Een schilder met gevoel voor de natuur.
jT
Tfon
EIIAtlDBn-niEUWS
geb. Schiedam 6 mei 1887 overl. Laren (NH) 1 november 1970
Door Corn. G. Van der Siuijs
Willem Frederik Noordijk is een kunstenaar met een enigzins Flak-
kees aandoende naam, die tussen de velen van de grote groep na-
Haagse Scholers, niet direct opvalt maar bij nadere bestudering een
betere plaats verdient onder zijn tijdgenoten. Daar hij niet als zijn
illustere voorgangers zich alleen maar tot een vast onderwerp of
motief bepaalde, is aan zijn nagelaten werk af te zien, dat het van een
breed en groot schilderend kunnen getuigt. Dat Willem als geboren
Schiedammer zijn uiterste best moest doen om dat te bereiken, zul
len we hierna "uit de doeken doen"...
A 31
VRIJDAG 22 DECEMBER 2006
WiUem Tvederih 'Wmrdyh
om kunstschilder te worden. Zo kwam
hij na zijn opleiding aan de Academie
en veel omzwervingen, op de "grote
stille heide" terecht. Eerst woonde hij
in Rolde (Drente), waar hij een huis
kocht en in een soort schilders-woon-
wagen op de hei vertoefde die hem
beschermde tegen de weersinvloeden.
Later werkte hij op de Veluwe rondom
Apeldoorn (Kootwijk) waar hij zo'n
16 jaar zou verblijven. De laatste twee
jaren van zijn leven woonde hij in
Duitsland, waar hij in 1924 overleed.
AJ eerder hadden de twee Willem's
elkaar meerdere keren ontmoet op de
tentoonstellingen waar zij aan deelna
men.
Toen Noordijk in Eenmes ging wonen,
kwamen zij wat nader tot elkaar en
bezochten zij over en weer eikaars ate
lier en vooral de oudere Hamel bracht
dan zijn mening naar voren over wat
hij onder kunstschilderen verstond.
Hij kon dit uitstekend onder woorden
brengen waardoor de jongere Noordijk
aan zijn lippen hing.
Hamel wist hem zo te overtuigen van
de puurheid die de natimr uitstraald en
die vooral hen die daarvoor open staan
en de juiste antenne hebben, dat ook
konden aanvoelen en in zich opnemen.
Met deze uitleg die Willem ook in de
praktijk bracht, werd het schilderen
door hem met geheel andere ogen
bekeken en werd dit met meer gedach
ten en gevoelens op het doek gebracht.
Willem was naast het kunstenaar zijn,
ook een goed tuinman die niet alleen
de fraaie bloemen observeerde die
rondom zijn woning groeiden en bloei
den, maar die ook zijn eigen groenten
verbouwde in de besloten moestuin
achter zijn woning. De kracht van de
laiverwege de weg van Laren naar
jEemnes woonde Willem Noordijk,
I een kunstenaar die zich vooral in zijn
Vbeginjaren (toen hij al bijna dertig jaar
ji'a.s) fociegde op her schilderen als zijn
beroep.
Het was voor een stadsmens wat hij
^eigelijk was, dan ook een openbaring
l;oals de natuur zich aan hem ver
toonde ten tijde dat hij z'n opleiding
met goed gevolg had afgelegd en zich
vestigtle aan de weg tussen Laren en
ïemnes.
/illem was een man die zich bezig-
iield met schilderen, aquareleren,
tekenen en etsen in een lo.sse impres
sionistische trant, maar die met zijn
tetekende koppen, al enige bekendheid
^ad verworven daar hij deze heel tref-
I fend wist weer te geven. Hij schilderde
Npn tekende zoals hij het voor zich zag
fn probeerde dan ook om dit zo goed
^mogelijk naar de werkelijkheid te doen.
Anderen zagen hem al als een koeien-
schilder daar hij dat motief ook lange
jtijd bestudeerde en er menig schilderij-
:je van maakte.
Tot hij Willem Hamel ontmoette!!!
/illem Hamel (1860-1924) had al van
ijlongsaf last van zijn luchtwegen (astma)
waarvoor hij steeds verhuisde op aan-
^dringen van de doktoren die hem dan
Jroge dan weer vochtige lucht aanpre-
iten.
Zijn vader was een gefortuneerd han-
idelsman waardoor hij een onbezorgde
|eugd genoot, maar toen z'n vader
'door verkeerde beleggingen zijn for-
''tuin verloor en enkele jaren later aan
^tuberculose overleed, bleef zijn moeder
^net zeven kinderen achter en moest de
Jwaalf]arige Willem naar de Ainbacht-
^chool om huisschilder te worden. Hij
i koos echter voor het vak van decoratie-
\childer.
boor een familielid, een amateur
(schilder, waar hij op z'n vrije middag
naar schilderijen mocht komen kijken,
heeft hij uiteindelijk er voor gekozen
Jammer genoei^ kunt ii als lezer dit schilderij niet in zijn echte kleuren zien want juist dit onderwerp
laat de beschouwer "voelen" wat de schilder bedoelde met dit werk.
(Foto Rijksbureau mor Kunsthistorische Documentatie R.K.D.. Den Haag.)
natuur en het onbestemde van een
hogere macht trof hem in het bijzon
der en bracht zijn kijken en observeren
op een heel ander niveau.
Door de invloed van Hamel kreeg
Willems werk een "steviger" uitdruk
king in de kleur, daar hij zich door zijn
manier van "zien" ook zekerder ging
voelen met het penseel.
Hamel was een geheel ander persoon
dan Willem. Hij was een ongebonden,
sterk en bewust levend kunstenaar die
net als Willem alles schilderde wat hij
mooi vond in zijn omgeving.
Willem, die wat aarzelend en voorzich
tig te werk ging en die in tegenstelling
tot Hamel lid was van het Amsterdam
se kunstenaarsgilde St.Lukas, stond
mede daardoor bloot aan de kritieken
van zijn collega kunstenaars.
De grote waarheid die zij voorstonden,
was dat zij beiden geen eigendunk had
den maar werkten naar de eenvoud en
simpelheid die door het pure en eer
lijke in hun schilderijen a.h.w. zichzelf
moesten aanprijzen aan de koper.
Noordijk forceerde zich nooit en greep
niet naar wat boven zijn kunnen ging
want hij studeerde ook veel langer op
z'n onderwerpen alvorens hij deze aan
het doek toeververtrouwde. Daardoor
kreeg zijn werk meer de uitstraling en
de voeling van het moment waarop hij
het vastlegde.
Vanaf zijn jonge jaren heeft Willem
hard gewerkt. Amper van school af
hield hij zich naast zijn dagelijkse werk
bezig met tekenen en schilderen.
Met deze gestage studie, wist hij op
z'n 27e uiteindelijk een subsidie voor
jonge kunstenaars te verdienen, zodat
hij van 1914 tot 1917 aan de Haagse
Academie voor Beeldende Kunsten
kon gaan studeren waar hij onder lei
ding van PVits Jansen (1856-1928) zijn
tekenacte M.O. behaalde.
Willem oefende met alles wat in hem
was, om daarna van zijn kunst te kun
nen leven. Door de vele onderwerpen
welke hij tekende en schilderde, dit in
tegenstelling tot de meesten van zijn
voorgangers, waar er velen bekendheid
genoten door hun specifieke onderwer
pen.
Hendrik Mesdag (1831-1915) ging
zelfs zo ver dat hij tegen een jonge
schilder foeterde: "de zee mot je afblij
ven, die is van mij
Willem was daar echter niet aan
gebonden want hij schilderde alles wat
hij mooi vond, waarmee hij tevens zijn
kansen op succes vergrote.
Zandverstuivingen of de duinpannen
bij Loosduinen zowel als de bossen
van Okkenbroek (tussen Deventer en
Holten) of het schilderen van koeien,
waren ten tijde van zijn opleiding
niet vreemd voor hem. Zo zwierf hij
al tekenend en schilderend langs de
vissersdorpen rond de Zuiderzee,
waardoor men ook de portretten van
Volendammer en Huizer vissers in zijn
atelier kon aantreffen. Later, toen hij
zich vestigde in het Gooi, werden dat
boerenvrouwen en mannen die hij in
zijn directe omgeving aan het werk
zag.
Hij ontving aanwijzingen van de land-
schapschilder EP. ter Meulen (1843-
1927) en H.J.van der Weele (1852-
1930). Alaar vooral de gesprekken met
de oudere Willem Hamel die met zijn
De haren ran Tangen
rijdend atelier midden op de hei zeer
fraaie werken wist te schilderen in de
toen nog zeer stille natuur. Hij was
degene die met Willem het meest over
de schilderkunst in discussie trad en
daar ook meer invloed op uitoefende.
De jongere Willem wist daardoor zijn
werken op een breder plan te brengen
welke hem niet alleen zekerder maakte
in de opzet van zijn onderwerpen maar
vooral het inventieve gebruik van de
kleuren maakten deze gevoeliger in
hun uitstraling naar de beschouwer
toe. Mede daardoor was Noordijks
werk in de jaren voor de tweede
wereldoorlog regelmatig te zien op
kalenders, o.a. een A\TlO kalender van
1938, en in tijdschriften, waarmee ook
de aandacht getrokken werd van Eliza
(Lies) Razenberg (1889-1968) uit Mid-
delharnis.
Deze gebruikte de afbeeldingen en die
van vele anderen, mogelijk zelfs die
van Willem Hamel die veel herders
met schapen schilderde en daardoor
met Anton Mauve (1838-1888) werd
vergeleken, om voor Lies' zijn eigen
werk als onderwerp te dienen. Vooral
de onderwerpen die Noordijk naar de
landbouw en van de vissers rondom
de Zuiderzee schilderde, vonden bij
Razenberg voorkeur voor zijn eigen
onderwerpen.
Willem was geen "hemelbestormer"
maar een kunstenaar die zijn werk zeer
serieus nam en de kleuren met uiterste
precisie onder alle omstandigheden
bestudeerde. De mens in al zijn hoeda
nigheden was voor hem een dankbaar
onderwerp die hij dan ook vele malen
aan zijn werken toevertrouwde. De
kunst van het weglaten en het warme
"brio" van zijn kleuren gaven het de
aantrekkelijkheid waardoor juist zijn
werk voor de kenner dat heeft wat de
kunstenaar ook bedoelde.
Men zou hem door de leeftijd waarop
hij als kunstenaar begon, een "laat-
bloeier" kunnen noemen. Ik denk
echter niet dat Willem dat zo zal heb
ben gezien daar hij zich van dergelijke
uitspraken niets aantrok. Het liefst was
hij met zijn kunst bezig of werkte hij in
zijn moestuin.
Zijn werk geeft daardoor veelal het
gevoel weer van de natuur wanneer
deze b.v. onder een dik pak sneeuw ligt
waardoor de geluiden worden gedempt
en de stilte zo voelbaar is dat het
gesproken woord een onwezelijke
klank krijgt. Dat Noordijk ook onder
zijn mede kunstenaars een goede naam
had, mag blijken uit dat hij in Laren
zelfs cursussen in anatomie gaf voor
die zelfde kunstschilders.
Dat hij zijn onderwerpen uitermate
goed bestudeerde, kan men ook nu
nog waarnemen aan de werken die hij
maakte bij zijn reizen naar het buiten
land zoals Spanje, Italië, Noord Afrika,
Frankrijk of Engeland. In die landen
wist hij zijn kleuren uitstekend af te
stemmen op de lokale atmosfeer die
daar zo kenmerkend is voor dat land.
Juist die schilderijen zijn soms uiterst
licht van uitstraling en "blank" van
kleur. Juist deze zijn daardoor als een
opzichzelfstaande groep te beschou
wen. Geheel anders van uitwerking als
zijn Hollandse onderwerpen, maar die
daardoor een uitstekende impressie
geven van het land waar Willem het
onderwerp op het doek zette.
Het in alle rust blijven werken en
gestaag zijn onderwerpen bestuderend
leverde het hem mede door zijn vele
motieven een goede naam op onder de
kunstenaars van de na-Haagse School.
Gelukkig is er de laatste jaren een
groeiende belangstelling voor zijn werk
te constateren die hij door zijn
inspanningen tijdens zijn leven zeker
verdiend.
Willem Noordijk overleed op 1
november 1970 op 83 jarige leeftijd en
heeft een veelheid aan eerlijke en goed
geschilderde onderwerpen nagelaten.
'Mijn trouwe vriend'.
Aren "lezen in de late middag.
Loenen a.d.Vecht.