Vogeldeskundige Krijn Tanis is dol op deze acrobaat, maar constateert dat ook het eiland helaas te netjes is geworden voor stads- en dorpsvogels
EIIAItOEl1.niEtJWS
OUDDORP - Koningin
nedag windt de Oud-
dorpse vogelexpert
Krijn Tanis op om een
totaal andere reden: de
gierzwaluwen arriveren
weer. Het is altijd rond
Koninginnedag dat deze
'srie, srie, srie' krij
sende vogels, met hun
donkere, sikkelvormige
silhouet, Nederland
binnenvliegen, na een
afmattende tocht van
zeker achtduizend kilo
meter uit Afrika. Krijn
Tanis is dol op deze
acrobaten, die werkelijk
alles in de lucht doen,
zelfs slapen. Hij kan er
bewonderend en ont
roerd uren over praten.
Maar de blijdschap om
hun terugkeer doet hem
tegelijk ook somberen.
Gierzwaluwen hebben
op Goeree-Overflakkee
steeds minder nestge-
legenheid, net als de
huismus, de spreeuw,
gekraagde roodstaart en
witte kwikstaart. De oor
zaken zijn niet exclusief
voor het eiland. Overal
in Nederland worden
huizen bouwkundig
volledig afgesloten
opgeleverd, zodat er
geen spleet, gat of kier
overblijft. En overal
wordt rommelige groen
weggemaaid, openbaar
groen opgeheven en
veranderen tuinen in
steenwoestijnen. Voor
dorps- en stadsvogels is
er nauwelijks plek meer.
Krijn Tanis, voorzit
ter van de eilandelijke
vogelwerkgroep, treurt
hierover. Vogels horen
bij een dorp, vindt hij.
"Stel je eens voor datje
op een dag geen vogel
meer zou horen of zien.
Ik denk datje ze zou
missen." Het hoeft ook
niet zover te komen. Met
vrij eenvoudige maat
regelen kunnen aanne
mers, architecten, maar
ook particulieren het
onheil voorkomen. Een
reportage.
Achteruitgang
Initiatief
Niet-geslachtsrijp
Kunstmatige nesten
Lyrisch
Ziekenhuis
PAGINA 4
VRIJDAG 4 APRIL 2008
Ook voor gierzwaluw op Goeree zijn
al kunstmatige nesten nodig
Door Gert van Engelen
Knjn Tanis toont in zijn achtertuin de ipeciale dakpannen met holte voor broedende gierzwaluwen.
te bestellen zijn.
Nederland is te netjes gewor
den, zegt Krijn Tanis aan de
tafel in zijn woonhuis, en (Joe-
ree-Overflakkee vormt daar
geen uitzondering op. "\'roeger
was het landschap kleinschalig.
Je had overal boerderijen, met
schuren, hokken en stallen en
overhoekjes. Overal werden
kippen gehouden, op de grond
lag volop voedsel: kippenvoer,
kruimels. De daken waren in
die tijd niet afgesloten. Dus de
vogels konden makkelijk onder
de dakpannen terecht, of anders
in smalle spleten en gaten, want
veel van die boerderijen waren
vaak eeuwenoud en vervallen.
Er waren broedplaatsen genoeg.
Het barstte er van de mus,sen."
Heel langzaam is het aanzien van
stad en land radicaal veranderd.
Op de daken kwamen 'sneldek
kers', waar vogels niet onder
kunnen kruipen. Boerderijen
werden gesloopt en vervangen
door zielloze, water- en spieet-
dichte loodsen. Nieuwbouw
heeft door de geperfectioneer
de bouwtechnieken geleid tot
woningen die volledig holtevrij
zijn. Bij reno\'atieprojecten wor
den alle kieren dichtgesmeerd.
Steeds compacter wordt er
gebouwd in de steden en dor
pen. Daardoor verdwijnt veel
openbaar groen. Tuinen zijn
geen aandoenlijke lapjes grond
meer, maar strak geregisseerde
ontwerpen met tegels, schuttin
gen en bovenal beton. Bosjes,
struiken en plantsoentjes wor
den resoluut \erwijderd. En
massaal duikt overal de vogel-
schroot op, die kunstoflatjes met
opstaande tralietjes, die vogels
beletten om onder de dakpan
nen te nestelen.
"Overal in Nederland gaat
het rommelige weg", vat Tanis
samen. "Het is te opgeruimd,
te netjes geworden. En voor
die vogels is het dan einde ver
haal."
Dat klinkt nogal definitief en
dreigend, maar Tanis meent
het. Stads- en dorpsvogels wordt
het steeds moeilijker gemaakt
om te overleven. Het gaat zo
slecht met sommige vogels die
voorheen talrijk waren in de
tuinen, vijvers, parken, plassen,
kanalen, begraafplaatsen en ber
men, dat ze op de Rode Lijst van
Bedreigde Soorten terecht zijn
gekomen. Tanis: "Het bekend
ste voorbeeld is de huismus, die
in hoog tempo ontzettend ach
teruit is gegaan." Andere voor
beelden zijn de huiszwaliiw en
de kuifleeuwerik.
Vogelbescherming Nederland
slaat regelmatig alarm over de
teloorgang van de stads- en
dorpsvogels. Voor de huismus
worden landelijke actieplannen
uitgewerkt, die zich gaan uit
strekken over een lange reeks
van jaren: de mus herstelt zich
niet zomaar De eilandelijke
vogelwerkgroep, onderdeel van
de Vereniging voor Natuur en
LandschapGoeree-Overflakkee,
sluit zich vanzelfsprekend aan
bij alle reddende activiteiten.
Niet door een eigen, eilandelijk
actieplan voor het behoud van
de huismus op te stellen, maar
door de eilandbewoners te wij
zen op het grote belang van
nestgelegenheid.
Want het gaat niet alleen om de
huismus, zegt Tanis, het gaat
om het geheel. Hij licht dat
toe: "Stads- en dorpsvogels zijn
vogels die aan mensen verbon
den zijn. Niet alleen de huis
mus voelt zich in onze nabijheid
thuis, óók de merel, de spreeuw,
gekraagde roodstaart en witte
kwikstaart. Er zijn heel veel
soorten die in een stad of dorp
willen leven, en dat moeten wij als
memen stwuderet} door ze nestgele
genheid te genen.
Hetsluipendegebrekaan nestge
legenheid is kwalijker dan men
sen gemiddeld denkc'n, waar
schuwt Tanis. "De aanwezigheid
van stads- en dorpsvogels zorgt
voor een goed leeünilieu. Ook
voor de mensen zelf Ze kunnei\
ervan genieten; vogels zijn een
verrijking van litui leven. Als de
vogels zouden verdwijnen, zou
je ze missen, en het is ook .slecht
voor jezelf. Vandaar dat wij de
mensen oproepen om voor
nestgelegenheid te zorgen. Daar
hebben ze direct baat bij: als de
vogels talrijker worden, worden
ze zelf ook rijker."
Wat kimnen particulieren dan
doen?-' Wat moeten ze onderne
men om de achteruitgang \'an
de vogelstand te stoppenr
"Veel initiatief moet bij de men
sen zelf liggen", reageert 'Tanis.
"Als je een tuin aanlegt, maak
er dan geen betonvlakte van.
Want dat is nogal onvriendelijk,
voor de vogels, maar ook voor
de planten en vlinders." Vogel-
schroten zijn dikwijls dwingend
voorgeschreven in gemeente
lijke bouwbesluiten. Maar de
vogelschroot hoeft niet perse
op de onderste lat van een dak
getimmerd te worden. Tanis; 'Je
kunt 'm ook op de tweede panlat
aanbrengen, zodat de onderste
rij vrij blijft vtxjr vogels die wil
len nestelen. Als de opdrachtge
ver ermee akkoord gaat, hoeft
dit voor aannemers en architec
ten geen probleem te zijn."
Particulieren kunnen ook heel
praktisch kunstmatige nest-
holten in of aan hini woonhuis
plaatsen. Voor de huismus is een
verstelbare mussennestkast in
de maak, die variabel in grootte
die bij hem
hoto: Favtilie Tanis
is. Dit prototype wordt beproefd
en in productie genomen zodra
de proeven zijn afgerond. Maar
voor de gierzwaluw, nog zo'n
broedvogel die in keurig Neder
land letterlijk z'n ei niet kwijt
kan, zijn al speciale dakpannen
en speciale gierzwaluwstenen
beschikbaar Op enkele locaties
wen kunnen eigenlijk niet aan
de grond komen, /e zouden de
lange hand|)ennen besdiadi-
gen. Zij hebben hele korte po
tjes, met vier .scherpe klauwtjes,
die alle naar voren zijn gericht.
Daarmee kimnen ze zich aan een
muur vaslklam])en. Om weg te
komen, laten ze zich vallen. Als
je een gier/waluw op de grond
ziel zitten, moet je 'm omhoog
werpen; zelfstandig kan hij niel
op.st)jgen."
Alleen de vrouwtjes honden het
korte lijd uit op de vaste grond,
als zij van half mei lol hall juni
op de eieren broeden. Dal zijn
er twee of diie, nooii meer.
'Terwijl de vrouwtjes broeden,
gieren de mannetjes in gillende
vluchten door hel luchtruim. 'Zij
houden hun bek opengesperd,
om zo de insecten te kunnen
vangen waarvan ze leven: \lie-
gen, wantsen, kevers, bladluizen
en aëronaute spinnetjes (lucht-
plankton). De insecten worden
achterin de keel met speeksel-
achtige vloeistof aaneengekit tol
een balletje, dat als voed.sel voor
de jongen dient.
Tussen de met enorme snelheid
scherende gierzwaluwen zitten
ook de nog niet-geslachtsrijpe
exemplaren. Zo jong als ze zijn,
hebben ze al hun kenmerkende
eigenschappen. 'Tanis: "Ze vlie
gen over de openingen van een
nestkast of over spleten in dak
pannen om, zo alvast voor vol
gend jaar, in hun kopje te pren
ten waar zij zélf zullen gaan nes
bijzonder dal dit zo gemaakt is.
Dat vind ik zó mooi."
En ineens is het voorbij. In de
eerste week van augustus lijken
de gierzwaluwen elkaar te roe
pen en vertrekken ze massaal
van de ene op de andere dag,
terug naar Afrika. Slecht.s enkele
blijven nog tot in september in
Nederland.
Krijn lanis wil met deze uit
eenzelling maar zeggen dat het
"genieten is" van de gierzwalu
wen, vooral van die wervelende,
krijsende vluchten. "Dal hoort
hij een dorp." Daarom pleit hij
ei harlslochtelijk voor om ze te
helpen met nestgelegenheid.
Gierzwaluwen broeden in de
bebouwde omgeving bij voor-
keur in spleten, scheuren, gaten
en onder dakpannen. Maar ook
voor deze vogels zijn die steeds
minder voorhanden, doordat
bij dakisolatie of -renovatie
"alles wordt dichtgemaakt". "Of
er komt een zinken dak, en dan
houdt het op."
Maar er is redding mogelijk:
via de vogelwerkgroep zijn drie
soorten nestholten te bestellen.
De ene is een gierzwaluwdak-
pan, die een invliegopening
heeft van 6,5 cm breed en 3,5
cm hoog. Deze pannen, in vele
typen en kleuren verkrijgbaar,
kunnen alleen op daken met
een helling van 45graden wor
den aangebracht en horen op
de noord- of oostzijde of half
weg te worden geplaatst. "De
zuidzijde is te heel voor de eie-
Bij de restauraüe is het hele dak
eraf geweest. In overleg mei de
architect en de opdraclitge\ei
hebben wij in 1996 boven in het
koor, in tufsteen, twaalf openin-
geljes van 20 bij 15 cm mogen
maken. Die nesten zijn allemaal
bezet geraakt."
De voormalige chicoreifabriek
'De Sto\c' aan de Dorpsweg in
Ouddorp is helemaal gesloopt,
maar "in dezelfde contouien
opgebouwd" tol het apparte
mentengebouw 'De ()nvei-
wachte'. In de fabriek broedden
voor de sloop jaarlijks zo'n twin
tig gierzwaluw))aartjes. Bovenin
heeft de werkgioep zes nestkas-
ten en een serie gierzwaluwdak-
pannen mogen installeren. "We
konden de nesten niet op dezelf
de, vertrouwde plek terugbren
gen, dus ze zijn nog niet bezet.
Maar we hebben er vertrouwen
in dat het goed komt; ze moe
ten er nog aan wennen. Dat k;iii
best een aantal jaren duren. Een
nestkast is inmiddels door een
gierzwaluw bezocht."
Het ziekenhuis in üirksland
heeft de gierzwaluwen evenmin
veronachtzaamd. Bij renova-
üe enkele jaren geleden heeft
de werkgi'oep, samen met een
"razend enthousiaste aannemer
en medewerker van het zieken
huis", onder de randen van de
platte daken nestkasten in de
muur kunnen metselen. Deze
kasten hebben een driedubbele
functie. Ook bijen en vleermui
zen hebben er toegang.
Een laatste hoopvol project
betreft de Molendijk in ()olt-
Bovenin hel hoor van de kerk in de Oiiddarp.se ring zitten in totaal twaalf openingetjes, bedoeld voor broedende gierzwaluwen.
Deze nesten zijn inmiddels allemaal bezet.
Foto: Gert van Engelen
Wie goed kijkt, ziet bovenin het appartementengebouw aan de Dorpsweg in Ouddorp, net onder de dakrand, stenen gierzwaluwennesten zitten.
Op het dak zijn daarnaast gierzwaluiodahpannen aangebracht. (-"'t van Engein
op Flakkee heeft de vogelwerk
groep ze al mogen inbouwen.
Via dit artikel roept Tanis vooral
particulieren op om ze óók te
bestellen.
De gierzwaluw (Apus apus) is
slechts zo'n drie maanden in
Nederland waar te nemen, van
eind april tot begin augustus.
Tussendoor overwintert hij in
zuidelijk Airika. Krijn Tanis is
lyrisch over deze zomergast,
reden waarom hij er eerst wat
bijzonderheden over kwijt wil.
"Voor de meeste mensen is de
gierzwaluw voor het eerst te
zien op of rond Koninginne
dag. Dan kom tie, dan is 't de
dag." De mannetjes arriveren
meestal enkele dagen eerder
dan de vrouwtjes. "Steevast
zoeken de mannetjes meteen
de broedplaatsen op. Dat zijn
dezelfde plekken als vorig jaar;
dat zit gewoon in hun koppies.
Er is een gierzwaluw waarvan
bekend is dat ie al eenentwintig
jaar op dezelfde plaats tot broe
den komt."
Gierzwaluwen broeden in kolo
nies \'an zo'n dertig tot veertig
paren, verspreid over meerdere
gebouwen. Als de vrouwtjes zijn
aangekomen, wordt hel nest
opgemaakt. Paren doen de gier
zwaluwen in de lucht, zoals ze
alles vliegend doen: eten, drin
ken, nestmateriaal verzamelen
en slapen. Tanis: "Gierzwalu-
telen. En die plek gaat er nooit
meer uit. In de schemer gaan de
niet-geslachtsrijpe gierzwaluwen
steeds hoger en hoger vliegen,
tot ze uit het zicht zijn van de
mens. En daar, op zo'n wel drie
kilometer hoogte, brengen ze al
zwevend de nacht door"
Hij schudt het hoofd: "Het is zo'n
mysterieus beest, zo'n prachtige
vogel. Zoals zij vliegen: het is
onbestaanbaar Ze maken soms
vijftig buitelingen per minuut."
De broedtijd duurt ongeveer
zeventien dagen. Na ongeveer
42 dagen vliegen de jongen uit
(bij kleine zangvogels is dat 14
dagen). "De eerste twee jaar
komen ze niet aan de grond. Ze
zijn dag en nacht in de lucht.
Ze landen pas weer als ze zelf
geslachtsrijp zijn en gaan broe
den. Da's nog zo'n tic van die
vogel."
Hij noemt nog één opmerke
lijke eigenschap. "Bij langdurig
slecht weer trekken de ouder-
vogels rustig een paar honderd
kilometer zuidwaarts, om daar
voedsel te vinden. Dan kunnen
ze wel een paar dagen wegblij
ven. Maar de jongen in het nest
verhongeren intussen niet. Ze
komen in een soort verdoring
terecht, een lelhaipsche toe
stand. Hun hartslagen lichaams
temperatuur dalen, waardoor
hun stofwisseling vertraagt en
ze minder energie nodig heb
ben. Zo kunnen ze vele dagen
zonder voedsel. Dat vind ik zó
ren en de jongen; daar gaan ze
dood." Dan zijn er nog de nest
stenen, die in de buitenmuur
kunnen worden ingemetseld,
en de hangnestkasten, van hout
of beton, die onder cn'ersteken-
de goten en dakoverstekken
thuishoren.
Particulieren die voor zulke
oplossingen voelen, kunnen
Krijn 'Tanis raadplegen (0187-
681045; ktanis^ wanadoo.nl).
Hij kan de kimstnesten leveren
en geeft belangstellenden des
gewenst advies. "Als je plannen
hebt om te verbouwen", zegt
deze timmerman, "en je weet
dat er gierzwaluwen in je dak
zitten, nn)et je de vogelwerk
groep waarschuwen. Wij komen
dan de nestopeningen lokalise
ren en vervolgens adviseren we
wat te doen. Schakel ons tijdig
in, liefst \oor het broedseizoen,
want je mag de nesten niel ver
storen. Dal gebeurt nogal eens,
uit onwetendheid."
Her en der op Flakkee heeft de
vogelwerkgroep al verschillen
de giotere gebouwen geschikt
mogen houden (of maken) voor
gierzwaluwen, een bereidwillig
heid die wordt gewaardeerd.
Tanis noemt bijvoorbeeld de
henormde kerk in de ring van
Ouddorp. "Die moest gerestau
reerd worden. In de naad tussen
de gootbodem pn de muur \'an
het koor zaten gierzwaluwen.
gensplaat. Daar wordt, na lange
vertraging, een nieuw gebouw-
geplaatst met \ijf starterswo
ningen (het oude pand moet
worden gesloopt omdat de
fundering te slecht bleek). Om
gierzwaluwen op die locatie als
broedvogel te kunnen behou
den, mag de vogelwerkgroep
er nestgelegenheden maken, in
de vorm van kasten en dakpan
nen.
De vraag dringt zich op: wat doet
'liinis thitis zélf voor de gierzzualuw
die hij zo bejubelt?
Hij kijkt een beetje bedrukt:
"Mijn woning is aan de lage
kant. Gierzwaluwen hebben het
liefst een hoger gebouw; het zijn
immers supervliegers. Ik heb
oud-HoUandse dakpannen; in
theorie zou het mogelijk moe
ten zijn om eronder te komen.
Maar ze komen niel. Ze \liegen
hier wel, maar ze broeden hier
niet. |:iinnier. ik zou het gewel
dig vinden."
Maar inmiddels heeft hij een
technisch l()etje ingezet: een cd-
speler t>nder de dakpannen
heeft lanis een kleine .speaker
geplaatst, waaruit geluiden van
gierzwaluwen klinken, afkom
stig \an de cd. "Ciierzwaluwen
reageren daar heel sterk op",
weel hij. en zo g-aal hij straks,
legen Koninginnedag, probe
ren gierzïvaluwen bij hem thuis
onder de pannen te lokken.