EIIAIIDEn-tllEUWS Uit het circuit van de scheepvaartwereld kwam ik dit ver haal tegen. Omdat het rond de jaarwisseling heeft plaats gevonden, had dit mijn volle aandacht. Na informatie bij een aantal loodsen van de Loodsdienst Rotterdam Rijn mond, wist men mij te vertellen dat dit ook op Shipping News te lezen was. Doordat ik de originele tekst in han den kreeg, werd het mij vergund hier een artikel over te schrijven. Het is niet mijn bedoeling om over deze materie een oordeel te vellen, maar zuiver en alleen weer te geven wat er plaatsvindt rond de kust van Somalië. We lezen er geregeld over in de krant, maar zelf kunnen we er geen voorstelling van maken hoe dit in werkelijkheid gebeurt. Uit de geschiedenisboeken weten we van de Duikerker kapers, maar dat dit in 2010 nog gebeurt, zal ons allen ver bazen. Schoenen om op te lopen hebben deze kapers niet, maar machinegeweren om een schip van 280 meter te over meesteren, daar draaien ze hun hand niet voor om. Dit ver haal, opgesteld door kapitein Job Matthijssen van de bijna gekaapte Nederlandse tanker 'Album', hebben wij uit de derde hand en het leek mij goed om u een indruk te geven van de spanning aan boord van deze tanker en hoe het de bemanning verging aan boord van dit schip, dat bijna werd overmeesterd door Somalische piraten. Schiedam, Maarten Bezuijen PAGINA 6 VRIJDAG 8 JAN'UARI 2010 Verslag van een bijna kaping Gisteren, 30 december, was een dagje dat ik niet gauw zal vergeten: Somalische piraten probeerden ons schip te kapen, maar het is ze gelukkig niet gelukt. Ik had op 29 december de gebruikelijke maandehjkse vei- ligheidsvergadering gehouden met de hele bemanning. Een van de dingen die ik besprak was het feit dat we gingen laden in Yanbu en lossen in Singapore, en daarom zouden we alweer twee keer door het gebied van de Somalische pira ten moeten gaan. Omdat we daar allereerst in ballast door zouden gaan, zag ik dat niet zo zwaar in. Tenslot te is het schip in ballast ietsje sneller en ook niet zo log om te manoeuvreren als wanneer het vol geladen is. Daar komt ook nog bij dat de piraten bijna 13 meter moeten khmmen als we in ballast zijn. nen: meer dan een dag eerder. Ik zou dan weliswaar geen oor logsschip als escorte hebben, maar ik zou deel uitmaken van een groep van vijf tankers die dan in groepsverband die trip zouden doen. Volgens de marinemensen kunnen schepen die deel uit maken van zo'n groep, elkaar onderling steunen in geval van aanval door piraten. Wat vrachtschepen en tankers nu eigenlijk in de praktijk kunnen doen om elkaar in zo'n geval onderling te steunen, zeggen de marine mensen er niet bij. Maar goed, ik dacht dus dat ons schip in ballast geen aan trekkelijk doel zou zijn en ik had besloten om op 1 januari samen met die andere vier tan kers de reis te wagen. .Op de geladen reis zou ik waarschijn lijk mooi op tijd zijn om me dan wel aan te sluiten bij het Oostgaande konvooi dat op 11 januari onder begeleiding van De piraten proberen langszij te komen. dus ik verwachtte dat ze wel een gemakkelijker doel zouden uitkiezen. Er zou op 2 januari om 09.00 uur GMT een konvooi met begeleiding van een Chinees oorlogsschip aan de doorvaart van het piraten gebied van de Golf van Aden beginnen, maar ik had van onze charteraar opdracht gekregen om uiter lijk 6 januari om 00.01 uur 's ochtends, dus een minuut na middernacht, bij de laadhaven Yanbu aan te komen. Dat zou niet lukken als ik op dat Chi nese konvooi zou wachten: dan zou ik pas 6 januari rond zes uur 's avonds in Yanbu aan komen. Als ik gewoon op volle kracht door zou bhjven varen, kon ik al op 1 januari om 01.00 uur GMT aan de doorvaart van de Golf van Aden begin- een Chinees oorlogsschip zou vertrekken. Ik legde dat uit aan de beman ning; dan wisten die ook wat ik had besloten en waarom. En voor alle zekerheid vertel de ik hen nog even dat als het schip door piraten zou worden aangevallen, zo'n aanval tegen woordig bijna een uur lang kan duren. De piraten zijn vasthou dender geworden en geven niet zo snel meer op. Ik ver telde hen ook dat er een goede kans was dat de piraten op het schip gaan schieten, als poging om de bemanning te intimide ren en hen ertoe te brengen het schip te stoppen. Niemand zou daarom in geval van een piratenaanval in de buitenste hutten mogen blijven, en zeker niet door de patrijspoort kijken wat er buiten gebeurt. Onze Kogelgaten in de railing. kombuis zou door zijn centrale ligging de veiligste plaats aan boord zijn, dus iedereen die niet nodig zou zijn op de brug of in de machinekamer zou bij een aanval naar de kombuis moeten gaan. Maar ik dacht nooit dat m'n raad echt van pas zou komen; ik zag dat meer als mooie bladvulling voor het rapport dat ik over die veiüg- heidsvergadering moest schrij ven. Dat veranderde allemaal toen ik de volgende dag, 30 decem ber, om kwart over negen 's ochtends een telefoontje kreeg van de stuurman op de brug: er was een vissersboot in onze buurt. Nu zaten we daar mid den in de Arabische Zee, dagen stomen uit de kust. Je ziet daar normaal gesproken geen vis sersboten. Maar de Somalische piraten gebruiken wel vissers boten als moederschip; op die manier kunnen ze meer dan 600 mijl uit de kust werken. Die vissersboten zijn daarvoor uitgerust met een zogenaam de skiff: een polyester speed boot van 5 a 6 meter lang en een sterke buitenboordmotor waarmee ze in kalme zee wel 25 knopen kunnen halen. Ik vertrouwde deze vissers boot dus voor geen cent en ik ging meteen naar de brug. Daar bleek dat de vissersboot al dwars van ons lag te drijven, op ongeveer 3 mijl afstand. Ik was daar nogal verbaasd over: als het een piratenmoeder- schip zou zijn, zou die toch wel zijn skiff naar ons toe heb ben gestuurd terwijl wij min of meer naar hem toe voeren? Nu was hij al dwars van ons, en over een kwartiertje zou hij ver achter ons liggen. Dat gaf me even hoop dat ik het toch bij het verkeerde eind had.Maar dat duurde niet lang: nog geen tien minuten later zagen we de skiff op ons af komen. De vis sersboot (een ouderwetse, hou ten Arabische dhow) lag nu al een mijl of drie achter ons en ik bleef hopen: door de golven schoot de skiff niet erg op. Mis schien boften we toch en zou hij ons niet kunnen inhalen? Voor de zekerheid veranderde ik toch 90 graden koers, zodat ik nu recht tegen de zee in voer. Daarmee zou die skiff nergens een goede lij kunnen vinden om langszij te komen: zowel aan bakboord als aan stuur boord van ons schip had hij nu te maken met een golfhoogte van ongeveer twee meter. Maar de skiff kwam langzaam maar zeker dichterbij, dus ik waarschuwde de bemanning dat we door piraten werden aangevallen. Iedereen die geen speciale taak had, ging naar de kombuis. De roerganger kwam aan het wiel te staan en ik zette de hendel van de machinete- legraaf nog een tikje hoger: iedere extra RPM kon ons nu helpen. De machinisten start ten intussen een extra genera tor, zodat we genoeg vermogen hadden om twee stuurmachi- nes te kunnen gebruiken (het roer beweegt dan veel sneller). We startten ook twee 'water aan dek' pompen voor onze brand slangen. En de eerste stuur man kreeg het goede idee om de ballast tanks open te gooien, zodat we daarna de grote bal- lastpomp konden starten. Bin nen een paar minuten liep het zeewater vanuit alle bal last tanks over op ons dek. Al dat water is bedoeld als afweer middel tegen de piraten: niet Somalische kapers, met op de achl^grond de HMS Evertsen. omdat ze er een hekel aan zou den hebben om nat te worden, maar hun skiffs zijn gewoon open bootjes en die willen ze niet vol met water hebben. Nu denk ik zelf dat het voor de piraten niet al te moeilijk is om tussen de waterstralen door te manoeuvreren en toch langszij te komen, maar alles wat we kunnen doen om hun leven moeilijker te maken is toch mooi mee genomen. Er bestaan wel een soort hou ders waar je een brandslang in kunt klemmen, waarna je met afstandsbediening die brandslang kunt 'sturen'. Dat is natuurlijk duizend keer beter dan wanneer je, zoals hier aan boord, de brandslang alleen maar in een vaste positie- aan de railing kunt binden. Ik peins er niet over om iemand van m'n bemanning aan dek te laten staan met zo'n brand slang in zijn hand: de piraten zouden die man zo dood kun nen schieten. Intussen was de marconist druk bezig om op alle mogelij ke manieren (via MF/HF korte golf radio en via twee verschil lende satelliet systemen) een noodsignaal uit te zenden. Wat was ik blij dat ik hier in AM PTC nog een marconist aan boord heb: die man was nu zijn geld dubbel en dwars waard. Ik pro beerde zelf nog even het kan toor op te bellen om hen in te lichten maar dat lukte niet zo best: het was nog te vroeg in de ochtend in Ca'iro. En hoewel er daar dag en nacht iemand aan de balie zit en de telefoon opneemt, kreeg ik nu een figuur dat weinig Engels leek te begrijpen. Daarna heb ik ver der m'n aandacht maar bij het schip gehouden. De skiff was nu echt dichtbij gekomen en we konden vijf man tellen. Ze zwaaiden met hun* armen dat we langzamer moesten gaan varen, we kon den hen zelfs "Stop, stop!" horen roepen. Waarschijnlijk hoopten ze dat we zouden den ken dat ze hulp nodig zouden hebben en dan zouden stop pen. Dat deed ik natuurlijk niet; daarna kwamen al snel hun wapens voor de dag. Ze vuurden allereerst een RPG (rocket propelled grenade), die als een soort waarschuwing in een grote boog hoog over ons schip vloog voordat hij op zo'n 80 meter hoogte met een zwar te rookwolk ontplofte. Toen ik daar ook nog niet van onder de indruk was en het schip niet stopte, begon het spel in alle ernst. Het schip werd beschoten met nog meer RPG's die nu wel op de accom- nlodatie waren gericht. Het gaf flinke dreunen als die dingen raakten, de machinisten ver telden me later dat ze in de machinekamer die klappen hadden gehoord en gevoeld. alsof het hele schip een dreun kreeg. De piraten gebruikten ook hun AK-47 om het schip te beschieten en ze kwamen steeds dichterbij, in een poging aan boord te komen. Nu kwam het verder een beetje neer op mijn -stuurmanskunst, en voor een nog veel groter deel op puur geluk. Als bijvoor beeld de piraten proberen aan bakboord aan boord te komen, dan kun je het roer hard stuur boord draaien. Je verandert dan koers naar stuurboord, en als je naar de oppervlakte van de zee kijkt, zie je dat aan stuurboord ruw weg over de hele lengte van het schip de golven worden glad gestreken, terwijl de zee aan bakboord dicht bij de scheeps romp juist veel ruwer is gewor den. Dat laatste hoopte ik tegen de piraten te kunnen gebrui ken. Maar als je het schip zo snel laat draaien, verlies je ont zettend veel vaart. En hoe lager je snelheid ligt, hoe gemakke lijker het voor de piraten is om aan boord te klimmen. Dus het komt erop neer datje daarom het roer alleen in een uiterst noodgeval 'hard over' draait. Het is belangrijk om de vaart zo hoog mogelijk te houden, maar als de piraten probe ren hun ladders aan boord te krijgen, dan is het een kwestie van nu of nooit. Ik heb daar om niet meer dan twee keer het roer 'hard over' gebruikt; beide keren toen de piratens- kiff vrijwel langszij was en ze er bijna m slaagden hun ladders te plaatsen. En zodra ik zag dat de skiff weer een meter of tien, twintig weg ging van onze scheepsromp, ging het roer weer midscheeps om de vaart niet verder te laten zakken. We hebben later de resten van de RPG's opgeraapt en de schade aan het schip beke ken. Ik heb het gevoel dat de piraten alleen maar hebben geschoten als poging om ons te intimideren. Ze hadden gemakkelijk met hun AK-47 de ramen van het stuurhuis onder vuur kunnen nemen, maar dat deden ze niet. Ik zag op gegeven moment dat de marconist en de stuurman uit voorzorg al onder de radio- tafel waren weggedoken. Ik heb dus de indruk dat de piraten er niet op uit waren om mensen te raken, en dat ze zelfs bewust vermeden dit risico te lopen. Ook hun RPG's wezen daar op. Dat soort dingen zijn voor het leger ontworpen om tegen tanks te worden gebruikt, maar deze RPG's gaven niet meer dan een goede kras in de staal platen van onze accommoda tie. Blijkbaar hadden de pira ten de eigenlijke springlading uit de raketten gehaald, zodat ze nog wel met een indrukwek kende klap tegen het schip aan kwamen maar niet konden ont ploffen. Alles bij elkaar duurde de aan val ongeveer drie kwartier; toen stopte de skiff plotsehng. Even later draaide hij om en zette hij koers in de richting waar zijn moederschip ergens moest zijn. Ik durfde er bijna niet aan te geloven dat het nu over was: kwamen ze echt niet terug om het nog eens te pro beren? Het had tenslotte geen haar gescheeld of ze waren aan boord gekomen. Geven ze nu echt zo gemakkelijk op? Ik heb nog wel een kwartier gewacht voordat ik er eindelijk in durfde te geloven: ze kwamen inderdaad niet meer terug. Toen kon ik eindelijk zelf alle telefoontjes gaan beantwoor den met het goede nieuws dat de aantal over was. Alle nood- seinen van de marconist had den blijkbaar wel een aantal Maritieme Reddings Coördi natie Centra wakker geschud: ik kreeg (satelliet)telefoontjes van het MRCC uit Engeland, uit Noorwegen, uit Australië, uit India, uit Dubai en zelfs uit Nederland met de vraag wat de situatie aan boord was en of we veilig waren. Gelukkig kon ik hen nu gerust stellen. Daarna begon de onvermij delijke papierenwinkel: ieder een wilde een rapport hebben en zoveel mogelijk informatie over de aanval omdat ze daar misschien voor andere sche pen goede adviezen uit zouden kunnen halen. Er wordt op het gebied van de reddingscentra blijkbaar niet veel gecoördineerd, en verder moet alles uitvoerig gedocu menteerd worden, dus ben ik nu al anderhalve dag bezig met rapporten schrijven en formu lieren invullen. Aan de andere, positieve, kant bracht meteen na de aanval de Hwtk me als verrassing (en als bedankje) een heerlijk bord met dadels uit Irak, in een pinda sausje. Dat klinkt als een vreemde combinatie, maar het is echt heerlijk (hoewel het behoorlijk voedzaam zal zijn, en dat net nu ik alweer een kilo of twee, drie probeer te verliezen). En zelfs als het niet te eten zou zijn geweest had ik het toch opgegeten, uit waar dering voor dat gebaar. Verder kwam de hele bemanning naar m'n hut om me te bedanken dat ik niet voor die piraten was gestopt; sommigen waren in tranen, zo emotioneel. Maar dat kan ik wel begrijpen, ik heb zelf het grootste deel van afgelopen nacht wakker gele gen om over alles na te denken. Nog even over de manier waar op de piraten aan boord klim men: ze gebruiken daar twee soorten ladders voor. Allereerst hebben ze een echte touwlad- der; een licht ding dat hele maal uit touwwerk bestaat. Aan de bovenkant van die touwlad- der zit een soort dreg ankertje, dat ze omhoog gooien in de hoop dat het zich ergens aan dek vast haakt. Daarnaast heb ben ze een lichte aluminium ladder van vier of vijf meter lang die ook aan een kant twee haken heeft. Als de touwladder op zijn plaats hangt, haken ze de aluminium ladder onder aan de touwladder. Als ze zover zijn, is het schip verloren. We hadden nu geluk gehad, maar één keer de piraten van ons lijf te moeten houden is wel genoeg voor me. Dus toen ik ons kantoor aan de lijn kreeg, vertelde ik hen dat iic van mening was veranderd voor wat de vaart door de Golf van Aden betreft. Ik heb beslo ten om die groep van vijf tan kers waarin we op 1 januari door de Golf van Aden zouden gaan, maar te laten vallen. In plaats daarvan koos ik de gro tere zekerheid van het kon vooi met het Chinese oorlogs schip dat op 2 janijari aan die doorvaart begon. Als we dan daardoor ongeveer 18 uur te laat aan komen in Yanbu, dan moet dat maar. Beter een paar uur te laat aankomen dan een paar maanden (na gijzeling in Somalië). Voor wat de schade aan het schip betreft: een 6,9 mm kogel van een AK-47 ging door de handrailing van het C-dek, en twee kogels door de bak boordsreddingsboot. Gelukkig zijn het echt kleine gaatjes, en de boot is van polyester dus we kunnen dat gemakkelijk zelf repareren. Die kogels gingen ook door de roeiriemen die je nog steeds in een reddingsboot moet hebben; één van die rie men is nu helemaal versplin terd. Verder hebben we nogal wat - veelal ondiepe - putjes in de stalen zijschotten van de accommodatie, maar geen enkele kogel ging door een schot heen. Eén van de AK-47 kogels moet daar wel dichtbij zijn gekomen: die zit nog klem in het stalen schot en steekt er deels aan de buitenkant nog uit. Als hij door het schot zou zijn gekomen, had de Hwtk een leuk souve- nirtje kunnen vinden toen hij uit de machinekamer weer terug kwam in zijn hut. De RPG's zorgden alleen maar voor flinke krassen in het staal van de schotten. Over twee uur is het hier aan boord middernacht 31 decem ber. We hopen dat het Nieuwe Jaar met net zoveel geluk ver der gaat... De Nederlandse tanker 'Albumeind dmmher door Somalische kapers aangevallen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2010 | | pagina 6