Overdenking
uit de
Heilige Schrift
Middelharnis' visserijverleden
i^UbMniEuva
HET
.OJKVENSTER
SGP wil 'Waarde toevoegen'
aan provincie Zuid-Holland
Open Ochtend voor vrouwen
Zaterdagavond
maansverduistering
KAMERTEMPEMTUUn
SUREN-UEF-EN-LEED
MENSEN HERKENNEN
Persoonlijk onderwijs
PAGINA 5
JDAG 2 MAART 2007
Blik op kerk
en samenleving [j
- De Anglicaanse Kerk
- Geen pauselijk gezag
- Problemen
Het was nog maar een voorlopig bericht en
het haalde niet de voorpagina's van de kran
ten. Het ziet er volgens mij ook niet naar uit
dat het binnen pakweg tien jaar zal gebeuren.
Maar het balletje is wel opgegooid, Ik heb
het oog op de pogingen die worden onder
nomen om de Kerk van Engeland, de zoge
naamde Anglicaan,se Kerk, te verenigingen
met de Kerk van Rome. Dat zou bepaald een
mdrukwekkende gebeurtenis zijn, wanneer
de breuk na meer dan vier eeuwen zou wor
den geheeld,.. Daarom zei ik al: het is nog
niet zo ver, en het is ook de vraag of het zo
ver komt...
Ik wil m'n lezers niet vermoeien met aller
lei cijfers en ook niet met al te veel historie.
Maar het voornaamste moet toch wel worden
gezegd. Dat is dat de Anglicaanse Kerk in de
wereld een wat aparte positie inneemt. Een
beetje versimpeld gezegd: in de leer wordt
ze gerekend tot de reformatorische kerken,
maar in kerkinrichting en eredienst vertoont
ze veel overeenkomst met de R.K. Kerk. Dat
heeft natuuriijk diepe historische wortels. De
Reformatie ging in Engeland nogal geleide
lijk in z'n werk, en er was telkens weer een
zekere terugval. Er was op de Britse eilanden
ook een bepaalde afkeer van het zich voegen
onder vreemde machthebbers, en in dit geval
was de paus van Rome, Toen Hendrik VIII
zich dan ook liet scheiden van Catharina van
Arragon, en trouwde met Anna Boleyn en hij
voor die scheiding en dat 'overspelige' huwe
lijk geen toestemming kreeg van de toenmali
ge paus (Jrbanus, was het niet moeilijk om de
kerk van Engeland los te maken van de Kerk
van Rome, Sinds die tijd gaat de Anglicaanse
Kerk haar eigen weg. De aartsbisschop van
Canterbury bekleedt het hoogste gezag in de
kerk, de koning of koningin van Engeland is
'hoofd' van die Kerk. De Anglicaanse Kerk
is dan ook een staatskerk (een kerk waarvan
een wereldlijk vorst, althans in naam, aan het
hoofd staat). Vanouds zijn er twee stromin
gen in de Anglicaanse Kerk: De High Church
waar veel waarde wordt gehecht aan de litur
gie, en de Low Church die meer Evangelisch
getint is en aandacht heeft voor zending en
evangelisatie,
Wanneer de Anglicaanse Kerk zich zou ver
enigen met de Roomse, dan zou dat beteke
nen dat die Kerk zich voegt onder het pau
selijk gezag. Het is namelijk onmogelijk
Rooms te zijn zonder hem te erkennen, die
zich 'stedehouder van Christus' noemt, In de
Kerk van Engeland - met name in het gedeel
te dat de High Church wordt genoemd, zullen
de meesten daar geen probleem mee hebben.
Een probleem is wel dat enkele vrouwen die
priester wilden worden, de Roomse Kerk
hebben verlaten en zich in de Anglicaanse
Kerk hebben laten wijden... Die worden
uiteraard door de Kerk van Rome, die onder
géén voorwaarde vrouwelijke ambtsdragers
duldt, niet geaccepteerd.
Waarnemer
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die
er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u
sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis,
met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden
door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzen
ding compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Kunt u ons vertellen hoe het komt, dal wij hel
koud hehhen als de thermostaat op 20' staat,
terwijl het dan bij de huren warm is in huis?
Antwoord: Dat hangt af van de plaatsing
van die thermostaat en van de radiatoren,
ventilatieroosters, enz., en of u vaak ramen
en deuren opent. Ook zit u in een hoekhuis
's winters wat ongunstiger dan de buren in
de tussenwoning. Twintig graden geldt wel
als een gemiddelde kamertemperatuur, maar
uw thermostaat meet die maar op één enkel
punt, vaak op borsthoogte. De warme lucht
stijgt op bij de radiatoren en tegen hel pla
fond kan het wel 30" worden, terwijl u bij het
raam misschien koude voeten krijgt, doordat
daar de afgekoelde lucht naar beneden komt.
Plaats hier en daar maar eens een thermome
ter bij uw zitplaatsen en stel dan de thermos
taat zodanig af, dat u het warm hebt op de
plek waar u stilzit. Staan de radiatoren langs
de muren i.p.v. onder de ramen, dan kunt u
dat beter laten veranderen. Ook kunt u de
ramen laten verdubbelen, bijv. door voorzet
ramen, zodat de afkoeling daar belangrijk
wordt verminderd en u uiteindelijk toch zui
niger stookt, al staat de thermostaat dan wat
hoger.
Met de buren valt in 't dagelijks leven goed
te praten, maar zodra we weer een feestje
geven, worden ze razend. Wat doen we daar
aan?
Antwoord: Uit uw gehele brief blijkt, dat u
er zelf iets aan wilt veranderen ter wille van
de goede verstandhouding. Terecht, want
een goede buur is beter dan een verre vriend.
Probeer ten eerste dat aantal feesten te beper
ken tot de hoogst noodzakelijke. Waarschuw
vervolgens uw buren aan beide zijden en
vertel wat er op die data te gebeuren staat.
Doe dat zo ruim van tevoren, dat zij des
gewenst elders vertier kunnen zoeken. Nog
beter is het, ze uit te nodigen van de partij te
zijn. Dan hebben zij er zelf plezier in plaats
van verdriet van. Zorg verder voor zo min
mogelijk overlast. Draai de versterker niet op
volle kracht en stamp niet op de maat van de
muziek. Neem 's nachts ook niet luidruchtig
afscheid. Burengerucht wordt volgens een
recent onderzoek eerder getolereerd als de
omwonenden het kunnen zien aankomen en
tijdig maatregelen kunnen nemen.
Hoe zou het toch komen dat je mensen niet
zo snel herkent als gebouwen, boeken, kunst
voorwerpen, enz- Ik heb bij het afnemen van
veel examens ervaren dat men moeite had met
het thuisbrengen van portretten van mensen,
maar niet met afbeeldingen van voorwerpen.
En een duidelijke tekening van de vorm van
een bloem, blad of boom blijkt ook gemak
kelijker te herkennen dan een foto van een
levende plant.
Antwoord: Daar zijn verscheidene studies
aan gewijd. Aanvankelijk weet men dit aan
de perceptie (inprenting) van de proefperso
nen. In 1962 schreef de Franse psycholoog
Alain Delforte, dat examenvraagstukken die
illustraties met contouren bevatten, beter
begrepen en onthouden werden dan die met
afbeeldingen van mensen, dieren en planten.
De betere woninginrichting sinds 1920
Gedempt Kanaal 105, Middelharnis, (0187) 48 27 84
GOEREE-OVERFLAKKEE - Op 7
maart zijn er weer verkiezingen voor
de Provinciale Staten. Ook de SGP
doet mee met het thema: Toegevoegde
Waarde. Zuid-Holland is een provin
cie met waardevolle landschappen en
waardevolle activiteiten. Veel wordt
bijgedragen door inwoners, bedrijven,
verenigingen, gemeenten, waterschap
pen en de rijksoverheid. De provincie
heeft daarbij een toegevoegde waarde:
Zij staat dicht bij de ontwikkelingen in
de woonomgeving en voegt waarde toe
bij de oplossing van gemeenteoverstij
gende vraagstukken.
De SGP wil hiervoor een provinciaal bestuur
dat dicht bij de inwoners staat en zich bewust
is van zijn verantwoordelijkheden, maar ook
van de grenzen daarvan. De provincie moet
de eigen verantwoordelijkheid van inwo
ners, gemeenten en organisaties respecteren,
bevorderen en benadrukken.
De SGP gelooft dat de overheid door God
ingesteld is om het welzijn van de inwoners
te bevorderen. Daarom moet ook de provin
cie dit zo goed mogelijk doen. Zij moet zich
hiervoor niet alleen kunnen verantwoorden
tegenover de kiezers of medeoverheden, maar
vooral tegenover God. Dit noopt tot beschei
denheid en tot een integere plichtsuitvoering.
Helaas wordt in onze maatschappij het besef
van Bijbelse waarden en normen steeds min
der. De SGP wil waarde toevoegen vanuit de
overtuiging dat de meest waardevolle waar
den en normen te vinden zijn in het Woord
van God, de Bijbel. Zo wil de SGP zich inzet
ten voor een rechtvaardige, eerlijke en zorg
zame samenleving met sociale bewogenheid
en bijzondere aandacht voor het zwakke en
hetgeen onder druk staat.
In een folder die voor de verkiezingen huis-
aan-huis is verspreid, geeft de provinciale
SGP-fractie in een aantal speerpunten aan
dat het provinciale bestuur zich moet beper
ken tot hoofdtaken, dat de leefbaarheid van
de kleine kernen vergroot moet worden en
er goed openbaarvervoer is voor deze ker
nen. Er moet prioriteit gegeven worden aan
herstructurering van oude bedrijfsterrei
nen en er moet meer aandacht komen voor
de onderhoudsachterstanden van wegen,
waterwegen en fietspaden. Aandacht wordt
gevraagd voor het investeren in een sterke
en innovatieve landbouwsector en boeren
betrekken bij natuurbeheer met daarbij reële
vergoedingen. Verder pleit de fractie voor
slimmere afvalverwerking en terugdringen
van vuilstortplaatsen. Ontwikkelingen en
gebruik van duurzame energie moet gestimu
leerd worden. Meer informatie over het pro
gramma van de SGP is te vinden op: www.
sgpzh.nl.
Dit was volgens Delforte ook het geval, wan
neer beide soorten platen betrekking hadden
op het zelfde onderwerp. Tien jaar later toon
de dr. Karl Reichenstadt in het Zeitschrift für
Angew. Psychologie aan dat het verschil nog
groter was als men niet werkte met afbeel
dingen, maar met levende mensen tegen
over gebouwen, enz. Zijn conclusie was,
dat scherp omlijnde voorwerpen altijd beter
ingeprent worden onder gelijke omstandig
heden dan voorwerpen met zachte, vloeiende
lijnen. Waarschijnlijk zit dat in de wijze van
overdracht van de gezichtsindrukken naar de
hersenen. Dit verklaart weer waarom som
migen moeite hebben met het herkennen van
mensen als die geen speciale kenmerken heb
ben als een bril, een snor, scherpe gezicht-
strekken, zware wenkbrauwen of een opval
lende neus, enz.
Van toen aan begon Jezus Zijn
discipelen te vertonen, dat Hij
moest heengaan naar Jeruzalem,
en veel lijden van de ouderlingen,
en overpriesters, en Schriftgeleer
den, en gedood worden, en ten
derden dage opgewekt worden.
(Mattheüs 16:21)
Wat het kerkelijk jaar betreft staan wij deze
weken stil bij het lijden van de Heere Jezus.
De Zoon des mensen is gekomen, niet om
gediend te worden, maar om te dienen,
en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor
velen.
Jezus sprak bovengenoemde woorden nadat
Hij ongeveer drie jaar met Zijn discipelen
oinging. Hij had Zijn discipelen veel onder
wijs gegeven. Ze hadden Hem door het ware
geloof leren kennen als de Profeet, Die hen
onderwees tot zaligheid. Kent u dat?
Christus gaat nu als Profeet Zijn jongeren
onderwijs geven over Zijn Priesterlijk werk.
Van toen aan... Nédat Petrus die schone belij
denis had afgelegd: Gij zijt de Christus, de
Zoon des levenden Gods. Nadat ze dus enigs
zins gevorderd waren in de kennis van Chris
tus. Nadat Hij ze ook verzekerd had van de
zaligheid van Zijn gemeente: op deze Petra
zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten
der hel zullen dezelve niet overweldigen.
Daarvoor sprak Christus meer bedekt over
Zijn lijden. Denk aan de woorden: Breekt
dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzel-
ven oprichten. Meer bedekt. Christus open
baart Zich trapsgewijs. Er is een geleidelijk
opwassen in de genade en in de kennis van
Christus.
Nu begint Hij het Zijn discipelen te vertonen,
te bewijzen, te leren. Uit de Heilige Schrift.
Hij spreekt niet langer bedekt, maar zegt dui
delijk wat er gaat komen. Hij gaat Zijn jonge
ren vatbaar maken voor dit onderwijs.
Zijn discipelen, staat er. Dit onderwijs krijgt
niet iedereen zo persoonlijk. God is vrij hoe
veel onderwijs Hij een mens geeft. Echter,
zo bad Christus: De dank U, Vader! Heere des
hemels en der aarde; dat Gij deze dingen voor
de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en
hebt dezelve den kinderkens geopenbaard; ja.
Vader, want alzo is geweest het welbehagen
voor U.
Zijn discipelen moeten straks Zijn getuigen
zijn, om een volkomen Zaligmaker te ver
kondigen. Die dood is geweest en Die leeft.
Hij ging veel lijden. Zij zouden er ook door
lijden. Met Zijn dood verging hun hoop!
Strijd en twijfel zou hun deel worden: de
satan heeft ulieden zeer begeerd om te zif
ten als de tarwe; maar Ik heb voor u gebe
den, dat uw geloof niet ophoude. Christus
gaat Zijn discipelen voorbereiden op Zijn
dood. Daar moest Hij plaats voor maken. Ze
rekenden op een aards koninkrijk, op aardse
heerlijkheid. En in plaats daarvan gaat hun
Meester straks de dood in. Ze verstonden
nog zo weinig van Gods recht. Er moest
betaald worden. Volkomen! God wil dat
aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede.
De discipelen beogen Gods eer niet. Slechts
eigen genot en zaligheid. Maar het hart van
de zaligheid bestaat echter in de verheerlij
king Gods. En zal God verheerlijkt worden
in de zaligheid van zondaren, dan moeten
Zijn deugden opgeluisterd worden. Dat kon
alleen door de dood van de Zone Gods. Ver
staan we daar iets van?
Dit onderwijs verwekt weerstand en vij
andschap. Deze weg willen ze niet. Petrus
bestraft Christus: Heere, zijt U genadig, dit
zal u geenszins geschieden. Ze begrijpen het
niet. Na Zijn opstandig worden ze indachtig
de woorden die Hij gesproken had.
Gods kinderen zijn verblijd als ze door het
geloof omgang met Christus mogen hebben
en Zijn onderwijs mogen genieten. Maar als
de Heere Zijn gevoelige genade gaat intrek
ken, de grond uit alles gaat wegnemen, weten
ze niet meer hoe het moet. Zijn voldoening en
de verlossing door Zijn dood moet door het
geloof meer waarde voor hen krijgen dan alle
gevoelige genade, hoe aangenaam ook. Dat is
een les. Wat profijtelijk als die grote Profeet
het Zijn kinderen leert.
Hij moest heengaan... De kanttekening zegt:
omdat zulks van God besloten, van de pro
feten voorzegd en tot verzoening der zonden
nodig was.
Van God besloten in de eeuwigheid. Hoe zal
Ik u onder de kinderen zetten, en u geven het
gewenste land? Toen stelde Christus Zich
Borg. Zie, ik kom; in de rol des boeks is van
Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om
Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het
midden Mijns ingewands. Van de profeten
voorzegd. Want Hij is afgesneden uit het land
der levenden; om de overtreding Mijns volks
is de plaag op Hem geweest. En men heeft
Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij
is bij den rijke in Zijn dood geweest, omdat
Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog
in Zijn mond geweest is.
Nodig tot verzoening van de zonden. Geen
slachtvee, geen altaren, vol spijs ten offer,
waren het voorwerp van Uw lust. Gij hebt
Mij naar Uw woord. Mijn oren doorgeboord,
en het lichaam toegerust. Want het is onmo
gelijk, dat het bloed van stieren en bokken de
zonden wegneme. Het bloed van Jezus Chris
tus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Naar Jeruzalem. Daar werden de offers
gebracht. Christus is het grote Offerlam. Hij
is uitgeworpen. Christus heeft buiten de poort
geleden. De lichamen van de dieren, waarvan
het bloed in het heiligdom gebracht was om
verzoening te doen, moesten buiten de leger
plaats verbrand worden. Het wijst op de toom
van God tegen de zonde. Christus heeft de
hitte van Gods gramschap geblust. Wat heb
ben we allen persoonlijk toch de toepassing
nodig van het werk van de Middelaar Gods
en der mensen tot verzoening van ónze zon
den.
Veel lijden. Wat heeft Christus geleden! Van
Judas, die hem verraden heeft. Van het San
hedrin, dat Hem overleverde uit haat en nijd.
Van de soldaten. Denk aan de doornenkroon.
Van de Romeinse rechter Pilatus, door wie
Hij ter dood veroordeeld is geworden.
En gedood. De smartelijke, smadelijke en
vervloekte kruisdood. In dit alles rustte de
toom van God op Hem. Plaatsbekledend en
Borgtochtelijk.
Kennen wij de waarheid in ons hart: Ik heb
door mijn schuld. Zijn kroon gevlochten. Zijn
beker gevuld? Dat verootmoedigd, doet bui
gen in het stof. Ik ben Uw gramschap dubbel
waardig. Gena, o God gena. Om het wonder
van de plaatsbekleding persoonlijk te leren:
Dat deed Ik voor u, daar gij anders de eeu
wige dood had moeten sterven.
Hij moest opstaan. Zijn opstanding bewees
Hem te zijn de Zoon van God. In de opwek
king van Christus ligt de vrijspraak van de
Vader. Gods Kerk wordt alleen gerechtvaar
digd bij het vonnis van de Rechter. Overgele
verd om onze zonden en opgewekt om onze
rechtvaardigmaking, schrijft Paulus aan de
geroepen heiligen in Rome. Mag u er ook in
delen?
Ds. G. van Manen, Sommelsdijk
OOLTGENSPLAAT - De Hervormde Stuur
groep Ooltgensplaat nodigt vrouwen uit
voor de Open Ochtend voor vrouwen, die
woensdag 7 maart gehouden zal worden in
verenigingsgebouw 'Elthato' te Ooltgens
plaat. Spreker deze morgen is schrijver en
tevens fotograaf bij het Reformatorisch Dag
blad Sjaak Verboom, die in zal gaan op het
onderwerp 'De Fotograaf als verteller'. Alle
vrouwen uit Ooltgensplaat, Langstraat en
omgeving zijn hartelijk welkom. De ochtend
duurt van 9.30-11.30 uur, vanaf9.15 uur is er
koffie, er is kinderoppas aanwezig.
Zaterdagavond is vanuit Nederland en België
een totale maansverduistering te zien. Dat
meldt de populair wetenschappelijke web
site Kennislink (www.kennislink.nl). Vanaf
22.30 uur valt de eerste aardse schaduw over
het hemellichaam en ontbreekt een 'hap' uit
de maan. Tussen 23.44 en 00.58 uur hangt de
maan volledig in de schaduw van de aarde.
De maan is bij de verduistering niet helemaal
onzichtbaar maar krijgt een oranjerode kleur.
De verduistering is met het blote oog te zien.
Maar met een verrekijker of telescoop is
het schouwspel indrukwekkender. Zeventig
Nederlandse en veertig Vlaamse publiekster-
renwachten openen in het kader van de Ster
renkijkdagen op zaterdagavond hun deuren.
Kennislink verzorgt live beelden via internet
voor het geval het bewolkt is. Zondagnacht
om 02.11 uur is de verduistering voorbij en
staat er weer een gewone volle maan aan de
hemel.
MIDDELHARNIS - Vanuit Amerika
leeft oud-inwoner van Middelharnis
Roland Krijgsman (Roel van Hannah)
nog steeds mee met het wel een wee
in zijn geboortedorp. Krijgsman, die
ruim vijftig jaar geleden naar Amerika
vertrok, heeft zijn herinneringen aan
het visserij verleden op papier gezet. U
leest 't hieronder.
"Meestal 's maandagsmorgens vroeg gingen
de visserschepen (of sloepen) naar zee om
daar voor enkele weken te vissen. De sche
pen werden door een paard naar de sluizen
getrokken, want er liep een 'nauwpad' of
jaagpad van de Wilhelminabrug naar de Bui-
tenhaven, daar aangekomen werden de zeilen
gehesen. Op het Haringvliet werd koersgezet
naar de Noordzee. Men kwam op zee via het
Goereese Gat. Deze scheepjes waren klein
met een roefje en stuurhut op het achterschip.
Verder was er een vooronder met enkele
kooien op het voorschip. Er was geen motor,
geen instrumenten, behalve een kompas. Al
het werk moest met de hand gebeuren, zei
len hijsen, anker uitzetten en ophalen, netten
klaarmaken voor de beug, vis verwerken en
met storm en slecht alles weer vastsjorren.
Op de zeilen stond het kenteken MD I, MD
II, enz. In totaal waren er ongeveer twintig
sloepen, houten boten. De reders waren de
families Kolff en Slis. Sommige reizen duur
den tien weken of meer, als er werd gevist op
de kabeljauw in de buurt van IJsland.
Op het Vingerling stond een gebouw met
daarop een klein uitkijktorentje. Als het tijd
was om terug te keren, stond er een persoon
in dat torentje en meldde dat hij de zeilen en
nummer kon zien van dat schip.
Gedurende een storm hadden deze loggers of
kotters het zwaar te verduren. Met gereefde
zeilen werd het sturen moeilijker en zonder
zeil was het geheel onbestuurbaar en waren
ze aan het geweld van de golven overgele
verd. Op zo'n hevig slingerend schip was
het niet mogelijk om aan dek te blijven. De
bemanning zat dan opgesloten in de roef of
in het vooronder. Er werd op die tochten veel
gebeden en vooral voor het 'koffiekokertje'
was het een angstige tijd. Dit jochie van 12 a
14 jaar oud was meestal zeeziek.
Het was een hard leven en sommige van deze
sloepen vergingen met man en muis. Veelal
werd dan nooit meer iets van de bemanning
vernomen... Er was geen begrafenis en de
vele weduwen woonden in de Visserstraat.
Families als Boogerman, Van den Hoek, Dub-
beld. Koster en anderen waren zonder vader of
zoon. Er werd veel gevist in de buurt van de
Doggersbank; dit was onder de Engelse kust
en een behoorlijke afstand van hun thuisha
ven Middelharnis. Er werd veel gerouwd in
het dorp als een schip vergaan was.
Als kind kwam ik bij de weduwe Adriaantje
Bogerman. Ze woonde in de Visserstraat en
verkocht klompen in haai' kleine huisjes. Het
was een lieve oude vrouw, die dikwijls een
keuvel droeg. De familie Van den Nieuwen-
dijk maakte de manden voor de visserij en de
landbouw. Ze hadden hun werkplaats op het
Vingerling.
Toen de visserij werd opgegeven vertrokken
vele vissers naar IJmuiden en Katwijk. Uit
die periode zijn er geen overlevenden meer.
Roland Krijgsman
11 Wilson S.
Clifton, NJ 07011-2739
USA
-j;-
Mijnheer Andijk vertelde de gehele geschiedenis
van A tot Z. Hij verzweeg of verbloemde ook niet
zijn boze bui van die bewuste middag en dat hij
onder invloed daarvan zo overijld gehandeld had.
Gespannen luisterde Van Zanten, geen woord ont
ging hem en met zijn helder, scherp inzicht verge
leek en combineerde hij de feiten met elkaar.
"Ik ben er niet op vooruit gegaan, dat kan ik je ver
zekeren", besloot mijnheer Andijk met een zucht,
"maar ja, zeg het zelif, ik kón niet meer teruggaan,
toen het eenmaal zo ver was."
"Raadselachtig. Raadselachtig", en Van Zanten
schudde het hoofd, streek zich met de hand door
het kwistige haar. "Heb je nooit uit kunnen vinden,
hoe dat geld in die lade kwam? Heb je ook nooit
een vermoeden gehad?"
"Neen, nooit, ieder spoor ontbreekt volkomen, ook
maar het minste zou ik te baat genomen hebben."
Verdrietig stak mijnheer Andijk een nieuwe sigaar
op en pafte dikke rookwolken de kamer in, die lang
zaam wegslierten.
"Hoe meer ik er later over nadacht, hoe onwaar
schijnlijker het mij toch toeleek, dat hij de dader
was, ondanks het feit, dat hij bij Van Bevaren die
grote rekening te betalen had."
"Ja, de schijn is tegen hem, zeer zeker", viel Van Zan
ten uit, "maar bewezen is er nog niets, Andijk."
"Dat weet ik ook wel, maar wie heeft het dan
gedaan?"
"Ja, dat weet ik vanzelfsprekend óók niet, doch ik
vind wel, dat je een beetje te haastig gehandeld
hebt, nu ik alles zo hoor. Je bent eigenlijk op de
zaken vooruitgelopen en hebt zodoende jezelf voor
een voldongen feit gesteld."
"Dat heb ik mij al zo dikwijls verweten", hernam
mijnheer Andijk, "maar er was toen toch eenmaal
niets meer aan te veranderen."
"Neen, daarin heb je gelijk", stemde Van Zanten
volmondig toe, "in jouw geval zat er niets anders op
dan dat ontslag te handhaven."
"Onlangs kwam ik hem tegen", vertelde mijnheer
Andijk nog, "hij geraakte helemaal in verwarring."
"Zeer begrijpelijk", meende Van Zanten kort.
"Dat is het ook. Ik had medelijden met hem, had
graag enige vriendelijke woorden met hem willen
wisselen, doch daar ontbrak me, eerlijk gezegd, de
moed toe. Ik ben zonder één woord te spreken hem
voorbij gegaan, doch ik had er een ellendige avond
door", bekende mijnheer Andijk openhartig.
"Dat begrijp ik", lachte Van Zanten. "Weet je wat ik
doen zal? Ik zal hem eens bij me laten komen en wil
dan wel eens horen, wat hij te vertellen heeft."
"Doe dat en dan hoor ik er wel verder van, hè? Ik
zou hem werkelijk een goede betrekking gunnen.
Ik reken er op, dat je me volledig van alles op de
hoogte houdt, hoor", bedong mijnheer Andijk.
"Daar kun je verzekerd van zijn."
Op dat ogenblik trad mevrouw Andijk de kamer
binnen en braken ze dat gesprek af. Het verdere van
de avond werd gevuld met meer algemene beschou
wingen, waaraan ook mevrouw Andijk een groot
aandeel had.
Het was al heel laat, toen Van Zanten zich door de
verlaten straten haastig huiswaarts spoedde. Toch
had hij er geen spijt van, die avond in de woning
van mijnheer Andijk doorgebracht te hebben. Hij
zou met het gehoorde zijn voordeel doen, vast en
zeker.
Traag kropen de dagen voor Evert Kooistra en ook
voor zijn moeder voorbij. Hij stond er mee op en
ging er mee slapen. Overdag op het kleine kantoor
tje van mijnheer Van Dalen kon hij soms dromend
voor zich uit zitten staren, dan overwoog hij de kan
sen en eindigde bijna altijd met de conclusie, dat
hij toch geen schijn van kans had. Juist de manier
waarop hij uit zijn vroegere werkkring geraakt was
zat hem lelijk dwars. Als ze bij mijnheer Andijk om
inlichtingen gingen vragen en hij twijfelde er niet
aan, of ze zouden dat doen, dan kreeg hij geen been
aan de grond. Onrustig schoof hij dan heen en weer
op zijn stoel en begon maar weer aan de arbeid. Het
was trouwens helemaal niet druk, hij kon het op zijn
gemakje af. Nu dit gekomen was, leek het hem of
hij nog veel erger verlangde om uit deze gevange
nis verlost te worden. De sombere muren, die het
binnenplaatsje begrensden en hem elk uitzicht ont
namen hinderden hem. Dan voelde hij zich soms
net als een gevangen vogel, die, de lente voelend,
zijn snavel tot bloedens toe open stoot tegen de
ijzeren tralies. Hij kon er soms ook zo nameloos
naar verlangen om weer ander werk te krijgen. En
al nam hij zich nu ook duizendmaal voor er maar
niet meer over te denken, daar het toch op niets uit
zou lopen, toch bleek het kleine hoopje in zijn hart
onverwoestbaar te zijn. Kwam dan Van Dalen soms
even op het kantoor, brommerig en argwanend, dan
troostte hij zich heimelijk met de gedachte, dat het
misschien wel niet lang meer zou duren. Nu moest
hij zich dat alles laten welgevallen, maar dan...
Mijnheer Van Dalen kon vaak zo onredelijk zijn,
opstuiven om het minste, hoewel er niet de gering
ste aanleiding voor bestond, want één ding wist hij
zeker, op zijn werk viel niets aan te merken.
Soms steeg het bloed hem naar het hoofd van ver
ontwaardiging, als er verwijten werden gemaakt,
ook aan zijn adres, die hij niet verdiende. Doch dan
klemde hij de lippen vaster opeen en zweeg, want
hij moest zeer voorzichtig zijn, ander sliep hij grote
kans direct ontslagen te worden.
Een enkele keer verkneuterde hij zich bij de gedach
te, dat niet zijn patroon hém, maar dat hij mijnheer
Van Dalen de dienst zou opzeggen en zijn ontslag
nemen zou. Maar niet lang liet hij die aangename
bespiegelingen de vrije loop. Onmiddellijk remde
hij ze weer, want het was nog zo ver niet en het zou
waarschijnlijk wel nooit zo ver komen ook.
Toen hij de avond nadat hij de sollicitatie gepost
had naar Dora van Vlijmen ging, had hij even over
wogen om het maar voor Dora te verzwijgen, doch
dat had hij toch niet gekund, hij zat er tè vol van.
Intens leefde zij in alles met hem mee, óók in dit
geval. Hoe vurig hoopte zij voor hem, dat die har-
tewens in vervulling zou gaan, doch ook zij begreep
maar al te goed, dat zijn kansen gering waren. Zij
had hem beloofd er voorlopig thuis nog over te zwij
gen.
"Geen slapende honden wakker maken", had hij
gemeend.
Dat was ook hiar gevoelen geweest. "Welja, laten
we daar vooreerst nog maar over zwijgen."
Zelfs Van Vliet werd er buiten gehouden, alles uit
angst voor een tè grote ontnuchtering.
Tot 15 maart, de sluitingsdatum, was het wachten
nog al meegevallen, want hij wist, dat ervóór die tijd
nog geen antwoord kón komen. Maar na die datum
werd hij verteerd door ongeduld. Keer op keer, als
hij van zijn werk terugkeerde en zijn woning betrad
speurde hij rond, of er niet ergens een brief voor
hem lag. De dagen verstreken en nog steeds geen
taal of teken op zijn sollicitatie.
(wordt vervolgd)