Overdenking Vlucht m Nog één flinke storm te gaan!!! Varen naar de wintervogels uit de Heilige Schrift Het huwelijks bootje in de branding EIIAt1E»t-l1IEUliia Nieuwe opleidingen Albeda College Oude Tonge Vereniging Mastenbroek blijft groeien VERVOLGVERHAAL Ingezonden: Provincie trekt ruim 9,5 miljoen uit voor stedelijke vernieuwing Gemeente Middelharnis krijgt subsidie voor bodemsanering :r^^ KOPZORG OVER KOPPIJN WORST MET HERSENS BOKKIG BIER •3fai0a.-<rilogie - deel JOH. G. VEENHOF PAGINA 5 VRIJDAG 13 JANUARI 2006 Als er een ontwikkeling plaatsvindt, die ons niet zo aanstaat verzuchten we wel eens: Wanneer zal de kade het schip keren? In feite bedoelen we: Dit kan zo niet doorgaan, het loopt een keer mis. In de samenleving gaat het daarbij dikwijls om langdurige processen. Eén daarvan kennen we onder de naam individualisering. De mens als individu werd de afgelopen decennia de maat voor alle dingen. En daarmee werd een paradijs bloem, het huwelijk, verwezen naar de groen container van het moderne denken. Achterhaald, onderwerpend, discriminerend, te gesloten, remt ons in de persoonlijke ontwikkeling. Natuurlijk, dat zijn allemaal gemeenplaatsen. Natuurlijk, er zijn gelukkig echtelijke verbintenis sen te over die zeer goed zijn. Tegelijkertijd die nen we te bedenken dat als het regent, alle men sen nat worden. Men kan zich niet onttrekken aan bepaalde trends. Nogmaals, als het regent, worden we allemaal nat, de een erg, de ander, ondereen paraplu, een beetje. In ieder geval blijkt zo langzamerhand dat er wat al te makkelijk gesproken is over het halen van een boterbriefje. Het huwelijk was kennelijk net iets meer dan bij elkaar intrekken totja, tot wat? Dat laatste geldt zeker als er kinderen komen. Als die ouder worden. Als ze opgevoed moeten worden. Hoe doe je dat, als belde ouders een goede baan hebben? Hoe doe je dat, ook als een van de twee de dagelijkse zorg van de kinderen op zich genomen heeft? Denken de ouders gelijk? En waaraan kun buiten de deur je je ideeën toetsen? Welke regels worden gehan teerd op school? Een oude vraag duikt op: Opvoeden, wat is dat? Het kind leiden of zijn eigen weg laten zoeken? Het laatste lijkt in de mode, maar allerlei signalen uit de samenleving dulden erop dat we daarmee op de verkeerde weg zijn. Het individu kwijnt in de koude van een harteloze samenleving en raakt op drift. Zo, dat staat er Nu is dat allemaal makkelijk schrijven. De werkelijkheid is genuanceerder. Maar toch... Twee berichten van deze week. Een: Huwelljks- therapie is een nuttig middel. Als het mis dreigt te gaan in zo'n verbintenis Is scheiden wel een heel slechte oplossing. Dat leidt tot armoede en criminaliteit, het eerste in het hele ex-gezin, het tweede dikwijls bij de kinderen. Twee: Als de gezinnen in het geheel niet meer functioneren, is staatsopvoeding {let wel, opvoeding gaat ver der dan onderwijs) geen vies woord. Dat werd gezegd door een lid van de Tweede-Kamerfractie van de PvdA. Er is dus echt wel wat aan de hand. Door schade en schande wordt men wijs. Dan moeten we wel weten wat schadelijk en schan delijk is. Daar zijn grofweg twee manieren voor. Stel we kopen een huishoudelijk spel. Dat spelen we volgens de bijgeleverde regels. Maar als je niet lezen kunt, of wilt, is er een probleem. Dat is er ook als je denkt dat het spel op jouw manier anders, leuker, is. Je kunt het dan niet meer met een ander spelen, of je dwing hem of haar vol gens jouw regels te spelen. In het eerste geval zijn er objectieve regels. Op zich is het al erg moeilijk om die eerlijk toe te passen. In het tweede geval heerst het eigen inzicht. Dat wisselt met de luim van de dag. Nog een keer het PvdA-lid. Moralisme, waarbij de overheid aangeeft wat goed en kwaad is, werd lange tijd als betuttelend bestempeld, maar die tijd is wat hem betreft voorbij, zegt het bericht. Je wrijft je ogen uit. Pas die uitspraak eens toe op wat hierboven in grove lijnen over gezin en opvoeding werd geschreven. De overheid die aangeeft wat goed en kwaad is. Op grond waar van? De grootste gemene deler van alle eigen spelregels? Of op grond van een 'objectieve' voorschriften? Die zijn overigens dikwijls zeer Als men nog even wacht, dan zal één van de twee oude historische mooie dampalen voor de inrit van de boerderij van Van Es aan het Korteweegje in Dirksland verleden tijd zijn. Omdat de ruiinte tussen de twee palen vrij smal was voorde tegenwoordige grote machi nes en vrachtwagens en men deze dan nog meer zouden beschadigen, is de buurman zo goed geweest grond af te staan om naast de palen een nieuwe ingang te maken, zodat deze oude dampalen gespaard konden blij ven. Dat is al een paar jaar geleden gebeurd, met de belofte dat de palen gerestaureerd zouden worden, maar er is nog steeds geen actie ondernomen, terwijl één van palen op instorten staat. Hoe komt het toch dat men wel een sluisje onder de Havendijk, wat bijna niemand ziet, voor heel veel geld restaureert en dat aan een paar prachtige oude dampa len uit vroeger tijden niets aan wordt gedaan, hoewel dat in verhouding maar een schijntje kost? Er wordt altijd gezegd: de eerste indruk is belangrijk, en dat is ook zo. Maar dat zou men in dit geval toch niet zeggen. Want als je het dorp Dirksland binnenkomt, zeker nu men over het hele Korteweegje maar 50 km/ u mag rijden, ziet men daar als eerste zo'n bouwval staan. En tegenover die anderhal ve paal komt strak ook nog eens de nieuwe supermarkt te staan! Ook tegenover de buur man zou het toch wel reëel zijn als men nu eens actie ondernam. De gemeente hoeft zich toch niet blind te sta ren op de reparatiekosten? Want als een beet je handig klusbedrijf zich hier twee dagen kwaad op maakt, kunnen de palen weer jaren mee. Voor deze betrekkelijk kleine ingreep wil men toch de eerste indruk van ons mooie dorp Dirksland niet verzieken? En deze niet overstelpende kosten kan de gemeente Dirksland toch wel even voorschieten totdat Monumentenzorg betaalt? A. de Blok sn, Dirksland integer en verdienen respect. Maar waar zijn ze op gegrond? Wij kiezen voor objectiviteit buiten de mens en verwijzen naar de leefregels die voortvloeien uit Gods geboden. De Bijbel geeft ons concre te handreikingen, ook als het het huwelijk en opvoeding aangaat. Toepassing betekent niet: terug naar de 'Middeleeuwen.' Het leidt wel tot samenlevingsnormen die als een kade het zwal kende schip tegenhouden. Sterker nog: Het is daar goed afmeren. DEN HAAG - Het college van Gedeputeer de Staten (GS) reserveert dit jaar ruim 9,5 miljoen euro voor zeven stedelijke vernieu wingsprojecten die nog dit jaar tot uitvoe ring zullen komen. Hiermee willen GS het beoogde vliegwieleffect van de ISV-bijdra- gen (Investeringsbudget Stedelijke Vernieu wing) verder invullen. Voor de ISV periode 2005-2009 heeft GS geld gereserveerd voor de 48 projectgemeenten. Deze kunnen op basis van het indienen van concrete projecten budget ontvangen. Dit jaar zijn door 34 pro jectgemeenten 42 projecten ingediend; zeven daarvan krijgen een ISV-bijdrage. Naast subsidies voor stedelijke vernieu wingsprojecten zijn bijdragen toegezegd voor twee bodem- en drieëndertig geluidssa neringsprojecten. Voor bodemsaneringen in Middelharnis en Bodegraven is 367.100,- gereserveerd. Ten behoeve van het verminde ren van geluidhinder bij in totaal 563 wonin gen is ruim 7 miljoen euro toegewezen. In de periode 2000-2005 is ruim 35 miljoen euro besteed aan 36 stedelijke vernieuwingspro jecten in Zuid-Holland. Daarvan was ruim 3 miljoen euro voor bodemsaneringprojecten. Het Albeda College te Oude Tonge heeft al vele jaren opleidingen voor beroepen op het gebied van bedrijfs administratie, banken en verzeke ringen en secretariaat. Met ingang van het schooljaar 2006/2007 wordt het opleidingsaanbod uitgebreid met detailhandel, beveiliging en iet. De opleiding detailhandel leidt op tot ver koopmedewerker. Een verkoopmedewerker moet goed met klanten kunnen omgaan, de winkelinrichting verzorgen, voorraden en bestellingen bijhouden, enz. De opleiding is praktijkgericht, duurt 1 a 2 jaar en zal een b.b.l.-traject worden. Dit bete kent dat een leerling werkt en één dag per week naar school gaat. Docenten van Albe- da-locaties in Rotterdam hebben de ervaring opgedaan dat het b.b.l.-traject voor verkoop medewerkers uiteindelijk ook de opleiding tot filiaalbeheerder kan gaan omvatten. In het eerste jaar zal de opleiding tot verkoopmede werker plaatsvinden. Na het behalen van het diploma kan de leerling verder gaan met de opleiding verkoopchef De opleiding beveiliging zal een b.o.l.-tra ject worden. Dit betekent dat dit een volle tijd-opleiding zal worden, waarbij stage een belangrijk onderdeel is. De examens worden extern gelegitimeerd via de Stichting Vak examens Particuliere Beveiligingsorganisa ties. De opleiding voor beveiliger duurt 1,5 a 2 jaar. De leerling leert te werken binnen wettelijke kaders, om te gaan met mensen, hulpverlenend bezig te zijn, met discipline om te gaan, fysieke vaardigheden te ontwik kelen, enz. Ook de opleiding i.c.t. zal een b.o.l.-traject worden. De nadruk van deze opleiding ligt op het assembleren van systemen en het inst- talleren van hard- en software. Ook wordt leerlingen geleerd eenvoudige gebruikers- vragen te beantwoorden en mondeling en schriftelijk te rapporteren. De opleiding zal 2 a 3 jaar gaan duren. Al deze nieuw te starten opleidingen zijn niveau 2 opleidingen. Staatsbosbeheer organiseert ook in januari 2006 weer twee vaartochten. De eerste is op zaterdag 21 januari a.s en heeft als bestem ming het Haringvliet-HoUands Diep, de tweede tocht is op zaterdag 28 januari a.s. en heeft als bestemming het Krammer-Vol kerak. Duizenden ganzen, eenden, zwanen en steltlopers overwinteren ook deze winter in het Haringvliet-HoUands Diep of in het Krammer-Volkerak. U kunt de vogels uitge breid bekijken tijdens de twee vaarexcursies met een comfortabele rondvaartboot. De boottocht voert langs de platen, slikken en grasgorzen die Staatsbosbeheer beheert en natuurlijk is ook de boswachter aan boord. Hij vertel over de vogels en over verschil lende natuurontwikkelingsplannen. Ook het Kierbesluit voor de Haringvlietsluizen komt ter sprake. Met een beetje geluk laat ook een zeearend of slechtvalk zich zien. De toch ten zijn niet alleen interessant voor ervaren vogelaars, maar ook voor beginnende vogel- kijkers. De rondvaartboot 'De Zilvermeeuw' vertrekt om 10.00 uur uit de haven bij Willemstad Vesting en hoopt om 16.00 uur weer terug in Willemstad te zijn. De rondvaartboot heeft een kleine keuken en een bar aan boord. Voor deelname aan de vaartochten dient men zich telefonisch aan te melden bij het VVV in Willemstad, tel.: 0168-476055. Deelname kost 12,50 per persoon. Een lunchpakket (incl. koffie/thee) kost 6,50. Aanbevolen wordt goede winterkleding aan te trekken en een verrekijker mee te nemen. De tochten zijn ook geschikt voor rolstoelgebruikers. Want alzo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem Gelooft, niet ver loren ga, maar eeuwig leve hebbe. (Johannes 3:16) Een ontmoeting met Jezus in de nacht Midden in de nacht komt er een mens tot Jezus. Hij haalt de Heiland uit Zijn slaap. Overdag durft hij geen vragen te stellen aan Jezus. Deze mens heet Nicodemus. Hij is thuis in de Schrift als geen ander. Hij is onder de indruk van het onderwijs van Jezus. Toch wil hij dat niemand hem ziet bij Jezus. De mensen zouden kunnen denken dat hij bij Jezus volgelingen zou behoren en dit misver stand wil hij voorkomen. Gevallen wereld De Heere Jezus laat Nicodemus horen dat God de wereld liefgehad heeft. De wereld was het kunststuk van de Schepper. Dit kunststuk is door de zonde verwoest. Het is een wereld waar de breuken en barsten zichtbaar zijn. Het is een wereld waar het egoïsme hoogtij viert. Een wereld waar rampen plaatsvinden die ons opnieuw in alle felheid de gebroken heid van deze wereld laten zien. Gods schep ping is een tranendal geworden. Wereld van Joodse vroomheid De Heere Jezus betrekt ook Nicodemus in die gevallen wereld. Het woordje wereld ziet in het evangelie van Johannes ook op de vrome Joodse wereld. Nicodemus en vele vromen dachten dat ze door hun best te doen, door de wet na te leven, hun schuld bij God konden vereffenen. Ook deze vrome Joodse wereld redt het niet door hun leven van gods dienstige plichtsbetrachting de schuld bij de HEERE te vereffenen. De HEERE God moet er zelf aan te pas te komen. Liefhebben God heeft die wereld lief. de wereld die van Hem is afgevallen. Voor het woordje 'lief- hebben'staat hier een bijzonder woord. In ons gewone spraakgebruik is liefde een soort vonk die overspringt. Een jongen ziet wat in een meisje, omdat ze t"ijn met haar kan pra ten. Hij heeft het idee dat ze hem begrijpt. Bij dat meisje is de vonk ook overgesprongen. Ze vindt het fijn om zijn stem te horen, zijn genegenheid te ervaren. Waar geloof begint Geloven begint bij horen. De Heilige Geest spitst onze oren, zodat we het Woord van God gaan horen. We horen er van op. Het leven krijgt een wending. Zo springen er vonken over. Ook het leven van Nicodemus krijgt een wending. (wordt vervolgd) Sommelsdijk, ds. T.W. van Bennekom •h,^», °0' i,; "«o "i Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzen ding compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. JOOST KON'T WETEN Ik heb al verschillende uitleggingen gekre gen als ik te horen kreeg 'Joost mag 't weten en vroeg wie die Joost dan wel was. Kunt u mij vertellen, wie ik geloven moet? Antwoord: Niet de duivel, zoals sommigen denken, en niet Joost van den Vondel, maar Joost van Laren, ook wel Joost de Jongere genoemd omdat zijn vader (Joost de Oudere) ook niet dom was. De jonge Joost werd op 27 februari 1586 in Arnemuiden geboren en studeerde in o.a. in Franeker en in Lei den. Hij werd achtereenvolgens predikant in EUewoutsdijk, Oudelande, Koudekerke en Vlissingen. Hij nam deel aan de vertaling en verbetering van de Statenbijbel en schreef vele werken, zowel in het Nederlands als in 't Latijn, over allerlei onderwerpen. Hij stierf op 6 oktober 1653 en was toen zeer beroemd. Bij zijn begrafenis volgden zo'n 700 men sen, onder wie vele binnen- en buitenlandse geleerden, de baar. Zijn geleerdheid werd spreekwoordelijk, omdat men vaak zei: "Dat weet Joost", "Dat weet Joost alleen!" en "Dat zou Joost wel weten!". Zo werd 'Joost kan (of mag) het wetenals een gezegde verspreid in de betekenis: "Die Joost van Laren zou 't wel (beter) geweten hebben". Waarom kan geen enkele dokter mij vertel len, wat ik moet doen om van mijn altijddu rende hoofdpijn af te komen? Antwoord: Omdat er zoveel verschillende oorzaken kunnen zijn. Onze hersenen zijn ongevoelig. Wel gevoelig zijn de hersenvlie- zen. Toch zijn het vooral de grote slagader- takken die pijn doen, soms ook de oogspier, de slaapspier, of de nekspieren. Door emo tionele oorzaak ontstaat de zgn. spannings hoofdpijn. Dan zijn er de erfelijkheid en de migraine. Andere oorzaken kunnen zijn: een inwendige beschadiging (bij geboorte, na val, gevecht of ongeluk), vergiften als alco hol, nicotine of koolmonoxide, verder bloed armoede, te hoge bloeddruk en organische en zenuwafwijkingen. Vergeet ook niet de hoofdpijn door grotere inspanning van bijv. de ogen, als die niet zo best meer zien. Aan de hand van dit lijstje kunt u al heel wat doen om hoofdpijn te vermijden. Hoe komen ze toch aan die naam 'cervelaat- worst' Antwoord: Dat cervelaat is overgenomen uit het Franse 'cervelas', waarmee deze soort worst daar werd aangeduid, en die naam komt van 'cervelle', dat hersenen betekent. In vroeger tijd werden er namelijk ook var- kenshersens in die worst verwerkt, zoals bij ons o.a. nog in de zure zult gebeurt. De tegenwoordig verkrijgbare cervelaatworst bevat hoofdzakelijk varkensvlees met spek, vaak gekruid met knoflook en is meestal gedroogd. Als ik een glaasje bier drink, vraag ik me wel eens af, waarom ze alléén midden in de winter bockbier verkopen, 's Zomers heb je toch meer dorst en juist dan rijpt het gerst. En vanwaar die 'bokkige'naam? Antwoord: Als het gerst rijp is, heeft de brou wer nog geen bier. Eerst moest het graan in schuur, mijt of stroberg bestorven zijn, voor dat het gedorst werd. De (brouwers)gerst kent nog een kiemrust, die 6 weken kan duren. En als het jonge bier gebrouwen is. blijft het nog ca. drie maanden 'gelagerd' liggen rijpen. GOEDEREEDE - Het is Ellen Mas tenbroek wederom gelukt een klin kende naam aan haar lijst voor de aanstaande gemeenteraadsverkie zingen toe te voegen. Na Kees Tanis, Jenny Vogelzang en Giel Lokker heeft ook Jan Sinke zich bij de Ver eniging Mastenbroek aangesloten. De in Delft geboren Sinke is 49 jaar en sinds 25 jaar woonachtig in Ouddorp. De oud-directeur van een damesmodebedrijf, is een paardenman in hart en nieren. Naast het beoefenen van de mensport is hij actief in tal van commissies en besturen van hippi sche organisaties, waaronder gedurende vier jaar het penningmeesterschap van de KNHS Recreatiesport vereniging met 90.000 leden, de grootste belangenbehartiger voor Ruiter en Koetsier in Nederland. Als bestuurslid van de stichting Ruiter en Menpaden Goeree/Over- flakkee, zet hij zich in voor het aanleggen en instandhouden van routes op het eiland. Zijn toetreden tot de nieuwe partij ziet hij als een grote uitdaging en een kans om mee te werken aan een stuk vernieuwing van de gemeentepolitiek. Naast de punten uit het verkiezingsprogramma van de Vereniging Mastenbroek streeft hij naar meer trans parantie en inspraak voor de burgers bij besluitvorming en meerjarenplanning. Met andere woorden: "betrek de inwoners bij de toekomst van hun leefomgeving". Vanouds was het eerste bier van de nieuwe oogst pas in december of januari in bierio- kalen, tapperijen en herbergen verkrijgbaar. En bockbier werd waarschijnlijk juist 's win ters aangeprezen om het bierverbruik, dat dan sterk inzinkt, te stimuleren. Het is met z'n 6 1/2% alcohol even sterk als 'stout', dus zwaarder, zoeter en ook donkerder dan het gewone Pilsner bier, doordat meer vergistba- re suikers aan het wort (zo heet 't gerstenat voor de gisdng) zijn toegevoegd. De diverse soorten zijn genoemd naar de plaats van de oorspronkelijke herkomst: denk maar aan Münchener, Dortmunderen Pilsner. De naam bockbier zou een verbastering zijn van Eins- becker, dat destijds als "Ein Bockbier" zou zijn verstaan. Een slecht verstaander heeft immers maar een enkel glas bier nodig... -S<&ika -39- De zakken werden nagesnuffeld en er kwam een stuk beschreven papier uit. 'Sergeant, kijk eens, hier is nog iets dat van belang kan zijn.' De soldaat die zelf niet lezen kon, gaf de sergeant het stuk papier. Wladimir Soetyrin bekeek het papier aandachtig en begreep dat dit aantekeningen waren van een zekere Tichon Chramov, die nonchalant zijn naam op het papier had gekrabbeld. Verder had de onbekende jager opgeschreven wat hij aan jachtbuit had bemachtigd en het resultaat bleek niet gering te zijn geweest. 'Tichon Chramov', zei sergeant Wladimir Soetyrin mompelend. 'Wie is deze kerel die garant moet staan voor een maand extra verlof voor deze eenzame sergeant aan het eind van de wereld'?' De hul werd van onder tot boven doorzocht. Er werd nog een lege patroonhuls gevonden, die was bestemd geweest voor het oude Russische infanteriegeweer. 'De kerel is dus ook in het bezit van een militair wapen', zei Soetyrin, die meer en meer tot de over tuiging kwam dat ze hier een woonplaats hadden gevonden van een soldaat die uit het Russische leger was gedeserteerd. Toen er geen bijzondere dingen meer gevonden wer den, zei sergeant Soetyrin: 'Kameraden, laten we gaan. Onze tocht is niet voor niets geweest.' De datsja werd weer gesloten en de bewijzen die ze gevonden hadden, namen ze mee. De sergeant legde zijn hand op z'n borst waar het papiertje dat door de jager Tichon Chramov was beschreven, was weg geborgen. 'Allé, voorwaarts', riep hij zijn mannen toe. De paard- jes zetten zich in beweging en onder opstuivende sneeuw begaven de sleden zich naar het afgesproken punt, waar ze de andere soldaten zouden ontmoeten. Het gebeurde zoals was afgesproken. Met slechts een uur verschil, ontmoetten ze elkaar op de weg die ze eerder gegaan waren. Er werd een vuur aangelegd, en luidruchtig genoten ze hun maaltijd. Sergeant Wla dimir Soetyrin verkeerde in een buitengewoon goede stemming, zodat hij oogluikend een extra glas wodka liet schenken. Terwijl de soldaten uitbundig hun hederen zongen, zat Soetyrin met de handen onder zijn hoofd en staarde in de vlammen. Zijn gedachten waren nog bij de jager die, wie weet waar, ergens in de taiga moest zitten. Naar de bewoonde wereld kon hij nooit gegaan zijn, daar dat minstens een halfjaar reizen was. Er moest dus ergens een plaats zijn waar de kerel zich nu op dit moment moest ophouden. En dat kon alleen maar een dorp zijn, waarvan men tot op dat moment het bestaan niet wist. Wladimir Soetyrin was eens bij de troepen geweest die uit Siberië waren gekomen om in Stalingrad het zesde Duitse leger te bevechten. De hel van Stalingrad, zoals de Duitsers die plaats had den genoemd, had meer dan negentig procent van zijn kameraden opgeslokt. Bij dertig graden onder nul had hij in de puinhopen gelegen; ontbering en honger was slechts zijn loon geweest. De overwinning had hij ook meegemaakt en daarna was het vechtend op Duitsland aan gegaan. In een overwinningsroes had het rode leger zich naar het westen gespoed. Tot aan de Oder, waar Duitsland een laatste tegenaanval op touw zette, waar hij als laatste van zijn regiment uit overbleef. Na alles wat hij had meegemaakt was dit toch net te veel voor hem geweest. Ze hadden rijke hoeveelheden wodka gekregen en hij, die toen luitenant was, had dronken geroepen: 'Waanzin, het is hier een gekkenhuis.' Ondanks zijn dronkenschap had men hem dit niet in dank afgenomen. Het was omdat hij de Stalingrad-medaille en de orde van de rode ster had, anders zou hij deze daad met de dood hebben moeten bekopen. Nu was het verban- iiing geworden naar de taiga, het uiterste randje van Rusland, daar waar de wereld ophield en ondergaat in sneeuw en ijs. Daarheen was hij gezonden om zich verdienstelijk te maken voor zijn iand. Hoeveel jaren was dat al weer geleden 1 Het leek een eeuw. En nu zou er een kans komen om weer naar de wereld terug te keren, indien hij erin slaagde de man uit de datsja te pakken. Hij, sergeant Wladimir Soetyrin, een luitenant bij de infanterie en op weg naar de overwinning, zou weer als mens kunnen leven. Niet meer in de sneeuw en kou, als een beer die vocht om te overieven. Toch was er iets dat Wladimir Soetyrin aan het denken zette, namelijk dat het hier waarschijnlijk een man betrof, die mogelijk ooit kandidaat voor het vuurpeloton was geweest, die gevlucht was voor politieke commissa rissen met hun ideologie van dood en verdoemenis aan allen die niet de juiste, door partijbonzen voor geschreven weg bewandelden. Zijn melding zou tot gevolg hebben dat dit deel van de taiga het jachtge bied werd van hen, die voor een lijk een sport hoger op de ladder naar het politburo konden klimmen. Ineens begreep hij dat hun ontdekking bittere gevol gen zou hebben, zeer zeker ook voor hen die nu in betrekkelijke rust hun dagen doorbrachten. Het kamp zou overspoeld worden door opsporingseenheden en commissarissen die ieder levend wezen met wantrou wen bekeken. En indien zijn melding tot resultaat zou hebben dat de man gepakt werd, dan was het uiteindelijk nog de vraag, of men hem wel zou belonen, daar de grote mannen graag zelf een pluim op de hoed verdienen. 'Geef mij nog een glad wodka', riep hij kwaad tegen een jonge soldaat die de fles naast zich had staan. 'Jawel, kameraad sergeant.' Vlug werd het glas van Soetyrin gevuld, waarbij de soldaat hem niet begrij pend aankeek. Nog maar pas scheen de sergeant in een buitengewoon goede stemming te zijn en nu was hij ineens kort aangebonden. Vreemde kerel! begreep de soldaat, die het bevel van zijn meerdere snel opvolgde. Na elf dagen kwamen ze weer in het kamp terug. Ser geant Wladimir Soetyrin ging naar het huis van de dorpssowjet, waar ook onderiuitenant Georgië Zwal- ba zat, om er verslag uit te brengen. De bewijsstuk ken had hij meegenomen en zo stapte hij het houten gebouw binnen. Mitjaj Lasjkov en Georgië Zwalba zaten juist aan een glas wodka toen de sergeant zich aandiende. 'Ga zitten, kerel en vertel ons wat je hebt gezien', nodigde de dorpssowjet sergeant Soetyrin uit. 'Dank u, kameraad', zei deze en nam aan de tafel plaats. 'Drinken?' vroeg de politieke vertegenwoordiger, terwijl hij al een glad wodka vol goot, wel wetende dat er geen enkele Rus is die een aangeboden borrel weigert. 'Dank je kameraad en proost.' 'Proost.' 'En vertel ons nu jullie wederwaardigheden; we zijn benieuwd of deze rit nog nut heeft gehad.' 'Zeker, kameraden. Ik wil voor ik mijn verhaal doe, een melding doen.' 'Een melding?' vroeg Mitjaj Lasjkov, wetende dat er bij zoiets altijd de één of andere mens naar de haaien ging. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2006 | | pagina 5