Oproep aan nabestaanden van mogelijke slachtoffers Watersnoodramp 1953 De luchtoorlog in de regio tijdens de Tweede Wereldoorlog EiuvriDBi-niEuws De luchtoorlog in de Tweede Wereldoorlog kenmerkte zich door momenten van grote hectiek, waarin de piloten streden voor hun leven tegen een tegenstander die luttele seconden later zelf het slachtoffer kon worden. Het ene moment cirkelden vliegtuigen in een spiraal des doods rond elkaar, om seconden later helemaal alleen ergens in een leeg luchtruim te vliegen. Met snelheden van wel 600 km/uur was een paar kilometer snel afgelegd. Een voorval is dan ook soms niet altijd aan één eiland op te hangen. Vaak begon de ellende al op grote afstand van Goeree-Overflakkee en zover nu bekend, zijn er bijna net zoveel toestellen in de wateren om ons heen terecht gekomen als op het eiland. In het volgende artikel wordt het verhaal gedaan van een bij Hellevoetsluis begraven Canadese piloot die in het Haringvliet neerkwam en daarbij om het leven is gekomen. HlHi In problemen Squadron Leader H.P. Peters De gevechtmissies van Peters De fatale missie Onderzoeksresultaten Ingezonden: Stekker uit Suijssenwaerde project Zinvol Beter inzicht in verloop PAGINA 5 \'RI|DAG 8 JANUARI 2010 Een vergeten crash... Si/u/idnm l.nirln II./' I'i'lns, die ill hl-I Haiiiijj^iliel zijn lnipn\rinilj' ihiiul. Het graf voor de onbekende vlieger in Nieuw-Helvoet, wat misschien luel van Peters zou kunnen zijn. De gcscliiedcnis van Hcllevoel- sliiis wordl gedurende de oor logsjaren vooral gedomineerd door de verwoesting van grote delen van de vesting door de Duitsers en van de inundatie van grote delen van de omlig gende polders. Hellevoetsluis is niet /waar getrollen door krijgsliandelingen oldoor vei- /etsactiviteiten maar vooral door de vernielzuclil van de bezetter Het spreekt voor zich dat er wel sporadisch inciden ten plaatsvonden maar dit heelt niet veel aandacht gehad. Zo zijn er tijdens de oorlog ook op I lellevoets grondgebied bommen neer gekomen maar vaak alleen omdal de beman ningen hiui bonuiienlast moes ten dumpen. Kr is niet veel bij- zondeis bekend van die peri ode en er zijn geen specilieke herinneringen, afgezien van de verwoesting en inundaties, overgebleven. Hel verzetsmo- nnmenl in Nieiiwenhoorn is de enige tastbare lierinnei ing aan ilie periode in de omgeving. Ibch is er als je goed zoekt meer. 7,0 kan op /itl kerkhof van Nieuw-Helvoel hel eenza me gral gevonden worden van een onbekende Canadese vlie genier. De gralsleen vermeldt alleen een dalun\; ;«)-l2-l',MH. Dooi de aanwezigheid \an de haven van Rotterdam, haar industrie en als gexolg daar van het luchtalweeigeschut. hebben de geallieerden deze omgeving zoveel mogelijk gemeden. Tenzij ze er voor een specifiek doel inoesten zijn. Als gevolg hiervan heeft ook slechts een beperkt deel van de luchtoorlog zich boven Hel levoetsluis en Voorne-Putten afgespeeld. Zeker als je het ver gelijkt met andere delen van Nederland. Toch heeft zich het een en ander afgespeeld en het gral van de onbekende vliege nier bewijst dat. Het kwam regelmatig voor dat aangeschoten vliegtuigen op de terugweg van missies in Duits land boven Voorne-Putten in problemen kwamen en daar of voor de kust neeistortten. Zo was er al in 1942 een Halifax bommenwerper van hel 78ste ,S(|uadron bij Hellevoetsluis in het Haringvliet neergestort. Naspeuringen in archieven en registers leert ons echter dat dergelijke gebeurtenissen geen alledaagse zaak waren. In de periode voorafgaand aan 30 december 1943 zijn er maar een heel beperkt aantal crashes geweest. Slechts in twee geval len hadden die vliegtuigen tlanadese bemanningsleden aan boord. De eerste was de Mustang MKl van Squadron Leader H:P. Peleis van het 414de Squa dron die op 5 november 1943 rond 12.15 uur neerstortte De enniiYii i'lifgir hiir.s in zijn x'liegluig. in het Haringvliet ter hoogte van Hellevoetsluis. De tweede zou op 20 decetnber 1943 om 21.55 uur neergestort zijn in de Noordzee voor de kust van Goeree. Het betrof hier de Halifax V bommenwerper van het 76 Sqdr. van piloot C^.W. Matthews. Dit vliegtuig had de Canadese Sgt. D.S. McClelland aan boord. Beide inannen staan lot op de dag van vandaag als ver mist te boek. Het is echter onwaarschijnlijk, hoewel niet met zekerheid te zeggen, dal een stoffelijk overschot uit een vliegtuig dat voor de kust van Goeree is neergestort op Hel- levoets grondgebied terecht komt. Vooral omdat de licha men van andere bemannings leden van dit vliegtuig op heel andere plaat.sen langs de kust aanspoelden en de laatst beken de positie van dit vliegtuig (ter hoogte van Zoutelande) veel zuidelijker was dan CJoeree. Blijft dus eigenlijk alleen H.P. Peters over. Herbert Peter Peters was gebo ren in Regina, Alberta, Cana da. Direct na de voltooiing van zijn opleiding aan de Univer sity of Saskatchewan heeft hij zich aangemeld bij de Royal Canadian Air Force (RCAF) waar hij zijn pilotenopleiding in juli 1940 heeft afgerond. Hij was een veteraan op het gebied van missies op geringe hoogte, zogenaamde 'search and destroy' missies waarbij de piloten in een bepaald gebied op zoek gingen naar cloelen en deze traclitten te vernieti gen. Zij vlogen op zeer geringe lioogle van soms 15-20 ni. om buiten hel bereik van radar te blijven en afweergeschut zo weinig mogelijk kans te geven hen neer te schieten. Vaak waren de doelen voor dergelij ke missies vrachtwagens, loco motieven, schepen of installa ties. Dergelijke missies stonden bekend onder de codenaam 'Rhubarb' (Rabarber) missies. H.P Peters had zich tot een spe cialist ontwikkeld voor dit soort missies en was daarin zeer suc cesvol. Hij had zich opgewerkt tot Squadronleader van 414 Squadron en was voor zijn inzet beloond met het DFC (Distin guished Flying Gross). Hij had deze ondel scheiding op 25 mei 1943 ontvangen en had op dat moment sinds 22 augustus 1941 al 46 missies gevlogen en onder andere deelgenomen aan twee (jperalies tijdens de mislukte landing bij Dieppe. Nadat hij in maart 1941 in Enge land was aangekomen ging hij eerst naar No. 1 School of Arm CJo-operation in Old Sarum, Wiltshire, waar hij begon met vliegen in Lysanders, een ver- kenningsvliegtuig dat later nog veel bekendheid zon krijgen door de inzet bij geheime mis sies in bezet gebied. In augus tus van dat zelfde jaar werd hij overgeplaatst naar Flight 1416, waar hij ei\'aring op deed met Spittires, voordat hij uiteiride- lijk werd overgeplaatst naar het 400 Squadron van de RC:AF, wederom op Old Sarum. Op dat UKjinent nog een squadron dat met Uy.sanders vloog maar kort daarna werd het 400 Squa dron uitgerust met de Curtiss P-40 'Fomahawk in welke Peters zijn eerste ochle gevechtsmissie vloog naar Beauchamp. In januari 1942, vloog hij zijn eerste 'Rhubarb' missie tegen doelen in de buurt van Le 'Fou- qiiel. Zijn logboek vermeldt niet minder dan 24 gevechls- missies voor het einde van 1942. Hij heelt ook enkele waarne mingsmissies boven vijandelijk terrein gevlogen waarbij hij foto's van belangrijke objec ten en kuststreken maakte. Zo heeft hij zeker zeven van deze 'Popniar'-operaties gevlogen langs de Franse kust van Bou logne tot Berck-suv-Mer. Hoe wel hij verschillende keren onder vuur werd genomen door afweergeschut wist hij uitstekende Toto's te inaken van de gehele kuststreek. Tol I december 1942 had Peters vijf ■Rhubarb'-operaties gevlogen waarbij vier locomotieven iii Brelagne werden aangevallen en beschadigd en een locomo tief, een fabriek en een afweer- geschutsopslelling in Norman- dië werden aangevallen. Zijn squadron was intussen overgeschakeld op de Mustang MKl, een vliegtuig waarvan luiere versies tijdens de Twee de Wereldoorlog een legen darische reputatie zouden opbou^ven. Dit eerste type had echter nog wal tekortkomin gen waardoor het vooral o]3 Rhubarbmissie werd ingezet waarbij de kans op confrontatie niet Duitse gevechtsvliegtuigen gering was. De motor van dit eerste type (de Allison V-I710) verloor boven de 5.000 meter veel kracht waardoor dit type .Mustang op die hoogtes niet opgewassen was tegen de Duitse vliegtuigen. Pas nadat deze motor in latere t)pes was vervangen door de Rolls Roy- ce Merlin werd de Mustang in handen van een bekwaam piloot vrijw'el onverslaanbaar, lussen 3 december 1942 en 1 januari 1943 was Peters betrok- l;cn bij vluchten boven Weste lijk Europa en de golf van Bis kaje. Zijn kennis en ervaring in hel vliegen en navigeren op ijeringe hoogte stelden hem in staal om lange vluchten te maken van meer dan 900 km waarvan hij er zeker 12 heeft gevlogen op een hoogte van minder dan 500 voet. Op 13 maart 1943 rond 22.30 uur cirkelde Peters samen met zijn wingman ten zuidoosten van Parijs in de nabijheid van het vliegveld Melun. Hij werd toen gevangen in de bundel van een zoeklicht terwijl juist op dat moment zijn wingman een Do217 (een Duitse jachtbom menwerper) zag vliegen. Peters vloog weg van zijn wingman en lokte hel zoeklicht zo weg van zijn wingman die daardoor in slaat was om ongezien de Dor- nier neer te schieten. Op 16 maart 1943, op zijn tweede opeenvolgende nacht met 'Ranger'-operalies, legde hij 1.200 km af tot in de buurt van Rheims en het vliegveld Laon-Alhis. 'ferugkomend van deze missie viel hij nog zeven binnenvaartschepen aan bij Noyon. Zijn kennis en ervaring met het vliegen op geringe hoogte en het vliegen bij nacht en zijn kunde in het navigeren stelde hem in slaat missies te vliegen en de vijand te verras sen op plaatsen en op tijden dat zij geen geallieerde vlieg- tiiigen verwachtten. In juli 1943 werd hij aange steld als Commanding Officer (CO.) van hel 414 Squadron, RG.AF. \vaarna hij in de daarop \olgende maand leiding gaf aan missies naar Parijs, Ant werpen (via de Schelde) en St. Omer. Missies naar Brussel en C:herboiirg volgden in septem ber waarbij hij uitkeek naar zijn \riend en mede piloot D. H. Lewis die eerder in die streek was neergeschoten. Helaas zou datzelfde lol ook hem snel overkomen. Begin november 1943 waren mooie dagen met haast zomer se tempeialuren in de eerste drie dagen van de maand. Het kwik liep in Zuid-Limburg zelfs richting de 20 graden. Daarna draaide de wind naar hel oos ten en begon de temperatuur le dalen, loch bleef het goed vliegweer met een zwakke noordoosten wind, temperatu ren van maximaal 7-8 graden, geen regen en slechts hoge bewolking in het westen. 5 november 1943 was Peters weer op pad voor zo'n 'Rhu barb' missie boven België en Nederland. Die dag voerden 18 Mosquitoes, 26 Mustangs en twee Spitfires storingsacties uit boven Nederland, België en Noord-Frankrijk. Peters leidde die dag een groep Mustangs van zijn Squadron. Hij vloog in de Mustang met nummer AM 111. Zij vielen verschillen de treinen en radio- en radar- masten aan. Peters had ai vier locomotieven aangevallen en een klein schip van 200 ton in bratid geschoten toen hij ten westen van Tholen een zelfde soort vaartuig zag. Hij en zijn wingman Wannacolt vielen ook dit schip op zeer geringe hoog te aan. Tijdens deze aanval werd de Mustang van Peters echter door afweergeschut in brand geschoten. Al brandend zette Peters koers naar huis en kwam boven het Haringvliet terecht. Ter hoogte van Helle voetsluis was de situatie echter onhoudbaar geworden en pro beerde Peters hel vliegtuig te verlaten, maar door de geringe hoogte kon zijn parachute zich niet tijdig openen. Zijn lichaam kwam op een 'modderbank' in de Haringvliet ter hoogte van Hellevoetsluis terecht (waar schijnlijk de Slijkplaat). Een piloot \'an zijn groep heeft dit waargenomen en het lichaam \an Peters op deze plaat zien liggen. Toch staat Peters tot de dag van vandaag" als vermist te bcjek. Zijn naam wordt vermeld op het Runnymede Air Force Memorial in de buurt van Lon den. Tijdens deze missie die dag ging er slechts één vliegtuig verloren, namelijk de Mus- lang van Peters. Ook Duitse archieven maken melding van deze crash waarbij in het Krie- gestagebiich \an de \liegba- sis Gilze-Rijen melding wordt gemaakt van hel neerhalen van een Mustang rond 12.13 uur. door marineüak ten Z\V van Middelharnis waarna hel vliegtuig in de 'Maas' (Haring vliet) stortte. Een andere Duit se bron meldt:"Abschuss einer Mustang 1 km SW Hellevoet- .sluis durch leichte Marine and een onbekend graf in Hel levoetsluis wat wellicht in de nabije toekomst nog toegekend kan worden aan Squadron Leader H.P. Peters. Eén van de vele tot nu toe onbekende drama's uit de donkere jaren heeft wederom een menselijk gezichi gekregen. Dal geldt in dit geval nog extra zwaar want Peters was op hel moment van zijn crash een jaar getrouwd en was net 10 dagen vader van een dochter. De auteur heelt inmiddels contact met haar. Als er mensen zijn die aan vullende informatie hebben over de crash van Peters op 5 november 1943 of over het graf van de onbekende Cana dese vliegenier op het kerk hof van Nieuw-Helvoet dan graag doorgeven via email adres Rombout66@gmail. com of info@wo2go.nr tele foonnummer 06-51471389 van de stichting W02G0. l^n foto genoiiien vanuit een ander treimhtsvliegtuig. Schiffsflak. Flugzeug Sturzte in die Maas und sackte dann ah. Der pilot ist erlrunken. Leiche nicht geborgen." Hel heeft er dus alle schijn van dat het vlieg tuig ook onder vuur is geno men door luchtafweergeschut (flak-eenheden) uil Middelhar nis en Hellevoetsluis. Beiden lijken hel neerhalen van de Mustang te willen claimen. Tot zover het verhaal achter Dit artikel is na onderzoek lot stand gekomen door de heer R. van Reijn uit Hel levoetsluis en ter publicatie aan de stichting W02G0 beschikbaar gesteld. Het artikel is de eerste in een serie die de stichting W02G0 dit jaar gaat ver zorgen in Eilanden-Nieuws. Met veel tromgeroHël, wap perende vlaggen, hoogwaar digheidsbekleders, pers en de presentatie van de eerste olll- ciële damwandkeriug door een wethouder, werd hel project Suijssenwaerde gestart. Met stille trom, als een dief in de nacht, ja gewoon stie kem, is hel project nu gestopt. Gestopt, terwijl nog bij lange na niet de helft van hel aantal te realiseren huizen is neerge zet. Schijnbaar mocht aan dit stopzetten geen ruchtbaarheid gegeven worden, want nergens is er ook maar een centimeter mededeling over gedaan. En dat terwijl de gemeente Oosl- flakkee in de gekozen constrtic- de toch nadrukkelijk risicodra gend participant was. De gemeente zal er ook wel best wel (weer) bij ingeschoten zijn, maar dal wordt na deze brief natuurlijk weer bij hoog en bij laag ontkend. Wel ronkende stukjes in de krant over hel feit dat ,er sub sidie is \erslrekt voor het win kelcentrum en voor het pi()ject Handelskade. Hel winkelcen trum heeft de gemeente (lees: de inwoners!) al vele tonnen gekost en de Handelskade zou niet eens gestart mogen wor den, want dit deelproject was altijd nadrukkelijk gekoppeld aan Crispijn en Suijssenwaer de. De afspraak was om deze pro jecten in volgorde te bouwen, maar daarbij gold vooral dat de recreatiewoningen van Suijs senwaerde eerst daadwerkelijk aan de man gebracht moesten zijn alvorens het Handelska deproject uitgevoerd kon wor den. Dat had een achterliggen de gedachte: Crispijn bestond helemaal uit koopwoningen (dus: kas.sa voor de projecl- onnvikkelaar, maar die zou dat geld besteden aan de rest, met name Suijssenwaerde) en het project Suijssenwaerde bestaat voor een (klein) deel uil koop woningen en de rest is recre atie. Hetzelfde geldt voor de Handelskade. Welnu, bij Suijssenwaerde zijn de krenten ook uit de pap gehaald: de koopwoningen zijn (grotendeels) gerealiseerd en verkocht, nl. al die dijkwo ningen, de rest vrijwel niet. En dan nu dus de Handelskade. Tegen alle vroegere afspraken in. En ook hier zal hel wel weer zo gaan: de koopappartemen- len wel, de rest... Wellicht zal dit verhaal (wel weer) ontkend ivorden. Maar duik eens in de historie en ti weet dat ik gelijk heb. En rijd eens naar Suijssenwaerde en over de dijk naar de Koepel en u ziel dat ik gelijk heb. De stek ker is er uil. .Alles wal met bou wen te maken heeft (borden, reclame, bouwketen, bouwma terialen, hekken, alles) is weg. Met stille trom \ertrokken. R. Maliepaard Mariniersweg 39 3255 VE Oude-Tonge Op 1 februari 1953 kwa men er ten gevolge van de watersnoodramp in Zuid west Nederland ca. 1800 mensen om het leven. Van een groep mogelijke slachtoffers weten we ech ter niets. Bedoeld worden mensen die de ramp over leefden, maar korte tijd later alsnog zo ernstig ziek werden dat ze overleden. Of er werkelijk zo'n groep slachtoffers is, is echter niet feitelijk bekend. In het kader van een onder zoek naar slachtoffers van de Watersnoodramp zoekt de heer drs. Arie Kuij- venhoven te Vlaardingen in contact te komen met nabestaanden van deze groep mogelijke slacht offers, of met ieder die daarover nadere informa tie heeft. Daarom de \'olgende oproep. Heeft u een familielid, of weet u van iemand die de watersnood ramp heeft overleefd en (\vaar- schijnlijk) werd geëvacueerd, maar die korte lijd later (tot medio februari 1953) overleed, hoogstwaarschijnlijk als gevolg \an doorstane ontberingen? Of weel u van iemand waarvan u indt dat die ook op de slachl- olTerlijst van de watersnood ramp hoort te staan? Neemt u dan contact op met drs. A. Kuijvenhoven, e-mail bureau- kuijvenhoven(ó lietnet.nl ol lel. tel.'010 4601908. Ter verduidelijking licht Kuij venhoven e.e.a nader toe. "Als gevolg van de Ramp kwamen er in 1953 in Zuidwest Neder land 1789 mensen om het leven, aldus het Nederlandse Rode Kruis, dat op verzoek van de overheid een slachtof- ferlijsl opstelde die eind sep tember 1953 \verd afgesloten en olliciee! werd gepubliceerd. In de jaren daarna werd de lijst nooit meer bijgewerkt. Daar voor is echter wel aanleiding. Zo staan er enkele tientallen personen op als vermist, ter wijl die in 1954 alsnog werden geïdentificeerd. En twee baby's die in de rampnacht werden geboren, maar enkele uren later het leven verloren, staan niet op de lijst. Tegenwoordig wordt het aantal slachtoffers \an de Ramp daarom voor de zekerheid gesteld op 'ongeveer 1800'. Bij het opstellen van de slachtofferlijst ging men in 1953 kennelijk uit van twee criteria; iemand moest zich in het rampgebied hebben be\on- den, en uiterlijk 5 februari zijn overleden door of ten gevolge van de Watersnood. Een groep mogelijke slachtoffers valt daardoor buiten de lijst. Name lijk de mensen die na 5 febru ari 1953 aan de gevolgen van de Ramp overleden en die zich niet in het rampgebied bevon den. Over die groep weten we niets. We weten niet waaraan, waar en wanneer ze zijn over leden. We weten niet eens wie het zijn of om hoeveel slachtof fers het gaal. We hebben hoog stens vermoedens. Een voor beeld. In Middelharnis zal een bejaarde man urenlang op de zoldertrap in het koude water. Uileindelijk lukte het hem om op de zolder klimmen. Daar werd hij 's maandags aange troffen en gered. Hij werd natuurlijk verzorgd. Op het eerste gezicht had hij de ontbe ringen goed doorstaan en werd hij geëvacueerd. Kort daarna werd hij echter ziek. Ruim een week later overleed hij in een Rotterdams ziekenhuis aan een longontsteking. Hoogstwaar schijnlijk zou hij daaraan niet zijn bezweken als de Ramp niet had plaats gevonden. Is het nog zinnig daaraan aandacht le besteden? Ja, zonder meer. Allereerst is hel terecht dal ook mensen die pas na enige tijd aan de gevolgen van de ramp overleden, bekend zijn als slachtoffer. Voorwaarde is natuurlijk wel, dat in redelijk heid moét kunnen worden aangenomen dal iemand 'door of ten gevolge van' de waters noodramp overleed. In de tweede plaats kan infor matie over aard en omvang van deze groep mogelijke slachtof fers leiden tot een beter inzicht in het verloop van 'de Ramp'."

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2010 | | pagina 5