^'™Ï,ITk Meditatie Oude machines en tractoren weer in actie Vervolg verhaal RAAD DAAD WERK Veel volk Gods (1) Fietstocht Ouddorp EN U EiiAnoEn-niEuws Te Korinthe Aansporins Verzekering BIEFSTUKKEN 90E¥ OPDOFFEN KASTEIEREN PAGINA 5 VRIJDAG 8 AUGUSTUS 2008 Blik Qp kerk en samenleving - Labadisme een sekte? - Een verzoeking Een paar weken geleden schreef ik iets over sekten. Het is altijd moeilijk precies te zeggen wat een sekte is. Aanhangers van een bepaalde groep willen meestal niet als sekte worden aangeduid, ook al heeft die groep sektarische neigingen. Sekte wordt dan toch te veel als scheldwoord beschouwd... Kenmerken van een sekte is in ieder geval dat de centrale liguur, zeg maar de leider, iets charismatisch heeft en een geweldige impact op zijn volgelingen, zodat zijn woord voor hen wet is. Boven dien is het aan sekten eigen dat ze iets exclusiefs hebben: "wat hier te horen is, dat hoor je nergens". Dat houdt per defi nitie in dat de sekte zich afzet tegen alles en iedereen, vooral tegen de groep vvaarnit men is voortgekomen. De geschiedenis van ons land kent vele sekten. Met name de (;ereformeerde Kerk hier te lande (de Kerk in de tijd van de Republiek, van 1600 ïoi 1800). Meestal was deze sekten geen lang leven beschoren, maar gingen ze weer teniet als er geen leider meer was. De Kerk heeft zich dan ook niet zo druk gemaakt over allerlei sekten, omdat zij wel wist dat deze van tijdelijke aard waren. Toch kon men op het moment behoorlijk last hebben van deze sekten... Een vraag die me werd voorge legd naar aanleiding van mijn stukje was deze: vvas het Laba disme een sekte? De vraagstel ler geeft met die vraag blijk tamelijk goed te zijn onderlegd in de vaderlandse kerkhislo- rie. Voor hen die er minder van weten, Jean de Labadie was aanvankelijk rooms pries ter, later gereformeerd predi kant. Naar ons land gekomen omstreeks 1660 bleek hij een aanhanger te zijn van de Nade re Reformatie. Hij voerde ech ter het gedachtegoed van die beweging zo radicaal door dat hij werd afgezet. Toen begon hij voor zichzelf... Hij ver zamelde een groep inensen om zich heen die zijn ideeën deelden, en voor hen werd hij de grote profeet. Onverteer baar was dat tot die groep ook Anna Maria van Schurman behoorde, een vrouw 'die het wonder van haar eeuw' werd genoemd. Zij was zeer geleerd, beheerste allerlei talen, en was bovendien zeer gezien in krin gen van de Nadere Reforma tie (Voetius, Van Lodenstein, enz.) Zij gaf heel haar weten schappelijke bagage prijs en volgde De Labadie, die een gemeente van Uniter wederge borenen wilde. De groep van De Labadie zwierf overal heen, tot in Denemarken toe. Daar overleed trouwens de leider. Daarna kwamen de Labadi'sten terug naar Holland en vestig den ze zich op VValtha State te Wieuwerd (Fr.) en daar over leed ook in 1678 Anna Maria. De Labadisten vormden een soort kolonie en gingen hoe langer hoe verder. Bij de vie ring van het Avondmaal werd zelfs gedanst! De groep werd steeds kleiner en is in de 18e eeuw volkomen teniet gegaan. Deze (summiere) gegevens zijn gauw verteld, maar het Laba disme is voor de Kerk van die dagen toch een grote verzoe king geweest, temeer daar er akkoorden werden aangesla gen die weerklank \onden. Wat De Labadie verkondigde, leefde in brede kringen. Zelfs de grote Wilhelmus a Brakel heeft serieus overwogen oï hij zich bij de groep moest aan sluiten. Na een week van vas ten en bidden bleef hij toch in de Kerk en later heeft hij waarschuwende woorden aan het Labadisme gericht. Even als trouwens Jac. Koelman, die toch wel reden had om zich van de Kerk af te scheiden, want hij was om dezelfde ideeën als De Labadie afgezet... Nu heb ik eigenlijk de vraag niet beantwoord. Of toch wel? Want ik zou niet weten, op grond van het bovenstaande, hoe ik het Labadisme anders zou moeten benoemen dan met het woord 'sekte'. Hoewel het Labadisme, misschien niet zo uitgesproken, altijd in de Kerk als onderstroom aanwe zig is gebleven. Waarnemer PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND Beroepen te Den Haag (Beztii- denhout). kandidaat B. Boots- ma-Gerritsen te Amsterdam; te Kampen (wijk 3), ds. F.J.K. van Santen te .Noordhorn en Saak- sum; te Kralingen (wijkgem. Immanuel; hervormd), ds. E.J. Vledder te Steenbergen, die dit beroep heeft aangenomen: te Rotterdam-Zuid (g.v. Ikazia Ziekenhuis), ds .-X.H. Tamniin- ga te Enkhuizen. Aangenomen naar Didam, ds...\.L'. Melzer te Holten. Op dinsdag 12 augustus staat er een fietstocht door Oud- dorps dreven op het pro- granmia. Een mooi uitgezette fietstocht, ca. 20 km lang, door de omgeving van het dorp. De tocJit duurt ruim een uur, onderweg is er een verrassing en na alloop staat er een kopje kolfie/thee of frisdrank klaai". De tocht begint tussen 19.00 en 19.30 uur, verzamelplaats is de ingang van de Gereformeerde Kerk aan de Dorpstienden. Hiei' krijgt u verdere informa tie. Iedereen is van harte uitge nodigd om deel te nemen aan de fietstocht (kinderen onder begeleiding!). Deelname is gra tis maar een kleine bijdrage is altijd welkom. ■mi Ik heb i'eel volk in deze stad." (Handelingen 18 10b) hl een zekere nacht verschijnt de Heerc Jezus CÜnistus aan faulus, terwijl hij slaapt, in een droom. Hij spreekt tot hem, 'Zijt niet bevreesd, maar spreek t'n zwijg niet; want Ik ben met u. en niemand zal de hand aan 11 leggen om u kxvaad te doen: «ant Ik heb veel volk in deze stad' (Hand. 18:9, 10). ■M enige tijd hield Paulus zich op in de havenstad Korin the, hoofdstad \'an Achaje in Griekenland. Hij had er de Jood Aquila ontmoet, met zijn vrouw Priscilla. Gezamenlijk oefenden zij hun oude beroep uit, het handmatig fabriceren van tenten. Op de sabbatten sprak Paulus in de synagoge, en bewoog Joden en Grieken tot het geloof in de Zaligiuaker. Geargumenteerd uit de Heilige Schriften toonde hij de aanne- nielijkheid van zijn leer aan dat Jezus Ghristus - de Nazaréner - de Zoon van (iod is. Tegen stand en lastering, met name van de kant van de godsdien stige Joden, veroorzaakten dat hij uiteindelijk van hen scheid de. Hij verliet de synagoge en kwaiTi in het aanpalende huis van een zekere Justus, een jodengenoot. Deze Justus ont ving hem hartelijk iji zijn huis. Daar was ook Grispus, overste van de synagoge, die met zijn gehele gezin tot geloof in de Heere Jezus kwam. Van hem deelt Paulus ons mee, dat hij hem ook gedoopt heeft 1 Kor. 1:14). Vele Korinthiërs, zowel Joden als Grieken, hoorden \'anaf die tijd het Evangelie, geloof den en werden gedoopt. De al spoedig door de Joden ont ketende tegenwerking, die nooit is overgegaan, kon niet verhinderen dat het Evangelie door velen gehoord en geloofd werd. Ongetwijfeld laaide de afkeer van de Joden tegen over Paulus tot steeds grotere hoogte op, als zij zagen hoe velen - ook van de voornaam sten onder hen - zich gewon nen gaven. De Heere Cliristus verschijnt aan Paulus in de nacht, in een droom. Enkele malen vaker gebeurde dit. Juist op di'e momenten dat cle apostel het nodig had. Mede dankzij de genoten zegeningen in Korin the, te weten de velen die door God tot geloof in Ghristus wer den gebracht, zaten de vijan den van het Evangelie \'an het kruis niet stil. Paulus' leven liep mogelijk gevaar Mi.sschien overwoog hij uit de stad uit te wijken. Op een voor hem cru ciaal moment bemoedigt de Heere hem, onverwachts en verrassingsvol. De Heere spoort Zijn knecht aan niet te versagen. Vrees of aniTst is een slechte raadge ver. Daarom zegt Hij, 'Zijt niet be\reesd'. E\enmin als de pro leten eertijds hoefde de apostel angstig te zijn. Maar, angst is ook voor Gods knechten niets vreemds. Vijandige uitingen, duivelse aanvechtingen, onge lovige en botte reacties doen de haren te berge rijzen (vgl. Job 4:15; Ps. 119:120). Twij fel in het eigen hart, zondige verzoekingen en bij tijden een aanklagend geweten \erster- ken de al aanwezige gevoelens \an schrik en ontzetting. .Angst snoert de keel dicht. Stuntelend en stotterend praat een bang mens nog enkele wooiden. Maar de Heere bemoedigt Zijn knecht bovenmate. Hij, Die de mond heeft gemaakt (vgl. Ex. 4:11), spoort Paulus tot spreken aan: 'Spreek, en zwijg niet'. Hij geeft hem opnieuw vrijmoedigheid in het verkondigen van het Exangelie. Gezwegen mag er niet worden. Alle inwoners van Korinthe en omgeving dienen het goede nieuws, de blijde boodschap van Gods genade te \ernenien. Paulus kan en mag er niet van zwijgen. Vooral niet. als de Heere hem aansptnirt en verzekert van Zijn gewisse en machtige hulp in de strijd. De Heere verzekert! Want Christus zegt, 'Ik ben met u. en niemand zal de hand aan u leggen oni u kwaad te doen'. Hij laat Zijn dienst knechten niet alleen. Vlak voor Zijn hemelvaart zei Hij, 'Zie, Ik ben met ulieden al cle dagen tot de voleinding der wereld' (Matth. 28:20). Altijd vergezelt Ghristus Zijn diena ren', d(X)r de Heilige Geest. Hij assisteert hen, geeft hen licht en bekwaamheid, ook vrucht op hun werk. En, Hij bescheritH de Zijnen 'tegen woed' en overlast' (Ps. 75:2 ber.). Zonder Zijn toelating kan geen vijand ook maar iemand van Zijn volk schade doen. Hij toomt de vijanden in, legt hen aan banden, ót Hij bekeert hen krachtdadig. O,' het is Zijn heerlijk weA. om Zijn hardst van woede blazende vijanden U)l Zijn innigste vrienden te maken. Kent u, ken jij deze machtige God al? Dient u reeds met Zijn talrijk volk de Zoon van deze God? DS. H. LASSCHE Ouddorp Deze vraag- en anliuoordrulniek slaat geheel len dienste van de lezer die er koslenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuius, Postbus 8, 3240 AA Middelhamis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriekvermeld. De vragen worden door deskundigen he.antxuoord en zullen binnen enkele lueken na de inzending compleel mei nntwonrd in deze rubriek ivorden gepubliceerd. DE VASTS BURCHT A het waai, diU liet lied 'Een vaste Imreht' iti Wenen is geimmkl tij dens hei beleg dimr de Turken Antwoord: Nee, het werd al eerder geschreven door Mar tin Luther, die niet alleen the oloog was, maar ook dichtte en componeerde. Het komt al voor in het zgn. Klugsche Gezangboek van 1528, dus voor de eerste belegering van Wenen door de lurken. Luther heeft zich intensief bezig gebonden mei de her- voririing \an de kerkliturgie. Ook de muzikale inbreng werd door hem ingrijpend veran derd. Hij verving de Latijnse koorzang door samenzang \an de getueente in de landstaal en clroeg daarvoor persoonlijk bij aan hel nieuwe repertoire. Hij werd de grondlegger \an de evangelische kerknuiziek en naast zijn hymnologie in de volkstaal ontwierp hij ook nog het koraal, dat zo 'n enorme invloed kreeg op andere Duit se coinponislen. Wat is lock bet verschil Inssen hief stuk, lournedos, kogel- resp. Hul- Imidse biefstuk, bilvlees, entrecote en biefstuk van de luias Antwoord: Daarover heerst vaak misverstand. Men vraagt de slager wel eens naar bilvlees als iTien haas bedoelt, maar die komt niet van de achterzijde! Bekijk bij uw slager of In een encyclopedie eens de tekening van een rund. Van kop naar staart bezien komt dan eerst de schoudermuis waarvan men zgn. Hollandse biefstuk en bak- lappen snijdt. Die toevoeging 'Hollandse' duidt er al op, dat het niet om echte biefstuk vol gens de internationale opvat tingen gaal. Na de ribben volgt aan weerszijden van de rug gengraat eerst de dunne lende, waarvan de slagers o.m. len- denbiefstuk of entrecote en ros- bief snijden. Als u op het menu in een restaurant in fraai Fians entrecote ziet staan, weet u nu dat dit niet zulke beste biefstuk is. De echte haasbiefstuk komt van het gedeelte tussen lende en zgn. vanglap aan de onder zijde. De haas is de allerbeste biefstuk. Daarvan komen cha teaubriand en tonrnedos, resp. ossenhaas. Veel slagers hebben geen haas in voorraad omdat ze dat vlees aan de restaurants leveren. Het aansluitend deel op de tekening na de haas is de slip van de lende, waar de beste rosbief vandaan komt. F,r achter volgt het spierstuk waar uit o.m. kogelbiefstuk wordt verkocht. Boven de lendeslip bevindt zich de dikke lende, waaruit ook Hollandse biefstuk wordt gehaald, mei hierna het staartstuk. Dan volgt boven aan de muis, door leken wel bil genoemd, waar veel rookvlees wordt afgesneden. Die muis heet in slagerskringen geen bil. De platte bil zit eronder en daarvan komen o.a. rookvlees en gehakte biefstuk. Hieron der, op de plaats die leken dij zouden noemen, ligt de ronde bil en die levert nog Hollandse en gehakte biefstuk en rollade. Onze leren poefivordt lelijk. Wal kunnen we daar aan doen? Antwoord: U kunt het oude leer niet best meer verven, maar wel inwrijven met blanke vaseline. Desgewenst kunt u deze eerst vermengen met wat textielverf in de gewenste tint. Breng dat mengsel met een zachte borstel op en poets het voorzichtig uit. Cia of laat niet meer op de poef zitten. Hoe lang blijven kippeneieren in een gewone keukenkast goed? Antwoord: Als het warm is in de keuken door koken, bakken en braden, zon op de ramen of evt. verwarming, blijven de onbevruchte winkeleieren ongeveer 15 a 20 dagen goed, en de bevruchte van eigen kip pen hooguit 12 dagen. Met het oog op de wel eens voor komende .salmonellabacterie adviseren wij u de rauwe eie ren liever in de koelkast te bewaren. GOEDEREEDE - Zaterdag was het weer een drukte van belang op de 'Open dag voor machines en tractoren' aan de Oostdijkseweg bij Cioeder- eede. Velen beleefden de nos talgische tijd weer tussen het machure- en motorengeronk. In de volksmond heet het jaar lijks terugkerend evenement toch nog 'Trekkertjesdag' en dat dit niet onterecht is bevvijsi deze foto die door de fotograaf is genomen vanuit een metalen kooitje dat aan een oude graaf machine was gemonteerd. Men krijgt zo een mooi overzicht van de vele 'trekkertjes' die op die dag aanwezig waren. /'(;/()-■ Fenlnirti Fltiktiee 109- m Fransje komt langzaam weer tot bewustzijn. Als moeder hem vraagt of hij pijn heeft, schudt hij zijn hoofd. Maar als hij wil gaan zitten komt er een pijnlijke trek op zijn gezicht en hij laat zich meteen weer in 't kussen vallen. Moeder zegt dat hij dat vooral niet doen moet, omdat de grote snee in zijn buik, die de dokter weer heeft toegenaaid, alleen kan helen als hij absoluut stilt blijft liggen. Fransjes oog valt weer op het beeld je aan de wand. Wien ist dat? wil hij weten. Het is een of andere heilige van cle roomsen, zegt vader, maar welke weet hij niet. Fransje neeirit zich voor dat als hij die vriendelijke zuster Maria weer ziet, hij het haar eens zal vragen. Eindelijk breekt dan het ogenblik aan waar moeder zo tegenop gezien heeft. Voorzichtig bereidt ze Fransje er op voor dat zij weer naar huis moeten, terwijl hij hier nog een paar nachtjes moet blijven. Zijn gezicht betiekt hele maal. Hij kan toch wel weer in Maria's bedstee slapen? Nee, eerst moet die grote snee iu zijn buik genezen zijn. Hij zou toch niet willen dat die weer open zou gaan, als vader hem droeg? Dat zou verschrikkelijk zijn, want dan zou hij wel dood kunnen bloeden. Trouwens, de dokter en de zusters moeten een oogje op hem houden, want die weten precies wat ze moeten doen als er iets niet iit orde is, en dat weten gewone mensen zoals vader en moeder niet. Hoe lang moet hij hier dan wel blij ven? En komen zij dan pas terug als ze hem weer mee naar huis kunnen nemen? Vader belooft dat moeder hem morgen weer zal komen bezoe ken, en hij zaterdag. En misschien komt Maria of Bram hem ook wel opzoeken. Zullen we dat doen? Ja, dat moet dan maar. Maar dan kan hij zondag ook niet naar de kerk als dominee Kok er is! Ja, daar is niets aan te doen. Maar ze zullen de domi nee laten weten dat Fransje in het zie- kenhuis'Iigt, dan kan die zondag in de kerk voor hem bidden. En ook zij zul len de Heere vragen hem gauw weer beter te maken. Fransje heeft een erg onrustige nacht. Een zuster houdt de hele nacht de wacht bij zijn bed. En de dokters hou den hem nauwlettend in de gaten. Hij heeft nog steeds ktiorts, hoewel dat op zichzelf niet alarmerend is. De zuster konstateert een geringe pusaf- scheiding, wat zowel een goed als een slecht teken kan zijn. Dat hangt er van af hoe\'eel etter er zich in zijn buik holte vormt. De \'olgende morgen komt zuster Maria weer op de zaal. Ze gaat eerst en vooral naar Fransje kijken. Ze wast zijn gezicht en handen en vraagt of hij lekker geslapen heeft. Hij knikt. Hij is blij haar te zien, al kan ze dan de plaats van moeder niet innemen. Hij wijst naar het heiligenbeeldje en vraagt wie dat is. O, dat is den heili gen Fi-anciscus van Assisi. Wie is dat? O, dat was zo een goeien mens. Die leefde honderden jaren geleden, en die deed zoveul goed. Waarom zitten al die vogels op zijn arm en schouders en hoofd? O, daar hield hij zoveul \an. Dat waren zijne vriencljes. Daar praatte hij mee en daar preekte hij teugen. Was hij dan een dominee? Zuster Maria aarzelt even. Ze kijkt hem aan en zegt dan: Ja, zoiets. Dan zegt ze verrast: Wete gij wel, Fraanske, da gij naar dien mens vernoemd zijt? Die heette Franciscus, en gij heet Fraans ke. Da klopt percies. Houde gij ook veul van veugelkes? Daar kan Fransje met een hartgrondig ja op antwoorden. Maar die magere man in zijn lange bruine kleed preek te tot de vogels. Dacht hij dan dat die een ziel hadden? Hij kijkt het beeldje er wantrouwig op aan. Zuster Maria vervolgt: Den heiligen Franciscus houdt ook veul van kleine jonkskes. Ge mot maar aan hem vrage of hij ook voor j(3u bidde wil da ge gauw beter mag worre. Mae jie zei toch at 'n allaank doad is? Dan kant 'n me toch zeker ginièns oaren! Bid jie dan tegen die man? Ja, de zuster moet toegeven dat ze dat doet. Haar orde is naar hem genoemd, dus is hij haar beschermheilige. De blik die Fransje haar toewerpt houdt een mengsel van verbazing, teleurstelling, medelijden, en toorn in. Hij windt zich op en zegt scherp; Mae jie mag tegen gin doaie mensen bidden. Dat wilt 'n lère volstrekt nie aen. Je mag alliènig mae tegen den lère bidden. En je mag ok gin beel den niaeken. Dat wilt 'n lère ok nie aen. Je mè mae gauw an den lère vraegen of at 'N je 'n nieuw arte wil geven en of at 'N 't je vergeven wilt da je tegen beelden ebid eit. En a je 't euswaer miènt, en der spiet van eit, dan mag je laeter toch nog bie Z'n in 'n emel kommen. Fransje heeft moeders lessen goed geleerd. Hij herhaalt bijna woordelijk wat die hem maanden geleden reeds verteld heeft, en gebruikt daarbij zelfs het woord 'volstrekt', dat hij anders nooit gebruikt omdat dat een grote mensenwoord is. Maar nu is het zuster Maria's beurt om hem stomverbaasd aan te kijken. Is dat ventje een verdoemelijke kleine ketter of.of.een heilige in zakfor maat? Ze heeft nog nooit zulke taai gehoord, en zeker niet uit de mond van een kind. De verbazing in haa'" ogen maakt langzaam plaats voor een bhk die hij al zo vaak in moeders ogen gezien heeft, als hij haar verdriet aan gedaan had. Hii heeft er spijt van dat hij haar zoeven gekwetst heeft. Daar om zegt hij vergoelijkend: Ik za wè voe je bidden tegen den lère. En a je'r euswaer spiet van eit, dan mag je toch Z'n kind wezen -en laeter bie Z'n in 'n emel kommen, herhaalt hij met nadruk en op veel milder toon. Dan doet de zuster iets dat beslist tegen de regels van haar orde en die van het ziekenhuis is ze buigt zich schielijk over zijn bed en drukt een tedere kus op zijn voorhoofd. Er staan zowaar tranen in haar ogen. En ik zal voor jou bidde, fluistert ze. Teugen ons lief Eerke, voegt ze er dan nog geruststellend aan toe. Tegen cle middag krijgt hij onver wachts bezoek. Het is een lange man, die een lang zwart kleed draagt dat tot op zijn schoenen hangt, en waaiop van voren een rij kleine zwarte knoop jes staan die van zijn vooruitstekende adamsappel tot zijn voeten leiken. (wordt ven'olgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2008 | | pagina 5