Sportduiker en bioloog Peter van Bragt vindt de bijzondere waarnemingen van zeedieren even verheugend als misleidend eiiaudbm-iiieuws Veel kampioenen bij Good Luck 'De Grevelingen is een zielig meertje Nieuws van de Wereldwinkel RV. De Trekvogels ie Ouddorp RV. De Snelpost te Dirksland RV. De Reisduif te Sommelsdijk In het Grevelingenmeer keren steeds meer zeedieren terug. Ze worden opgetogen gesignaleerd, gefotografeerd én geregistreerd door sportduiliers, voor wie de Delta zich heeft ontwikkeld tot een Mekka. De Dodemansduim is er weer! De Zeenaaktslak! De Zakpijp! De Zwarte grondel! De vondsten, die stuk voor stuk uitroeptekens kregen, houden aan. Zonder overdrijving kan veiUg beweerd worden dat zeedieren weer welig tieren in het Grevelingenmeer. Maar: wat zégt hun aanwezigheid over het milieu van deze voormalige zeearm? Gaat het meer, dat lange jaren morsdood was na de afsluiting in 1971, dan voor uit? Weet het zich dan kennelijk te herstellen tot de vroegere status, toen het getij voor een nog veel rijkere fauna zorgde? Peter H. van Bragt, bioloog en sportduiker, duikt regelmatig in het Grevelingenmeer. Hij kent het onderwaterleven en weet het ook te duiden. Hij voelt niet dezelfde tintelende opwinding als zijn collega-duikers, en dat komt door zijn beroepskennis. "Ze zijn verheugend", zegt hij over de waarnemingen, "maar tegelijk misleidend." Om er onomwonden aan toe te voegen: "Eigenlijk is het Grevelingenmeer een zielig meertje." Een ver helderend interview. door Gert van Engelen l£ili;ÏS.A''#S Haringvliet Rotskust Ziek milieu Méér openingen PAGINA 4 DINSDAG 7 JUNI 2005 GOEREË- OVERF1j\KKEE Veelgevraagd in de Wereldwinkel is de Lacandona honing, geïmporteerd door de Fair Trade organisatie en met het Max Have laar keurmerk. In het Lacandona oerwoud, op de grens van Mexico en Guatamala, ver zamelen de bijen de nectar voor deze honing in geurige tropische bloemen. Aan de rand van het oerwoud woont de overwegend Indi aanse bevolking, vrijwel ieder gezin heeft een paar bijenkasten. Zo verdienen ze iets extra's naast de inkomsten uit de landbouw. Lacandona honing is 100% natuurzuiver en heeft een fris en licht aroma, is hHeerlijk op brood of als suikervervanger in de thee, en is te koop in de Wereldwinkel op het Spui (ach ter de winkeldiek) in Middelharnis, iedere woensdag van 13.00 tot 17.00 uur, vrijdag van 10.00 tot 18.00 uur en iedere zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur. Op de laatste speelweekenden regende het bij korfbalvereniging Good Luck kampioe nen. Bij de senioren werden Good Luck 4 en 5 kampioen. Good Luck 4 (de zogenaamde veteranen) wordt regelmatig kampioen, en het is knap dat het ook nu weer gelukt is. Good Luck 5 (midweekteam) valt ook vaak in de prijzen, maar dit seizoen was het nog behoorlijk spannend aan het eind van de competitie. Óp de voorlaatste speeldag was de ploeg kampioen. Bij de jeugd waren er de meeste (en verrassende) kampioenen. Met name Good Luck A (junioren) pakte regel matig net naast de Ie plaats en werd vaak tweede. Afgelopen zaterdag was het eindelijk zover, na lange tijd werden ze eindelijk kam pioen. Good Luck C was ook in een span nende competitie verwikkeld. Alleen winst betekende een kampioenschap, elk ander resultaat zou een 2e plaats betekenen. Op de laatste speeldag werd de directe concurrent in het hol van de leeuw met 1-6 verslagen. De iets jongere jeugd, Good Luck D, was op het voorlaatste speelweekend al kampioen geworden. Eindelijk is het deze jonge ploeg gelukt om in de prijzen te vallen, vaak grepen ze er net naast, maar nu was het dan eindelijk zover! Tenslotte is de allerjongste jeugd (7 en 8 jarigen). Good Luck Wl, in het laatste speelweekend kampioen geworden. Deze jonge talentvolle groep moest winnen en in een zinderende wedstrijd werd de tegenstan der met een monsterscore, 10-1, overtroffen en waren de jongelingen voor het eerst van hun leven kampioen! Blijkbaar werpt het technisch (jeugd)beleid bij Good Luck ein delijk haar vruchten af. Men is al jaren bezig dit goed na te streven door spelers en trainers goed op te leiden, zodat het algehele niveau binnen de vereniging omhoog gaat. Maar de jeugdtrainers zijn niet voor het oprapen. Niettemin wil de technische commissie graag goed opgeleide en enthousiaste trainers en coaches aanstellen die dit plan en natuurlijk de club zelf ondersteunen. Jeugdspelers kij ken vaak op tegen spelers uit de selectie en worden hierdoor leergierig en enthousiast. Maar dit is overigens niet de enige doelgroep waar men de trainers en coaches vandaan haalt. Er komen meer jeugdleden bij, dus zullen er ook meer jeugdtrainers aangesteld kunnen en moeten worden. Diverse foto's van o.a. de kampioenschappen zijn te vinden op www.kvgoodluck.nl. uitslag wedvlucht Pont St. Maxence 04- 06-2005. Los: 07.15. Deelnemers: 17. Dui ven: 296. Weer: bewolkt, zuidwest. Joh. Grinwis 1, 13, 51, 57, 59, 63, 74; A. Klyn 2, 8, 9, 22, 32, 72; J. P. Keymel 3, 14, 15, 20, 60; J. Bakelar 4, 10, 29; L. Tanis 5, 12, 18, 26, 42, 47, 52,73; Grinwis VanAlphen 6, 7, 17, 31, 45, 67; Comb. Grinwis 11, 19, 21, 30, 35, 37, 43, 48, 56, 68,69; A. Kievit 16,41,54,62; L. Sperling 23,64, 66; H. Kleyn 24. 27, 28, 33, 34; J. W. Nagtegaal 25; J. H Ju7 36, 46, 61; L. Dorsman 38; Comb. Akershoek 39, 50, 53, 58, 65; P. Mierop 40, 70; Comb. Wolthuis-Coster 44, 49, 55, 71. Uitslag wedvlucht Pont St. Maxence 04- 06-2005. Los: 07.30. Deelnemers: 13. Dui ven: 317. Weer: harde w.z.w. wind. P C. van Alphen 1, 2, 12, 17, 20, 21, 22, 37, 57, 59, 80, 82, 84, 104; J. C. Roodzant 3, 7, 29, 31, 32, 53, 54, 77, 78, 91, 98; Rien Doom 4, 19, 40, 41, 43, 44, 45, 46, 73, 93, 94, 96, 105; Mevr. N. Doom 5, 15, 18, 27, 47, 50, 61, 71, 81, 83, 88; M. v. d. Baan 6, 8,9, 11,16, 23, 25, 33,35, 36, 38, 39, 52, 62, 63; A. Zoon 10, 13, 26, 30, 49, 58, 64, 87, 89, 90, 101, 102; L. S. v. d. Baan 14, 48, 66, 67, 69, 72; J. M. D. van Ruiten 24, 34, 60, 100; A. R de Vogel 28,42, 51, 79, 95; H. Klink 55, 70, 76; R Kagchelland 56; J. de Bruin 65, 106. Uitslag wedvlucht Pont St. Maxence 04- 06-2005. Los: 07.15. Deelnemers: 14. Dui ven: 250. Weer: bewolkt zuidwesten wind buien. RvanMoort 1 2 3 11 14 24 27; Appel Vis van Heemst 4 6 12 18 26 29 38 40 41 42 49 50 56 57 58 60; A.v.d. Linde 5 9 23 43 53 62; J. de Blok 7 8 15 19 36; C. Kleijn 10 13 16 28 35 37 39 47 48 54; P. de Jong 17; Comb.v.d. Sluys 20 21 31;J.K. Hoekman 22 30 32 33 34 44 45 46 52 59; P van den Boogert 25 51 55 61 63. llllli0li)!llg!imi$!K$lf% Peter van Bragt, in duikkleding en met de camera die hij als onderwateifotograqf steevast meeneemt: "Het Haringvliet is absoluut niet interessant, noch voor duikers noch in biologisch opzicht.(Foto Peter van Bragt) Hij woont in een rijtjeshuis in een rij tjesstraat in Breda, dat in één opzicht onmiddellijk afwijkt: achterin de gang staan persluchtflessen, vrij ongewone voorwerpen op zo'n plek. En het inteiieur van de woonkamer verraadt meteen zijn voorkeuren. Er staat een opzichtig rek, met leesplanken vol natuuitijdschriften. Zelf is hij lang en tenger, met dun haar op het hoofd. Hij verontschuldigt zich voor zijn trage reactie op e-mails. Het ont breekt hem wel eens aan tijd om snel te antwoorden, zegt hij, en dat verbaast ook niet, gezien de lange lijst van bezigheden die hij ter introductie noemt. Van origine bioloog is Peter H. van Bragt (1955, Breda) tegenwoordig senior beleidsadviseur internationalisering van de Avans Hogeschool in Breda, een mega- instituut met 18.000 studenten. Het is Van Bragts hoofdtaak om zoveel mogelijk studenten naar studie- en stageperiodes in het buitenland te begeleiden en internatio nale samenwerking te organiseren. In zijn schamele vrije tijd is hij daarnaast sport- duiker, duikinstructeur en onderwaterfoto graaf-activiteiten die hem in alle wind streken van de wereld doen belanden. Hij geeft lezingen over mariene biologie, herschrijft voor de Nederlandse Onderwa tersport Bond het cursusboek over onder- waterbiologie en schrijft 'stukjes' voor het tijdschrift van deze organisatie. In nog schaarsere tijd helpt hij de Stich ting Anemoon, die zich toelegt op analyse van en educatie over het onderwatermi lieu. "Honderden vrijwilligers, variërend van sportduikers tot strandjutters", licht hij toe, "leveren voortdurend waarnemin gen aan - van schelpen, visjes en vele andere zeedieren en zeepjanten. Om de twee jaar worden die geanalyseerd. Uit de analyse kun je bijvoorbeeld het effect halen dat het openstellen van de spui- sluis in de Brouwersdam heeft gehad op het milieu in het Grevelingenmeer." Van Bragt is zo'n waarnemer, maar geeft ook adviezen over de analyses. En dan is er nog het onderdeel van de website van de Stichting Anemoon (www. anemoon.org), de Spuisluis geheten, waarop duikers hun bijzondere waarne mingen in zout water kunnen melden. Van Bragt beheert dit site-dossier. "Ik zet er stukjes bij, bij wijze van educatie. Ik wil kennis graag delen." Hij wil met deze opsomming maar zeggen: hij is altijd bezig. Desondanks trekt hij er deze mid dag uren voor uit om uit te leggen waar om hij, ondanks alle heuglijke ontdek kingen van wéér nieuwe zeedieren in het Grevelingenmeer, uiterst sceptisch blijft. Goeree-Overflakkee heeft, afgezien van het Grevelingenmeer, nóg een zeearm naast zich, het Haringvliet. Maar daar is niets te beleven. Terwijl hij een wegwerp gebaar maakt, zegt Van Bragt resoluut: "Het Haringvliet is absoluut niet interes sant, noch voor duikers noch in biologisch opzicht. Het is troebel water, je hebt er geen zicht. Er wordt eigenlijk niet gedo ken. Pas als de Haringvlietsluizen op een kier gaan, in 2008, kan het er leuk wor den. Zeker als het water helder gaat wor den, is succes verzekerd." Biologisch wordt het Haringvliet dan sowieso belangwekkend. "Door de aanleg ...de Zwarte grondel... {Foto Peter van Bragt) van kustverdedigingswerken beschikken we in Nederland nagenoeg niet meer over brakwater. Vroeger was met name het Haringvliet, tot aan de Biesbosch toe, een brakwatergradiënt: een geleidelijke over gang van zout naar zoet water, met daar tussen een groot gebied met brakwater. In dat water kwamen vissen, garnalen, krab ben, schelpdieren en sponsen voor die je nergens anders zag. Zij hoorden specifiek in en bij brakwater, zoals de brakwater- grondel en de brakwatersteurgamaai. Vroeger kwamen die algemeen voor langs de kust, maar nu zijn ze grotendeels ver dwenen." Door de Haringvlietsluizen op een kier te zetten, ontstaat er weer een klein gebied met brak water. "Dus al die brakwater soorten kunnen dan terug komen. Maar er gebeurt meer: ook de vissen die brak water nodig hebben om van zout naar zoet te komen en vervolgens te kunnen paaien, kunnen er weer terecht: de Zalm, de Fint, de Zeeprik, de Steur en Zeeforel." Hij kijkt er al naar uit. "Hoe meer de sluizen op een kier staan, hoe meer brak water er komt, hoe interessanter het er wordt." Om te verklaren waarom hij zich zo kri tisch uit over het Grevelingenmeer, reikt Van Bragt eerst wat historische feiten aan, over de samenstelling van het Deltage bied. "Bij het begin van onze jaartelling, in de Romeinse tijd, was Deltaland, inclu sief het huidige Grevelingenmeergebied, een dynamisch landschap, dat keer op keer veranderde onder invloed van het water. Je kon bij wijze van spreken elke vijfjaar een nieuwe kaart maken. Dat landschap bestond hoofdzakelijk uit zand platen, slikken, schorren, geulen en mod der. Zo'n landschap kom je nu nog maar op een enkele plaats tegen: het beschermd natuurgebiedje Slikken van Viane en het Verdronken van Saeftinghe. Dat zijn mooie voorbeelden van hoe de Delta er heeft uitgezien, van Hoek van Holland tot aan Cadzand. "Door de komst van de mens", vervolgt Van Bragt, "kwam de kunstlijn vast te liggen. Dijken werden aangelegd, land werd opgehoogd en ingepolderd. Eerst gebeurde dat nog met biologische mate rialen als wilgentakken, later met stenen. Er ontstond een kunstmatige rotskust, let terlijk legden de mensen de kustlijn vast. Slikken en schorren werden daardoor verdrongen en daarmee ook de dieren die er thuishoorden, zoals de bijna lokaal uitgestorven Schon-e- en Kwelderslakjes. Er ontstond een nieuw inilieu. Nu ligt het profiel van de Delta vast - met een rots- kust eigenlijk, terwijl er eerst van nature bij wijze van spreken geen kiezelsteentje te vinden was." Het Grevelingenmeer had voor de afslui ting hetzelfde aanzien als de andere zee armen: een rotskust met getijbeweging. "Er was een open verbinding met de zee, met veel stroming en een uiterst rijk milieu. Want op die kunstmatige rotsen komen vele soorten planten en dieren voor." Met de afsluiting verdween de getij denwerking. In feite stierf het Gre velingenmeer af. "Eerst raakten we alle organismen kwijt die afhankelijk zijn van eb en vloed, zoals de Gorgelpijppo- liep en de Broodspons. Daarna ging alles dood. Want het meer was helemaal dicht en werd zuurstofloos. Het water stonk enorm." Met de aanleg van de spuisluisjes in het Grevelingendam en Brouwersdam werd er ingegrepen. Men zag in dat de afslui ting volstrekt verkeerd uitpakte. Maar de maatregelen hielpen het miheu niet veel, voornamelijk omdat de sluisjes maar af en toe openstonden. "De bovenste twaalf meter water herstelde zich gedeeltelijk. Daar is zuurstof teruggekomen. Boven dien herstelde het zoutgehalte zich. Maar er kwam geen getij terug, en wat zie je dan? Dat er dan ook maar een beperkt aantal soorten terugkeert, zoals de Paarse buisjesspons, de Ruwe zakpijp, het Muil tje, de Zwarte grondel en de Roodspriet- gamaal." In 1999 veranderde het spuiregime ander maal. Toen werd de spuisluis in de Brou wersdam - slechts drie meter breed - per manent opengezet, althans van januari tot en met augustus. In de resterende vier maanden gaat de sluis gedurende dertig dagen dicht, op verzoek van de palingvis sers. Sindsdien, zegt Van Bragt, doen zich die waarnemingen voor die sportduikers zo elektrificeren. "We zien nu dat met name de soorten die in getij water veel voorkomen, een klein beetje terugkeren: de Hoef ijzerworm, de Galatheakreeft, de Noordzeekrab en de Penneschaftpoliep. En dat gebeurt vooral in het water direct achter de spuisluis, zeg maar van Scha- Peter van Bragt fotografeert bij elke auik nieuwe of teruggekeerde dieren en planten in de Grevelin gen, al doet hem dat nog niet jubelen. Drie recente voorbeelden zijn: de Gezaagde steurgarnaal.,., (Foto Peter van Bragt) rendijke, langs Den Osse tot aan Brou wershaven." "Hartstikke mooi" vindt hij die vooruit gang, en "we moeten er blij mee zijn". "Maar", waarschuwt hij, "als je het ver gelijkt met wat het had móeten zijn, is het marginaal." Hóe het dan zou kunnen zijn, valt volgens Van Bragt op te maken uit de Oosterschelde. Die heeft, dankzij de open stormkering, nog altijd een ver binding met de zee, en dat toont zich. "De Oosterschelde is mooi en dankbaar om te duiken. Dieren die het hele jaar op de Noordzee zitten, maar voor de voortplan ting massaal naar de kust trekken, zoals de Sepia en de Spotolf, kunnen nog steeds naar de Oosterschelde. Niet naar het Gre velingenmeer, want daar is een voordeur aangebracht, met slechts een klein gaatje, dat spuisluisje." "De zuurstofgrens in het Grevelingen meer is lager geworden door het bijna continu openstellen van dat sluisje. Die ligt nu plusminus op twintig meter. Maar daaronder is alles nog steeds dood. Ter wijl je in de Oosterschelde onder de twin tig meter nog van alles ziet. Als je in het Grevelingenmeer duikt, kun je per duik zo'n dertig tot veertig soorten organismen tegenkomen, in de Oosterschelde meer dan tachtig tot negentig. Terwijl het het zelfde zou kunnen zijn. Het Grevelingen meer had vroeger net zo'n rijk milieu als de Oosterschelde, met heel veel soorten, in grote aantallen." Zo komt Van Bragt tot zijn clou: het is de vergelijking die het Grevelingenmeer zo treurig doet uitvallen. "Het is een ziek milieu. Dat merk je aan de aantallen en de dichtheid van de soorten. Kiitisch beschouwd is het Grevelingenmeer een zielig meertje. Aantrekkelijk voor dui kers, omdat het water helder is, helderder zelfs dan de Oosterschelde. Maar voor de natuur is het er gewoon triest." Al die opzienbarende meldingen van nieuwe soorten, ook op Van Bragts web site, zijn betrekkelijk, zegt hij. "Er komen steeds meer meldingen omdat er steeds meer duikers naar het Grevelingenmeer gaan. Dat ten eerste. En ven'eweg de meeste waarnemingen komen uit de zuid westhoek van het meer, dus van achter de spuisluis. Verderop niet." En de dodemansduim dan, Nederlands enige koraalsoort? Is de terugkeer daarvan dan ook relatief? Van Bragt knikt. "De terugkeer is spec taculair. Twee jaar geleden vond je misschien één of twee exemplaren, bij Scharendijke, maar het afgelopen jaar zijn er bij Den Osse al honderden gezien. Maar het zijn kleine, zielige toefjes; niet die grote klompen die het zouden moeten zijn. Dus al zijn ze er wel, ze zien er niet goed uit en het is nog maar de vraag of ze er op de lange termijn overleven. En ver der geldt: in de Oosterschelde tref je tien tallen soorten aan die in het Grevelingen meer nog steeds niet voorkomen, of alleen in dat hoekje achter de spuisluis. Neem de fluwelen zwemkrab en hel ruigkrabbetje. In de Oosterschelde zijn die algemeen, in het Grevelingenmeer vind je ze een klein beetje. Wil het Grevelingenmeer zich marien biologisch kunnen meten met de Oos terschelde, dan zijn volgens Van Bragt nóg meer openingen nodig in de weste lijke Brouwersdam en in de oostelijke Grevelingendam. "De voordeur en ach terdeur moeten open. Er moeten enkele spuisluizen bijkomen. ledere spuisluis leveit al een verbetering op, zodat er weer doorstroming van het water ontstaat, getijbeweging, en de zuurstofgrens nóg lager komt te liggen. Dat is wat we er echt nodig hebben." Hij weet dat zulks miljoenen kost. Maar het Grevelingenmeer laten zoals het thans is, met al die "dieptreurige" zuurstof loze putten, brengt substantieel herstel van het milieu niet dichterbij, werpt hij tegen. "We hebben heel veel natuur kapotgemaakt in de Delta. Om hele goede redenen: veiligheid, en we zijn hartstikke blij met de kleine dingetjes die er terug komen. Maar willen we dat de natuur terugkomt op het vroegere niveau, dan zullen er meer openingen moeten komen. De vraag is of we dat met z'n allen wil len. Voor de veiligheid zijn meer spui sluizen geen probleem; technisch is dat te regelen. Kijk maar naar de Oosterschelde! Maar hebben we het geld er voor over? Het zal in ieder geval meer geld kosten om de natuur te herstellen dan wat het destijds heeft gekost om haar te vernieti gen." .en de Zeedahlia. (Foto Peter van Bragt)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2006 | | pagina 10