Zuid-Hollands Landschap krijgt er nieuwe natuur bij
Stille stichting beheert al zon 210 hectare op Kop van Goeree; verbindingsstrook bij Koudenhoek wordt achtste aanwinst
EIIJVnDEt1.l1lEUW5
OUDDORP - Stichting Het Zuid-Hollands Land
schap (ZHL) krijgt er in de loop van dit jaar een
klein natuurgebied bij: de verbindingsstrook langs
de Zuiddijk tussen het terrein De Schans en Kou
denhoek, nu nog in bezit van het waterschap Hol
landse Delta. Met deze nieuwste aanwinst, onge
veer drie hectare groot, heeft het Zuid-Hollands
Landschap op Goeree-Overflakkee acht natuur
reservaten en cultuurlandschappen in beheer, die
samen zo'n 210 hectare beslaan.
Beschermers
Cirkel
Overhoeken
Streekgeschiedenis
HÉ
Onvindbaar
Moerbei
Rietput
Bastion
Strook
Lepelblad
PAGINA 4
VRIJDAG 11 JANUARI 2008
Door Gert van Engelen
Dt' stichting, gevestigd in
Rotterdam, opereert over
wegend in stilte. Alleen
natuurkenners weten van het
beslaan ervan. In tegenstel
ling tot Natuurmonumenten
en Staatsbosbeheer, die op
Goeree-Overflakkee ook grote
natuurterreinen in eigendom
hebben, presenteert het Zuid-
Hollands Landschap zich
niet zo nadrukkelijk. Dikwijls
ontdekken wandelaars pas
op bescheiden bordjes bij de
ingang van een grasland zoals
De Pitwejje bij Ouddorp, dat
het ZHL dit gebiedje verzorgt.
Toch is het Zuid-Hollands
Landschap geen jonge, en
zelfs geen onaanzienlijke
organisatie. Het ZHL is al in
1934 opgericht, met als doel
het aankopen, beheren en
herstellen van natuurgebie
den en waardevolle cultuur
landschappen in het dicht
bevolkte Zuid-Holland. Met
enige trots wijst de organisatie
erop dat zij "tóen al" inzag
dat "de natuur in onze directe
leefomgeving extra bescher
ming nodig heeft".
Bij elkaar beheert het Zuid-
Hollands Landschap inmid
dels zo'n negentig natuurge
bieden, met een gezamenlijke
omvang van een slordige
3500 hectare, van Hoek van
Holland tot Schoonrewoerd
en van Lisse tot Ouddorp.
Zo'n twintig medewerkers zijn
er voortdurend in de weer,
samen met tientallen vrijwil
ligers. Omdat het ZHL een
stichting is, kent het geen
leden. Wie zich bij de organi
satie aan.sluit en haar financi-
.-éel steunt, wordt 'beschermer'
genoemd. Van hen heeft het
ZHL er 55.000. Daarmee is
het één van de grootste pro
vinciale natuurbeschermings
organisaties van Nederland.
Wat doet het Zuid-Hollands
Landschap precies? Op
zijn website (www.zuidhol-
landslandschap.nl) heet het
in enigszins gezwollen taal
dat het ZHL "zich dage
lijks inspant om de schaarse
natuur een volwaardige
plek op de overvolle kaart te
geven, in woord en daad."
Ook valt er te lezen dat de
instantie "waar nodig en
mogelijk" nieuwe natuurge
bieden aankoopt om daar ver
volgens "met man en macht
te werken aan het verhogen
van de natuurwaarden". Op
die manier kan het Zuid-Hol
lands I^andschap "plant, dier
en recreant rust en ruimte"
geven in al deze natuur.
Maar dan nog blijft de vraag
wat het beheer dan inhoudt?
En waar bevinden zich al die
terreinen die het Zuid-Hol
lands Landschap vanaf begin
i^*ê*tsi-^.^*^*..«>^.'^»K;3(g,^.a.^ïsa»Kw,«Sf«.
jaren zeventig heeft verwor
ven op Goeree-Overflakkee?
Hans Visser (1954, Rhoon)
is de regiobeheerder van het
Zuid-Hollands Landschap
die de bemoeienis heeft over
de Zuid-Hollandse eilanden.
Sinds 1999 stuurt hij alle
werkzaamheden aan op CJoe-
ree-Overflakkee, Voorne-Put-
ten en IJsselmonde. Twaalf
honderd hectare natuurge
bied beheert het ZHL daar. In
heel Zuid-Holland zijn drie
van zulke regiobeheerders.
Gekleed in toepasselijk groene
kledij en rijdend in een groe
ne terreinwagen geeft Visser
onbekommerd en met graagte
uitleg. Zijn rondrit is kort
en overzichtelijk: alle ZHL-
terreinen liggen in een cirkel
rond Ouddorp. Daarbuiten is
de stichting niet actief
Veruit het grootste Goereese
gebied is de Westduinen: 160
hectare. Dit open duinter
rein, met afgevlakte duintjes
die hobbelweiden zijn gewor
den, ligt ingeklemd tussen de
Oudelandseweg, Westduin
weg, Klarebeekweg, Lange-
dijk en Klepperweg. Visser
vertelt dat de Westduinen
in de jaren tachtig door het
toenmalige waterschap zijn
overgedragen aan het ZHL en
dat het gebruik in de voorbije
eeuwen onveranderd is geble
ven.
"De Westduinen zijn vanaf
de Middeleeuwen gemeen
schappelijke weidegronden
geweest en dat principe heb
ben wij altijd voortgezet.
Boeren brachten er hun vee
in de zomer en haalden het
in de herfst weer op. Toen
gebeurde dat om de koeien
er te laten grazen, nu is de
begrazing niet meer het doel,
maar het middel. Tussen
begin mei en begin november
laten wij er circa vijfenvijftig
koeien rondlopen. Die moe
ten, samen met zo'n twaalf
paarden, de vegetatie kort
houden."
De Westduinen intact laten
als weidegrond, heeft tot
opwindende resultaten geleid.
In botanisch opzicht is het
duingebied van groot belang
geworden, alleen al door de
aanwezigheid van de herfst-
schroeforchis, een "zwaar
beschermde plant", zegt Vis
ser, die in Nederland slechts
drie vindlocaties kent: het
nabijgelegen eiland Hom-
pelvoet, Zuid-Limburg en de
Westduinen.
"Vorig jaar stonden hier wel
vierduizend exemplaren van
deze orchidee. Om te bewerk
stelligen dat deze plant onge
stoord z'n zaad kan versprei
den, bestoven kan worden
en kan bloeien, brengen we
Regiobeheerder Hans Visser bij het toegangshek naar de PreekhilpoUer. Alk
terreinen van het Zuid-Hollands Landschap liggen rond Ouddorp, elders op
het eiland heeft het ZHL geen enkel gebied in beheer. Foio: Gert van Engein
uit voorzorg schrikdraad aan
in een bepaalde periode. Wij
kunnen, gelet op de begra
zing, geen enkel risico nemen
met de herfstschröeforchis,
anders is alles voor niets
geweest."
Verder komen er in de West
duinen soorten voor als (on)
gedoomd hoornblad, onder
gedoken moerasscherm, slan
ke duingentiaan, geelhartje,
vlozegge, dwergvlas en har
lekijn. Doordat het water in
de poelen van goede kwaliteit
is, heeft ook dat "bijzondere
levensgemeenschappen" ver
oorzaakt: leefgemeenschap
pen die van kalkhoudend,
zwak brak water houden. De
rugstreeppad bijvoorbeeld is
er "talrijk".
De Westduinen zijn niet
toegankelijk. Er loopt een
toegangsweg doorheen naar
het (onbemande) marine-
zendstation, maar die is ver
boden voor onbevoegden.
Het gebied is evenwel "goed
te overzien en beleefbaar"
vanaf de Klarebeekweg en
Westduinweg. Voor mensen
die zich willen vergapen aan
de zeldzame herfstschröefor
chis, houdt het Zuid-Hollands
Landschap tijdens de bloeipe
riode regelmatig excursies in
het gebied.
Vlakbij, langs de West
Nieuwiandsedijk, ligt een
ander terrein van het Zuid-
Hollands Landschap. Het
heeft een ongebruikelijke
naam: D'Onlunden. Onland is
onbruikbaar land, legt Visser
uit. Het zijn meestal laag
gelegen, slecht te gebruiken
stukjes agrarische grond, ook
wel te vergelijken met 'over
hoeken', hoeken land, bijvoor
beeld bij kreken, die over
schieten en waar moeilijk te
komen is. In 1981 kreeg het
ZHL het rietlandje in beheer.
Het is niet vrij toegankelijk;
daarvoor is het te klein.
Volgens Visser is d'Onlanden
juist door dit beheer "waar
devoller" geworden. "Wij
maaiden er het gras en voer
den dat af Door het maaien
wordt de grond armer, maar
de vegetatie rijker" De
D'Onlanden hebben zich als
gevolg daarvan ontwikkeld
tot een dotterbloemgrasland.
Botanisch belangrijke soorten
die er worden aangetroffen
zijn: rietorchis, brede orchis,
addertong, grote ratelaar,
gevleugeld hertshooi, echte
koekoeksbloem en stijve ogen
troost.
Oorspronkelijk was
D'Onlanden "krap een halve
hectare groot", vult Visser
aan. Maar in 2004 werd
het omliggende gebied als
natuurterrein ingericht en
kon het Zuid-Hollands Land
schap langs de Boutweg
extra percelen aankopen.
Kavelruil die hoorde bij h6t
herinrichüngsplan Ouddorp-
West, maakte dit mogelijk.
Zo is D'Onlanden uitgebreid
tot een kleine tien hectare.
Visser: "Het is voormalige
landbouwgrond, die nu nog
nieuw is, maar die de potentie
heeft om net zo interessant te
worden als het eerste stukje
D'Onlanden. Wij denken dat
het nieuwe terrein zich kan
ontwikkelen tot waardevol
droog en nat hooiland."
De brede orchis kleurt
D'Onlanden in de bloeitijd
roze. Er rolt zich een waar
orchideeëntapijt uit.
Visser rijdt verder, nu naar de
zuidzijde van Ouddorp, naar
de Pitweije langs de Zuidweg.
Op het bordje bij de ingang
staat 'Pitweie', zonder j. Vis
ser vertelt dat de naam van
dit vijf hectare grote gebied
is achterhaald door een lid
van de Vereniging voor
Natuur- en Landschapsbe
scherming Goeree-Overflak
kee (VNLGO). "Wij hebben
een goede relatie met deze
vereniging. Een lid ervan,
een groot natuurkenner en
buitengewoon geïnteresseerd
in streekgeschiedenis, heeft
voor ons de historisch verant
woorde naam van dit gebied
opgediept." Maar bij het ont
werp van het bord is de j' per
ongeluk weggevallen.
De Pitweije is geen historisch
gegroeid landschap, hoewel
de directe omgeving wel een
bijzondere vorm van verkave
ling kent, namelijk een veer-
verkaveling (doorgaans lang
gerekte percelen met sloten
die evenwijdig aan elkaar én
loodrecht zijn gegraven)
"Het is een volledig nieuw-
natuurgebiedje, dat een paar
jaar geleden is ingericht. Ook
deze grond kwam vrij door
de herinrichting van land:
er ontstond daardoor ruimte
om er een natuurgebied aan
te leggen. Kenmerkend voor
de Pitweije zijn de kikkerpoel
en de natte duinvalleivegeta-
de. Het terreintje is deels te
MJjgB.'^vKttfji
Dit is het nog naamloze tussengebied, met op de achtergrond
Het ligt tussen De Schans en het natuurgebied Koudenhoek.
toren van Goeree, dat het Zuid-Hollands Landschap later dit jaar in het bezit krijgt.
Foto: Gert van Engelen
lietreden, via de zogeheten
laarzenroute die aansluit op
een oud kerkpad."
lil Ouddorp zelf, vlot zigzag-
ireiid door de wirwar van
weggetjes die het dorp voor
buitenstaanders zo onover
zichtelijk maakt, komt Visser
uit bij de Kleistee, een bijna
onvindbaar natuurterrein: de
ingang is een smalle zandweg
naast het adres Dirkdoensweg
35. De Kleistee is het hele jaar
door via dit pad te bereiken.
Zo'n twaalf hectare meet het
en volgens het ZHL "verenigt
het de eigenschappen van
oud cultuurlandschap en oud
duinlandschap". De stichting
kieeg een groot deel van het
irebied, dat relatief hoogge
legen zandgronden heeft, in
langdurige erfpacht in 1977
van het waterleidingbedrijf
Nog steeds wordt het aange
houden als reservewaterwin-
plaats.
'Hier heeft De Kleistee
gestaan, een boerderij", licht
Visser toe. "Nadat die stee
tot bouwval was geraakt, is zij
gesloopt." Het is een ander
soort gebied dan het ZHL
normaal beheert; het heeft
een hoge cultuurhistorische
waarde. Dat komt door de
aanwezigheid van schurve-
lingen en hoagten. Ook zijn er
enkele stukjes bos.
"Wij hebben op de Kleistee
nog een paar fragmenten van
de originele schurvelingen,
enkele tientallen meters. Nee,
geen complete schurvelingen;
die zijn verdwenen onder
de hoagten. Van de hoogten
zijn er hier enkele honder
den meters. Dit zijn de twee
belangrijkste aspecten van de
Kleistee. Daarnaast is er het
kerkpad, dat vanuit de omlig
gende polders naar de kerk in
het dorp loopt."
De schurvelingen en bovenal
de hoogten hebben het gebied
een eigen flora gegeven. "Er is
zélfs verschil op de noordkant
en de zuidkant", beklemtoont
Visser. Als voorbeelden van
vegetatie die óf in de zon óf in
de schaduw groeit, noemt Vis
ser buntgras, eikvaren, (korst)
mos, zandblauwtje, echte gul
denroede, tandjesgras, vogel-
pootje en stijve ogentroost.
Visser haalt verder aan dat
de zeldzame harkwesp zich
op de Kleistee ophoudt en
wijst op de stokoude moer
beiboom. Die is "misschien
wel tachtig jaar oud" en
staat naast de verdwenen
boerderij. De boom wordt
zorgvuldig in stand gehou
den. In 2006 is hij vakkundig
gesnoeid en zijn er twee nieu
we jukken geplaatst. Ook is er
compost omheen gestrooid,
als voeding. De moerbei
had in 2006 "behoorlijk veel
vruchten". De eetbare braam
achtige vruchten kunnen
onuitwisbare vlekken in de
kleding teweegbrengen.
Niet zoveel verder weg
beheert het Zuid-Hollands
Landschap sinds 2002 het
natuurreservaat De Kouwe
Grond tussen de Marijkeweg
en de Koolweg. Dit grasland,
drie hectare groot, kon even
eens verworven worden na
de landinrichting. De Kouwe
Grond bestaat uit twee voor
malige landbouwpercelen,
omgeven door hoagten en
stroken houtgewas. Het is een
onderdeel van het Ouddorpse
schurvelingengebied.
Visser: "Door gericht beheer,
dat wil zeggen door te zorgen
dat er niet te veel hout komt
en er niet te veel opslag is van
braam, hopen wij er op ter
mijn waardevolle vegetatie te
krijgen in de vorm van (korst)
mossen, buntgras en eikvaren,
vergelijkbaar met die van de
Kleistee."
Hij verlaat Ouddorp om de
laatste drie ZHL-gebieden
te tonen. Twee ervan zijn al
langer in beheer, de derde is
nog neit zo lang geleden over
gedragen.
Zijn eerste stop is het natuur
reservaat Oudelandse Zeedijk,
dat een geheel vormt met de
aangrenzende Preekhilpolder.
Samen omvatten ze zo'n zes
den hectare.
X'isser: "Deels bestaat dit
y;ebied uit de zeedijk zelf en
deels uit de inlaagclijk en riet-
putten. De waterkering langs
de Grevelingen is nog steeds
eigendom van het waterschap,
maar via een erfpachtover
eenkomst hebben wij het
natuurbeheer ervan toegewe
zen gekregen. Wij maaien het
gras op de dijk, die loopt van
de Blomweg tot aan de haven
van Ouddorp, en voeren het
hooi af Dit heeft erin gere-
Dit zijn de rietputten achter de Oudelandse Zeedijk langs de Grevelingen en vlakbij de opgeknapte Preehhilbunker.
De dijk is in het voorjaar uiterst bloemrijk.
De naam van het kleine gebiedje De Pitweije is abusievelijk verkeerd gespeld op het bord van het Zuid-Hollands
Landschap. Er stemt Pitweie'. De laarzenroute die liter loopt, stuit aan op een eeuwenoud kerkpad.
Op de achtergrond is de bebouwing van Ouddorp zichtbaar Foto: Gert van Engelen
sulteerd dat de dijk uiterst
bloemrijk is geworden."
Op de schralere droge delen
staan soort als ruwe klaver,
gestreepte klaver, margriet,
bevertjes, handjesgras en
geelhartje. Op de zuidelijke
dijkvoet van de inlaagdijk
bevinden zich knopbies, brede
orchis, zwarte zegge en blau
we zegge en op andere dijk-
bermen zilte zegge, zeebies
en zeerus. Maar niet alles is te
bewonderen: alleen de kruin
van de Oudelandse Zeedijk is
toegankelijk. De ingangen zijn
bij het begin en het eind van
de dijk.
In de eigenlijke Preekhilpol-
der zijn percelen met zowel
droog als vochtig duingras
land. Daar groeien volgens
Visser de harlekijn, brede
orchis, platte bies en het zand
blauwtje.
Westelijker ligt het terrein De
Schans. Ooit, in de 17e eeuw,
stond hier een bastion, een
stervormig verdedigings
werk. Toen het Zuid-Hollands
Landschap deze plek in 1993
verwierf, was daarvan nog
slechts een zielloze bult over.
Maar de plattegrond van De
Schans is hierna in de grond
uitgelegd; het grondlichaam
is in oude staat teruggebracht.
Dat gebeurde met behulp van
de grond die overbleef bij de
aanleg van de N57. Cultuur
historisch is het aardig om te
kunnen zien hoe het bastion
er destijds bij heeft gelegen,
maar meer ook niet. In ter
men van natuurbescherming
heeft De Schans, die vrij
toegankelijk is en 2,7 hectare
meet, minder waarde. De
nadruk ligt op de cultuurhis
torie.
Hans Visser komt nu uit bij
het laatste, nog naamloze,
ZHL-terrein. Dat is de verbin
dingsstrook tussen De Schans
en de verderop gelegen Kou
denhoek.
Visser legt uit dat de Kouden
hoek, een karakteristiek brak
natuurgebied dat een dorado
is voor weide- en watervo
gels, twee problemen kende:
te lage waterpeilen en een
achteruitlopende waterkwa
liteit. In de dijk is daarom in
2006 een pijpleiding aange
bracht, die zout water uit de
Grevelingen haalt. De instal
latie daarvoor staat naast De
Schans.
Het water wordt via de ver
bindingsstrook naar de Kou
denhoek getransporteerd en
daar permanent gemengd
met zoet water om het juiste
zoutgehalte te krijgen. Het
brakke water stroomt via een
vastgestelde route van uit
gebaggerde sloten naar een
gemaal, dat het afvoert naar
de Clrevelingen. Het water
schap meet voortdurend het
zoutgehalte van het grond
water én dat van hel water in
de .sloten, om te voorkomen
dal de zoulbelasting vanuit
Koudenhoek ontoelaatbare
invloed heeft op de omlig
gende landbouwgronden.
Het is een vernuftig nieuw
watersysteem, dat de Kouden
hoek als natuurgebied redt,
de zoet- en brakwaterstromen
scheidt en brakke waterplan
ten en -dieren nieuwe kansen
geeft. "Vandaar", zegt Vis
ser, "dat we, met alle respect,
spreken van een hightech-
natuurgebied."
De verbindingsstrook is een
essentieel onderdeel van deze
moderne vorm van water
beheer. Vorig jaar kreeg hel
Zuid-Hollands Landschap de
strook in beheer, "omdat die
bij ons werk past". Dat beheer
gaat niet veel inhouden,
vertelt Visser op voorhand.
"Eigenlijk doen we er niets,
afgezien van wat maaien. De
natuur moet er zoveel moge
lijk z'n gang gaan; hij mag
zich hier autonoom ontwik
kelen." Intussen hoopt hij wel
dal er specifieke planten zul
len opduiken, zoals zeeaster,
melkkruid en lepelblad.
De strook mag niet belopen
worden, omdat de afmetin
gen ervan gering zijn. Alleen
van veilige afstand, vanaf de
zeedijk of de Schans, mogen
nieuwsgierigen er kijken naar
de duizenden vogels die er
kwetterend neerstrijken.
De uidzame moerbeiboom op het teirein De Kleistee, genoemd naar een
voormalige boerderij, is vorig jaar door vrijwilligers opnieuw gestut met twee
nieuve jukken. De vruchten van deze stokoude boom kunnen onuitwisbare
vlekken veroorzaken. Foto: Gen van Engelen