i
Agrariër en schrijver Arie Pieter
van den Hoek he schrijft al vanaf
zijn dertiende alle duizend
bestaande en afgebroken boerderijen
in zijn geboortestreek
EIIAI1DEfi.t1lEUW3
Vorig jaar verscheen het eerste
deel van een serie kloeke boe
ken over de boerderijen in de
Hoeksche Waard. Hierin komen
ook de nabestaanden voor van
agrariërs die begin vorige eeuw
van Goeree-Overflakkee naar
de Hoeksche Waard zijn ver
huisd. "Er zijn veel verbanden
met Flakkee", zegt schrijver Arie
Pieter van den Hoek uit Heinen-
oord. Hij schat dat destijds zeker
dertig boerengezinnen de over
stap hebben gemaakt.
Moeder
Duizend
Suikerbieten
Dirksland
Z'n achtste
PAGINA 4
DINSDAG 15 JANUARI 2008
Ook Flakkeese families komen voor in
boerderijboek over Hoeksche Waard
Door Gert van Engelen -
Het boerderijenboek be
schrijft niet de bouwkundige
staat van de boerderijen,
maar hun bewoningsge-
schiedenis. Van den Hoek
heeft van de honderd boer
derijen die in de eerste
uitgave aan bod komen,
de famihegegevens opge
diept, in gesprekken en in
arcnieven. Ook heeft hij de
betrokkenen en hun boer
derijen gefotografeerd. Het
boek, dat ruim vijflionderd
pagina's en vijfhonderd
foto's telt en eenmalig werd
uitgegeven, bevat daarnaast
dorpsgezichten, kaarten en
plattegronden.
Vorig jaar liet Van den
Hoek al een soortgelijk
boek verschijnen, over alle
bijna tweehonderd boer
derijen op het Eiland van
l\)rdrecht. Na twintig jaar
onderzoek leverde hij een
manuscript af waarin niet
alleen de Destaande, maar
ook reeds afgebroken boer
derijen werclen beschreven.
In deze boerderij, aan di Wiebtvii hl/ Sliiieii. Iweii tic Diikslundse boer liene Hulk. '/.ipi vioiiie Miekf Overwater komt uit de Hoeksche Waard.
Dit lijvige boek, zeshonderd
pagina's omvattend met 660
foto's, was ronduit uniek:
zoiets dergelijks bestond nog
niet.
Van den Hoek (1964) heeft
alle onderzoeksmateriaal
over zijn eigen streek tot
een boek verwerkt. Hij
vertelt het Eilanden-Nieiiws
dat hij feitelijk al op zijn
dertiende jaar met die
naspeuringen is begonnen.
De exclusieve interesse voor
boerderijen is makkelijk
verklaarbaar. Van den Hoek
komt zelf uit een geslacht
van boeren. Hij verbouwt
suikerbieten, granen en
aardappelen. Maar vanwaar
de belangstelling voor fami
liegeschiedenissen, voor de
genealogie van boerderijbe
woners en -eigenaren?
"Ik ben een beetje gestimu
leerd door mijn moeder",
legt Van den Hoek uit. "Zij
had veel onthouden over
haar familie. Samen met
haar ben ik verder gaan
zoeken. Eerst in onze eigen
familiegeschiedenis, later
heb ik het geleidelijk uit
gebreid tot de genealogi
sche gegevens van andere
boerderijen in de Hoeksche
Waard. Nu is familiehisto
rie nogal droge kost. Het
gaat om geboren worden en
overlijden. Om het smakelij
ker te maken, heb ik die fei
ten vermengd met materiaal
over de bewoners van een
boerderij. Zo werd het een
bewoningsgeschiedenis."
Hij laat de Douwkun-
dige geschiedenis van een
boercierij, de architec-
tuin-, nadrukkelijk buiten
beschouwing "Ik richt me
helemaal op de eigenaren
en de bewoners." Om de
bewoningsgeschiedenis-
sen rond en kloppend te
krijgen, voerde liij gesprek
ken met de betrokkenen en
raadpleegde hij meerdere
archieven: zowel het Rijks-
In deze hoeMenj. ,i<w de WeMijk uiuUi CMuiLuuuid. boert sinds 1969 defamdie Melissant, oorspronkelijk afkomstig uit Den Bommel.
FaUr I t'viir.ilen Ho,k
archief in Den Haag als het
Streekmuseum in Heinen-
oord en het Stadsarchief in
Dordrecht. Sommige vraag
gesprekken werden alvast
omgewerkt tot artikelen
voor de serie 'Op Stee' in
streekblad Het Kompas.
Ook in de Hoeksche Waard
wil Van den Hoek alle
bestaande en verdwenen
boerderijen inventariseren
en beschrijven. Het valt hem
niet altijd makkelijk om te
bepalen wat een boerderij
is. "Is een houten schuur
ook een boerderij? Die
grens is soms erg moeilijk te
trekken. Dat gold ook voor
bijvoorbeeld vlassers die in
de Hoeksche Waard een
huis hadden, maar heel ver
weg vlasland liuurden, in
Groningen of in de Haar
lemmermeer. Dan is het
moeilijk te achterhalen of
hun woonhuis een agrarisch
bedrijf was of niet."
Maar hij komt er wel uit,
verzekert hij, zij het na
veel, indrukwekkend veel
geduld. "Ik probeer eerst
te beschrijven wat juist is.
Daarna komt er, door wat
overblijft, meer licht in de
duisternis. Je kunt niet alles
direct weten; daarvoor moet
je eerst veertig of vijftig jaar
onderzoek doen. Ik ben
vanaf 1977 bezig, dus toch
ook al bijna dertig jaar."
Uiteindelijk zal hij op "over
de duizend" boerderijen uit
komen, schat hij, en uitein
delijk moeten die al-le-maal
in het boerderijboek worden
opgenomen, vindt hij. De
volledigheid vereist dat. "Dat
móet dus wel een serie wor
den, en dat wordt nog een
mote klus", verzucht hij.
Maar loont dat wel? Zal hij
eenoeg kopers trekken? Het
eerste deel is bedoeld als ken
nismaking. Verspreid over het
hele eiland én verdeeld over
alle veertien oorspronkelijke
gemeenten (nu nog slechts
zes), presenteert hij honderd
boerderijen, compleet met
nooit eerder gepubliceerde
foto's ervan. Met dit boek,
dat bij dé boekhandel 49,50
euro kost, peilt Van den Hoek
de belangstelhng onder de
lezers. .•Mleen als die voldoen
de is, zet hij de serie voort, en
publiceert hij de kleine bijlage
waarin de stambomen en de
boerderijen schematisch wor
den weergegeven. Want hij
geeft het boekwerk in eigen
beheer uit; de baten moeten
de kosten enigszins gaan
benaderen. Hoeveel delen de
serie ten slotte gaat omvatten,
kan hij nog niet zeggen.
Voor weetgierige bewoners
van Goeree-Overflakkee is
zijn boerderijboek minstens
zo interessant, voorspelt Van
den Hoek. "Er zijn nogal wat
boeren over en weer gegaan
en er zijn veel contacten
uitgewisseld," liet hij in een
e-mail weten. Gevraagd om
dit toe te lichten, vertelt de
schrijver bver de landbouw
crisis die Nederland tussen
1875 en 1895 in haar greep
had. "Goedkope importen
vanuit het Amerikaanse con
tinent en Rusland deden de
markt voor landbouwproduc
ten in Nederland instorten.
De prijzen voor bepaalde pro
ducten gingen omlaag, met
als gevolg dat andere prijzen
ook naar beneden doken."
Suikerbieten vormden een
uitzondering. "Dat product
was het enige lichtpuntje.
Daar kon je nog een goede
prijs voor krijgen." Maar vol
gens Van den Hoek durfden
in de Hoeksche Waard niet
veel boeren het aan om sui
kerbieten te gaan telen, voor
al niet de "vrij conservatieve"
onder hen. Akkerbouwers uit
Zeeland, Noord-Brabant en
Goeree-Overflakkee, toch "op
zoelf naar andere mogelijkhe
den" om een inkomen te ver
werven, hadden "meer lef".
Langzaam aan kwam er een
verhuizing op gang, die rond
1900 begon en duurde tot in
de jaren twintig.
Bij benadering zijn er vanaf
Goeree-Overflakkee zo'n
dertig families overgestoken
om in de Hoeksche Waard
te gaan boeren, denkt Van
den Hoek. Uit Zeeland en
Noord-Brabant vertrokken
er ook enkele tientallen. (In
omgekeerde richting is er ook
verhuisd, maar "in beperkte
mate".) De 'nieuwelingen'
vestigden zich vooral in het
zuiden van het eiland, bij
Zuid-Beijeiiand, Nieuw-
Beijerland, Numansdorp en
Goudswaard. Van den Hoek
heeft achterhaald dat de Goe-
reese gezinnen "gedeeltelijk"
zijn gebleven. "Tot op de dag
van vandaag zijn er in de
Hoeksche Waard nakomelin
gen te vinden van Flakkeeë-
naars."
Hun namen verraden hun
afkomst. Van den Hoek somt
een groot aantal voorbeelden
op van bekende geslachten
die van origine Zeeuws of
Flakkees zijn; "Bom, Wes-
dorp. Van der Slikke, Hage,
Sneep, Melissant, Van Nieu-
wenhuijzen, Mijs, De Bonte,
Guiljani, Stouten, Ampt,
Bierens, Van Vugt, Bruijn-
zeel. Van Luijck, De Wilde,
Elenbaas, Boudeling, Van
Schouwen, Van Es, Kwak,
Van Dijke, Van de Velden,
Van de Zande, Scherpenisse,
Manteau, Nijssen, De Bruijne,
Traas, en ga zo maar door."
Husselt hij hier nog de stre
ken door elkaar, speciaal voor
het Eilanden-Nieuws heeft
Van den Hoek bereidwillig de
bewoningsgeschiedenis opge
diept van twee boerderijen
die worden bewoond door
afstammelingen van onver
valst Flakkeese agrariërs. De
foto's \an deze hoeves staan
bij dit artikel (alle foto's die
in het eerste boerderijboek
voorkomen, staan trouwens
op een cd die inclusief porto
en verzendkosten voor 11
euro is te bestellen).
De ene boerderij is een sta
tige aan de Wielweg 2 in het
Land van Essche, Uiterdijk en
Nieuw-Strijen, onder Strijen.
Daar boert de bekende Flak
keese boer René Buth, van de
boerderij 'Sunny Home' aan
de Oudelandsedijk 8 onder
Dirksland. Van den Hoek:
"Zijn vrouw heet Mieke Over-
water Zij komt hiervandaan.
De familie Overwater is een
bekend Hoeksche Waards
geslacht, dat altijd op Strijen
of Strijen-Sas heeft gewoond.
In 1891 liet haar overgroot
vader, Schilleman Overwater,
deze boerderij bouwen. Deze
was getrouwd met zijn nicht
Maria Anthonia Overwater.
Nadien boerde hier hun zoon
Jan Jacobus 0\erwater en
vervolgens de gebroeders
Arie Anthonie en Leendert
Overwater Laatstgenoemde is
de vader van Mieke."
De andere boerderij staat
aan de Westdijk 1in Oude
Korendijk onder Goudswaard
- het meest westelijke puntje
van de Hoeksche Waard.
Van den Hoek: "Hier boert
sinds 1969 de familie Melis
sant. Zij is in 1928 van een
boerderij aan het eind van
de Voorstraat op Den Bom
mel vertrokken naar een
boerderij aan de Nieuwstraat
1 te Goudswaard. Dit was
Hendrik Melissant, gehuwd
met Anna Lokker. Thans
boert kleinzoon Henk Melis
sant, een bekende Hoeksche
Waardse jager, nog te Gouds
waard."
Het boerderijboek meege
teld, heeft Arie Pieter van
Hoek inmiddels acht boeken
ge.schreven. Zijn eersteling
verscheen in 1981, toen hij
pas 17 jaar oud zoas. Het han
delde over het geslacht Dam
en hij schreef het samen met
anderen. Daarna volgden
soortgelijke boeken over de
families Herweijer (ter gele
genheid van een reünie in
1985), Maasdam (1986), De
Jong (1990) en Van den Hoek
(1993). Al deze uitgaven zijn
uit\erkocht.
Nu concentreert hij zich op
landbouwboeken. "In 1998
bestond de afdeling van de
WLTO hier 150 jaar. Daar
verscheen een boek over en
in 1999 volgde 'Agrarische
Kwaliteit van de Hoeksche
Waard'. Dit schreef ik met
samen een redactiecommissie.
Het boek is nog voorradig. In
2006 ben ik begonnen aan de
huidige, nieuwe serie, over
boerderijen en hun bewoners
in de Groote Waard."
Het is een adembenemende
productie, vooral als je
bedenkt dat hij ondertussen
nog gewoon boert. Hoe is
hij eigenlijk tot het schrij
ven gekomen? "Dat is een
proces van vallen en opstaan
geweest", bekent Van den
Hoek verlegen. "Mijn eerste
boek ben ik begonnen onder
leiding van een ander Er
stonden veel stijlfouten in
de originele tekst; dat moest
anders. Gaandeweg heb ik
me daarna in het schrijven
geschoold. De tijd moetje dat
leren."