De Eendenkooi en Visstal onder Melissant (siot) I :SI^ :t 5 Halsstee po u^nfJtaA'<Mji] '7 EIIAtlDEtl-niEUWS Door W.M. Blokland Nu beschrijf ik het verhaal zoals ik dat in mijn jeugd heb gehoord. Vooral van mijn vader, die in de laatste jaren van het bestaan van de eendenkooi, deze naast zijn werk nog heeft gerund. Ons gezin woonde vroeger tegenover de heer Sieling. Helaas heb ik via de familie Sieling geen aanvullende informatie kunnen achterhalen. Via oudere men sen kon ik nog wel wetenswaardigheden krijgen. Mede dankzij hen kon ik dit verhaal schrijven. Ik ben hun daar dankbaar voor. Het streekarchief te Middelharnis is ook erg waardevol gebleken als informatiebron. De hulp van de medewerkers, als mede de gegeven gelegenheid om te zoeken, zijn erg belangrijk geweest. Ik ben hun daar oprecht erkentelijk voor. Ook bij het Kadaster heb ik het een en ander gevonden. De eendenkooi De kooi van 'De Rooij' De visstal nabij Melis sant -/ I ^éi^ 3 PAGINA 16 DINSDAti 29 DECEMBER 2009 In een via het Kadaster verkre gen handgeschreven akte van notaris Van der Sluis te Dirks- land, van 21 mei 1921, lezen we dat: De Weleerwaarde Zeer Geleerde Heer doktor Jan Daniel de Lind van Wijngaarden, predikant,wonende te de Bilt. Voor zichzelf, en als mondeling gemachtigde van zijne familieleden, door middel van genoemde notaris, ten herberge van Adrianus van der Werf te Melis sant, doel verkopen. Verschillende percelen grond, gelegen in Oud- Melissant en Roxenisse... Ook Pieter Dirk Sieling koopt hierbij grond in Roxenisse Een kleine maand later, nl. op 16 juni 1921, is er een akte opge maakt door Notaris Van der Sluis of zijn schrijver, dat Pie ter Dirk Sieling een deel van de bedoelde grond verkoopt aan zijn broer Jacob Sieling. De door het bijzondere taalge bruik destijds, en de wat moei lijk, met de pen geschreven tekst, is wel duidelijk. Ongeveer een hectare samen veertig aren en acht en veertig centiaren bouwland. Zijnde een doorschie tende en vier twee aan twee, tenden elkander liggende korte meeden. Te Melissant [vroeger Roxenisse] in den polder Roxenisse. Uitma kende het te splitsen oostelijk deel, voor het geheel groot twee hectare een en zestig aren en zeventig cen tiaren. En wel dat gedeelte hetwelk ligt ten Oosten van ene rechten lijn te trekken van de noordelijke naar de zuidelijke kadastrale scheidin gen van gemeld nummer. Door en in liet verlengde van het midden van de greppel tussen het verkochte en het eigendom aldaar van den comparant Jacob Sieling. De com paranten verklaarden dat deze van loven en Op dit perceel, zou later de eendenkooi worden gebouwd. We lezen dan in het zater- dagnummer van 'De Maas en Scheldebode' op 22 november 1924 bij het plaatselijk nieuws: Aan Dhr. J. Sieling is vergun ning verleend tot het bouwen van een eendenkooi aan den buitendijk alhier. Met de -werkzaamheden is reeds een aanvang gemaakt. Bekend is dat de kooiplas werd gegraven en de vrijgekomen grond als een ongelijk glooi ende dijk eromheen lag. De ingang van de kooi was een soort van tunneltje dat onder de opgeworpen dijk door liep. Deze kooi kon worden inge deeld als zeekooi, omdat hij aan de Grevelingen was gele gen met direct daaraan de Noordzee. Ook zou deze kooi als winterkooi beschouwd moe- teil worden: het merendeel der eenden werd na 1 november gevangen. Het bestaan van de kooi is bij ouderen nog wel bekend, echte details zijn ech ter veel schaarser. Er is in die periode in de omgeving nog een eenden kooi geweest, op Stellendams grondgebied gelegen. Deze kooi is bekender, was gelegen nabij Dirksland Sas en tot 1953 in bedrijf geweest. Na met de februariramp in 1953 verwoest te zijn is deze kooi niet meer opgebouwd. De familie Vroege was nauw betrokken bij deze kooi, als kooikers. De eenden kooi werd altijd genoemd de kooi van 'De Rooij': de heren De Rooij waren er de eige naar van. De familie Vroege was afkomstig uit Beesd, in de Marienweerd gelegen. Ook van deze kooi zijn nog eni ge oude geschriften aanwezig. In een artikel over rechtszaken voor het kantongerecht te Som- melsdijk, geplaatst in De Maas en Scheldebode van 9 oktober 1919 getuigde J. Vroege, onbe zoldigd rijksveldwachter te Stellendam, dat hij gezien had dat beklaagden J.G. en A. de R. in het water van de heeren de Rooij, jonge eenden vingen binnen de afrastering. Toen getuige hen aansprak heeft hij hulp in moeten roepen, anders hadden beklaagden hem te water geworpen. Na een valse naam opgegeven te hebben, vertrouwde Vroege het niet, na politieman Elenbaas uit Dirksland opgeroepen te heb ben herkende deze het tweetal. Ze werden beiden veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. In de Geschiedenis van Dirks land, deel 3, staat bij 1899: in de kadastrale leggers wordt voor het eerst melding gemaakt van een eendenkooi in de Bos polder. Deze is tot 1953 geëx ploiteerd en was gelegen in de zuidoosthoek van de polder. Het is niet duidelijk of het hier gaat om een gegraven of een natuurlijke poel. Men doelde in het bericht waarschijnlijk, dat dikwijls ook dijkdoorbra ken - zogenaamde welen of wielen - werden gebruikt als kooiplas van een eendenkooi. De visstal zal omstreeks 1920 zijn gebouwd. Er bestonden meerdere visstallen op Goeree- Overflakkee. In Herkingen werden twee visstallen geëx ploiteerd en in Ouddorp zelfs drie. De Maas en Scheldebode doet meldingen van zalm vangsten te Ouddorp. Van de visstal in Mehssant is door overlevering bekend dat er rijshout per schip werd aan gevoerd. Keesje Verschoor, toen beurtschipper, te Her kingen voer met zijn geladen schip in de daar vlakbij gele gen kreek. Maar ook met een platbodemschip werd bij vloed het slik opgevaren. Vervolgens werd het hout bij eb gelost en verwerkt. Het hout werd voor zien van een punt, waarmee het in de bodem werd gezet. En omdat er dikwijls schelpen in het slik zaten, moest er meestal gebruik worden gemaakt van een stootijzer of een boor. Bij de heer Sieling waren medewerkers in dienst die bij het aanbrengen van het hout op het slik werkzaam waren. Tijdens de pauze werden onderling de krachten geme ten. Sieling, die zich bekwaamd had in greeptechnieken, liet menigeen op het natte slik belanden... In 1923 en 1924 meldt de bur gemeester van Melissant aan de Hoofd Inspecteur der Vis- scherijen te 's-Gravenhage dat de kustvisserij slechts door één persoon wordt uitgeoe fend met een stal of weer, op de slikken gelegen, voor deze gemeente, welke tot geen bij zondere opmerking heeft aan leiding gegeven. Aan de Maanezeesegorsdijk, die eenvoudig de Steldijk wordt genoemd, stonden drie kleine huisjes. Deze huizen- groep werd 'Stelle' genoemd. Naast de drie huisjes stond een grotere woning. De eigenaar was de heer Mans te Melissant. Het gezin A. van der Mast heeft er gewoond. In de Tweede Wereldoorlog is het bemand geweest door Duitsers. Er is toen een verhoging opgezet, om over de dijk op de slikken te kunnen kijken. De andere waren van de heer Jacob Sieling, en in één daarvan woonde Johannes Siesse met zijn gezin; Siesse was voor Sieling beheerder van de visstal. Duide lijk is geworden dat de familie Siesse naar de Hervormde kerk, en de kinderen naar de chris telijke school gingen. Recent, tijdens de voor bereidingen van het honderdjarig jubileum van de school, zijn een klassenfoto en een inen- tingslijst gevonden met daarop de kinderen van de familie Siesse. De heer Siesse viste ook een deel van de tijd voor zichzelf; hij had een vaartuigje liggen aan het eind van een der rissen van de visstal. Het belangrijkste doel van de visstal was de zalm vangst. Zalm was in de tijd van zuiver water nog overvloedig aanwezig. Ook was zalm een gewild en goed betaald pro duct. In de grote rivieren werd uitgebreid op zalm gevist. Ik heb gehoord dat er vanaf deze visstal regelmaüg zalm werd verstuurd naar de toen grote Visafslag te Woudrichem. De zalmen werden per stuk verpakt in mandjes. Deze wer den door de mandenmaker uit Stellendam geproduceerd. Ze waren voor verzending opge slagen in het schuurtje van de heer Siesse. Maar ook naar de visveiling te Rotterdam gingen zalmen, en ook andere vissoor ten. Dit ging per tram, boot, en weer per tram. Uit overleve ring werd bekend dat de heer Sieling daar vis leverde onder de naam: Melissant 1. Andere veel gevangen soorten waren haring, vooral panha ring, makreel, geep en ansjo vis in het daarvoor gunstig seizoen, platvissen, paling, en bij uitzondering werd zelfs wel- eens een steur gevangen. De vis werd met kar en paard via de buitenkant langs de dijk opgehaald. Soms was er een kar vol panharing. De oudste zoon van de heer Siesse, was Leen. Hij was een jongen die gekleed was in het blauw en met een schipperspet op; met fiets en ben voorop, verkocht hij op het dorp zo de vis, vooral panharing. Ook geep werd zo verkocht, en was bij sommigen een gewilde vissoort. Sieling had onder de gebouw de schuur [waarvan later van een gedeelte woning werd gemaakt] een grote kelder laten maken waar de vis in werd bewaard. De eendenkooi heeft een bepaalde tijd een kooiker gehad. Deze man woonde aan de Nieuweweg. Hij kwam met een geweer op zijn rug, en een kooihondje naast de fiets, over de Molendijk op weg van en naar de kooi. Echter, in 1926 schrijft de toenmalige burge meester van Melissant, de heer L. van Beek [waar schijnlijk waarnemend], een brief aan de Minis ter met het verzoek om de heer Jacob Sieling tuin der alhier, een aanstelling te geven van onbezoldigd buitengewoon gemeen teveldwachter. Verder schrijft hij: 'In de laatste tijd schijnt de kooi meermalen te worden bezocht door personen met minder goede bedoelingen, althans de nesten blijken verstoord en eieren weg genomen te zijn. Terwijl het ook vaak voorkomt, dat onbevoegden zich binnen het afpalingsgebied bevin den. De gemeente veld wachter kan niet dagelijks uit de kom der gemeente komen en worden gemist, en hij kan slechts af en toe met het toezicht op de kooi worden belast. En omdat Sieling bijna dagelijks de kooi bezoekt heeft hij nu verzocht hem deze aanstel ling te willen verstrekken, en lijkt het de heer van Beek, het enige middel om van de ongewenschte bezoe ken verschoond te blijven'. Ook vanuit andere bronnen hoorden we over activiteiten die de kooi niet ten goede kwa men. Er werden zelfs eenden geschoten. De door de kooiker gevangen eenden wer den in speciale kistjes verpakt en vervol gens per tram verzonden. De opdruk van de kistjes was 'Bakker en van Popta, Sneek'. Deze kistjes zijn na beëindiging van de kooi in onze schuur terecht gekomen. Ik herinner me daarom uit mijn jeugd nog goed de opdruk met die naam. Toch lijkt het mij onwaarschijn lijk dat de gevangen eenden vanaf Melissant naar Sneek werden verzonden. Dat was toen nog een wereldreis. Het ligt meer voor de hand dat de eenden aan Rotterdamse poe liers geleverd werden. De Maas- en Scheldebode van 1 april 1925 vermeldt bij het plaatselijk nieuws: 'Bij publi catie is bekend gemaakt, dat de kooi-eenden van 1 juli tot 15 sep tember a.s. moeten worden opge- hokt'. We lezen dit in later jaren nog enige keren. Het doel en of de noodzaak hiervan is niet bekend. Ook lezen we in de Maas- en Scheldebode van 28 februari 1925: 'Op donderdag 5 maart a.s. nam. 6.30 uur zal door de zang vereniging 'Concordia' dir. den heer Sieling een uitvoering gege ven worden in de Ned. Herv. Kerk. Het weivoorziene programma zal ongetwijfeld velen doen besluiten deze uitvoering bij te wonen'. Uit overlevering is bekend dat de heer Sieling een bekend persoon was als dirigent en stimulator van hel gemengde zangkoor 'Concordia'. Ook lezen we op 25 maart 1925: 'Naar wij vernemen heeft Dhr. J. Sieling zijn tractor met dor- schmachine onderhands verkocht aan de heeren R. en C. van Putten alhier'. Op een kaart die we op het archief te Middelharnis ver kregen, een defensiekaart van omstreeks 1940, staat de een denkooi aangegeven, de exac te ligging geeft houvast aan het geheel, hoewel deze kooi voor de Tweede Wereldoorlog al was gesloopt en geëgaliseerd. De kaart kan enige jaren eerder tot stand gekomen zijn. Verder zijn er van de daarop volgende jaren geen zaken te melden. Het geheel zal, naar we aan moeten nemen, naar behoren gefunctioneerd heb ben. De heer Sieling heeft, zo kon den we concluderen, de aan stelling tot buitengewoon gemeenteveldwachter verkre gen. Echter, omdat hij lang durig ziek was wordt er op 17 september 1928 door de burgemeester van Mehssant een verzoek gedaan. Hij richt dit aan de Heer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland te 's Gravenhage en verzoekt om aanstelling van Dirk Sieling, een zoon van Jacob Sieling, tuinder alhier 'Omdat de Vader vooreerst wel niet op de been zal komen, en Politie toezicht op de eendenkooi dringend nodig is'. Dit verzoek werd inge willigd, lezen we verderop. Ook lezen we dat de heer Sie ling politiek en sociaal op gemeentelijk niveau actief was. Hij was o.a. raadslid en wet houder voor de antirevolutio naire partij van de gemeente raad en was ook ambtenaar van de burgerlijke stand. Verder was hij lid van de schat tingscommissie voor de Inkom stenbelasting, ook lid van de commissie voor winterbede ling, secretaris van het Groene kruis en bestuursHd van de vereniging tot verkrijging van onroerend goed voor landar beiders. Dan wordt er melding gemaakt in de Maas en Scheldebode van 14 november 1928 bij het plaat selijk nieuws dat 'Alhier is maan dagavond in den ouderdom van 50 jaar overleden de heer J. Sieling, sedert september 1919 raadslid en wethouder dezer gemeente'. Dan volgen de eerder genoemde kwaliteiten en activiteiten van de heer Sieling en wordt er tevens melding gemaakt dat de heer W Keur zijn opvolger is op de lijst als gemeenteraads lid. Echter, nadat twee perso nen hadden bedankt voor deze post, werd de heer I. Joppe de opvolger van de heer Sie- hng. In dezelfde krant,van 21 november 1928 staat bij de burgerlijke stand van Melissant vermeld: 'OverledenJ. Sieling 50 jaar, echtgenoot van L. Biemond'. De heer Jacob Sieling werd op 15 november 1928 te Melissant begra- In eerder genoemde Maas- en Scheldebode van 6 november 1929, dus ongeveer een jaar later, wordt gepubliceerd dat: 'NotarisVan der Sluis, ten ver zoeke van Mej. Wed. J. Sieling op 31 October 1929 veiling, en op, 7 november 1929 afslag zal houden. Ter herberge van M. van der Werf. Er wordt dan aangeboden ter ver koop: een huis,wagenhuü, schuren, 'lioomgaard, warenhuizen, serres, tuin en bouwland. Twee arbeiders woningen, zijnde de z.g. Stelle. Een in volle exploitatie zijnde een denkooi in de polder Roxenisse. De Zalmvisserij onder Melissant, bij de polders Roxenisse en Oud- Herkingen. Ten gevolge van over lijden'. Deze afslag, die op 7 november 1929 werd gehouden, geeft voor een deel duidelijkheid. Het aangeboden huis gaat naar de heer W. Vogelaar Dan wor den er enige namen vermeld die waarschijnlijk later weer doorverkocht hebben. Ook lopen er enige kopers aan. Wel is hieruit te lezen en vast komen te staan dat de visstal mede met de zogenaamde Stel le is gekocht door de heer A. de Jager te Stellendam; deze heeft het ook verder geëx ploiteerd. De beheerder van de visstal, de heer J. Siesse, die met zijn gezin in een van de huisjes op Stelle woonde, was ook werk zaam voor de heer De Jagen In 1933 gingen er nog kinderen uit dit gezin naar de Melis- santse school. Omdat de heer De Jager voor het gekochte een aan zienlijk bedrag betaal de, kan worden aan genomen dat de visstal toch wel rendabel was. Dit in tegenspraak tot wat ouderen soms ver telden. Dan is er een akte van verkoop en machtiging. Waarin wordt vermeld: 'Op heden den veertienden december negentien hon derd negen en twintig zijn voor mij Leendert van der Sluys, Notaris te Dirksland verschenen: De heer Pieter Dirk Sieling, landbou wer te Melissant. Volgens zijn verklaring als last hebber van Mejuffrouw Lydia Biemond, wonende te Melissant, weduwe van de heer Jacob Sieling. Er werd een onderhandse akte van volmacht opgemaakt, die ook geldig was bij de eerder genoemde veiling. Er wordt aan 2 comparanten verkocht n.l. de heer Dirk Sieling Leendertszoon, en de heer Hendrik van Putten Hen drikszoon. Het grote herenhuis met schuurtjes, tuin, boomgaard met de daarop staande warenhuizen enz. aan de heer Dirk Sieling Leend ertszoon. Eene schuur met weiland, boom gaard, tuinland, twee serres op steenen voet enz. aan de heer Hen drik van Putten Hendrikszoon'. Deze Hendrik van Putten was getrouwd met Lydia Sieling, dochter van de overleden heer Jacob Sieling. De heer Hendrik van Putten woonde met zijn gezin in het huis dat de heer W. Vogelaar gekocht had; zij hadden een overeenkomst. De aan het huis vaststaande schuur en de eromheen lig gende tuingronden werden gefinancierd door Van Puttens zwager, de heer Anthonie de Koning. Van een deel van de schimr is wat later een huis gemaakt, met de diepe eerder vermelde kelder eronder. In dit huis heeft het gezin Leen van Putten gewoond, die jong overleden is. In het grote herenhuis heeft het gezin Dirk Sieling L.zoon enige jaren gewoond. Hij is daar tuinder geweest, ze zijn daarna vertrokken naar een huis in Roxenisse. Een defensiekaart uil 1940 toont de ligging eendenkooi nabij Melissant nog. De bekende P.D. Sieling Na wat jaren van leegstand heeft in 1938 de familie Van Bruinisse dit huis 1938 gekocht en zij hebben er een kleine boerderij van gemaakt. De latere generatie heeft het in de oude staat teruggebracht en het wordt nu door twee gezin nen uit deze familie bewoond. In de Maas- en Scheldebode van 14 juni 1930 staat vermeld: 'A'aar men verneemt heeft H. Tiele- man een woonhuis staande aan de Nieuweweg onderhands verkocht aan de Wed.J. Sieling'. De eendenkooi is nog enige tijd' door de familie voortgezet, al dan niet eigendom zijnde van de heer Anthonie de Koning. De algemene mening onder ouderen is wel dat de kooi nooit echt heeft gerendeerd. Enige factoren waren hiervan de oorzaak. Er is mij verteld dat de heer H. van Putten toen over de kooi ging. Mogelijk deed hij dat voor zijn zwager De Koning, details ontbreken hierover. Ook heeft mijn vader, naast zijn eigen werk, nog enige jaren de kooi gerund. Enkele aardige details uit die periode zijn: mijn moeder kon elk moment bevallen, en daarom had mijn vader achter bij de schuur een houten mast neergezet. Wan neer het nodig mocht zijn kon mijn moeder hierin een witte vlag hijsen. Vanuit de eendenkooi kon hij de vlag dan zien en snel naar huis gaan. Ook is bekend,dat mijn vader samen met een bewoner van Stelle, een keer veel paling in de kooiplas heeft gevan gen. Het water 'had zijn gat omgegooid', was toen het gezegde. Iets wat waarschijnlijk met warm en broeie rig weer te maken had. De paling kroop en zwom op een bepaald punt samen tegen de oever en kon zo wor den gevangen. De hele familie en de bewoners van Stelle hadden volop paling. Vader vertelde dat er 's winters, vooral tijdens perioden voor en met flinke vorst, nogal wat zogenoemde bovenlan- dertjes werden gevan gen. Dit was een klein slag wilde eenden die vanuit de Scandinavi sche landen afkomstig waren en bij zogenaamd streng weer onze kant op kwamen. Ook vertelde mijn vader dat hij soms gaande door de kooi wat brandende turf bij zich had om verwaai ing bij de wilde eenden te voorkomen. Ook had hij nog een flesje anijs- olie, waarvan hij inder tijd wat druppels door het voer mengde. Dit voer werd aan de een den gegeven en had hierdoor extra aantrek kingskracht. Toch zal het mijn vader niet gelukt zijn om de kooi renda bel te maken. Daarna is de kooi niet meer in bedrijf geweest, en is er een periode geweest dat er niets gedaan werd. Een ouder iemand vertelde dat de eendenkooi wel voor het begin van de Tweede Wereldoorlog is geëgahseerd. De omringen de indertijd opgeworpen dijk werd in de kooiplas verwerkt. Bij het slopen schijnt dat er veel ongedierte tevoorschijn is gekomen. Waarschijnlijk bestaande uit bunzings, her melijnen, wezels en ratten. Dit .soort dieren had hier, zeker na een periode van verwildering, een ideaal onderkomen. De kooi was dus opgeheven; er werd bouwland van gemaakt. Twee andere zwagers van eige naar De Koning, de heren Lies en Willem van Putten, hebben tot 1951 de betreffende grond als bouwland bewerkt. Het was een stuk grond dat later nog opvallend was in de pol der, omdat er een kleine sloot omheen liep. In 1951 verkocht de heer De Koning de grond, bij akte voor Notaris Hempe- nius te Middelharnis, aan de heer G.M. van der Baan. Er is sprake van geweest dat men op dit perceel olie gevon den had, ongeveer eind jaren zestig of begin jaren zeventig. Er werden voorbereidingen getroffen door een slagboom op de toegangsdam te plaatsen, en er werd een keet gezet. Toch is dit op niets uitgelopen. Daarna heeft de heer Van der Baan het perceel als land bouwgrond geëxploiteerd, en in 1984, bij akte voor Notaris Ter Braak te Dirksland, werd bedoelde grond verkocht aan de heer J.L. Mijnders. Deze bracht de grond in bij de Ruilverkaveling, en thans is de oud-eendenkooi, die niet meer zichtbaar is, ook niet door con touren of iets dergelijks, een deel van een groot perceel dat in eigendom is van de heer M. van den Broek. Van de visstal is verder niets bekend. Van lieverlee ging de zalmvangst achteruit en kun nen we aannemen dat het niet meer rendeerde. Van sloop van de stal is niets bekend, maar aangenomen kan worden dat, als je aan zoiets in de loop der jaren niets doet, dit toch wel verdwijnt en weer in de natuur wordt opge nomen. Zeker omdat twee keer per etmaal, soms met storm e.d., water tot aan de dijk kwam. In de jaren veertig en begin jaren vijftig waren er op het slik bij laag water nog wel wat stompen te zien. Dat waren waarschijnlijk de restanten van de visstal. Zo zijn de beide vanginstal- laties in een periode van krap twintig jaar gebouwd en weer verdwenen... Voor onze latere generatie, en voor nu, is het goed om deze herinneringen, die verbonden zijn aan onze streek en geboor tegrond te behouden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2009 | | pagina 18