De Eendenkooi en Visstal onder Melissant (siot)
I :SI^
:t 5 Halsstee
po
u^nfJtaA'<Mji]
'7
EIIAtlDEtl-niEUWS
Door W.M. Blokland
Nu beschrijf ik het verhaal zoals ik dat in mijn
jeugd heb gehoord. Vooral van mijn vader, die in
de laatste jaren van het bestaan van de eendenkooi,
deze naast zijn werk nog heeft gerund. Ons gezin
woonde vroeger tegenover de heer Sieling. Helaas
heb ik via de familie Sieling geen aanvullende
informatie kunnen achterhalen. Via oudere men
sen kon ik nog wel wetenswaardigheden krijgen.
Mede dankzij hen kon ik dit verhaal schrijven. Ik
ben hun daar dankbaar voor. Het streekarchief te
Middelharnis is ook erg waardevol gebleken als
informatiebron. De hulp van de medewerkers, als
mede de gegeven gelegenheid om te zoeken, zijn
erg belangrijk geweest. Ik ben hun daar oprecht
erkentelijk voor. Ook bij het Kadaster heb ik het
een en ander gevonden.
De eendenkooi
De kooi van 'De Rooij'
De visstal nabij Melis
sant
-/
I ^éi^ 3
PAGINA 16
DINSDAti 29 DECEMBER 2009
In een via het Kadaster verkre
gen handgeschreven akte van
notaris Van der Sluis te Dirks-
land, van 21 mei 1921, lezen
we dat:
De Weleerwaarde Zeer Geleerde
Heer doktor Jan Daniel de Lind van
Wijngaarden, predikant,wonende
te de Bilt. Voor zichzelf, en als
mondeling gemachtigde van zijne
familieleden, door middel van
genoemde notaris, ten herberge van
Adrianus van der Werf te Melis
sant, doel verkopen. Verschillende
percelen grond, gelegen in Oud-
Melissant en Roxenisse...
Ook Pieter Dirk Sieling koopt
hierbij grond in Roxenisse Een
kleine maand later, nl. op 16
juni 1921, is er een akte opge
maakt door Notaris Van der
Sluis of zijn schrijver, dat Pie
ter Dirk Sieling een deel van
de bedoelde grond verkoopt
aan zijn broer Jacob Sieling.
De door het bijzondere taalge
bruik destijds, en de wat moei
lijk, met de pen geschreven
tekst, is wel duidelijk.
Ongeveer een hectare samen veertig
aren en acht en veertig centiaren
bouwland. Zijnde een doorschie
tende en vier twee aan twee, tenden
elkander liggende korte meeden.
Te Melissant [vroeger Roxenisse]
in den polder Roxenisse. Uitma
kende het te splitsen oostelijk deel,
voor het geheel groot twee hectare
een en zestig aren en zeventig cen
tiaren. En wel dat gedeelte hetwelk
ligt ten Oosten van ene rechten lijn
te trekken van de noordelijke naar
de zuidelijke kadastrale scheidin
gen van gemeld nummer. Door en
in liet verlengde van het midden
van de greppel tussen het verkochte
en het eigendom aldaar van den
comparant Jacob Sieling. De com
paranten verklaarden dat deze van
loven en
Op dit perceel, zou later de
eendenkooi worden gebouwd.
We lezen dan in het zater-
dagnummer van 'De Maas en
Scheldebode' op 22 november
1924 bij het plaatselijk nieuws:
Aan Dhr. J. Sieling is vergun
ning verleend tot het bouwen van
een eendenkooi aan den buitendijk
alhier. Met de -werkzaamheden is
reeds een aanvang gemaakt.
Bekend is dat de kooiplas werd
gegraven en de vrijgekomen
grond als een ongelijk glooi
ende dijk eromheen lag. De
ingang van de kooi was een
soort van tunneltje dat onder
de opgeworpen dijk door liep.
Deze kooi kon worden inge
deeld als zeekooi, omdat hij
aan de Grevelingen was gele
gen met direct daaraan de
Noordzee. Ook zou deze kooi
als winterkooi beschouwd moe-
teil worden: het merendeel der
eenden werd na 1 november
gevangen. Het bestaan van de
kooi is bij ouderen nog wel
bekend, echte details zijn ech
ter veel schaarser.
Er is in die periode in de
omgeving nog een eenden
kooi geweest, op Stellendams
grondgebied gelegen. Deze
kooi is bekender, was gelegen
nabij Dirksland Sas en tot 1953
in bedrijf geweest. Na met de
februariramp in 1953 verwoest
te zijn is deze kooi niet meer
opgebouwd. De familie Vroege
was nauw betrokken bij deze
kooi, als kooikers. De eenden
kooi werd altijd genoemd de
kooi van 'De Rooij': de heren
De Rooij waren er de eige
naar van. De familie Vroege
was afkomstig uit Beesd, in de
Marienweerd gelegen.
Ook van deze kooi zijn nog eni
ge oude geschriften aanwezig.
In een artikel over rechtszaken
voor het kantongerecht te Som-
melsdijk, geplaatst in De Maas
en Scheldebode van 9 oktober
1919 getuigde J. Vroege, onbe
zoldigd rijksveldwachter te
Stellendam, dat hij gezien had
dat beklaagden J.G. en A. de
R. in het water van de heeren
de Rooij, jonge eenden vingen
binnen de afrastering. Toen
getuige hen aansprak heeft hij
hulp in moeten roepen, anders
hadden beklaagden hem te
water geworpen. Na een valse
naam opgegeven te hebben,
vertrouwde Vroege het niet,
na politieman Elenbaas uit
Dirksland opgeroepen te heb
ben herkende deze het tweetal.
Ze werden beiden veroordeeld
tot een maand gevangenisstraf.
In de Geschiedenis van Dirks
land, deel 3, staat bij 1899: in
de kadastrale leggers wordt
voor het eerst melding gemaakt
van een eendenkooi in de Bos
polder. Deze is tot 1953 geëx
ploiteerd en was gelegen in de
zuidoosthoek van de polder.
Het is niet duidelijk of het hier
gaat om een gegraven of een
natuurlijke poel. Men doelde
in het bericht waarschijnlijk,
dat dikwijls ook dijkdoorbra
ken - zogenaamde welen of
wielen - werden gebruikt als
kooiplas van een eendenkooi.
De visstal zal omstreeks 1920
zijn gebouwd. Er bestonden
meerdere visstallen op Goeree-
Overflakkee. In Herkingen
werden twee visstallen geëx
ploiteerd en in Ouddorp zelfs
drie. De Maas en Scheldebode
doet meldingen van zalm
vangsten te Ouddorp.
Van de visstal in Mehssant is
door overlevering bekend dat
er rijshout per schip werd aan
gevoerd. Keesje Verschoor,
toen beurtschipper, te Her
kingen voer met zijn geladen
schip in de daar vlakbij gele
gen kreek. Maar ook met een
platbodemschip werd bij vloed
het slik opgevaren. Vervolgens
werd het hout bij eb gelost en
verwerkt. Het hout werd voor
zien van een punt, waarmee
het in de bodem werd gezet. En
omdat er dikwijls schelpen in
het slik zaten, moest er meestal
gebruik worden gemaakt van
een stootijzer of een boor.
Bij de heer Sieling waren
medewerkers in dienst die bij
het aanbrengen van het hout
op het slik werkzaam waren.
Tijdens de pauze werden
onderling de krachten geme
ten. Sieling, die zich bekwaamd
had in greeptechnieken, liet
menigeen op het natte slik
belanden...
In 1923 en 1924 meldt de bur
gemeester van Melissant aan
de Hoofd Inspecteur der Vis-
scherijen te 's-Gravenhage dat
de kustvisserij slechts door
één persoon wordt uitgeoe
fend met een stal of weer, op
de slikken gelegen, voor deze
gemeente, welke tot geen bij
zondere opmerking heeft aan
leiding gegeven.
Aan de Maanezeesegorsdijk,
die eenvoudig de Steldijk
wordt genoemd, stonden drie
kleine huisjes. Deze huizen-
groep werd 'Stelle' genoemd.
Naast de drie huisjes stond een
grotere woning. De eigenaar
was de heer Mans te Melissant.
Het gezin A. van der Mast heeft
er gewoond. In de Tweede
Wereldoorlog is het bemand
geweest door Duitsers. Er is
toen een verhoging opgezet,
om over de dijk op de slikken
te kunnen kijken.
De andere waren van de heer
Jacob Sieling, en in één daarvan
woonde Johannes Siesse met
zijn gezin; Siesse was
voor Sieling beheerder
van de visstal. Duide
lijk is geworden dat de
familie Siesse naar de
Hervormde kerk, en de
kinderen naar de chris
telijke school gingen.
Recent, tijdens de voor
bereidingen van het
honderdjarig jubileum
van de school, zijn een
klassenfoto en een inen-
tingslijst gevonden met
daarop de kinderen
van de familie Siesse.
De heer Siesse viste ook
een deel van de tijd
voor zichzelf; hij had
een vaartuigje liggen
aan het eind van een
der rissen van de visstal.
Het belangrijkste doel
van de visstal was de zalm
vangst. Zalm was in de tijd van
zuiver water nog overvloedig
aanwezig. Ook was zalm een
gewild en goed betaald pro
duct. In de grote rivieren werd
uitgebreid op zalm gevist. Ik
heb gehoord dat er vanaf deze
visstal regelmaüg zalm werd
verstuurd naar de toen grote
Visafslag te Woudrichem.
De zalmen werden per stuk
verpakt in mandjes. Deze wer
den door de mandenmaker uit
Stellendam geproduceerd. Ze
waren voor verzending opge
slagen in het schuurtje van de
heer Siesse. Maar ook naar de
visveiling te Rotterdam gingen
zalmen, en ook andere vissoor
ten. Dit ging per tram, boot, en
weer per tram. Uit overleve
ring werd bekend dat de heer
Sieling daar vis leverde onder
de naam: Melissant 1.
Andere veel gevangen soorten
waren haring, vooral panha
ring, makreel, geep en ansjo
vis in het daarvoor gunstig
seizoen, platvissen, paling, en
bij uitzondering werd zelfs wel-
eens een steur gevangen.
De vis werd met kar en paard
via de buitenkant langs de dijk
opgehaald. Soms was er een
kar vol panharing. De oudste
zoon van de heer Siesse, was
Leen. Hij was een jongen die
gekleed was in het blauw en
met een schipperspet op; met
fiets en ben voorop, verkocht
hij op het dorp zo de vis, vooral
panharing. Ook geep werd zo
verkocht, en was bij sommigen
een gewilde vissoort.
Sieling had onder de gebouw
de schuur [waarvan later van
een gedeelte woning werd
gemaakt] een grote kelder
laten maken waar de vis in
werd bewaard.
De eendenkooi heeft een
bepaalde tijd een kooiker
gehad. Deze man woonde aan
de Nieuweweg. Hij kwam met
een geweer op zijn rug, en een
kooihondje naast de fiets, over
de Molendijk op weg
van en naar de kooi.
Echter, in 1926 schrijft
de toenmalige burge
meester van Melissant,
de heer
L. van Beek [waar
schijnlijk waarnemend],
een brief aan de Minis
ter met het verzoek om
de heer Jacob Sieling tuin
der alhier, een aanstelling
te geven van onbezoldigd
buitengewoon gemeen
teveldwachter. Verder
schrijft hij:
'In de laatste tijd schijnt de
kooi meermalen te worden
bezocht door personen met
minder goede bedoelingen,
althans de nesten blijken
verstoord en eieren weg
genomen te zijn. Terwijl
het ook vaak voorkomt, dat
onbevoegden zich binnen
het afpalingsgebied bevin
den. De gemeente veld
wachter kan niet dagelijks
uit de kom der gemeente
komen en worden gemist,
en hij kan slechts af en toe
met het toezicht op de kooi
worden belast. En omdat
Sieling bijna dagelijks de
kooi bezoekt heeft hij nu
verzocht hem deze aanstel
ling te willen verstrekken,
en lijkt het de heer van
Beek, het enige middel om
van de ongewenschte bezoe
ken verschoond te blijven'.
Ook vanuit andere
bronnen hoorden we
over activiteiten die de
kooi niet ten goede kwa
men. Er werden zelfs
eenden geschoten.
De door de kooiker
gevangen eenden wer
den in speciale kistjes
verpakt en vervol
gens per tram verzonden.
De opdruk van de kistjes was
'Bakker en van Popta, Sneek'.
Deze kistjes zijn na beëindiging
van de kooi in onze schuur
terecht gekomen. Ik herinner
me daarom uit mijn jeugd nog
goed de opdruk met die naam.
Toch lijkt het mij onwaarschijn
lijk dat de gevangen eenden
vanaf Melissant naar Sneek
werden verzonden. Dat was
toen nog een wereldreis. Het
ligt meer voor de hand dat de
eenden aan Rotterdamse poe
liers geleverd werden.
De Maas- en Scheldebode van
1 april 1925 vermeldt bij het
plaatselijk nieuws: 'Bij publi
catie is bekend gemaakt, dat de
kooi-eenden van 1 juli tot 15 sep
tember a.s. moeten worden opge-
hokt'. We lezen dit in later jaren
nog enige keren. Het doel en
of de noodzaak hiervan is niet
bekend.
Ook lezen we in de Maas- en
Scheldebode van 28 februari
1925: 'Op donderdag 5 maart a.s.
nam. 6.30 uur zal door de zang
vereniging 'Concordia' dir. den
heer Sieling een uitvoering gege
ven worden in de Ned. Herv. Kerk.
Het weivoorziene programma zal
ongetwijfeld velen doen besluiten
deze uitvoering bij te wonen'. Uit
overlevering is bekend dat de heer
Sieling een bekend persoon was
als dirigent en stimulator van hel
gemengde zangkoor 'Concordia'.
Ook lezen we op 25 maart
1925: 'Naar wij vernemen heeft
Dhr. J. Sieling zijn tractor met dor-
schmachine onderhands verkocht
aan de heeren R. en C. van Putten
alhier'.
Op een kaart die we op het
archief te Middelharnis ver
kregen, een defensiekaart van
omstreeks 1940, staat de een
denkooi aangegeven, de exac
te ligging geeft houvast aan het
geheel, hoewel deze kooi voor
de Tweede Wereldoorlog al was
gesloopt en geëgaliseerd. De
kaart kan enige jaren eerder
tot stand gekomen zijn.
Verder zijn er van de daarop
volgende jaren geen zaken te
melden. Het geheel zal, naar
we aan moeten nemen, naar
behoren gefunctioneerd heb
ben.
De heer Sieling heeft, zo kon
den we concluderen, de aan
stelling tot buitengewoon
gemeenteveldwachter verkre
gen. Echter, omdat hij lang
durig ziek was wordt er op
17 september 1928 door de
burgemeester van Mehssant
een verzoek gedaan. Hij richt
dit aan de Heer Commissaris
der Koningin in de provincie
Zuid-Holland te 's Gravenhage
en verzoekt om aanstelling
van Dirk Sieling, een zoon van
Jacob Sieling, tuinder alhier
'Omdat de Vader vooreerst wel niet
op de been zal komen, en Politie
toezicht op de eendenkooi dringend
nodig is'. Dit verzoek werd inge
willigd, lezen we verderop.
Ook lezen we dat de heer Sie
ling politiek en sociaal op
gemeentelijk niveau actief was.
Hij was o.a. raadslid en wet
houder voor de antirevolutio
naire partij van de gemeente
raad en was ook ambtenaar van
de burgerlijke stand.
Verder was hij lid van de schat
tingscommissie voor de Inkom
stenbelasting, ook lid van de
commissie voor winterbede
ling, secretaris van het Groene
kruis en bestuursHd van de
vereniging tot verkrijging van
onroerend goed voor landar
beiders.
Dan wordt er melding gemaakt
in de Maas en Scheldebode van
14 november 1928 bij het plaat
selijk nieuws dat 'Alhier is maan
dagavond in den ouderdom van 50
jaar overleden de heer J. Sieling,
sedert september 1919 raadslid en
wethouder dezer gemeente'. Dan
volgen de eerder genoemde
kwaliteiten en activiteiten van
de heer Sieling en wordt er
tevens melding gemaakt dat de
heer W Keur zijn opvolger is
op de lijst als gemeenteraads
lid. Echter, nadat twee perso
nen hadden bedankt voor deze
post, werd de heer I. Joppe
de opvolger van de heer Sie-
hng. In dezelfde krant,van 21
november 1928 staat bij de
burgerlijke stand van Melissant
vermeld: 'OverledenJ. Sieling 50
jaar, echtgenoot van L. Biemond'.
De heer Jacob Sieling werd op 15
november 1928 te Melissant begra-
In eerder genoemde Maas- en
Scheldebode van 6 november
1929, dus ongeveer een jaar
later, wordt gepubliceerd dat:
'NotarisVan der Sluis, ten ver
zoeke van Mej. Wed. J. Sieling op
31 October 1929 veiling, en op, 7
november 1929 afslag zal houden.
Ter herberge van M. van der Werf.
Er wordt dan aangeboden ter ver
koop: een huis,wagenhuü, schuren,
'lioomgaard, warenhuizen, serres,
tuin en bouwland. Twee arbeiders
woningen, zijnde de z.g. Stelle.
Een in volle exploitatie zijnde een
denkooi in de polder Roxenisse.
De Zalmvisserij onder Melissant,
bij de polders Roxenisse en Oud-
Herkingen. Ten gevolge van over
lijden'.
Deze afslag, die op 7 november
1929 werd gehouden, geeft
voor een deel duidelijkheid.
Het aangeboden huis gaat naar
de heer W. Vogelaar Dan wor
den er enige namen vermeld
die waarschijnlijk later weer
doorverkocht hebben. Ook
lopen er enige kopers aan.
Wel is hieruit te lezen en vast
komen te staan dat de visstal
mede met de zogenaamde Stel
le is gekocht door de heer A. de
Jager te Stellendam; deze heeft
het ook verder geëx
ploiteerd.
De beheerder van de
visstal, de heer J. Siesse,
die met zijn gezin in een
van de huisjes op Stelle
woonde, was ook werk
zaam voor de heer De
Jagen In 1933 gingen
er nog kinderen uit dit
gezin naar de Melis-
santse school. Omdat
de heer De Jager voor
het gekochte een aan
zienlijk bedrag betaal
de, kan worden aan
genomen dat de visstal
toch wel rendabel was.
Dit in tegenspraak tot
wat ouderen soms ver
telden.
Dan is er een akte van
verkoop en machtiging.
Waarin wordt vermeld:
'Op heden den veertienden
december negentien hon
derd negen en twintig zijn
voor mij Leendert van der
Sluys, Notaris te Dirksland
verschenen: De heer Pieter
Dirk Sieling, landbou
wer te Melissant. Volgens
zijn verklaring als last
hebber van Mejuffrouw
Lydia Biemond, wonende
te Melissant, weduwe van
de heer Jacob Sieling. Er
werd een onderhandse akte
van volmacht opgemaakt,
die ook geldig was bij de eerder
genoemde veiling. Er wordt aan 2
comparanten verkocht n.l. de heer
Dirk Sieling Leendertszoon, en de
heer Hendrik van Putten Hen
drikszoon. Het grote herenhuis met
schuurtjes, tuin, boomgaard met de
daarop staande warenhuizen enz.
aan de heer Dirk Sieling Leend
ertszoon.
Eene schuur met weiland, boom
gaard, tuinland, twee serres op
steenen voet enz. aan de heer Hen
drik van Putten Hendrikszoon'.
Deze Hendrik van Putten was
getrouwd met Lydia Sieling,
dochter van de overleden heer
Jacob Sieling.
De heer Hendrik van Putten
woonde met zijn gezin in het
huis dat de heer W. Vogelaar
gekocht had; zij hadden een
overeenkomst.
De aan het huis vaststaande
schuur en de eromheen lig
gende tuingronden werden
gefinancierd door Van Puttens
zwager, de heer Anthonie de
Koning. Van een deel van de
schimr is wat later een huis
gemaakt, met de diepe eerder
vermelde kelder eronder. In
dit huis heeft het gezin Leen
van Putten gewoond, die jong
overleden is.
In het grote herenhuis heeft
het gezin Dirk Sieling L.zoon
enige jaren gewoond. Hij is
daar tuinder geweest, ze zijn
daarna vertrokken naar een
huis in Roxenisse.
Een defensiekaart uil 1940 toont de ligging eendenkooi nabij Melissant nog.
De bekende P.D. Sieling
Na wat jaren van leegstand
heeft in 1938 de familie Van
Bruinisse dit huis 1938 gekocht
en zij hebben er een kleine
boerderij van gemaakt. De
latere generatie heeft het in de
oude staat teruggebracht en
het wordt nu door twee gezin
nen uit deze familie bewoond.
In de Maas- en Scheldebode
van 14 juni 1930 staat vermeld:
'A'aar men verneemt heeft H. Tiele-
man een woonhuis staande aan de
Nieuweweg onderhands verkocht
aan de Wed.J. Sieling'.
De eendenkooi is nog enige tijd'
door de familie voortgezet, al
dan niet eigendom zijnde van
de heer Anthonie de Koning.
De algemene mening onder
ouderen is wel dat de kooi
nooit echt heeft gerendeerd.
Enige factoren waren hiervan
de oorzaak.
Er is mij verteld dat de heer H.
van Putten toen over de kooi
ging. Mogelijk deed hij dat
voor zijn zwager De Koning,
details ontbreken hierover.
Ook heeft mijn vader, naast zijn
eigen werk, nog enige jaren de
kooi gerund. Enkele aardige
details uit die periode zijn:
mijn moeder kon elk moment
bevallen, en daarom had mijn
vader achter bij de schuur een
houten mast neergezet. Wan
neer het nodig mocht zijn kon
mijn moeder hierin een witte
vlag hijsen. Vanuit de
eendenkooi kon hij de
vlag dan zien en snel
naar huis gaan.
Ook is bekend,dat mijn
vader samen met een
bewoner van Stelle, een
keer veel paling in de
kooiplas heeft gevan
gen. Het water 'had
zijn gat omgegooid',
was toen het gezegde.
Iets wat waarschijnlijk
met warm en broeie
rig weer te maken had.
De paling kroop en
zwom op een bepaald
punt samen tegen de
oever en kon zo wor
den gevangen. De hele
familie en de bewoners
van Stelle hadden volop
paling.
Vader vertelde dat er 's
winters, vooral tijdens
perioden voor en met
flinke vorst, nogal wat
zogenoemde bovenlan-
dertjes werden gevan
gen. Dit was een klein
slag wilde eenden die
vanuit de Scandinavi
sche landen afkomstig
waren en bij zogenaamd
streng weer onze kant
op kwamen.
Ook vertelde mijn
vader dat hij soms
gaande door de kooi
wat brandende turf bij
zich had om verwaai
ing bij de wilde eenden
te voorkomen. Ook had
hij nog een flesje anijs-
olie, waarvan hij inder
tijd wat druppels door
het voer mengde. Dit
voer werd aan de een
den gegeven en had
hierdoor extra aantrek
kingskracht.
Toch zal het mijn vader niet
gelukt zijn om de kooi renda
bel te maken. Daarna is de kooi
niet meer in bedrijf geweest,
en is er een periode geweest
dat er niets gedaan werd. Een
ouder iemand vertelde dat de
eendenkooi wel voor het begin
van de Tweede Wereldoorlog
is geëgahseerd. De omringen
de indertijd opgeworpen dijk
werd in de kooiplas verwerkt.
Bij het slopen schijnt dat er
veel ongedierte tevoorschijn
is gekomen. Waarschijnlijk
bestaande uit bunzings, her
melijnen, wezels en ratten. Dit
.soort dieren had hier, zeker na
een periode van verwildering,
een ideaal onderkomen.
De kooi was dus opgeheven; er
werd bouwland van gemaakt.
Twee andere zwagers van eige
naar De Koning, de heren Lies
en Willem van Putten, hebben
tot 1951 de betreffende grond
als bouwland bewerkt. Het
was een stuk grond dat later
nog opvallend was in de pol
der, omdat er een kleine sloot
omheen liep. In 1951 verkocht
de heer De Koning de grond,
bij akte voor Notaris Hempe-
nius te Middelharnis, aan de
heer G.M. van der Baan.
Er is sprake van geweest dat
men op dit perceel olie gevon
den had, ongeveer eind jaren
zestig of begin jaren zeventig.
Er werden voorbereidingen
getroffen door een slagboom
op de toegangsdam te plaatsen,
en er werd een keet gezet. Toch
is dit op niets uitgelopen.
Daarna heeft de heer Van der
Baan het perceel als land
bouwgrond geëxploiteerd, en
in 1984, bij akte voor Notaris
Ter Braak te Dirksland, werd
bedoelde grond verkocht aan
de heer J.L. Mijnders.
Deze bracht de grond in bij de
Ruilverkaveling, en thans is de
oud-eendenkooi, die niet meer
zichtbaar is, ook niet door con
touren of iets dergelijks, een
deel van een groot perceel dat
in eigendom is van de heer M.
van den Broek.
Van de visstal is verder niets
bekend. Van lieverlee ging de
zalmvangst achteruit en kun
nen we aannemen dat het niet
meer rendeerde.
Van sloop van de stal is niets
bekend, maar aangenomen
kan worden dat, als je aan
zoiets in de loop der jaren niets
doet, dit toch wel verdwijnt en
weer in de natuur wordt opge
nomen. Zeker omdat twee keer
per etmaal, soms met storm
e.d., water tot aan de dijk
kwam. In de jaren veertig en
begin jaren vijftig waren er op
het slik bij laag water nog wel
wat stompen te zien. Dat waren
waarschijnlijk de restanten van
de visstal.
Zo zijn de beide vanginstal-
laties in een periode van krap
twintig jaar gebouwd en weer
verdwenen...
Voor onze latere generatie, en
voor nu, is het goed om deze
herinneringen, die verbonden
zijn aan onze streek en geboor
tegrond te behouden.