet achter staat, moet je het
niet doen. Het is psychisch best
belastbaar. Dezelfde middag
konden we nog vertrekken.
Snel, want een vliegtuig stond
klaar. Dus: tassen pakken en
naar Eindhoven. Om 10 uur
's avonds zouden we vertrek
ken. Maar dat pakte anders
uit. 's Nachts landen op Haïti
was niet mogelijk, omdat de
verlichting niet meer werkte.
Bovendien was het vluchtplan
nog niet klaar. Dus vlogen we
pas om 10 uur de volgende
ochtend. We hebben overnacht
in een kazerne in Oirschot."
"In het vliegtuig kregen we
een briefing over de situatie op
Haïti, wat ons te wachten stond
en waar we rekening mee
moesten houden. We hoorden
dat de aantallen slachtoffers
Aanblik van de straten in Porl-au-Prince. Alles in puin en de mensen lopend door de straten.
ondersteuningsgroep, een staf-
groep en een commandogroep.
Bij een inzet telt het team zo'n
60 medewerkers, te putten uit
een personeelsbestand van
ongeveer 150 medewerkers.
Het gaat om zoek- en reddings-
Arco Kooijman werkt bij de
brandweer in Rotterdam als
brandweerman/hulpverlener.
Na een opleidingstraject is hij
sinds de zomer van 2009 inzet-
onder al die ingestorte gebou
wen per uur opliepen. Eigen
lijk weetje totaal niet watje te
wachten slaat, als je onderweg
bent. Je hebt alleen een paar
foto's gezien."
Een huis totaal venmest.
personeel, verpleegkundigen
en artsen, speurhondengelei
ders, bouwkundigen, onder
steunend personeel en lei-
baar voor USAR.NL. Haïti was
zijn eerste klus. Als één van de
63 teamleden toog de redding
werker naar het op dinsdag 12
"We landden eerst in de Domi
nicaanse Republiek, het buur
land van Haïti, om te tanken en
SOMMELSDIJK - Waar Ugt Haïti? Wat is het voor een
land? Welke taal spreken de bewoners? Arco Kooijman
wist er weinig van. Via wildpedia en andere internetsi
tes kwam hij het nodige te weten. En in het vliegtuig,
op weg naar het Caraïbische land, volgde nog veel meer
informatie. Twee weken later kent de inwoner van Som-
melsdijk Haïti een stuk beter. Een alledaagse reis was
het echter niet. Kooijman bezocht het zwaar getroffen
Haïti om levende mensen onder het puin vandaan te
halen. Als lid van USAR.NL.
Door Kees van Rixoort
Waar er ook maar een klein pleintje of grasveldje was, zag je mensen onder lakens en zeilen leven. Alk mensen sliepen,
aten en leefden buiten.
de benen te strekken. Daarna
was het nog een halfuur vlie
gen. Maar we kregen te horen
dat het luchtruim volledig
gesloten was. De Amerikanen
wilden eerst orde op zaken stel
len en het communicatienet
werk opbouwen. Er was niks
meer. Daarom vlogen wij naar
Curasao om nadere berichten
af te wachten. De onzekerheid
neemt dan toe. Je moet wach
ten, wachten, wachten, terwijl
je aan de slag wil."
"Uiteindelijk kwamen we vrij
dagochtend aan op Haïti, in
drie kleinere vliegtuigen want
ons eigen vliegtuig was te groot
om er te kunnen landen. Het
vliegveld van Port-au-Prin-
ce was één grote chaos, een
komen en gaan van hulpverle
ners met materieel, alles reed
door elkaar heen. We mochten
maximaal een halfuur blijven
staan om uit te stappen en ons
materieel uit te laden: beton-
zagen en andere gereedschap
pen zoals slijptollen, aggi-ega-
ten, tenten, eten en drinken
voor tien dagen..."
"De ondersteuningsgroep is
verantwoordelijk voor het
kampement. Voor de reddings
teams, dus ook voor mij, bete
kende dat: op de plaats rust.
Ons kampement kwam, net als
dat van alle andere hulpverle
ningsteams, op het vliegveld,
vlak naast een landingsbaan.
Je ziet teams uit allerlei landen,
wij stonden naast Engelsen,
Duitsers en Belgen."
"Het eerste van de vier teams,
A, vertrok direct na de landing.
Ons team - ik zat in B - ging een
uurtje later op pad. We reden
echt de chaos in. Een heel
andere wereld: iedereen leeft
op straat. Dichtbij het vliegveld
viel de schade nog mee. Hier
en daar zagen we een ingestort
gebouw. Maar hoe dichter we
bij het epicentrum kwamen
hoe erger het werd."
"We kwamen voor één ding:
levende mensen onder het
puin vandaan halen. Dat is
onze professie. Gelukkig ben je
het, vanuit het dagelijks werk
bij de brandweer, gewend om
je al het leed datje ziet niet aan
te trekken. De puinhoop was
enorm, nog nooit had ik zoiets
gezien, in het echt."
"Dan begint de hulpverlening.
De VN coördineert. Er komen
meldingen van mensen die
vastzitten onder het puin. Ons
A-team ging eerst naar een
ingestort bankgebouw omdat
er geluiden van overlevenden
waren en daarna nog naar aller
lei andere gebouwen. Ze wisten
een moeder met een dochter,
Paula en Juliana, levend onder
het puin vandaan te halen.
Dat is nog groot in het nieuws
geweest. Het ging om de eerste
reddingen in het bestaan van
USAR. NL."
"Ons team moest naar een
hotel. We hebben de halve stad
doorkruist om het te vinden.
Zonder GPS-coördinaten, een
goede kaart en een tolk viel dat
niet mee. Uiteindelijk kwamen
we verder door middel van
handgebaren en begeleid door
VN-militairen uit India en
Libanon. Het hotel konden we
echter niet bereiken omdat er
een wegblokkade was: mensen
waren lichamen aan het ver
branden en wilden daar waar
schijnlijk geen pottenkijkers bij
hebben. Het was de enige weg,
dus we zijn nooit bij het hotel
aangekomen. Je moet ook nog
eens voor het donker terug zijn
in je kampement vanwege de
veiligheidssituatie."
"Eenmaal terug hebben we
geholpen het basiskamp op te
bouwen, 's Nachts worden de
teams niet ingezet, dus dan
moetje maar gaan slapen. Een
vreemd gevoel, want je weet
dat er levende mensen onder
het puin zitten, terwijl je niets
kunt doen."
"De dag erna hebben we alleen
op meldingen gezocht, binnen
de opgegeven coördinaten. Op
een gegeven moment weet je
de weg wat gemakkelijker te
vinden. Ook hadden we vanaf
de tweede dag een tolk. We
kwamen <le tweede dag bij een
ingestort huis waar de Britten
een levende uit hadden weten
te halen. Een tweede hadden
ze ontdekt. Die zat vast onder
een vloer. Het Britse team
had niet het juiste gereed
schap bij zich om die persoon
te redden. Wij wel, wij hadden
zwaarder gereedschap. En het
lukte. Fantastisch, een enorme
opsteker voor het team. Het
ging om een 48-jarige man,
meneer Sefarin. Hij had vier
dagen onder het puin gelegen.
Zware verwondingen had hij
niet, alleen een wond aan zijn
voet, maar hij was wel uitge
droogd. Onze verpleegkun
dige verleende de eerste medi
sche hulp. Dat is gebruikelijk.
Daarna dragen we de patiënt
normaal gesproken over aan
het ziekenhuis of een dokters-
post. Maar daar was niks meer.
Van de drie ziekenhuizen in
Port-au-Prince lagen er twee in
puin en was de derde helemaal
vol. We konden dus nergens
naartoe met meneer Sefarin
en hebben hem maar aan de
buren overgedragen. Zijn twee
dochters, van 14 en 16, waren
overleden."
"Achter elkaar krijgje opdrach
ten binnen. Het gaat maar
door. Vanaf zondag werkten
we niet meer aan de hand van
meldingen. Het rampgebied
was verdeeld in sectoren. Wij
kregen sector 12 en die hebben
we huis voor huis gescand. Met
de speurhonden, met camera's
die je door spleten naar bin
nen kunnen laten kijken en via
klopsignalen. Dat duurde twee
dagen. We hebben niets kun
nen vinden. Je krijgt in de tus
sentijd wel aardig contact met
de bevolking. Ze weten dat je
komt om levende mensen te
redden. Ze zijn gelaten, er zijn
zoveel sterfgevallen. Maat ze
zijn ook dankbaar, zelfs als je
ze kunt vertellen dat iemand is
overleden. Dan is er tenminste
zekerheid."
"We kregen ook steeds gewon
den aangeboden, maar daar
waren wij niet voor. Toch heb
ben we steeds geprobeerd eer
ste hulp te bieden. Botbreuken
spalkten we met boomtakken
of een stuk karton. Daarna
leverden we de mensen af bij
een noodhospitaal."
"Daarna gingen we verder
in sector 25. Er was een kerk
ingestort, terwijl er een dienst
gaande was. Veertien mensen
zaten in de kerk en elf waren
er levend tussen het puin uit
gehaald. Drie waren er dus nog
vermist. Er bleken helaas geen
overlevenden meer te zijn."
"Na tien dagen is het gebeurd.
Dan stopt het USAR-team
altijd. Overlevenden zijn er
dan doorgaans niet meer. We
hebben in Haïti wel gemerkt
dat de mensen taai zijn. In hun
omstandigheden kunnen ze,
langer in leven blijven."
"De laatste dagen hebben we
geholpen bij het ophalen van
adoptiekinderen. Dan zit je
weer met peuters op schoot.
We hebben de kinderen met
drie bussen opgehaald en in
ons eigen kamp opgevangen.
Ze kregen eten en drinken en
we hebben met ze gespeeld.
Dat was ontzettend leuk, een
mooie afwisseling na al ons
werk tussen de puinhopen.
Maar het was natuurlijk geen
standaard USAR-werk."
"We hebben ook nog geholpen
met het bergen van Nederlan
ders. Er waren twee gezinnen
met adoptiekinderen die ze
zojuist hadden opgehaald. Eén
gezin was al geborgen. Ons
team moest het tweede gezin
opsporen in een ingestort
hotel. Steentje voor steentje
gingen we langs en uiteinde
lijk ontdekten we het gezin
met de twee kinderen. Voor de
nabestaanden is het waardevol
dat de lichamen terug naar
Nederland konden worden
gebracht,"
"Al die slachtoffers... wat heb ik
er veel gezien. En al die men
sen die op straat leven,., elk
binnenplaatsje, elk grasveldje
was bezet. Naschokken hebben
we trouwens ook nog meege
maakt. Er zat een hele zware
tussen, van 6.1 op de schaal
van Richter. Het was 's nachts
en ik lag in de tent. Je ligt echt
te schudden op de grond..."
"De laatste dag, voordat we
teruggingen via Curasao, heb
ben we de tenten en nog wat
spullen, zoals een waterzuive
ringsinstallatie, weggegeven.
Op een open vlakte hebben
we de tenten opgezet voor de
opvang van dak- en thuislozen.
()p CAiragao kregen we nazorg
en konden we wat ontspannen.
Ja, dat is ook belangrijk. Het
team was trouwens super. Je
groeit in zulke omstandighe
den snel naar elkaar toe."
"In totaal waren er 49 red
dingsteams met 161 honden
en 1900 reddingswerkers. 134
mensen zijn levend onder het
puin vandaan gehaald, waar
van dus drie door USAR. NL.
Helaas heeft moeder Paula het
niet overleefd door een wond-
infectie. Dat is hét probleem in
het rampgebied: er zijn duizen
den gewonden en de hulp en
de hygiëne zijn onvoldoende.
Zo overlijden mensen, nadat
ze gered zijn, alsnog omdat er
Om reddingsteam wandelend door de straten van sector 12 zoekend naar over-
leimiden. Deze sector hadden we toegewezen gekregen van de UN om huis voor
hui', en straat voor straat te doorzoeken.
slachtoffers en voor de adop
tiekinderen. Raar dat je na
afloop, als je terugbent en de
kranten leest, pas het hele ver
haal te horen krijgt. Ik heb nu
brandweerkazerne. Tja, dat
was weer iets heel anders,"
"Het is mijn drive om als red
dingswerker naar een ramp
gebied te gaan. Natuurlijk gun
Een zoekactie bij een ingestort huis waaruit volgens de bevolking na de beving geluiden gehoord zijn.
geen medische zorg is. Inder
daad, dat geeft geen prettig
gevoel,"
"Toch heb ik een goed gevoel
een band met Haïti, Alle kran-
tenai'tikeien heb ik uitgeknipt,
ook om alles te verwerken,"
"Zondag 24 januari was ik weer
je niemand zulk leed, maar als
het dan gebeurt is het erg mooi
om na al de oefenuren het
geleerde in de praktijk te bren-
Ak we ergens gingen zoeken naar overlevenden werden er vele gewonden bij ons gebracht. Aangezien wij een reddings
team zijn en geen medisch team, hebben we te weinig spullen bij ons om de vele gewonden te behandelen. We gaven ze
eerste medische hulp en lieten ze door locale mensen naar een noodhospitaal brengen.
over de hele operatie, We heb
ben veel kunnen doen, voor
de mensen in het rampgebied,
voor de nabestaanden van de
terug in Nederland, We land
den in Eindhoven, Na een
weekje vrij - om te acclimati
seren - ging ik weer naar de
gen. Je ziet heel veel leed, maar
als er een aardbeving of een
andere ramp is gebeurd, dan is
het mooi om hulp te bieden,"
Ons tentenkamp op 100 meter van de start- landingshaan van Haiti.