Historisch hoekje
U zoekt iets speciaal
voor uw drukwerk?
EIIAI1D01-I1IEUW5
Een bijzonder gebouw met zeldzaamheïdswaarde, Jugendstilornamenten en glas-in-loodramen
Oebr. de Waai
Drukkerij
■^^^TffiJT'
De praktijk van Johannes Valkhof,
chirurgijn in goedereede (l)
Een nieuw begin
in een nieuwe polder
Poorter en burger
der stede Goedereede
De chirurgijnswinkel
'-.\
Geschiedenis
Maatschappelijke functie
Bioscoop
Projectoren
Gebouw
PAGINA 13
„VRIJDAG 11 NOVEMBER 2005
In de loop der eeuwen hebben vele
chirurgijns, barbiers en heelmees
ters praktijk uitgeoefend op Goeree-
Overflakkee. Hoe zij hun werk uitoe
fenden, blijft meestal gissen. Van de
meesten is niet veel meer bekend dan
hun naam, de datum dat zij zich ves
tigden en wanneer zij hun heil elders
gingen zoeken. Maar ook zien we
geregeld dat een nieuwe heelmeester
trouw bleef aan het dorp van vesti
ging en zijn praktijk werd overge
nomen door zoons en kleinzoons. In
deze aflevering van het Historisch
Hoekje beschrijven we het leven van
een 'passant': Johan Valkhof leefde
en werkte nog geen vijftien jaar op dit
eiland, maar heeft, bij uitzondering,
wel een schat van gegevens nagelaten
over zijn praktijkvoering.
Hij heeft die gegevens niet bewust nage
laten. Zijn kasboeken, visiteboeken, gege
vens over zijn inboedel en de verkoop van
zijn spulletjes, zijn bewaard gebleven in
het archief van de gemeente Goedereede
omdat na zijn overlijden bleek dat de chi
rurgijn vele schulden gemaakt had. Er was
sprake van een zogenaamde insolvente
boedel, waarvoor niemand aansprakelijk
wilde zijn. Het bestuur van de stad Goe
dereede stelde een curator aan, in de per
soon van secretaris D. Goekoop, die de
rekening moest opmaken en nog zoveel
mogelijk schuldeisers probeerde tevreden
te stellen. Al met al leverde dit een hele
papierwinkel op, waarvan archiefonder
zoekers nu de vruchten kunnen plukken.
Johannes Valkhof werd in 1753 geboren
te Dordrecht als zoon van Seger Valkhof
en Lucretia Boufai. Hoe hij in Dordrecht
de kost verdiend heeft, enkel voor zich
zelf, want hij is niet getrouwd geweest,
is niet helemaal duidelijk geworden. Hij
zal wel in de leer geweest zijn bij een
gevestigde chirurgijn en daarna examen
hebben gedaan voor het college van het
stedelijk chirurgijnsgilde. Maar van de
administratie van dat Dordtse gilde is
niet veel bewaard gebleven. Uit de oudste
gedeelten van zijn grootboeken en journa
len kunnen we concluderen dat hij, mocht
hij toen ook al chirurgijn geweest zijn,
daarnaast handelde in allerlei grondstof
fen voor drogisten, huisschilders en aan
verwante beroepsbeoefenaars. Ook aan
zijn vader leverde hij bijvoorbeeld lijn
olie, stijfsel en kleurstoffen. De klanten in
die tijd (1785-1789) kwamen, voorzover
er een plaats genoemd wordt, uit Dor
drecht en omgeving. In het voorjaar van
1789 lijkt Johannes het roer omgegooid
te hebben en zich vanaf dat moment te
concentreren op het chirurgijnsvak. Hoe
hij contacten gelegd heeft elders, via zijn
broer Isaac, die beurtschipper was, of via
Dordtse notabelen die geld belegd hadden
in de nieuwe Eendrachtspolder waarin
Stellendam gebouwd werd, we weten het
niet. Maar in mei 1789 begon Johannes
een schone bladzij in zijn boeken met
"Schuldboek van Stellendam en onder-
hoorige of beijleggende plaatsen, begon-
ne met Meij 1789". Stellendam was toen
een dorp in opbouw, waar ongetwijfeld
ook behoefte zal zijn geweest aan medi
sche verzorging. Het dorp was nog maar
klein - volgens Boers waren er in 1795
nog maar 237 inwoners - en daarom is
het niet verwonderlijk dat we in de admi
nistratie over deze jaren ook namen tegen
komen van patiënten uit andere dorpen
van Goeree-Overflakkee. In maart 1793
was Johannes nog ingeschreven op de
lijst van weerbare mannen tussen de 18
en 60 jaar van Stellendam, maar dat was
nog maar voor korte tijd: hij ging verhui
zen naar Goedereede.
Goedereede was drie keer zo groot als
Stellendam, en vanuit dit stadje was het
ook gemakkelijker om patiënten in de
polders van Ouddorp te bezoeken. Dit
was zeer waarschijnlijk de achtergrond
van het verzoek dat Johannes indiende
bij het stadsbestuur van Goedereede: hij
wilde toelating als poorter van de stad, en
gelijk toestemming om als stadschirurgijn
praktijk uit te oefenen. In de vergadering
van burgemeester en schepenen van 5
november 1793 werden hiertegen geen
bezwaren ingediend. Zo mocht Valkhoff
de eed als poorter afleggen, werd toege
laten als chirurgijn, en kreeg ook nog, uit
hoofde van zijn beroep, een vaste zitplaats
in de kerk toegewezen: "in de afgaende
kerkenraadsbank". Om een goede start
te kunnen maken, had Johannes wel geld
nodig: hij leende op 11 november een
bedrag van f 1400 van zijn ouders, af te
lossen wanneer de zaken voorspoedig
zouden gaan lopen.
Overigens had Valkhof niet het alleenrecht
in de verzorging van de Goereese burgers.
In de archieven komen we ook de namen
tegen van W. Snijders, een "med.dr.",
iemand die universitair geschoold was,
en chirurgijn J. van Kerckhoven. Elk zal
zijn eigen klantenkring gehad hebben. Zo
komen we de familie Goekoop, behorend
tot de elite van Goedereede, onder die
naam niet tegen in de boeken van Valk
hof. Wel heeft hij gedurende de eerste
jaren van zijn prakijk visities gemaakt
bij en medicijnen geleverd aan dominee
Gaveel, die getrouwd was met een meisje
Goekoop. Maar daar kwam een eind aan
in 1795. De eerste maanden van dat jaar
waren een rumoerige tijd: de Fransen
waren het land binnengevallen en stads
en dorpsbesturen moesten van samenstel
ling veranderen. In Goedereede was Johan
Valkhof waarschijnlijk lid van de Goeree
se "Sociëteit voor Vrijheid en Regte" en
liet van zich horen als lid van een "comité
revolutionair" dat het oude bewind onwet
tig verklaarde. Maar onder leiding van ds.
Gaveel werd een ander comité gevormd,
dat uiteindelijk zijn eigen kandidaten in
het stadsbestuur kreeg. In Goedereede
veranderde er uiteindelijk niet zoveel in
het besmur, maar mogelijk hebben de
geschetste verwikkelingen wel geleid tot
verwijdering tussen de predikant en de
chirurgijn. Verdere politieke activiteiten
van Johannes Valkhof kwamen we niet
meer tegen in de archieven: hij kon zich
concentreren op zijn chirurgijnswinkel en
patiënten.
Een universitair opgeleide arts hield zich
in de 18e eeuw verre van het gewone
handwerk: hij stelde diagnoses en schreef
medicijnen voor. Een chirurgijn stelde
diagnoses, maar voerde ook behande-
hngen uit. Hij deed aderlatingen, zette
botbreuken, opende abcessen én maakte
zelf de benodigde medicijnen en leverde
verbandmiddelen. Johannes Valkhof
deed dit alles vanuit enkele kamers die hij
huurde bij Abraham Soldaat, aan de Zuid
zijde Haven. In het voorhuis stond zijn
"apotheekje", de kast met grondstoffen
en bereide medicijnen. De wachtenden
konden de tijd korten met het bekijken
van de daarop uitgestalde fles met twee
goudvisjes. Buiten hun gezichtsveld, in
het woonvertrek, maar dus ook werkver
trek, bevonden zich de zaken, behorende
bij het beroep van de bewoner. Volgens de
inventaris, opgemaakt, na het overlijden
van Valkhof, had hij daar flessen, potten,
dozen met kruiden, rolletjes zalf in een
hangkastje, pillendozen, een pillenkam,
lavementspuiten, trechters, vijzel, rasp,
zeven, mortiertjes en vijzel, zemelap-
pen, lancetten (voor het aderlaten), een
distilleerketel en een kist met boeken.
Onder de ruim honderd genoemde boe
ken bevond zich de nodige vakliteratuur,
naast (ondeugende?) Franse boekjes, his
torische werken, de gedichten van Poot,
een bijbel met koperbeslag en andere lec
tuur/literatuur.
Chirurgijn Valkhof kocht kant en klare
medicijnen in, maar veel tijd moet hij ook
besteed hebben aan het maken van de
drankjes, ehxers, zalven, pillen, pleisters,
veelal op basis van plantaardige stoffen,
die het lijden en ongemak van zijn patiën
ten moesten verlichten.
E. Lassing-van Gameren
Het Meijer Theater
MIDDELHARNIS - Het was 1 novem
ber 2005 precies honderd jaar geleden
dat de eerste steen van het Meijer
Theater werd gelegd. Het Meijer The
ater bevindt zich aan de Vissersdijk
van Middelharnis en is een begrip op
Goeree-Overflakkee en ver daarbui
ten. Wie is er niet naar de film geweest
of heeft het pand niet om een andere
reden bezocht? Het Meijer Theater is
gelegen achter het voormalige hotel De
Parel van de Delta en nabij de Wilhel-
minabrug. Het is thans verwaarloosd
en de toekomst van het gebouw ziet
er somber uit. Toch hebben we hier te
maken met een bijzonder architecto
nisch pand. Zo bijzonder dat zelfs de
provincie Zuid-Holland het de waar
dering 'zeldzaamheidswaarde vanwe
ge type' heeft gegeven.
Honderd jaar geleden werd de eerste steen van
'De Zaal van Meijer' gelegd door het meisje
E.K.(Elizabeth) Meijer. Het gebouw was van
dezelfde eigenaar als het hotel dat zich aan de
haven bevond. Elizabeth was één van de tien
kinderen van Klaas Johannes Meijer die op
25 mei 1850 te Middelharnis geboren werd
als zoon van timmerman/aannemer Johan
nes Meijer. Klaas Johannes begon aan het
Vingerling te Middelharnis een hotel met de
naam Hotel Meijer. Naast hoteleigenaar was
hij eveneens eigenaar van twee visserssloe
pen die voor het hotel lagen. Begin 20e eeuw
had hij behoefte aan een feestzaal en liet 'De
Zaal van Meijer' bouwen, net achter zijn
hotel aan de Vissersdijk langs het Sommels-
dijkse Havenkanaal. De jaren verstreken en
na het overlijden van Klaas Johannes Meijer
werd dochter Maartje Meijer (1887-1956)
eigenaresse van hotel en zaal.
De Zaal van Meijer heeft altijd een maat
schappelijke functie gehad. Het was wat we
vandaag de dag noemen een multifunctioneel
gebouw. Het gebouw, ook wel concertzaal
genoemd, was een verlengstuk van Hotel
Meijer.
Voor de oorlog werden in dit pand vele varié-
téavonden gehouden, waarbij 'de groten van
Nederland' optraden, zoals Fien de la Mar
en de internationaal bekende acteur Louis
Bouwmeester. Louis, op 5 september 1842
geboren aan de Oostdijk te Middelharnis,
speelde in 1921 in het Meijer 'Shylock' uit
Shakespeare's 'De Koopman van Venetië'.
Andere grote artiesten die op het podium
hebben gestaan voor en na de oorlog waren
André van Duin met Reddy Teddy van Little
Richard, Toby Riks, André Carrell, Herman
Emmink, Lou Bandy, Kilima Hawaiians, enz.
Regelmatig werd het gebouw gebruikt door
de Openbare Lagere School van het Beneden
Zandpad voor ouderavonden, toneeluitvoe
ringen, Sinterklaasavonden, etc. Daarnaast
werd het pand gebruikt voor (politieke) ver
gaderingen, bruiloften, zanguitvoeringen.
dansavonden, bokswedstrijden, modeshows,
gymnastiekuitvoeringen, kegelavonden,
voetbalverenigingavonden, muziekuitvoe
ringen door Sempre Crescendo, jubileum
feesten, e.d. Menige bruiloft en andere grote
feesten werden in dit pand gevierd. Het kon
zijn dat de ene dag de muziek hard stond van
wege een bruiloft en de andere dag honderd
nonnen in alle gepastheid aan de biefstuk
zaten.
Voor de oorlog werden er al meermalen 16
mm) films vertoond door de 'reisbioscoop'
uit Hellevoetsluis. De films werden dan van
af de vloer gedraaid en niet vanuit de cabine
van de operator. Bij reisbioscopen had je
meestal alleen een hoofdfilm.
Het idee om een bioscoop te beginnen, kwam
nog voor de oorlog van de twee zonen van
Maartje Meijer, die inmiddels eigenaren
waren geworden van 'De Zaal van Meijer',
te weten Klaas Johannes (1908-1956) en
Adrianus Kaptein (1905-1971). Daarnaast
was Klaas eigenaar van Hotel Meijer en Adri
eigenaar van Hotel Spee op het Marktveld
van Sommelsdijk. Na veel pijn en moeite
gaf de gemeente Middelharnis toestemming
de zaal te verbouwen tot bioscoop. Het pand
werd omgedoopt tot 'Het Meijer Theater' en
op 13 december 1946 werd de eerste film
vertoond met de titel 'Het Recht op Geluk'.
Toen het officieel een bioscoop werd, waren
Na veel pijn en moeite gaf de gemeente Middelharnis toestemming de zaal te verbouwen tot bioscoop.
Het pand werd omgedoopt tot "Het Meijer Theater" en op 13 december 1946 werd
de eerste film vertoond.
HclMcijKi li
er ook voorfilms, zoals tekenfilms of de
bekende polygoonjournalen.
De bioscoopstoelen konden gemakkelijk los
gekoppeld worden, zodat het pand voor meer
doeleinden gebruikt kon worden. Later wer
den de bioscoopstoelen verankerd in de vloer.
Hoe druk het ook was, er waren altijd drie
plaatsen gereserveerd. Twee stoelen voor de
politie en één voor een (gemeente)ambtenaar
van de commissie van toezicht. Het kwam
verscheidende malen voor dat zaterdagavond
na de voorstelling alle stoelen verplaatst
moesten worden voor de schoenenverkoop
van 's maandags. Kortom, een multicultureel
gebouw waar jong en oud samen kwamen.
In de jaren vijftig hadden de broers Klaas en
Adri Kaptein plannen het pand te verbouwen
en uit te breiden, zodat de zaal in de lengte
zou komen te liggen. Ook lag het realiseren
van een balkon in de bedoeling. De bebou
wing die zich rechts van het pand bevind,
zou er bij betrokken worden. Echter, door
het overlijden van Maartje Meijer in 1956 en
van Klaas in hetzelfde jaar bleef Adri alleen
met het Meijer Theater achter en ging de
verbouwing niet door. Mindere tijden waren
aangebroken dankzij de komst van de tele
visie in de jaren zestig. Adri overleed op 11
september 1971, waarna de familie Meijer
de bioscoop rond 1974 verkocht aan werkne
mer Adam Hoogmoed. Het bezoekersaantal
in heel Nederland liep verder terug met de
komst van de videoband in 1982.
Adam Hoogmoed verkocht het pand
omstreeks 1992 aan Ad Vroegindeweij, die
eveneens eigenaar was van Hotel De Parel
van de Delta, maar bleef tot zijn overlijden in
1999 werkzaam in de zaal. Op zijn beurt ver
kocht Ad Vroegindeweij het pand en kwam
het in handen van diverse projectontwikke
laars. Het bezoekersaantal liep verder terug.
Nieuw uitgebracht films op het doek werden
maanden later gedraaid in Middelharnis. De
laatste jaren veranderde dit echter door een
andere werkwijze, waardoor er sneller nieu
were films werden gedraaid. Het bezoekers
aantal liep weer op en het Meijer zat weer
vol wanneer films zoals Jurassic Park en de
Titanic werden gedraaid.
Door verscheidene factoren viel op 31 okto
ber 1999 het doek van de bioscoop van Mid
delharnis. De gemeente kocht het pand in
2000 aan met het oog op de herinrichting
van het Spuikwartier. Thans wordt de oude
bioscoopzaal gebruikt als opslag van spul
len ten behoeve van de rommelmarkt van de
Hersteld Hervormde gemeente.
Bovenin het pand was de cabine van de ope
rator. Hier stonden twee gietijzeren projec-
Honderd jaar geleden werd de eerste steen van 'De Zaul van Meijer'gelegd
door het meisje E.K.(Elizabeth) Meijer.
Eén van
de Jugendstil glas-in-loodbovenramen uit de linkerzijgevel
van
het Meijer Theater Breed 1.65 meter
toren. Ze werkten op het oude systeem met
booglampen, waardoor je wit licht krijgt. "Ze
draaiden als naaimachines", vertelde Adam
Hoogmoed erover. Films bestonden meestal
uit 5 of 6 akten (rollen). Door de start- en
ovemametekens (ringen of stippen rechtsbo
ven) moest je de film handmatig overnemen
en deze op de andere projector over laten
lopen voor een goede aansluiting. Dit alles
moest naadloos op elkaar aansluiten, zodat
de bezoekers in de zaal niets in de gaten zou
den hebben.
Tegenwoordig bestaan de films uit één
geheel, is er ook maar één projector nodig
en is het draaien van een film veel minder
arbeidsintensief.
Zoals ik al schreef in het begin van dit arti
kel, is het Meijer Theater een heel bijzon
der pand. Helaas is dit nu door de slechte
staat van onderhoud niet goed meer waar te
nemen. Het gebouw is bijzonder vanwege de
Jugendstil ornamenten, zoals het hout-, en
raamwerk aan de zijkant van het gebouw. De
glas-in-loodramen, eveneens aan de zijkant,
geven vermoedelijk gestileerde tulpen weer
De Jugendstil (Art Nouveau) was een stijl
die slechts zo'n vijftien jaar werd toegepast
en zeer decoratief was. Het Meijer Theater
bevat eenvoudige Jugendstil ornamenten. Het
kan zijn dat rekening werd gehouden met de
landelijkheid en eenvoud van het dorp. Het
gebouw heeft een "zeldzaamheidswaarde
vanwege het type", aldus het rapport 'Jon
gere bouwkunst en stedebouw 1800-1945',
opgesteld in het kader van Monumenten
Inventarisatie Project 1995 door de Provincie
Zuid-Holland. Het Meijer Theater heeft deze
status gekregen vanwege de ambachtelijke
vaardigheid in de linkerzijgevel (zoals de
Jugendstil glas-in-lood-bovenramen en hout
snijwerk). In 1946 werden de glas-in-lood
ramen geblindeerd vanaf de binnenkant toen
het gebouw tot bioscoop werd verbouwd. De
aanwezige ramen zijn nog steeds zichtbaar
aan de zijkant van het pand nabij de ingang.
Concluderend is het gebouw "zéér bijzon
der", aldus de deskundige van de provincie
Zuid-Holland,
Vele mensen bezochten de films van het
Meijer Theater "Je had niet veel op dorp. Je
ging een patatje eten, naar het café of je ging
naar de bios", vertelde Dingeman Hoog
moed, die jarenlang in het Meijer Theater
heeft gewerkt samen met zijn jongere broer
Adam Hoogmoed. Het Meijer Theater heeft
vele generaties lang een maatschappelijke
functie gehad voor de regio. De maatschap
pelijke functie die het pand bijna honderd
jaar heeft gehad voor het dorp Middelharnis
in combinatie met de
zeldzaamheidswaar
de maken het Meijer
Theater een bijzonder
gebouw. Uniek niet
alleen voor de gemeente
Middelharnis, maar ook
voor het eiland Goeree-
Overflakkee. Misschien
dat de gemeente Mid
delharnis het pand ein
delijk weer een goede
bestemming kan geven.
Bertrand van den
Boogert, Stichting tot
Bescherming van het
Dorpsgezicht
{Met dank aan
D. Hoogmoed en
fam. Kaptein)
Bel (0187) 47 10 20
of mail naar algemeen gebr-dewaal.com «^Hï^i^tt|«