Overdenking uit de Heilige Schrift Middelharnis' visserijverleden i^UbMniEuva HET .OJKVENSTER SGP wil 'Waarde toevoegen' aan provincie Zuid-Holland Open Ochtend voor vrouwen Zaterdagavond maansverduistering KAMERTEMPEMTUUn SUREN-UEF-EN-LEED MENSEN HERKENNEN Persoonlijk onderwijs PAGINA 5 JDAG 2 MAART 2007 Blik op kerk en samenleving [j - De Anglicaanse Kerk - Geen pauselijk gezag - Problemen Het was nog maar een voorlopig bericht en het haalde niet de voorpagina's van de kran ten. Het ziet er volgens mij ook niet naar uit dat het binnen pakweg tien jaar zal gebeuren. Maar het balletje is wel opgegooid, Ik heb het oog op de pogingen die worden onder nomen om de Kerk van Engeland, de zoge naamde Anglicaan,se Kerk, te verenigingen met de Kerk van Rome. Dat zou bepaald een mdrukwekkende gebeurtenis zijn, wanneer de breuk na meer dan vier eeuwen zou wor den geheeld,.. Daarom zei ik al: het is nog niet zo ver, en het is ook de vraag of het zo ver komt... Ik wil m'n lezers niet vermoeien met aller lei cijfers en ook niet met al te veel historie. Maar het voornaamste moet toch wel worden gezegd. Dat is dat de Anglicaanse Kerk in de wereld een wat aparte positie inneemt. Een beetje versimpeld gezegd: in de leer wordt ze gerekend tot de reformatorische kerken, maar in kerkinrichting en eredienst vertoont ze veel overeenkomst met de R.K. Kerk. Dat heeft natuuriijk diepe historische wortels. De Reformatie ging in Engeland nogal geleide lijk in z'n werk, en er was telkens weer een zekere terugval. Er was op de Britse eilanden ook een bepaalde afkeer van het zich voegen onder vreemde machthebbers, en in dit geval was de paus van Rome, Toen Hendrik VIII zich dan ook liet scheiden van Catharina van Arragon, en trouwde met Anna Boleyn en hij voor die scheiding en dat 'overspelige' huwe lijk geen toestemming kreeg van de toenmali ge paus (Jrbanus, was het niet moeilijk om de kerk van Engeland los te maken van de Kerk van Rome, Sinds die tijd gaat de Anglicaanse Kerk haar eigen weg. De aartsbisschop van Canterbury bekleedt het hoogste gezag in de kerk, de koning of koningin van Engeland is 'hoofd' van die Kerk. De Anglicaanse Kerk is dan ook een staatskerk (een kerk waarvan een wereldlijk vorst, althans in naam, aan het hoofd staat). Vanouds zijn er twee stromin gen in de Anglicaanse Kerk: De High Church waar veel waarde wordt gehecht aan de litur gie, en de Low Church die meer Evangelisch getint is en aandacht heeft voor zending en evangelisatie, Wanneer de Anglicaanse Kerk zich zou ver enigen met de Roomse, dan zou dat beteke nen dat die Kerk zich voegt onder het pau selijk gezag. Het is namelijk onmogelijk Rooms te zijn zonder hem te erkennen, die zich 'stedehouder van Christus' noemt, In de Kerk van Engeland - met name in het gedeel te dat de High Church wordt genoemd, zullen de meesten daar geen probleem mee hebben. Een probleem is wel dat enkele vrouwen die priester wilden worden, de Roomse Kerk hebben verlaten en zich in de Anglicaanse Kerk hebben laten wijden... Die worden uiteraard door de Kerk van Rome, die onder géén voorwaarde vrouwelijke ambtsdragers duldt, niet geaccepteerd. Waarnemer Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzen ding compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Kunt u ons vertellen hoe het komt, dal wij hel koud hehhen als de thermostaat op 20' staat, terwijl het dan bij de huren warm is in huis? Antwoord: Dat hangt af van de plaatsing van die thermostaat en van de radiatoren, ventilatieroosters, enz., en of u vaak ramen en deuren opent. Ook zit u in een hoekhuis 's winters wat ongunstiger dan de buren in de tussenwoning. Twintig graden geldt wel als een gemiddelde kamertemperatuur, maar uw thermostaat meet die maar op één enkel punt, vaak op borsthoogte. De warme lucht stijgt op bij de radiatoren en tegen hel pla fond kan het wel 30" worden, terwijl u bij het raam misschien koude voeten krijgt, doordat daar de afgekoelde lucht naar beneden komt. Plaats hier en daar maar eens een thermome ter bij uw zitplaatsen en stel dan de thermos taat zodanig af, dat u het warm hebt op de plek waar u stilzit. Staan de radiatoren langs de muren i.p.v. onder de ramen, dan kunt u dat beter laten veranderen. Ook kunt u de ramen laten verdubbelen, bijv. door voorzet ramen, zodat de afkoeling daar belangrijk wordt verminderd en u uiteindelijk toch zui niger stookt, al staat de thermostaat dan wat hoger. Met de buren valt in 't dagelijks leven goed te praten, maar zodra we weer een feestje geven, worden ze razend. Wat doen we daar aan? Antwoord: Uit uw gehele brief blijkt, dat u er zelf iets aan wilt veranderen ter wille van de goede verstandhouding. Terecht, want een goede buur is beter dan een verre vriend. Probeer ten eerste dat aantal feesten te beper ken tot de hoogst noodzakelijke. Waarschuw vervolgens uw buren aan beide zijden en vertel wat er op die data te gebeuren staat. Doe dat zo ruim van tevoren, dat zij des gewenst elders vertier kunnen zoeken. Nog beter is het, ze uit te nodigen van de partij te zijn. Dan hebben zij er zelf plezier in plaats van verdriet van. Zorg verder voor zo min mogelijk overlast. Draai de versterker niet op volle kracht en stamp niet op de maat van de muziek. Neem 's nachts ook niet luidruchtig afscheid. Burengerucht wordt volgens een recent onderzoek eerder getolereerd als de omwonenden het kunnen zien aankomen en tijdig maatregelen kunnen nemen. Hoe zou het toch komen dat je mensen niet zo snel herkent als gebouwen, boeken, kunst voorwerpen, enz- Ik heb bij het afnemen van veel examens ervaren dat men moeite had met het thuisbrengen van portretten van mensen, maar niet met afbeeldingen van voorwerpen. En een duidelijke tekening van de vorm van een bloem, blad of boom blijkt ook gemak kelijker te herkennen dan een foto van een levende plant. Antwoord: Daar zijn verscheidene studies aan gewijd. Aanvankelijk weet men dit aan de perceptie (inprenting) van de proefperso nen. In 1962 schreef de Franse psycholoog Alain Delforte, dat examenvraagstukken die illustraties met contouren bevatten, beter begrepen en onthouden werden dan die met afbeeldingen van mensen, dieren en planten. De betere woninginrichting sinds 1920 Gedempt Kanaal 105, Middelharnis, (0187) 48 27 84 GOEREE-OVERFLAKKEE - Op 7 maart zijn er weer verkiezingen voor de Provinciale Staten. Ook de SGP doet mee met het thema: Toegevoegde Waarde. Zuid-Holland is een provin cie met waardevolle landschappen en waardevolle activiteiten. Veel wordt bijgedragen door inwoners, bedrijven, verenigingen, gemeenten, waterschap pen en de rijksoverheid. De provincie heeft daarbij een toegevoegde waarde: Zij staat dicht bij de ontwikkelingen in de woonomgeving en voegt waarde toe bij de oplossing van gemeenteoverstij gende vraagstukken. De SGP wil hiervoor een provinciaal bestuur dat dicht bij de inwoners staat en zich bewust is van zijn verantwoordelijkheden, maar ook van de grenzen daarvan. De provincie moet de eigen verantwoordelijkheid van inwo ners, gemeenten en organisaties respecteren, bevorderen en benadrukken. De SGP gelooft dat de overheid door God ingesteld is om het welzijn van de inwoners te bevorderen. Daarom moet ook de provin cie dit zo goed mogelijk doen. Zij moet zich hiervoor niet alleen kunnen verantwoorden tegenover de kiezers of medeoverheden, maar vooral tegenover God. Dit noopt tot beschei denheid en tot een integere plichtsuitvoering. Helaas wordt in onze maatschappij het besef van Bijbelse waarden en normen steeds min der. De SGP wil waarde toevoegen vanuit de overtuiging dat de meest waardevolle waar den en normen te vinden zijn in het Woord van God, de Bijbel. Zo wil de SGP zich inzet ten voor een rechtvaardige, eerlijke en zorg zame samenleving met sociale bewogenheid en bijzondere aandacht voor het zwakke en hetgeen onder druk staat. In een folder die voor de verkiezingen huis- aan-huis is verspreid, geeft de provinciale SGP-fractie in een aantal speerpunten aan dat het provinciale bestuur zich moet beper ken tot hoofdtaken, dat de leefbaarheid van de kleine kernen vergroot moet worden en er goed openbaarvervoer is voor deze ker nen. Er moet prioriteit gegeven worden aan herstructurering van oude bedrijfsterrei nen en er moet meer aandacht komen voor de onderhoudsachterstanden van wegen, waterwegen en fietspaden. Aandacht wordt gevraagd voor het investeren in een sterke en innovatieve landbouwsector en boeren betrekken bij natuurbeheer met daarbij reële vergoedingen. Verder pleit de fractie voor slimmere afvalverwerking en terugdringen van vuilstortplaatsen. Ontwikkelingen en gebruik van duurzame energie moet gestimu leerd worden. Meer informatie over het pro gramma van de SGP is te vinden op: www. sgpzh.nl. Dit was volgens Delforte ook het geval, wan neer beide soorten platen betrekking hadden op het zelfde onderwerp. Tien jaar later toon de dr. Karl Reichenstadt in het Zeitschrift für Angew. Psychologie aan dat het verschil nog groter was als men niet werkte met afbeel dingen, maar met levende mensen tegen over gebouwen, enz. Zijn conclusie was, dat scherp omlijnde voorwerpen altijd beter ingeprent worden onder gelijke omstandig heden dan voorwerpen met zachte, vloeiende lijnen. Waarschijnlijk zit dat in de wijze van overdracht van de gezichtsindrukken naar de hersenen. Dit verklaart weer waarom som migen moeite hebben met het herkennen van mensen als die geen speciale kenmerken heb ben als een bril, een snor, scherpe gezicht- strekken, zware wenkbrauwen of een opval lende neus, enz. Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleer den, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden. (Mattheüs 16:21) Wat het kerkelijk jaar betreft staan wij deze weken stil bij het lijden van de Heere Jezus. De Zoon des mensen is gekomen, niet om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Jezus sprak bovengenoemde woorden nadat Hij ongeveer drie jaar met Zijn discipelen oinging. Hij had Zijn discipelen veel onder wijs gegeven. Ze hadden Hem door het ware geloof leren kennen als de Profeet, Die hen onderwees tot zaligheid. Kent u dat? Christus gaat nu als Profeet Zijn jongeren onderwijs geven over Zijn Priesterlijk werk. Van toen aan... Nédat Petrus die schone belij denis had afgelegd: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. Nadat ze dus enigs zins gevorderd waren in de kennis van Chris tus. Nadat Hij ze ook verzekerd had van de zaligheid van Zijn gemeente: op deze Petra zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. Daarvoor sprak Christus meer bedekt over Zijn lijden. Denk aan de woorden: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzel- ven oprichten. Meer bedekt. Christus open baart Zich trapsgewijs. Er is een geleidelijk opwassen in de genade en in de kennis van Christus. Nu begint Hij het Zijn discipelen te vertonen, te bewijzen, te leren. Uit de Heilige Schrift. Hij spreekt niet langer bedekt, maar zegt dui delijk wat er gaat komen. Hij gaat Zijn jonge ren vatbaar maken voor dit onderwijs. Zijn discipelen, staat er. Dit onderwijs krijgt niet iedereen zo persoonlijk. God is vrij hoe veel onderwijs Hij een mens geeft. Echter, zo bad Christus: De dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard; ja. Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U. Zijn discipelen moeten straks Zijn getuigen zijn, om een volkomen Zaligmaker te ver kondigen. Die dood is geweest en Die leeft. Hij ging veel lijden. Zij zouden er ook door lijden. Met Zijn dood verging hun hoop! Strijd en twijfel zou hun deel worden: de satan heeft ulieden zeer begeerd om te zif ten als de tarwe; maar Ik heb voor u gebe den, dat uw geloof niet ophoude. Christus gaat Zijn discipelen voorbereiden op Zijn dood. Daar moest Hij plaats voor maken. Ze rekenden op een aards koninkrijk, op aardse heerlijkheid. En in plaats daarvan gaat hun Meester straks de dood in. Ze verstonden nog zo weinig van Gods recht. Er moest betaald worden. Volkomen! God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede. De discipelen beogen Gods eer niet. Slechts eigen genot en zaligheid. Maar het hart van de zaligheid bestaat echter in de verheerlij king Gods. En zal God verheerlijkt worden in de zaligheid van zondaren, dan moeten Zijn deugden opgeluisterd worden. Dat kon alleen door de dood van de Zone Gods. Ver staan we daar iets van? Dit onderwijs verwekt weerstand en vij andschap. Deze weg willen ze niet. Petrus bestraft Christus: Heere, zijt U genadig, dit zal u geenszins geschieden. Ze begrijpen het niet. Na Zijn opstandig worden ze indachtig de woorden die Hij gesproken had. Gods kinderen zijn verblijd als ze door het geloof omgang met Christus mogen hebben en Zijn onderwijs mogen genieten. Maar als de Heere Zijn gevoelige genade gaat intrek ken, de grond uit alles gaat wegnemen, weten ze niet meer hoe het moet. Zijn voldoening en de verlossing door Zijn dood moet door het geloof meer waarde voor hen krijgen dan alle gevoelige genade, hoe aangenaam ook. Dat is een les. Wat profijtelijk als die grote Profeet het Zijn kinderen leert. Hij moest heengaan... De kanttekening zegt: omdat zulks van God besloten, van de pro feten voorzegd en tot verzoening der zonden nodig was. Van God besloten in de eeuwigheid. Hoe zal Ik u onder de kinderen zetten, en u geven het gewenste land? Toen stelde Christus Zich Borg. Zie, ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn God, om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden Mijns ingewands. Van de profeten voorzegd. Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding Mijns volks is de plaag op Hem geweest. En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is. Nodig tot verzoening van de zonden. Geen slachtvee, geen altaren, vol spijs ten offer, waren het voorwerp van Uw lust. Gij hebt Mij naar Uw woord. Mijn oren doorgeboord, en het lichaam toegerust. Want het is onmo gelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme. Het bloed van Jezus Chris tus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonde. Naar Jeruzalem. Daar werden de offers gebracht. Christus is het grote Offerlam. Hij is uitgeworpen. Christus heeft buiten de poort geleden. De lichamen van de dieren, waarvan het bloed in het heiligdom gebracht was om verzoening te doen, moesten buiten de leger plaats verbrand worden. Het wijst op de toom van God tegen de zonde. Christus heeft de hitte van Gods gramschap geblust. Wat heb ben we allen persoonlijk toch de toepassing nodig van het werk van de Middelaar Gods en der mensen tot verzoening van ónze zon den. Veel lijden. Wat heeft Christus geleden! Van Judas, die hem verraden heeft. Van het San hedrin, dat Hem overleverde uit haat en nijd. Van de soldaten. Denk aan de doornenkroon. Van de Romeinse rechter Pilatus, door wie Hij ter dood veroordeeld is geworden. En gedood. De smartelijke, smadelijke en vervloekte kruisdood. In dit alles rustte de toom van God op Hem. Plaatsbekledend en Borgtochtelijk. Kennen wij de waarheid in ons hart: Ik heb door mijn schuld. Zijn kroon gevlochten. Zijn beker gevuld? Dat verootmoedigd, doet bui gen in het stof. Ik ben Uw gramschap dubbel waardig. Gena, o God gena. Om het wonder van de plaatsbekleding persoonlijk te leren: Dat deed Ik voor u, daar gij anders de eeu wige dood had moeten sterven. Hij moest opstaan. Zijn opstanding bewees Hem te zijn de Zoon van God. In de opwek king van Christus ligt de vrijspraak van de Vader. Gods Kerk wordt alleen gerechtvaar digd bij het vonnis van de Rechter. Overgele verd om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking, schrijft Paulus aan de geroepen heiligen in Rome. Mag u er ook in delen? Ds. G. van Manen, Sommelsdijk OOLTGENSPLAAT - De Hervormde Stuur groep Ooltgensplaat nodigt vrouwen uit voor de Open Ochtend voor vrouwen, die woensdag 7 maart gehouden zal worden in verenigingsgebouw 'Elthato' te Ooltgens plaat. Spreker deze morgen is schrijver en tevens fotograaf bij het Reformatorisch Dag blad Sjaak Verboom, die in zal gaan op het onderwerp 'De Fotograaf als verteller'. Alle vrouwen uit Ooltgensplaat, Langstraat en omgeving zijn hartelijk welkom. De ochtend duurt van 9.30-11.30 uur, vanaf9.15 uur is er koffie, er is kinderoppas aanwezig. Zaterdagavond is vanuit Nederland en België een totale maansverduistering te zien. Dat meldt de populair wetenschappelijke web site Kennislink (www.kennislink.nl). Vanaf 22.30 uur valt de eerste aardse schaduw over het hemellichaam en ontbreekt een 'hap' uit de maan. Tussen 23.44 en 00.58 uur hangt de maan volledig in de schaduw van de aarde. De maan is bij de verduistering niet helemaal onzichtbaar maar krijgt een oranjerode kleur. De verduistering is met het blote oog te zien. Maar met een verrekijker of telescoop is het schouwspel indrukwekkender. Zeventig Nederlandse en veertig Vlaamse publiekster- renwachten openen in het kader van de Ster renkijkdagen op zaterdagavond hun deuren. Kennislink verzorgt live beelden via internet voor het geval het bewolkt is. Zondagnacht om 02.11 uur is de verduistering voorbij en staat er weer een gewone volle maan aan de hemel. MIDDELHARNIS - Vanuit Amerika leeft oud-inwoner van Middelharnis Roland Krijgsman (Roel van Hannah) nog steeds mee met het wel een wee in zijn geboortedorp. Krijgsman, die ruim vijftig jaar geleden naar Amerika vertrok, heeft zijn herinneringen aan het visserij verleden op papier gezet. U leest 't hieronder. "Meestal 's maandagsmorgens vroeg gingen de visserschepen (of sloepen) naar zee om daar voor enkele weken te vissen. De sche pen werden door een paard naar de sluizen getrokken, want er liep een 'nauwpad' of jaagpad van de Wilhelminabrug naar de Bui- tenhaven, daar aangekomen werden de zeilen gehesen. Op het Haringvliet werd koersgezet naar de Noordzee. Men kwam op zee via het Goereese Gat. Deze scheepjes waren klein met een roefje en stuurhut op het achterschip. Verder was er een vooronder met enkele kooien op het voorschip. Er was geen motor, geen instrumenten, behalve een kompas. Al het werk moest met de hand gebeuren, zei len hijsen, anker uitzetten en ophalen, netten klaarmaken voor de beug, vis verwerken en met storm en slecht alles weer vastsjorren. Op de zeilen stond het kenteken MD I, MD II, enz. In totaal waren er ongeveer twintig sloepen, houten boten. De reders waren de families Kolff en Slis. Sommige reizen duur den tien weken of meer, als er werd gevist op de kabeljauw in de buurt van IJsland. Op het Vingerling stond een gebouw met daarop een klein uitkijktorentje. Als het tijd was om terug te keren, stond er een persoon in dat torentje en meldde dat hij de zeilen en nummer kon zien van dat schip. Gedurende een storm hadden deze loggers of kotters het zwaar te verduren. Met gereefde zeilen werd het sturen moeilijker en zonder zeil was het geheel onbestuurbaar en waren ze aan het geweld van de golven overgele verd. Op zo'n hevig slingerend schip was het niet mogelijk om aan dek te blijven. De bemanning zat dan opgesloten in de roef of in het vooronder. Er werd op die tochten veel gebeden en vooral voor het 'koffiekokertje' was het een angstige tijd. Dit jochie van 12 a 14 jaar oud was meestal zeeziek. Het was een hard leven en sommige van deze sloepen vergingen met man en muis. Veelal werd dan nooit meer iets van de bemanning vernomen... Er was geen begrafenis en de vele weduwen woonden in de Visserstraat. Families als Boogerman, Van den Hoek, Dub- beld. Koster en anderen waren zonder vader of zoon. Er werd veel gevist in de buurt van de Doggersbank; dit was onder de Engelse kust en een behoorlijke afstand van hun thuisha ven Middelharnis. Er werd veel gerouwd in het dorp als een schip vergaan was. Als kind kwam ik bij de weduwe Adriaantje Bogerman. Ze woonde in de Visserstraat en verkocht klompen in haai' kleine huisjes. Het was een lieve oude vrouw, die dikwijls een keuvel droeg. De familie Van den Nieuwen- dijk maakte de manden voor de visserij en de landbouw. Ze hadden hun werkplaats op het Vingerling. Toen de visserij werd opgegeven vertrokken vele vissers naar IJmuiden en Katwijk. Uit die periode zijn er geen overlevenden meer. Roland Krijgsman 11 Wilson S. Clifton, NJ 07011-2739 USA -j;- Mijnheer Andijk vertelde de gehele geschiedenis van A tot Z. Hij verzweeg of verbloemde ook niet zijn boze bui van die bewuste middag en dat hij onder invloed daarvan zo overijld gehandeld had. Gespannen luisterde Van Zanten, geen woord ont ging hem en met zijn helder, scherp inzicht verge leek en combineerde hij de feiten met elkaar. "Ik ben er niet op vooruit gegaan, dat kan ik je ver zekeren", besloot mijnheer Andijk met een zucht, "maar ja, zeg het zelif, ik kón niet meer teruggaan, toen het eenmaal zo ver was." "Raadselachtig. Raadselachtig", en Van Zanten schudde het hoofd, streek zich met de hand door het kwistige haar. "Heb je nooit uit kunnen vinden, hoe dat geld in die lade kwam? Heb je ook nooit een vermoeden gehad?" "Neen, nooit, ieder spoor ontbreekt volkomen, ook maar het minste zou ik te baat genomen hebben." Verdrietig stak mijnheer Andijk een nieuwe sigaar op en pafte dikke rookwolken de kamer in, die lang zaam wegslierten. "Hoe meer ik er later over nadacht, hoe onwaar schijnlijker het mij toch toeleek, dat hij de dader was, ondanks het feit, dat hij bij Van Bevaren die grote rekening te betalen had." "Ja, de schijn is tegen hem, zeer zeker", viel Van Zan ten uit, "maar bewezen is er nog niets, Andijk." "Dat weet ik ook wel, maar wie heeft het dan gedaan?" "Ja, dat weet ik vanzelfsprekend óók niet, doch ik vind wel, dat je een beetje te haastig gehandeld hebt, nu ik alles zo hoor. Je bent eigenlijk op de zaken vooruitgelopen en hebt zodoende jezelf voor een voldongen feit gesteld." "Dat heb ik mij al zo dikwijls verweten", hernam mijnheer Andijk, "maar er was toen toch eenmaal niets meer aan te veranderen." "Neen, daarin heb je gelijk", stemde Van Zanten volmondig toe, "in jouw geval zat er niets anders op dan dat ontslag te handhaven." "Onlangs kwam ik hem tegen", vertelde mijnheer Andijk nog, "hij geraakte helemaal in verwarring." "Zeer begrijpelijk", meende Van Zanten kort. "Dat is het ook. Ik had medelijden met hem, had graag enige vriendelijke woorden met hem willen wisselen, doch daar ontbrak me, eerlijk gezegd, de moed toe. Ik ben zonder één woord te spreken hem voorbij gegaan, doch ik had er een ellendige avond door", bekende mijnheer Andijk openhartig. "Dat begrijp ik", lachte Van Zanten. "Weet je wat ik doen zal? Ik zal hem eens bij me laten komen en wil dan wel eens horen, wat hij te vertellen heeft." "Doe dat en dan hoor ik er wel verder van, hè? Ik zou hem werkelijk een goede betrekking gunnen. Ik reken er op, dat je me volledig van alles op de hoogte houdt, hoor", bedong mijnheer Andijk. "Daar kun je verzekerd van zijn." Op dat ogenblik trad mevrouw Andijk de kamer binnen en braken ze dat gesprek af. Het verdere van de avond werd gevuld met meer algemene beschou wingen, waaraan ook mevrouw Andijk een groot aandeel had. Het was al heel laat, toen Van Zanten zich door de verlaten straten haastig huiswaarts spoedde. Toch had hij er geen spijt van, die avond in de woning van mijnheer Andijk doorgebracht te hebben. Hij zou met het gehoorde zijn voordeel doen, vast en zeker. Traag kropen de dagen voor Evert Kooistra en ook voor zijn moeder voorbij. Hij stond er mee op en ging er mee slapen. Overdag op het kleine kantoor tje van mijnheer Van Dalen kon hij soms dromend voor zich uit zitten staren, dan overwoog hij de kan sen en eindigde bijna altijd met de conclusie, dat hij toch geen schijn van kans had. Juist de manier waarop hij uit zijn vroegere werkkring geraakt was zat hem lelijk dwars. Als ze bij mijnheer Andijk om inlichtingen gingen vragen en hij twijfelde er niet aan, of ze zouden dat doen, dan kreeg hij geen been aan de grond. Onrustig schoof hij dan heen en weer op zijn stoel en begon maar weer aan de arbeid. Het was trouwens helemaal niet druk, hij kon het op zijn gemakje af. Nu dit gekomen was, leek het hem of hij nog veel erger verlangde om uit deze gevange nis verlost te worden. De sombere muren, die het binnenplaatsje begrensden en hem elk uitzicht ont namen hinderden hem. Dan voelde hij zich soms net als een gevangen vogel, die, de lente voelend, zijn snavel tot bloedens toe open stoot tegen de ijzeren tralies. Hij kon er soms ook zo nameloos naar verlangen om weer ander werk te krijgen. En al nam hij zich nu ook duizendmaal voor er maar niet meer over te denken, daar het toch op niets uit zou lopen, toch bleek het kleine hoopje in zijn hart onverwoestbaar te zijn. Kwam dan Van Dalen soms even op het kantoor, brommerig en argwanend, dan troostte hij zich heimelijk met de gedachte, dat het misschien wel niet lang meer zou duren. Nu moest hij zich dat alles laten welgevallen, maar dan... Mijnheer Van Dalen kon vaak zo onredelijk zijn, opstuiven om het minste, hoewel er niet de gering ste aanleiding voor bestond, want één ding wist hij zeker, op zijn werk viel niets aan te merken. Soms steeg het bloed hem naar het hoofd van ver ontwaardiging, als er verwijten werden gemaakt, ook aan zijn adres, die hij niet verdiende. Doch dan klemde hij de lippen vaster opeen en zweeg, want hij moest zeer voorzichtig zijn, ander sliep hij grote kans direct ontslagen te worden. Een enkele keer verkneuterde hij zich bij de gedach te, dat niet zijn patroon hém, maar dat hij mijnheer Van Dalen de dienst zou opzeggen en zijn ontslag nemen zou. Maar niet lang liet hij die aangename bespiegelingen de vrije loop. Onmiddellijk remde hij ze weer, want het was nog zo ver niet en het zou waarschijnlijk wel nooit zo ver komen ook. Toen hij de avond nadat hij de sollicitatie gepost had naar Dora van Vlijmen ging, had hij even over wogen om het maar voor Dora te verzwijgen, doch dat had hij toch niet gekund, hij zat er tè vol van. Intens leefde zij in alles met hem mee, óók in dit geval. Hoe vurig hoopte zij voor hem, dat die har- tewens in vervulling zou gaan, doch ook zij begreep maar al te goed, dat zijn kansen gering waren. Zij had hem beloofd er voorlopig thuis nog over te zwij gen. "Geen slapende honden wakker maken", had hij gemeend. Dat was ook hiar gevoelen geweest. "Welja, laten we daar vooreerst nog maar over zwijgen." Zelfs Van Vliet werd er buiten gehouden, alles uit angst voor een tè grote ontnuchtering. Tot 15 maart, de sluitingsdatum, was het wachten nog al meegevallen, want hij wist, dat ervóór die tijd nog geen antwoord kón komen. Maar na die datum werd hij verteerd door ongeduld. Keer op keer, als hij van zijn werk terugkeerde en zijn woning betrad speurde hij rond, of er niet ergens een brief voor hem lag. De dagen verstreken en nog steeds geen taal of teken op zijn sollicitatie. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2007 | | pagina 5