Overdenking
Vlucht m
Nog één flinke storm te gaan!!!
Varen naar
de wintervogels
uit de
Heilige Schrift
Het huwelijks
bootje in de
branding
EIIAt1E»t-l1IEUliia
Nieuwe opleidingen
Albeda College
Oude Tonge
Vereniging Mastenbroek
blijft groeien
VERVOLGVERHAAL
Ingezonden:
Provincie trekt ruim 9,5 miljoen
uit voor stedelijke vernieuwing
Gemeente Middelharnis krijgt
subsidie voor bodemsanering
:r^^
KOPZORG OVER KOPPIJN
WORST MET HERSENS
BOKKIG BIER
•3fai0a.-<rilogie - deel
JOH. G. VEENHOF
PAGINA 5
VRIJDAG 13 JANUARI 2006
Als er een ontwikkeling plaatsvindt, die ons niet
zo aanstaat verzuchten we wel eens: Wanneer
zal de kade het schip keren? In feite bedoelen
we: Dit kan zo niet doorgaan, het loopt een keer
mis. In de samenleving gaat het daarbij dikwijls
om langdurige processen. Eén daarvan kennen
we onder de naam individualisering. De mens
als individu werd de afgelopen decennia de maat
voor alle dingen. En daarmee werd een paradijs
bloem, het huwelijk, verwezen naar de groen
container van het moderne denken. Achterhaald,
onderwerpend, discriminerend, te gesloten, remt
ons in de persoonlijke ontwikkeling.
Natuurlijk, dat zijn allemaal gemeenplaatsen.
Natuurlijk, er zijn gelukkig echtelijke verbintenis
sen te over die zeer goed zijn. Tegelijkertijd die
nen we te bedenken dat als het regent, alle men
sen nat worden. Men kan zich niet onttrekken
aan bepaalde trends. Nogmaals, als het regent,
worden we allemaal nat, de een erg, de ander,
ondereen paraplu, een beetje.
In ieder geval blijkt zo langzamerhand dat er
wat al te makkelijk gesproken is over het halen
van een boterbriefje. Het huwelijk was kennelijk
net iets meer dan bij elkaar intrekken totja,
tot wat? Dat laatste geldt zeker als er kinderen
komen. Als die ouder worden. Als ze opgevoed
moeten worden. Hoe doe je dat, als belde ouders
een goede baan hebben? Hoe doe je dat, ook
als een van de twee de dagelijkse zorg van de
kinderen op zich genomen heeft? Denken de
ouders gelijk? En waaraan kun buiten de deur je
je ideeën toetsen? Welke regels worden gehan
teerd op school?
Een oude vraag duikt op: Opvoeden, wat is dat?
Het kind leiden of zijn eigen weg laten zoeken?
Het laatste lijkt in de mode, maar allerlei signalen
uit de samenleving dulden erop dat we daarmee
op de verkeerde weg zijn. Het individu kwijnt
in de koude van een harteloze samenleving en
raakt op drift.
Zo, dat staat er Nu is dat allemaal makkelijk
schrijven. De werkelijkheid is genuanceerder.
Maar toch...
Twee berichten van deze week. Een: Huwelljks-
therapie is een nuttig middel. Als het mis dreigt
te gaan in zo'n verbintenis Is scheiden wel een
heel slechte oplossing. Dat leidt tot armoede en
criminaliteit, het eerste in het hele ex-gezin, het
tweede dikwijls bij de kinderen. Twee: Als de
gezinnen in het geheel niet meer functioneren,
is staatsopvoeding {let wel, opvoeding gaat ver
der dan onderwijs) geen vies woord. Dat werd
gezegd door een lid van de Tweede-Kamerfractie
van de PvdA.
Er is dus echt wel wat aan de hand.
Door schade en schande wordt men wijs. Dan
moeten we wel weten wat schadelijk en schan
delijk is. Daar zijn grofweg twee manieren voor.
Stel we kopen een huishoudelijk spel. Dat spelen
we volgens de bijgeleverde regels. Maar als je
niet lezen kunt, of wilt, is er een probleem. Dat is
er ook als je denkt dat het spel op jouw manier
anders, leuker, is. Je kunt het dan niet meer met
een ander spelen, of je dwing hem of haar vol
gens jouw regels te spelen.
In het eerste geval zijn er objectieve regels. Op
zich is het al erg moeilijk om die eerlijk toe te
passen. In het tweede geval heerst het eigen
inzicht. Dat wisselt met de luim van de dag.
Nog een keer het PvdA-lid. Moralisme, waarbij de
overheid aangeeft wat goed en kwaad is, werd
lange tijd als betuttelend bestempeld, maar die
tijd is wat hem betreft voorbij, zegt het bericht.
Je wrijft je ogen uit. Pas die uitspraak eens toe
op wat hierboven in grove lijnen over gezin en
opvoeding werd geschreven. De overheid die
aangeeft wat goed en kwaad is. Op grond waar
van? De grootste gemene deler van alle eigen
spelregels? Of op grond van een 'objectieve'
voorschriften? Die zijn overigens dikwijls zeer
Als men nog even wacht, dan zal één van de
twee oude historische mooie dampalen voor
de inrit van de boerderij van Van Es aan het
Korteweegje in Dirksland verleden tijd zijn.
Omdat de ruiinte tussen de twee palen vrij
smal was voorde tegenwoordige grote machi
nes en vrachtwagens en men deze dan nog
meer zouden beschadigen, is de buurman
zo goed geweest grond af te staan om naast
de palen een nieuwe ingang te maken, zodat
deze oude dampalen gespaard konden blij
ven. Dat is al een paar jaar geleden gebeurd,
met de belofte dat de palen gerestaureerd
zouden worden, maar er is nog steeds geen
actie ondernomen, terwijl één van palen op
instorten staat. Hoe komt het toch dat men
wel een sluisje onder de Havendijk, wat bijna
niemand ziet, voor heel veel geld restaureert
en dat aan een paar prachtige oude dampa
len uit vroeger tijden niets aan wordt gedaan,
hoewel dat in verhouding maar een schijntje
kost? Er wordt altijd gezegd: de eerste indruk
is belangrijk, en dat is ook zo. Maar dat zou
men in dit geval toch niet zeggen. Want als
je het dorp Dirksland binnenkomt, zeker nu
men over het hele Korteweegje maar 50 km/
u mag rijden, ziet men daar als eerste zo'n
bouwval staan. En tegenover die anderhal
ve paal komt strak ook nog eens de nieuwe
supermarkt te staan! Ook tegenover de buur
man zou het toch wel reëel zijn als men nu
eens actie ondernam.
De gemeente hoeft zich toch niet blind te sta
ren op de reparatiekosten? Want als een beet
je handig klusbedrijf zich hier twee dagen
kwaad op maakt, kunnen de palen weer jaren
mee. Voor deze betrekkelijk kleine ingreep
wil men toch de eerste indruk van ons mooie
dorp Dirksland niet verzieken? En deze
niet overstelpende kosten kan de gemeente
Dirksland toch wel even voorschieten totdat
Monumentenzorg betaalt?
A. de Blok sn, Dirksland
integer en verdienen respect. Maar waar zijn ze
op gegrond?
Wij kiezen voor objectiviteit buiten de mens en
verwijzen naar de leefregels die voortvloeien
uit Gods geboden. De Bijbel geeft ons concre
te handreikingen, ook als het het huwelijk en
opvoeding aangaat. Toepassing betekent niet:
terug naar de 'Middeleeuwen.' Het leidt wel tot
samenlevingsnormen die als een kade het zwal
kende schip tegenhouden. Sterker nog: Het is
daar goed afmeren.
DEN HAAG - Het college van Gedeputeer
de Staten (GS) reserveert dit jaar ruim 9,5
miljoen euro voor zeven stedelijke vernieu
wingsprojecten die nog dit jaar tot uitvoe
ring zullen komen. Hiermee willen GS het
beoogde vliegwieleffect van de ISV-bijdra-
gen (Investeringsbudget Stedelijke Vernieu
wing) verder invullen. Voor de ISV periode
2005-2009 heeft GS geld gereserveerd voor
de 48 projectgemeenten. Deze kunnen op
basis van het indienen van concrete projecten
budget ontvangen. Dit jaar zijn door 34 pro
jectgemeenten 42 projecten ingediend; zeven
daarvan krijgen een ISV-bijdrage.
Naast subsidies voor stedelijke vernieu
wingsprojecten zijn bijdragen toegezegd
voor twee bodem- en drieëndertig geluidssa
neringsprojecten. Voor bodemsaneringen in
Middelharnis en Bodegraven is 367.100,-
gereserveerd. Ten behoeve van het verminde
ren van geluidhinder bij in totaal 563 wonin
gen is ruim 7 miljoen euro toegewezen. In de
periode 2000-2005 is ruim 35 miljoen euro
besteed aan 36 stedelijke vernieuwingspro
jecten in Zuid-Holland. Daarvan was ruim 3
miljoen euro voor bodemsaneringprojecten.
Het Albeda College te Oude Tonge
heeft al vele jaren opleidingen voor
beroepen op het gebied van bedrijfs
administratie, banken en verzeke
ringen en secretariaat. Met ingang
van het schooljaar 2006/2007 wordt
het opleidingsaanbod uitgebreid met
detailhandel, beveiliging en iet.
De opleiding detailhandel leidt op tot ver
koopmedewerker. Een verkoopmedewerker
moet goed met klanten kunnen omgaan, de
winkelinrichting verzorgen, voorraden en
bestellingen bijhouden, enz.
De opleiding is praktijkgericht, duurt 1 a 2
jaar en zal een b.b.l.-traject worden. Dit bete
kent dat een leerling werkt en één dag per
week naar school gaat. Docenten van Albe-
da-locaties in Rotterdam hebben de ervaring
opgedaan dat het b.b.l.-traject voor verkoop
medewerkers uiteindelijk ook de opleiding
tot filiaalbeheerder kan gaan omvatten. In het
eerste jaar zal de opleiding tot verkoopmede
werker plaatsvinden. Na het behalen van het
diploma kan de leerling verder gaan met de
opleiding verkoopchef
De opleiding beveiliging zal een b.o.l.-tra
ject worden. Dit betekent dat dit een volle
tijd-opleiding zal worden, waarbij stage een
belangrijk onderdeel is. De examens worden
extern gelegitimeerd via de Stichting Vak
examens Particuliere Beveiligingsorganisa
ties. De opleiding voor beveiliger duurt 1,5
a 2 jaar. De leerling leert te werken binnen
wettelijke kaders, om te gaan met mensen,
hulpverlenend bezig te zijn, met discipline
om te gaan, fysieke vaardigheden te ontwik
kelen, enz.
Ook de opleiding i.c.t. zal een b.o.l.-traject
worden. De nadruk van deze opleiding ligt
op het assembleren van systemen en het inst-
talleren van hard- en software. Ook wordt
leerlingen geleerd eenvoudige gebruikers-
vragen te beantwoorden en mondeling en
schriftelijk te rapporteren. De opleiding zal
2 a 3 jaar gaan duren.
Al deze nieuw te starten opleidingen zijn
niveau 2 opleidingen.
Staatsbosbeheer organiseert ook in januari
2006 weer twee vaartochten. De eerste is op
zaterdag 21 januari a.s en heeft als bestem
ming het Haringvliet-HoUands Diep, de
tweede tocht is op zaterdag 28 januari a.s.
en heeft als bestemming het Krammer-Vol
kerak. Duizenden ganzen, eenden, zwanen
en steltlopers overwinteren ook deze winter
in het Haringvliet-HoUands Diep of in het
Krammer-Volkerak. U kunt de vogels uitge
breid bekijken tijdens de twee vaarexcursies
met een comfortabele rondvaartboot. De
boottocht voert langs de platen, slikken en
grasgorzen die Staatsbosbeheer beheert en
natuurlijk is ook de boswachter aan boord.
Hij vertel over de vogels en over verschil
lende natuurontwikkelingsplannen. Ook het
Kierbesluit voor de Haringvlietsluizen komt
ter sprake. Met een beetje geluk laat ook een
zeearend of slechtvalk zich zien. De toch
ten zijn niet alleen interessant voor ervaren
vogelaars, maar ook voor beginnende vogel-
kijkers.
De rondvaartboot 'De Zilvermeeuw' vertrekt
om 10.00 uur uit de haven bij Willemstad
Vesting en hoopt om 16.00 uur weer terug
in Willemstad te zijn. De rondvaartboot heeft
een kleine keuken en een bar aan boord.
Voor deelname aan de vaartochten dient men
zich telefonisch aan te melden bij het VVV
in Willemstad, tel.: 0168-476055. Deelname
kost 12,50 per persoon. Een lunchpakket
(incl. koffie/thee) kost 6,50. Aanbevolen
wordt goede winterkleding aan te trekken
en een verrekijker mee te nemen. De tochten
zijn ook geschikt voor rolstoelgebruikers.
Want alzo liefheeft God de wereld
gehad, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat een
ieder die in Hem Gelooft, niet ver
loren ga, maar eeuwig leve hebbe.
(Johannes 3:16)
Een ontmoeting met Jezus in de nacht
Midden in de nacht komt er een mens tot
Jezus. Hij haalt de Heiland uit Zijn slaap.
Overdag durft hij geen vragen te stellen
aan Jezus. Deze mens heet Nicodemus. Hij
is thuis in de Schrift als geen ander. Hij is
onder de indruk van het onderwijs van Jezus.
Toch wil hij dat niemand hem ziet bij Jezus.
De mensen zouden kunnen denken dat hij bij
Jezus volgelingen zou behoren en dit misver
stand wil hij voorkomen.
Gevallen wereld
De Heere Jezus laat Nicodemus horen dat
God de wereld liefgehad heeft. De wereld was
het kunststuk van de Schepper. Dit kunststuk
is door de zonde verwoest. Het is een wereld
waar de breuken en barsten zichtbaar zijn.
Het is een wereld waar het egoïsme hoogtij
viert. Een wereld waar rampen plaatsvinden
die ons opnieuw in alle felheid de gebroken
heid van deze wereld laten zien. Gods schep
ping is een tranendal geworden.
Wereld van Joodse vroomheid
De Heere Jezus betrekt ook Nicodemus in
die gevallen wereld. Het woordje wereld
ziet in het evangelie van Johannes ook op
de vrome Joodse wereld. Nicodemus en vele
vromen dachten dat ze door hun best te doen,
door de wet na te leven, hun schuld bij God
konden vereffenen. Ook deze vrome Joodse
wereld redt het niet door hun leven van gods
dienstige plichtsbetrachting de schuld bij de
HEERE te vereffenen. De HEERE God moet
er zelf aan te pas te komen.
Liefhebben
God heeft die wereld lief. de wereld die van
Hem is afgevallen. Voor het woordje 'lief-
hebben'staat hier een bijzonder woord. In
ons gewone spraakgebruik is liefde een soort
vonk die overspringt. Een jongen ziet wat in
een meisje, omdat ze t"ijn met haar kan pra
ten. Hij heeft het idee dat ze hem begrijpt. Bij
dat meisje is de vonk ook overgesprongen.
Ze vindt het fijn om zijn stem te horen, zijn
genegenheid te ervaren.
Waar geloof begint
Geloven begint bij horen. De Heilige Geest
spitst onze oren, zodat we het Woord van
God gaan horen. We horen er van op. Het
leven krijgt een wending. Zo springen er
vonken over. Ook het leven van Nicodemus
krijgt een wending.
(wordt vervolgd)
Sommelsdijk,
ds. T.W. van Bennekom
•h,^»,
°0' i,; "«o "i
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die
er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u
sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis,
met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden
door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzen
ding compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
JOOST KON'T WETEN
Ik heb al verschillende uitleggingen gekre
gen als ik te horen kreeg 'Joost mag 't weten
en vroeg wie die Joost dan wel was. Kunt u
mij vertellen, wie ik geloven moet?
Antwoord: Niet de duivel, zoals sommigen
denken, en niet Joost van den Vondel, maar
Joost van Laren, ook wel Joost de Jongere
genoemd omdat zijn vader (Joost de Oudere)
ook niet dom was. De jonge Joost werd op
27 februari 1586 in Arnemuiden geboren
en studeerde in o.a. in Franeker en in Lei
den. Hij werd achtereenvolgens predikant in
EUewoutsdijk, Oudelande, Koudekerke en
Vlissingen. Hij nam deel aan de vertaling en
verbetering van de Statenbijbel en schreef
vele werken, zowel in het Nederlands als in
't Latijn, over allerlei onderwerpen. Hij stierf
op 6 oktober 1653 en was toen zeer beroemd.
Bij zijn begrafenis volgden zo'n 700 men
sen, onder wie vele binnen- en buitenlandse
geleerden, de baar. Zijn geleerdheid werd
spreekwoordelijk, omdat men vaak zei: "Dat
weet Joost", "Dat weet Joost alleen!" en "Dat
zou Joost wel weten!". Zo werd 'Joost kan (of
mag) het wetenals een gezegde verspreid in
de betekenis: "Die Joost van Laren zou 't wel
(beter) geweten hebben".
Waarom kan geen enkele dokter mij vertel
len, wat ik moet doen om van mijn altijddu
rende hoofdpijn af te komen?
Antwoord: Omdat er zoveel verschillende
oorzaken kunnen zijn. Onze hersenen zijn
ongevoelig. Wel gevoelig zijn de hersenvlie-
zen. Toch zijn het vooral de grote slagader-
takken die pijn doen, soms ook de oogspier,
de slaapspier, of de nekspieren. Door emo
tionele oorzaak ontstaat de zgn. spannings
hoofdpijn. Dan zijn er de erfelijkheid en de
migraine. Andere oorzaken kunnen zijn: een
inwendige beschadiging (bij geboorte, na
val, gevecht of ongeluk), vergiften als alco
hol, nicotine of koolmonoxide, verder bloed
armoede, te hoge bloeddruk en organische
en zenuwafwijkingen. Vergeet ook niet de
hoofdpijn door grotere inspanning van bijv.
de ogen, als die niet zo best meer zien. Aan
de hand van dit lijstje kunt u al heel wat doen
om hoofdpijn te vermijden.
Hoe komen ze toch aan die naam 'cervelaat-
worst'
Antwoord: Dat cervelaat is overgenomen
uit het Franse 'cervelas', waarmee deze soort
worst daar werd aangeduid, en die naam
komt van 'cervelle', dat hersenen betekent.
In vroeger tijd werden er namelijk ook var-
kenshersens in die worst verwerkt, zoals
bij ons o.a. nog in de zure zult gebeurt. De
tegenwoordig verkrijgbare cervelaatworst
bevat hoofdzakelijk varkensvlees met spek,
vaak gekruid met knoflook en is meestal
gedroogd.
Als ik een glaasje bier drink, vraag ik me
wel eens af, waarom ze alléén midden in de
winter bockbier verkopen, 's Zomers heb je
toch meer dorst en juist dan rijpt het gerst.
En vanwaar die 'bokkige'naam?
Antwoord: Als het gerst rijp is, heeft de brou
wer nog geen bier. Eerst moest het graan in
schuur, mijt of stroberg bestorven zijn, voor
dat het gedorst werd. De (brouwers)gerst kent
nog een kiemrust, die 6 weken kan duren. En
als het jonge bier gebrouwen is. blijft het nog
ca. drie maanden 'gelagerd' liggen rijpen.
GOEDEREEDE - Het is Ellen Mas
tenbroek wederom gelukt een klin
kende naam aan haar lijst voor de
aanstaande gemeenteraadsverkie
zingen toe te voegen. Na Kees Tanis,
Jenny Vogelzang en Giel Lokker
heeft ook Jan Sinke zich bij de Ver
eniging Mastenbroek aangesloten.
De in Delft geboren Sinke is 49 jaar en
sinds 25 jaar woonachtig in Ouddorp. De
oud-directeur van een damesmodebedrijf,
is een paardenman in hart en nieren. Naast
het beoefenen van de mensport is hij actief
in tal van commissies en besturen van hippi
sche organisaties, waaronder gedurende vier
jaar het penningmeesterschap van de KNHS
Recreatiesport vereniging met 90.000 leden,
de grootste belangenbehartiger voor Ruiter en
Koetsier in Nederland. Als bestuurslid van de
stichting Ruiter en Menpaden Goeree/Over-
flakkee, zet hij zich in voor het aanleggen en
instandhouden van routes op het eiland.
Zijn toetreden tot de nieuwe partij ziet hij
als een grote uitdaging en een kans om mee
te werken aan een stuk vernieuwing van de
gemeentepolitiek. Naast de punten uit het
verkiezingsprogramma van de Vereniging
Mastenbroek streeft hij naar meer trans
parantie en inspraak voor de burgers bij
besluitvorming en meerjarenplanning. Met
andere woorden: "betrek de inwoners bij de
toekomst van hun leefomgeving".
Vanouds was het eerste bier van de nieuwe
oogst pas in december of januari in bierio-
kalen, tapperijen en herbergen verkrijgbaar.
En bockbier werd waarschijnlijk juist 's win
ters aangeprezen om het bierverbruik, dat
dan sterk inzinkt, te stimuleren. Het is met
z'n 6 1/2% alcohol even sterk als 'stout', dus
zwaarder, zoeter en ook donkerder dan het
gewone Pilsner bier, doordat meer vergistba-
re suikers aan het wort (zo heet 't gerstenat
voor de gisdng) zijn toegevoegd. De diverse
soorten zijn genoemd naar de plaats van de
oorspronkelijke herkomst: denk maar aan
Münchener, Dortmunderen Pilsner. De naam
bockbier zou een verbastering zijn van Eins-
becker, dat destijds als "Ein Bockbier" zou
zijn verstaan. Een slecht verstaander heeft
immers maar een enkel glas bier nodig...
-S<&ika
-39-
De zakken werden nagesnuffeld en er kwam een stuk
beschreven papier uit.
'Sergeant, kijk eens, hier is nog iets dat van belang
kan zijn.'
De soldaat die zelf niet lezen kon, gaf de sergeant het
stuk papier.
Wladimir Soetyrin bekeek het papier aandachtig en
begreep dat dit aantekeningen waren van een zekere
Tichon Chramov, die nonchalant zijn naam op het
papier had gekrabbeld.
Verder had de onbekende jager opgeschreven wat hij
aan jachtbuit had bemachtigd en het resultaat bleek
niet gering te zijn geweest.
'Tichon Chramov', zei sergeant Wladimir Soetyrin
mompelend.
'Wie is deze kerel die garant moet staan voor een
maand extra verlof voor deze eenzame sergeant aan
het eind van de wereld'?'
De hul werd van onder tot boven doorzocht. Er werd
nog een lege patroonhuls gevonden, die was bestemd
geweest voor het oude Russische infanteriegeweer.
'De kerel is dus ook in het bezit van een militair
wapen', zei Soetyrin, die meer en meer tot de over
tuiging kwam dat ze hier een woonplaats hadden
gevonden van een soldaat die uit het Russische leger
was gedeserteerd.
Toen er geen bijzondere dingen meer gevonden wer
den, zei sergeant Soetyrin: 'Kameraden, laten we
gaan. Onze tocht is niet voor niets geweest.'
De datsja werd weer gesloten en de bewijzen die ze
gevonden hadden, namen ze mee. De sergeant legde
zijn hand op z'n borst waar het papiertje dat door
de jager Tichon Chramov was beschreven, was weg
geborgen.
'Allé, voorwaarts', riep hij zijn mannen toe. De paard-
jes zetten zich in beweging en onder opstuivende
sneeuw begaven de sleden zich naar het afgesproken
punt, waar ze de andere soldaten zouden ontmoeten.
Het gebeurde zoals was afgesproken. Met slechts een
uur verschil, ontmoetten ze elkaar op de weg die ze
eerder gegaan waren. Er werd een vuur aangelegd, en
luidruchtig genoten ze hun maaltijd. Sergeant Wla
dimir Soetyrin verkeerde in een buitengewoon goede
stemming, zodat hij oogluikend een extra glas wodka
liet schenken.
Terwijl de soldaten uitbundig hun hederen zongen, zat
Soetyrin met de handen onder zijn hoofd en staarde
in de vlammen. Zijn gedachten waren nog bij de jager
die, wie weet waar, ergens in de taiga moest zitten.
Naar de bewoonde wereld kon hij nooit gegaan zijn,
daar dat minstens een halfjaar reizen was. Er moest
dus ergens een plaats zijn waar de kerel zich nu op
dit moment moest ophouden. En dat kon alleen maar
een dorp zijn, waarvan men tot op dat moment het
bestaan niet wist. Wladimir Soetyrin was eens bij de
troepen geweest die uit Siberië waren gekomen om
in Stalingrad het zesde Duitse leger te bevechten. De
hel van Stalingrad, zoals de Duitsers die plaats had
den genoemd, had meer dan negentig procent van
zijn kameraden opgeslokt. Bij dertig graden onder
nul had hij in de puinhopen gelegen; ontbering en
honger was slechts zijn loon geweest. De overwinning
had hij ook meegemaakt en daarna was het vechtend
op Duitsland aan gegaan. In een overwinningsroes
had het rode leger zich naar het westen gespoed. Tot
aan de Oder, waar Duitsland een laatste tegenaanval
op touw zette, waar hij als laatste van zijn regiment
uit overbleef. Na alles wat hij had meegemaakt was
dit toch net te veel voor hem geweest. Ze hadden
rijke hoeveelheden wodka gekregen en hij, die toen
luitenant was, had dronken geroepen: 'Waanzin, het
is hier een gekkenhuis.' Ondanks zijn dronkenschap
had men hem dit niet in dank afgenomen.
Het was omdat hij de Stalingrad-medaille en de orde
van de rode ster had, anders zou hij deze daad met de
dood hebben moeten bekopen. Nu was het verban-
iiing geworden naar de taiga, het uiterste randje van
Rusland, daar waar de wereld ophield en ondergaat
in sneeuw en ijs. Daarheen was hij gezonden om zich
verdienstelijk te maken voor zijn iand. Hoeveel jaren
was dat al weer geleden 1 Het leek een eeuw. En nu
zou er een kans komen om weer naar de wereld terug
te keren, indien hij erin slaagde de man uit de datsja
te pakken.
Hij, sergeant Wladimir Soetyrin, een luitenant bij de
infanterie en op weg naar de overwinning, zou weer
als mens kunnen leven. Niet meer in de sneeuw en
kou, als een beer die vocht om te overieven. Toch was
er iets dat Wladimir Soetyrin aan het denken zette,
namelijk dat het hier waarschijnlijk een man betrof,
die mogelijk ooit kandidaat voor het vuurpeloton was
geweest, die gevlucht was voor politieke commissa
rissen met hun ideologie van dood en verdoemenis
aan allen die niet de juiste, door partijbonzen voor
geschreven weg bewandelden. Zijn melding zou tot
gevolg hebben dat dit deel van de taiga het jachtge
bied werd van hen, die voor een lijk een sport hoger
op de ladder naar het politburo konden klimmen.
Ineens begreep hij dat hun ontdekking bittere gevol
gen zou hebben, zeer zeker ook voor hen die nu in
betrekkelijke rust hun dagen doorbrachten. Het kamp
zou overspoeld worden door opsporingseenheden en
commissarissen die ieder levend wezen met wantrou
wen bekeken.
En indien zijn melding tot resultaat zou hebben dat
de man gepakt werd, dan was het uiteindelijk nog de
vraag, of men hem wel zou belonen, daar de grote
mannen graag zelf een pluim op de hoed verdienen.
'Geef mij nog een glad wodka', riep hij kwaad tegen
een jonge soldaat die de fles naast zich had staan.
'Jawel, kameraad sergeant.' Vlug werd het glas van
Soetyrin gevuld, waarbij de soldaat hem niet begrij
pend aankeek. Nog maar pas scheen de sergeant
in een buitengewoon goede stemming te zijn en nu
was hij ineens kort aangebonden. Vreemde kerel!
begreep de soldaat, die het bevel van zijn meerdere
snel opvolgde.
Na elf dagen kwamen ze weer in het kamp terug. Ser
geant Wladimir Soetyrin ging naar het huis van de
dorpssowjet, waar ook onderiuitenant Georgië Zwal-
ba zat, om er verslag uit te brengen. De bewijsstuk
ken had hij meegenomen en zo stapte hij het houten
gebouw binnen.
Mitjaj Lasjkov en Georgië Zwalba zaten juist aan een
glas wodka toen de sergeant zich aandiende.
'Ga zitten, kerel en vertel ons wat je hebt gezien',
nodigde de dorpssowjet sergeant Soetyrin uit.
'Dank u, kameraad', zei deze en nam aan de tafel
plaats.
'Drinken?' vroeg de politieke vertegenwoordiger,
terwijl hij al een glad wodka vol goot, wel wetende
dat er geen enkele Rus is die een aangeboden borrel
weigert.
'Dank je kameraad en proost.'
'Proost.'
'En vertel ons nu jullie wederwaardigheden; we zijn
benieuwd of deze rit nog nut heeft gehad.'
'Zeker, kameraden. Ik wil voor ik mijn verhaal doe,
een melding doen.'
'Een melding?' vroeg Mitjaj Lasjkov, wetende dat er
bij zoiets altijd de één of andere mens naar de haaien
ging. (wordt vervolgd)