Overdenking
Oogkleppen, maar toch
bestuurlijke dwaling
uit de
Heilige Schrift
Vlucht uit
de tal^a
HET
KIJKVENSTER
j^ïSi^e:^
VERVOLGVERHAAL
Blik op kerk "^y
en samenleving CJ
Kunst en kitsch in de
bibliotheelt van Oude-Tonge
Groei van het Woord
Kaartverkoop jubileumconcert
Mannenkoor 'Ons Koor'
WelkomdienstteOuddorp
BELEEF DÉ SHOWROOM VAN
IMABO ESSELINK
•n^aiga-^rilogie deel 3
J0H.G.VBENH0F
- Weer een nieuwe spelling
- Wat moet ik ermee?
U Z'ilt het wel gelezen hebben en anders
merkt u het wel: we hebben weer een nieuwe
spelling! Het is voor een mens bijna niet
meer te volgen, en zo langzamerhand begin
je je af te vragen wie er nu met die nieuwe
spelling gediend is?
Ik zal u niet met jaartallen vermoeien, maar
globaal gezien zijn we nu al twee eeuwen
aan de gang met de juiste spelling van onze
Nederlandse taal. De eerste officiële spelling
was van de Leidse hoogleraar Siegenbeek
(1804). Daarna kregen we de spelling van
De Vries en Te Winkel (1863), die als ik
het goed heb pas in de tachtiger jaren werd
ingevoerd. Maar daartegen kwam verzet,
voornamelijk van de zijde van Kollewijn.
Diens voorstellen werden in 1934 ingevoerd
door minister Marchand. In 1954 verscheen
de Woordenlijst van de Nederlandse Taal.
En toen dachten we: we zijn er. Wat niet
in het zogenaamde Groene Boekje staat, is
dus geen Nederlands! Maar blijblcaar waren
we er nog lang niet! We kregen nog weer
verschillende voorstellen en in 1994 nam
de Taalunie een nieuw spellingsbesluit aan.
Daarbij werd de voorkeursspelling de offici
ële spelling. Opvallend was in deze spelling
de tussen-n: niet langer moest je pannekoek
schrijven, het was nu pannenkoek geworden.
En - helemaal onlogisch - kerkeraad werd
kerkenraad! In 2(X)5, het jaar waarin wij nu
leven, kwam er weer een spellingsherzie
ning, de zogenaamde tussen-n werd vereen
voudigd en er kwamen nieuwe regels bij.
De voorstellen zijn inmiddels gepresenteerd
en treden naar alle waarschijnlijkheid op 15
oktober in werking.
Ik denk dat de meeste mensen zeggen: 'Gooi
het maar in mijn pet', en ik kan ze nog geen
ongelijk geven ook... Natuurlijk roept elke
nieuwe spelling verzet op - dat is altijd zo
geweest! Maar nieuwe regels moeten wèl
logisch zijn! Bovendien, we zijn nog niet aan
een bepaalde schrijfwijze gewend of er wordt
weer een andere voorgeschreven. Is het dan
een wonder dat men zich afvraagt: wie wordt
er nu beter van? En mensen die 'aan de weg
timmeren'dus min of meer officiële stukken
schrijven, moeten telkens in het Woorden
boek kijken of dat wat zij geschreven heb
ben, wel toelaatbaar is...
Jaren geleden verscheen er een bloemlezing
met de merkwaardige titel: 'Lees maar, er
staat niet wat er staat'Van de inhoud kan ik
me weinig of niets meer herinneren. Maar ik
zou denken: de titel is wel van toepassing op
de nieuwe spelling: lees maar, er staat toch
niet waterstaat...
Waarnemer
''t l.Ar^'",/
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die
er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u
sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Middelharnis,
met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden
door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzen
ding compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
EEN Gif GAST
Hierbij de foto van een plant die spontaan
in onze achtertuin is gaan groeien. Wat voor
plant is het?
Antwoord: De plant op uw foto is de doorn
appel (Datura stramonium). De plant komt in
Zuid-Nederland en België meer voor dan in
Nqord-Nederland. Ze kan 150 cin hoog wor
den, de bloemen kunnen tot 7 cm lang wor
den. Let op: de plant is zeer giftig!
SMULLEN OP 2'N DUITS
Graag zou ik het recept willen weten van de
zo bekende Duitse Schweinehakse.
Antwoord: Een Schweinehakse oftewel
Schweinehaxe is een deel van een varkens
poot. We geven u een Duits recept. U hebt
nodig voor twee Schweinehaxen: een half
pond zuurkool, een halve liter bouillon,
anderhalf pond uien, een flesje bier, een
kwartliter zure room, meel, tomatenpuree,
zout en peper, een zoete paprika, gemalen
kummel en evt. wat vleeskruiden. De haxe
met de specerijen krachtig inwrijven. Een
half uur laten staan. In de voorverwarmde
oven ongeveer op circa 200 graden tweeën
half uur braden onder het toevoegen van wat
water (2 3 kopjes), regelmatig draaien en
begieten. Halverwege de braadtijd de in niet
al te kleine stukjes gesneden uien toevoegen.
Een kwartiertje later voegen we de zuurkool
toe die we met 2 S 3 lepels tomatenpuree en
kummel gemengd, gezout en gepeperd heb
ben. De oventemperatuur wordt nu verhoogd.
Als de zwoerd van de haxe goudbruin wordt
om de paar minuten afwisselend overgieten
met het braadsap en het bier De laatste tien
minuten braden op 250 graden. Het braadsap
wordt afgegoten en gebonden met het in de
room geklopte meel en nog een keer opge
kookt. De poten gaan er dan weer in, laat het
geheel een half uur trekken.
HOE ONTSTOND 'DE HOGE VELUWE'?
Hoe komt een museum als Kröller-Müller
aan al die Van Goghs en hoe komen die uit
heemse dieren op dat landgoed?
Antwoord: Dat danken wij aan de Rotter
damse cargodoor Anthony George Kröller
(1862-1941) en zijn vrouw Helene Emma
Laura Juliane Muller (1869-1939). Hij kon
door flinke winsten uit zijn scheepvaart- en
handelsonderneming en als eigenaar van
erts- en kolenmijnen grote stukken grond
aankopen op de Velu we. Dat terrein werd
omheind met zo'n 40 km afrastering en
omdat dhr. Kröller een hartstochtelijk jager
was, kocht hij in Hongarije en Roemenië
herten, moeflons en wilde zwijnen om zijn
jachtgebied te bevolken. Zijn kunstzinnige
vrouw kocht vele schilderijen, w.o. een flink
aantal van Vincent van Gogh, die in die jaren
nog weinig waarde hadden. Zij wilde voor
haar kunstcollectie een mooi museum laten
bouwen, maar toen de fundamenten daarvoor
gelegd waren, brak de crisis uit en had het
echtpaar geen geld meer voor de bouw. Na
jaren stilstand kwam het landgoed van 5700
ha onder beheer van een stichting en werd
de kunstverzameling van het echtpaar over
gedragen aan de staat, die zich verplichtte
daar een museum voor te bouwen. In 1938
werd dit Kröller-MüUermuseum geopend en
in 1977 werd een uitbreiding voltooid. Het
jachtslot St. Hubertus is nog door dhr. Kröl
ler zelf gefinancierd. Het ontwerp is van de
architect H.R Berlage. In de Tweede Wereld
oorlog hebben de Duitse bezetters gebieden
als Deelen en Terlet voor militaire doelein
den aan het Nationale Park onttrokken. Sinds
1961 vindt men er ook 's werelds grootste
beeldentuin.
RUIKENDE VISSEN
Tijdens een lezing over geur en smaak ver
telde een bioloog, dat zelfs vissen kunnen
De betere woninginrichting sinds 1920
Zandpad 36, Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84
Op vrijdag 21 oktober is mevrouw Rozendaal
- beëdigd taxateur - te gast in de bibliotheek
van Oude-Tonge.. Bent u ook zo benieuwd
of dat mooie vaasje op de schoorsteenman
tel, ooit gekregen van uw tante veel waard is?
Of het schilderij, ergens op de rommelmarkt
voor een zacht prijsje gekocht, misschien wel
voor een groot bedrag verzekerd moet wor
den? Of zouden de parels of diamanten van
het oude sieraad uit de rommeldoos van uw
oma wel echt zijn? Wilt u een antwoord op
deze vragen? Kom dan vrijdag 21 oktober
om 13.30 naar de bibliotheek van Oude-Ton
ge, Eisenhowerlaan la. De bibhotheek is om
13.00 uur open, de entree bedraagt 5 euro per
persoon, incl. koffie of thee.
ruiken. Daar geloof ik niets van. Dan krijgen
ze toch zeker water binnen!
Antwoord: Jawel, zo werkt dat. Vissen
bezitten een speciaal reukorgaan, dat zich in
een aparte groeve of kanaaltje bevindt, waar
water doorheen stroomt. De opperste laag
van dat orgaan is sterk geplooid en als er
water van de bovenzijde van de kop naar de
mondholte stroomt, of op een andere manier
die plooien passeert, kan zo'n vis uit de geur
van die vloeistof zijn conclusies trekken.
Vele soorten vissen kunnen ermee bepalen
in welke richting naar (hun) voedsel gezocht
moet worden, waar zich veel vijanden bevin
den, waar zich ergens een mogelijke partner
ophoudt, of waar de grenzen van het jachtter
rein liggen, enz. De pacifische zalm, die in de
bovenloop van een rivier geboren wordt, kan
- dank zij haar reukorgaan - na een verblijf
van zeven jaar in de Stille Zuidzee, zonder
moeite haar geboorterivier terugvinden, ten
einde juist daar in zoet water te paren.
EIKEDLADVIJVEH
Kan het kwaad als de bladeren van een eik in
een vijver terechtkomen en er niet geregeld
uitgevist worden?
Antwoord: U moet het water wel vrij hou
den van dode bladeren, daar die in de vijver
gaan rotten en bovendien het licht tegenhou
den, waardoor de aanmaak van zuurstof in
het water vermindert. Voorts kan het water
verzuren, daar in eikenblad - evenals in
eikels en eikenbast - zo'n IjQ tot 14% looistof
(looizuur) voorkomt.
BEGINNEN IN DE GOOT
Hoe leer ik een hond de goot te gebruiken?
Onze pup gaat al vreselijk te keer als we de
halsband omdoen!
Antwoord: U moet zo'n pup niet onver
wachts een halsband omdoen en aan een riem
meetrekken de ook nog vreemde, drukke
straat op. Begin de halsband om te doen als
uw hondje staat te eten. Dan is het afgeleid.
Daarna in huis leren aan de lijn te lopen. De
straat pas op als het rustig is, vroeg in de
ochtend of 's avonds, en dan in de goot laten
lopen tot het zijn grote boodschap gedaan
heeft. Daarna pas mag het op de stoep en op
't gras, of een plantsoen in.
'En het woord Gods wies...
(Handelingen 6:7a)
Wie thuis is in het taalgebruik van de Sta
tenvertaling weet dat er in de tekst hierbo
ven gezegd wordt dat het woord van God
groeide. Het werkwoord 'wassen' is immers
een oud-Nederlandse aanduiding voor wat
wij tegenwoordig 'groeien' noemen. In het
woord 'volwassenheid' komt die aanduiding
uit het verleden nog voor Wie volgroeid is,
mag zich volwassen noemen.
Maar goed, als we nu gezien hebben wat er
eigenlijk in de tekst staat, is het toch wel een
wonderlijke uitspraak. Lucas, de schrijver
van het boek Handelingen, gebruikt deze
uitspraak om aan te geven dat mensen tot
geloof zijn gekomen. Dan zou je toch ver
wachten dat er geschreven zou worden dat
de gemeente groeide. Toch zegt hij dat het
woord van God groeide.
Hoe kan nu het woord van God groeien? De
Bijbel wordt niet dikken We leven bij een
afgesloten canon. Daar kan niets meer aan
toegevoegd worden. Daar zit geen groei meer
in. Hoe kan het woord van God nu groeien?
Wat bedoelt Lucas met die uitspraak?
Lucas bedoelt dus te zeggen dat de gemeente
groeit in aantal. Direct volgend op zijn won
derlijke uitspraak zegt hij immers: 'het getal
der discipelen vermenigvuldigde te Jeruza
lem'. Er komen vele mensen tot geloof in
Jeruzalem (we zullen volgende week wel
zien wat voor mensen) en zij mogen worden
toegevoegd tot de volgelingen, de discipe
len, van Jezus. En waar nu mensen tot geloof
komen, krijgt het woord van God steeds meer
betekenis en aandacht. Vandaar dat Lucas
schrijft dat het woord van God groeide. Dat
woord van God kreeg steeds meer bijval.
Ondertussen betekent zo'n uitspraak van
Lucas een behoorlijke correctie van onze
gangbare gedachten als het gaat over de groei
van de gemeente. Doorgaans zijn we dan sterk
gericht op de personen die tot geloof komen.
Op zich natuurlijk niet verkeerd. Het is altijd
weer fijn om te zien dat een gemeente groeit.
In onze tijd van kerkverlating en secularisatie
is het verblijdend om te mogen merken dat de
gemeente groeit.
Toch is het goed om door zo'n uitspraak van
Lucas gecorrigeerd te worden. Het moet ons
niet zozeer gaan om de groei van de gemeen
te (hoe verblijdend ook), maar om de groei
van het woord van God. Daar moeten we op
gericht zijn. Natuurlijk hebben die twee zaken
wel alles met elkaar te maken, maar het gaat
ten diepste, en ook ten eerste, om de groei
van het woord van God. Het woord van God
moet een steeds groter invloed en uitwerking
in het leven van mensen krijgen. Daar moet
onze aandacht op gespitst zijn.
We zien het om ons heen. Waar de zeggen
schap van het woord van God taant, krijgt
dat ook zijn weerslag in de bezetting van
het kerkgebouw op zondag. Maar waar het
woord van God gezag krijgt, neemt de kerk
gang ook weer toe. Dat gaat gelijk op. Maar
primair gaat het dan om het gezag van het
woord van God. Als zo het woord van God
groeit, groeit ook de gemeente.
Nu betekent de groeikracht van het woord
van God niet alleen een groei in de breedte,
maar ook in de diepte. Wie de gelijkenis van
Jezus leest over het zaaien van het zaad met
zijn verschillende uitwerkingen, weet dat met
dat zaad het woord van God wordt bedoeld.
Via de verkondiging wordt het woord van
God gezaaid in de akker van de gemeente en
de wereld. Met wat voor doel? Wel, dat het
woord van God vrucht voortbrengt, dat het
groeit, dat het vruchten van geloof en beke
ring voortbrengt. Zo wil het woord van God
groeien. In de diepte. Dat het beslag op ons
leven legt. Dat wij steeds meer onze eigen
kleinheid zien en steeds meer gaan leven van
de grootheid van Gods genade.
Groeit het woord van God op deze manier in
uw leven? Krijgt het steeds meer betekenis
in jouw leven? Zo mag het woord van God
groeien. Dan mag er sprake zijn van groei
in de breedte, maar meer nog van groei in
de diepte. Een steeds diepere verworteling
in dat volbrachte werk van Christus. Laat
dat kiemkrachtige zaad van het woord van
God ons leven mogen doortrekken, zodat
er vrucht mag zijn die mag juichen tot Gods
eer Groei van het woord van God die alles
te maken heeft met het wassen en toenemen
in de kennis van onze Heere Jezus Christus.
Laat zo het woord van God mogen wassen,
niet alleen toen in Jeruzalem, maar ook nu op
onze eilanden.
Ds. R.'W.van Mourik, Sommelsdijk
SOMMELSDIJK - Mannenkoor Ons Koor
geeft zaterdag 12 november a.s. een jubile
umconcert in de Hervormde kerk van Dirks-
land. De kaartverkoop gaat nu reeds van
start. Naast Ons Koor werken aan het jubi
leumconcert mee: Kamerorkest Continuo,
Jos Semeins (sopraan), Andries Stam (orgel)
en een kleinkoorkwartet. Het programma
bestaat uit goed in het gehoor liggende koor
werken voor vierstemmig mannenkoor van
Mozart, Mendelssohn en Handel.
De toegang tot het concert bedraagt 7,50,
kaarten zijn verkrijgbaar bij: VW Middel
harnis, Croissanterie Croissy en Era-Make
laardij Struijk&Struijk. De netto opbrengst
van het concert gaat naar de Annie-Creche
te Paramaribo, een project van de Soropti-
mistenclub Goeree-Overflakkee. Verdere
berichtgeving volgt binnenkort.
OUDDORP - In de Doopsgezinde Gemeen
te, Dorpstienden 3 te Ouddorp, wordt zondag
16 oktober de maandelijkse Welkomdienst
gehouden.
Al jarenlang vindt deze dienst plaats op de
derde zondag van de maand. Voor iedere
dienst wordt een koor of een solist uitgeno
digd; deze zondag zal het Gospelkoor van de
Doopsgezinde Gemeente Ouddorp enkele
liederen zingen.
Het koperensemble is weer aanwezig, even
als de vaste organist van de Welkomdiensten:
Jan Teeuw uit Bergschenhoek. Voorganger is
ds. J. Smink. De Welkomdienst, waarvoor u
hartelijk wordt uitgenodigd, begint om 18.30
uur
WHt u veraekerd zijn van 100% tijd en
aandacht? Bel dan voor een afspraak
0187-475440.
gevelstenen daiqtannen tegels en
sanitair deuren en kozijnen sfeer
verwarming plafond- en wandpanelen
hout en plaatmateriaal sierbestrating
bouwmaterialen gereedschappen
Ingezonden:
ESSELINK
Middetharnis - Zieïikzee. www.esseitnk.nl
Waar geregeerd wordt, is er onenigheid. Dit
is jammer maar waar, omdat het onmogelijk
is iedereen overal in tegemoet te komen. Op
het eerste gezicht lijkt dit misschien minder
waar in heel kleine gemeentes, maar ook in
zeer kleine gemeenschappen is dit het geval.
Omdat problemen zo overzichtelijk lijken,
weet iedereen wel hoe het zou moeten en dus
zal er alle kanten op worden getrokken aan
beleidsmakers.
Een bijna logisch gevolg is dat er bij beleids
makers in kleine dorpen een sfeer van aan
kijken en afwachten heerst. Stabiliteit lijkt
een hoger doel dan elk ander In dergelijke
gemeentes geldt dus een 'ik bestuur omdat
ik bestuur cultuur'. Met andere woorden, een
zittende partij kan - evenals mensen binnen
een partij - hier en daar wel een steekje laten
vallen, maar dat zullen ze de volgende keer
dan wel weer goedmaken.
Helaas leidt een dogmatisch vastklampen
aan dergelijke overtuigingen tot een cata
strofe wanneer decennia lang problemen zijn
verwaarloosd. Het is de overtuiging van de
Stichting Jong Rakkee (i.o.) dat dit het geval
is op Goeree-Overflakkee. Decennia lang is
er geen noemenswaardige sprake geweest
van een op hedendaagse realiteit gestoeld
jeugdbeleid. Dit ingezonden stuk is dan ook
geschreven als reactie op het artikel 'Raad
Dirksland ziet niets in inloop voor jongeren in
Vic' (Eilandennieuws 30 augustus jl.) Hierin
werd verslag gedaan van het wegstemmen
van een collegevoorstel door de gemeente
raad van Dirksland. Het betrof een voorstel
tot investering in een inloop voor de jeugd
en de peuterspeelzaal. Uit het samenvoegen
van deze twee investeringsposten blijkt een
fundamenteel gebrekkig begrip van de pro
blematiek.
Kinderen (en peuters zeker) blijft iedere vorm
van verantwoordelijkheid bespaard en een
goede verzorging vanuit de lokale regering
is een manier om de stem van de ouders los
te peuteren. Jeugd - deze term laat aardig wat
ruimte, maar het betreft in ieder geval men
sen vanaf een jaar of twaalf - krijgt te horen
dat er goed gedrag wordt verwacht en de
maatschappij juicht bestraffing van ondeug
delijk gedrag toe. Deze belerende toon gaat
echter niet vergezeld van een aanmoedigende
stimulans wanneer de jeugd initiatief neemt
op die gebieden waar overheden nog niet aan
hadden gedacht. Kort en goed wordt con
formisme opgelegd en wordt er geen ruimte
gegeven voor maatschappelijke evolutie.
Eén van de manieren die 'de jeugd' bezigt
om tot initiatieven te komen, is het zo heftig
bekritiseerde 'hangen'. Dit betreft niet het
doelloze, lamlendige rondstruinen, maar het
samenkomen na school, voor het uitgaan of
zomaar tussendoor Het gaat dan meestal om
slechts enkele uurtjes in de week.
Uit voornoemd stuk komt als de grote cri
ticus de heer Van der Vlugt (PvdA) naar
voren. Zoals hij eerder ook al mondeling aan
één van onze medewerkers liet weten, zijn
er in zijn gemeente te weinig AntjUianen
om een hangplek te verantwoorden. Bij het
horen van dergelijke commentaren dringt de
twijfel zich op of zijn partijgenoten hem met
de grondwet, zijn medebestuurders hem met
de bijbel, of zijn generatiegenoten hem met
de gitaar van Bob Dylan om de oren moeten
slaan - spreekwoordelijk vanzelfsprekend.
Na voldoende tijd om te bedaren, rest enkel
de opmerking aan de heer Van der Vlugt
dat er in het verleden ministers om mindere
schande zijn afgetreden. Laat hem dit als een
suggestie in overweging nemen. Na nog iets
meer bezinning wordt helder dat het deze
bestuurder ontbreekt aan geheugen, want ook
in zijn gemeente is het hangen van jongeren
niet van vandaag.
Een jaar of tien geleden was witgoedzaak
Van der Heijden een vaste hangplek, vanwe
ge de goede bereikbaarheid en de beschik
baarheid van beschutting. In samenwerking
met de gemeente heeft deze ondernemer een
bankje enkele meters verderop laten plaat
sen, wat door het onbeschutte karakter geen
succes is gebleken. Hieruit rijst de vraag of
de gemeente overlast zou kunnen helpen
beperken door een beschutte plek te maken
waar jongeren hun grondwettelijke recht op
vergadering mogen beoefenen.
Al deze overwegingen daargelaten. Ons wer
kende geheugen en onze dagelijkse waarne
ming wijzen erop dat de heer Van der Vlugt
zelf, vaste prik, deel uitmaakt van het gezel
schap hanggroepouderen aan de Kaai van
Dirksland. Dit is ongetwijfeld gelegen in het
feit dat in ons allen, ook in de heer Van der
Vlugt, een Antilliaan schuilt.
■15-
De man kreeg dikke zweetdruppels op zijn voor
hoofd en de sergeant zou er een lief ding voor willen
geven als hij kon horen wat er aan de andere kant
gezegd werd.
'Nee kameraad commissa...'
Leonid veegde met de mouw van zijn jas het zweet
van z'n voorhoofd.
'Weet ik niet.'
Hij hijgde naar adem en zijn ogen stonden angstig
groot in zijn hoofd.
Wat er gezegd werd moest wel indruk maken. De
ingenieur begon te beven als een jonge hond die in
het water was gevallen.
'Maar ik kon toch ook niet weten dat de...'
Zijn woorden werden afgebroken.
'Twee en een halve dag nu, maar daar zal ik.
Hij kreeg geen tijd om z'n zinnen af te maken. De
commissaris interrumpeerde hem keer op keer. Het
was duidelijk dat de man aan de andere kant het
hevig aan z'n rug moest hebben, wat aan de manier
waarop de ingenieur zich gedroeg, duidelijk te mer
ken was.
'Maar kameraad commissaris, het is toch mijn
schuld niet dat die mensen te laat terugkomen. Wat
had ik dan moeten doen om hen te redden. Ik weet
toch immers niet dat ze...'
De man snoof van angst en zat op zijn stoel heen en
weer te draaien.
'Ja, kameraad commissaris... nee... zeker commis
saris. natuurlijk.'
Toen het gesprek afgelopen was, waggelde hij naar
buiten zonder een woord te zeggen. De sergeant
keek hem verwonderd na, toen hij strompelend in
de doma verdween.
'Die heeft, geloof ik, zijn portie wel gehad', mom
pelde de sergeant en ging weer achter de radio zit
ten.
In het hoofdkamp stoof de commissaris naar de
commandantura om daar het geval van het verdwij
nen van het viertal uit het buitenkamp aan de kamp
commandant, kolonel Iwan Sokorsky te melden.
'Kameraad kolonel, onze Duitse ingenieur en de
Russin zijn niet teruggekeerd uit de taiga. Ze waren
met nog een Duitser en een Rus voor enkele dagen
op onderzoek uit en hadden al twee dagen geleden
binnen moeten zijn. De nieuwe ingenieur Leo
nid Prano Dargushes, die tijdens de afwezigheid
van Fischer de leiding heeft in het buitenkamp,
heeft nagelaten tijdig alarm te geven. We moeten
onmiddellijk maatregelen nemen. Wie weet wat er
gebeurd is. Onze ingenieur, het stokpaardje van 22-
12, verdwenen. Kameraad, als dat waar is, betekent
dat een ramp voor ons.'
'Kunnen ze er niet tussen uit geknepen zijn?'
'Daar is nauwelijks reden voor.'
'Hoe zo?'
'Er waren twee Russen bij.'
'Die zitten misschien nu wel ergens onder de
grond.'
'Nee.'
'Je hebt als commissaris wel een beetje veel vertrou
wen in die Duitsers.'
'Vertrouwen is een heel andere zaak. Maar waar
zouden ze naar toe moeten? We weten dat er een
groot moeras ligt, in de streek die ze aan het onder
zoeken zijn. Het moet zo uitgestrekt zijn dat er nog
nooit serieus plannen gemaakt zijn om daar de boel
eens in kaart te brengen. Want wat hebben we aan
een moeras? Zeg nu zelf eens even. Nee, aan vluch
ten denk ik niet. Tenminste, ze kunnen daar nergens
heen, indien ze een poging daartoe gewaagd moch
ten hebben.'
'Onderschat die Fischer niet. Die kerel heeft her
sens en weet overal raad op.'
'Niet om honderden werst moeras en water te over
bruggen.'
'Kunnen ze dan niet in het moeras geraakt zijn en
verdronken?'
'Dat wens ik eerder in overweging te nemen. Fischer
zal nooit toestaan dar er een hand naar een mede
mens wordt uitgestoken; daarvoor ken ik hem te
goed.'
Kolonel Sokorsky speelde met een potlood dat hij
ritmisch op zijn bureau liet tikken en scheen diep
na te denken.
'Hoe was de verhouding tussen de Duitser en het
meisje?'
Hij glimlachte veelbetekenend bij die vraag.
'Hun verhouding?'
De commissaris was hierover uiterst verbaasd.
'Beste Iwan, je weet dat ik alles geprobeerd heb om
die twee in het belang van ons project aan elkaar
te koppelen. Maar het was alles vergeefse moeite,
nooit heb ik iets van een zekere toenadering tot
elkaar kunnen bespeuren. Op het gebied van vrou
wen is Fischer blijkbaar, eh, hoe zal ik het zeggen.
onkundig of beter gezegd helemaal gevoelloos.'
'Maar in Duitsland was hij immers getrouwd!'
'Ja, maar hij heeft nog niet zo lang geleden bericht
ontvangen dat zijn vrouw en ouders tijdens onze
opmars het leven hebben gelaten.'
'Heb je in het buitenkamp bevel gegeven om hen
op te sporen?'
'Nee, dat nog niet, ze zijn nu al zó lang over tijd, dat
het op een uur ook niet meer aankomt.'
Kolonel Sokorsky nam de telefoon en vroeg verbin
ding met de centrale.
'Aan het buitenkamp doorgeven dat er dadelijk een
zoekactie begint om de vier vermisten op te spo
ren.'
'Zo, dat is dan ook geregeld.'
Commissaris Boetiloff haalde een pakje sigaretten
uit zijn zak en presenteerde de kolonel er een.
'Opsteken?'
'Graag.'
Nadat de commissaris vuur had gegeven zei hij
nadenkend: 'Beste kolonel, dit geval kan voor ons
ook nog weleens een staartje hebben. We moeten
het aan de districtscommissaris melden. Je weet
dat er van de Duitser nogal ophef is gemaakt. Men
zal van ons een gedegen rapport verlangen. Dat
wil dus zeggen dat wij het viertal moeten hebben,
hetzij dood of levend. De kameraden nemen geen
genoegen met veronderstellingen dat het viertal in
een moeras is verdwenen of misschien in de taiga
verdwaald, of wie weet wat er allemaal gebeurd kan
zijn.'
'Laten we afwachten, er is immers nog niets met
zekerheid bekend.'
'Nee, niets afwachten, wij geven dit geval aan de dis
trictscommissaris door. Begrijp goed, uitstel wekt
achterdocht en ik heb al een voorproeve gehad in
een werkkamp aan de Ijszee, zodat ik me ervoor
zal hoeden daar voor een tweede keer terecht te
komen. De Duitser is te belangrijk om te zwijgen.
Bovendien blijkt er in ons kamp iets verkeerd te
zijn gegaan, daarvoor moet een schuldige gevonden
worden. Men zal hem straffen, wie het ook mag zijn.
En wij, beste kameraad Sokorsky, moeten buiten
spel blijven. Begrijp je dat?
(wordt vervolgd)