CDA debatavond Jubilarissen bij Brassband Concordia Eenheid -tiiEi^ met minister mr. A. J. de Geus 31 oktober, tijd: 19.45 uur 'De Bommelstee', Schaapsweg 34, Den Bommel De identiteit Een voorbeeld voor anderen Temidden van de vijanden IPAGINA 9 VRIJDAG 7 OKTOBER 2005 Het was zaterdag 17 september jl. gezellig druk tijdens het concert van Brassband Con cordia uit Ouddorp. Vrolijke marsmuziek werd afgewisseld door het repertoire voor het komende concours te Temeuzen, in novem ber a.s. Tevens was deze avond een mooie gelegenheid om stil te staan bij de jubilaris sen van de vereniging. Maar liefst 4 jonge muzikanten werden door de heer Landweer van de KNFM voorzien van een speldje ter ere van twaalf en een half jaar muziek maken. Een hele prestatie in deze drukke tijd van continue werken. Zoals Marieke Koole van Splunter, die een drukke baan heeft in het ziekenhuis, maar toch in de muziekcom- missie zit en 'Concordia' vertegenwoordigt bij muziekschool 'De Deltastreek'. En haar broer Lejan van Splunter; hij is vrachtwa genchauffeur, maar ziet toch kans om zoveel mogelijk aanwezig te zijn. Ook Sander Mier- op zit in de evenementencommissie, evenals Dorien Akershoek. U ziet, vier actieve leden, die 12,5 jaar lid zijn. Maar er zijn er altijd die het langer volhouden. Zo werden Kees Breen en Kees Voogd gehuldigd omdat ze maar liefst 50 jaar lid zijn van Brassband Concor dia en nog steeds met veel plezier musice ren. Ook op hen wordt nooit tevergeefs een beroep gedaan. Ze zijn jarenlang bestuurshd geweest, maar ook met rommelmarkten en oud papier acties zijn ze altijd bereid een handje te helpen. Dus maar liefst 6 jubilaris sen die het verdienden om in het zonnetje te worden gezet. God laat Israël niet los Eenheid, wat is dat eigenlijk? Het samenvoegen van landen. Of godsdiensten tot een geheel samensmeden? Of gaat het om waarheid en eenheid? Een tweespan dat nauw met elkaar verbonden is, maar dat evenzogoed ver van elkaar verwijderd kan zijn. Wat is waarheid is een oude vraag, de vraag naar eenheid heeft eveneens oude papieren. De geschiedenis spreekt van grote rijken die nu nog tot de verbeelding spreken, zoals het Romeinse Rijk en het rijk van Karel de Vijfde waarin de zon nooit onderging. Opgaan, blinken en verzinken. De vraag naar eenheid speelt op talloze gebieden in de samen leving, variërend van de eenheid van het landschap tot de eenheid van de kerk. Het streven naar eenheid heeft veel onheil teweeggebracht. Volken werden vaak onder dwang bijeengebracht en moesten niet alleen gedwon gen met elkaar leven, maar ook bukken onder een politiek systeem leven waarin geen ruimte was voor het individu. Dan wordt eenheid tot een juk. Een dwangbuis die leidt tot ongekende uitbarstingen van vrijheidsdwang en geweld. Met als gevolg onderlinge gewapende strijd. Burgeroorlogen zijn de ergste vorm van conflict dat zich laat denken. Op een relatief klein oppervlak staan stammen en groepen elkaar naar het leven. De spiraal van geweld die volgt na onderdrukking is zo heftig dat alle eenheidsstrevers zich vooraf goed zouden moeten bedenken waar hun streven toe leidt. Ook het moderne en democratische streven naar eenheid heeft z'n bedenkelijke kanten. Welke eenheid wordt beoogd en waarom? Er zijn altijd burgers die zich niet kun nen vinden in een bepaalde vorm van eenheid, voor hen is het eigene van groot belang. Terwijl de maatschappelijke of andere betekenis van eenheid voor hen te verwaarlozen is. Anders wordt het wanneer de overheid direct ingrijpt en een bestaande eenheid, lees kleinheid, verandert. Gemeentelijke samenvoeging is daar een goed voorbeeld van. Meestal ongevraagd, en altijd ongewenst wordt het eigen dorp bestuurlijk samengevoegd met het andere. De inwoners van beide dorpen zien een stukje eigenheid en zelfstandigheid als sneeuw voor de zon verdwijnen. Die eenheid hebben ze nooit gewild. Ook elders speelt eenheid een grote rol. Bedrijfsfusies, krachtenbundeling van scholen en de klassieke eenheidsworst van het alledaagse leven. Wie een willekeurige winkelstraat betreedt weet wat ik bedoel. Alles is eenheid tegen woordig. De lappendeken van vroeger wordt ingeruild voor strakke stukken grond, de nationale munt voor de euro en de diversiteit van klassieke automo bielen voor monotone personenauto's. Meer van hetzelfde is de praktische invulling van het eenheidsstreven. Zijn wij tegen zoveel eenheid bestand of is er een behoefte aan meer afwisseling en kleinheid. Verandering van spijs doet nog altijd eten. Het woord junkfood spreekt boekdelen. Slowfood is de trend. Wie goed om zich heenkijkt ziet de mens die opgaat in de massa. Hij behoort ongemerkt tot een eenheid, maar het soms extreme streven naar onderscheid leidt onherroepelijk weer tot eenheid. Alles en iedereen lijkt steeds meer op eikaan Onderscheid zit nog altijd in het innerlijk. Wat niet uitsluit dat grote groepen mensen begeesterd zijn door dezelfde gedachten en hetzelfde ideaal. Gelovigen vormen hierop in die zin een uitzondering dat zij geloven in Iemand die boven allen en alles staat. Maar ook hier is eenheid zoals bekend ver te zoeken. Tussen Rome en de Reformatie bestaat nog altijd een kloof en de uitdrukking tien keer gereformeerd is bij velen bekend. Het streven naar eenheid lijkt nauwelijks vat te hebben op de voort gaande individualisering, alhoewel men zich kan afvragen hoe individualis tisch wij eigenlijk zijn. Worden we niet allemaal, ondanks of dankzij eigen opvattingen, meegesleurd door het moderne eenheidsstreven? Israël was door de kerk al vroeg afgeschreven. Het had het verbond met God verbroken. De beloften die op Israël betrekking hadden, golden voortaan voor de kerk. Voor deze opvatting biedt de Bijbel echter geen plaats. God, Die getrouw is, zal het verbond dat Hij met de aartsvaders gesloten heeft, gestand doen. Daar naast heeft Hij aan Israël ook een plaats toegewezen: Het land Kanaan, tot een eeuwige bezitting. Ook al menen regeringen en staatshoofden zich daarmee te moeten bemoeien, blijken zal dat God het laatste woord heeft. Toen in 1948 de staat Israël gesticht werd, zijn vele duizenden Palestijnen het land uitgevlucht. Ze waren daartoe aangespoord door hun wereldlijke en geestelijke leiders. Het zou maar voor een korte tijd zijn. Als de Joden door de Arabische legers in de Middellandse Zee zouden zijn gedreven, konden ze terugkeren. Maar het liep anders. Israël won - tegen ieders verwachting in - de Onafhankelijkheidsoorlog en de vluchtelingen kwamen in kampen terecht, waar ze nog steeds verblijven. (3) Generaal Sir Edmund Allenby. Israël heeft door de eeuwen heen, ondanks verstrooiing en vervreemding, zijn eigen heid bewaard: 1De orthodoxe Joden zijn de wet - ondanks discriminatie, vervolging en genocide - trouw gebleven, ze hebben de geschriften van Mozes en de profe ten de eeuwen door bewaard en bestu deerd; vanwege het ijveren voor die wet hebben ze Jezus evenwel afgewezen. 2. Hun verwachting van de Messias is nooit uit de harten en de gebeden verdwenen. Streng orthodoxe Joden weigeren ook nu nog de staat Israël te erkennen, omdat hij geen godsdienstige maar een humanis tische fundering heeft. Van een Joodse staat kan volgens hen alleen maar sprake zijn als de Messias gekomen is. 3. Het verlangen naar Sion heeft alle eeu wen door bij de Joden bestaan. Klonk niet ieder jaar bij de viering van het Paasfeest: "Dit jaar hier, volgend jaar in Jeruzalem?" En ook de tekst uit Psalm 137 vers 5: 'Indien ik u vergeet, o Jeruzalem! zo vergete mijn rechter hand zichzelve!' heeft heel wat keren geklonken. Uit dat verlangen is het zio nisme geboren, al vertoonde dat naast religieuze ook humanistische en socia listische trekken. 4. Ook het antisemitisme bond de Joden samen, wierp ze op elkaar. 5. Heel wat Joden gingen de brandstapel op, of het crematorium binnen met het Sjema Jisrael: "Hoor Israël, de Heere, onze God, is een enig Heere!" (de belijdenis uit Deuteronomium 6) op de lippen. Het mag dan zo zijn dat veel Joden zijn geassimileerd (zich volledig aan hun omgeving hebben aangepast), toch bleven zij een eigensoortig ele ment temidden van het volk waaronder ze leefden. Gold dat eigenlijk ook al niet van Esther en Mordechai in dat vreemde land, in Perzië? Dat het volk in het oude Kanaan weer zijn bestem ming vond, mag voor ons toch wel het bewijs zijn dat de band met het land is blijven bestaan. We zien dat de histori sche lijn, die loopt van het Israël uit het jaar 70 naar het Israël van nu, ondanks alle verschrikkingen die de Joden heb ben ondervonden - ook van de kant van de christenen - bestendigd is gebleven Daar bovenuit straalt Gods bijzondere zorg voor het volk. Dankzij Gods trouw kreeg het opnieuw een eigen plaats in het beloofde land. Het mag dan voor een tijd vanwege het loslaten van de Thora en het flirten met de afgoden van andere volken uit het land verdre ven zijn, zoals dat gebeurde tijdens de Babylonische ballingschap en tijdens de Romeinse overheersing, maar God bracht het weer terug. Dat was niet vanzelfsprekend. De ballingschap was een straf, de terugkeer genadig een hernieuwde kans om naar Gods bestem ming te handelen en te leven. Israël is Gods verbondsvolk. Het neemt in de wereldgeschiedenis bUjvend een unieke plaats in. Het heeft als het uitverkoren volk ook een aparte rol te vervullen. Die ver kiezing biedt voorrechten, maar geeft ook verplichtingen. Het is niet gemakkelijk om volk van God te zijn. Wie veel gegeven is, van die zal ook veel geëist worden. Israël is geroepen om een voorbeeld voor andere volken te zijn. De profeten hebben het volk voortdurend op die bijzondere verantwoordelijkheid gewezen. Israël zou moeten weten dat God een God is, niet alleen van de Joden, maar van de gehele aarde en van alle volkeren. Zelf gezegend zou het tot een zegen voor anderen moe ten zijn. Door Israël zouden de volkeren God moet leren kennen. Paulus geeft dat duidelijk aan in Romeinen 9 vers 3 en 4: Israels opdracht was een samenleving te zijn waarin Gods wil wet was, om van daaruit het heil aan alle volkeren bekend te maken. Maar Israël was - aldus de profe ten - ontrouw. Israël verstond zijn roeping niet. Het Oude Testament spreekt telkens van Israels afval en ongehoorzaamheid. De profeten klagen Israël aan. Hun herhaalde waarschuwingen waren tot dovemansoren gesproken. En in het Nieuwe Testament was het niet anders. In Romeinen 11 zien we hoe de takken van de olijfboom - de boom die Israël voorstelt - afgesneden zijn. Maar we zien ook dat die takken niet weggegooid zijn. Er komt een tijd dat ze weer op de vijgenboom worden ingeënt. Dat betekent dat het ontrouwe volk zijn beslemming als verbondsvolk niet verloren heeft. Ook al weten we dat het Joodse volk niet aan zijn opdracht heeft voldaan en dat het nog steeds niet aan de hoge profetische eisen voldoet, toch geeft dat ons niet het recht het bestaan van de staat af te wijzen. De profetieën in Jeremia 31 en 33, die handelen over het nieuwe verbond, heb ben alles te maken met het volk Israël. Het oude verbond (Sinaï) vroeg gehoorzaam heid en daaraan ontbrak het. Het oude ver bond wordt in een nieuwe vorm voortgezet (Jeremia 31:35-37) en dat verbond zal blij ven bestaan zolang de zon, maan en sterren functioneren. Dus altijd! Het nieuwe ver bond (Jeremia 31) is dan ook geen ander verbond. Het is een vernieuwd verbond. Israël is 57 jaar geleden als een brandhout uit het vuur gerukt. Toen heeft de Almach tige in de stichting van de staat een teken van Zijn trouw aan de wereld gegeven. Hij gaf daarmee Zijn volk een nieuwe kans om zijn verkiezing waar te maken in de verkondiging van Jezus aan de wereld. Het onderscheid tussen het Joodse volk en de andere volken wordt ook in het Nieuwe Testament, na de komst van Christus, tot uitdrukking gebracht. In Jezus is God opnieuw tot Zijn volk gekomen. Zoals God Zich eens door middel van Zijn profeten tot het volk richtte, zo dringt Christus er bij Zijn volk nog dringender en directer op aan Hem te aanvaarden en zich tot Hem te bekeren (Handelingen 3:19-20 en Romei nen 11:25). Maar ook aan deze oproep gaf het volk geen gehoor, uitzonderingen daar gelaten. Heeft Israël daardoor zijn bevoorrechte positie dan niet verloren? Paulus heeft deze vraag nadrukkelijk ontkennend beant- De olijfboom. Adolf Hitltr. woord. Omdat Gods verkiezing op Zijn trouw berust (Maleachi 3:6), omdat Zijn genadegiften en roeping onberouwelijk zijn, omdat de Joden de beminden zijn en blijven om der vaderen wil, daarom blijven ook nu nog de Goddelijke beloften van kracht. Paulus mag dan spreken over dat ongehoorzame, verharde, afvallige volk, hij spreekt ook over hun wederkeer. Hij is diep onder de indruk van iets wat hij nooit verwacht had: de toekomstige bekering van zijn volk. Hij had van hun onbekeerlijkheid wakker gelegen. Hij leed aan zijn volk. Hij had wel van t^hristus verbannen willen worden als hij zijn broeders, die van zijn maagschap waren naar het vlees, er had kunnen behouden (Romeinen 9:2 en 3). Het is daarom dan geen ook geen wonder dat deze heidenapostel zijn beschouwing over de toekomst van Israël eindigt met de lofzang op het wonder: "O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der ken nis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Uw oordelen en onnaspeurlijk Uw wegen", enz (Romeinen 11:33-36). Aan het eind van de 19e eeuw - op Gods tijd - begon het Joodse volk naar het eigen land terug te keren. De belangrijkste aanzet daartoe was gegeven op het eerste Zionisti sche Wereldcongres in Bazel (1897). In 1917 werd Kanaan door de Engelse generaal Allenby bevrijd van 400 jaar Turkse overheersing. In dat jaar kwam de Britse regering met de Balfour-declaratie, waarin aan de Joden - die over de hele wereld verstrooid leefden - een Nationaal Tehuis in Palestina werd beloofd. Tussen 1933 en 1945 was de holocaust. Zes miljoen Joden kwamen in concentra tiekampen, gaskamers en kwikzilvermijnen om. Er waren er ook die hun toevlucht tot Palestina zochten. Zo heeft Hitler, die er alles aan gedaan heeft om het volk uit te roeien, ertoe bijgedragen dat er Joden - voor zover ze niet in de kampen terecht gekomen waren - weer naar 'huis' gingen. Zo ging in vervulling wat Jozef tot zijn broeders zei: "Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om een groot volk in het leven te behouden" Genesis 50:20). Hitlers joden haat had de wedergeboorte van de staat Israël op 14 mei 1948 tot gevolg. Vanaf die tijd voert Israël een strijd op leven en dood. Het begon al toen de staat nog geen 24 uur oud was. Journalisten uit alle delen van de wereld waren naar Tel Aviv gekomen om het ontstaan van de staat Israël te verslaan en tegelijk haar ondergang te beschrijven. Op dat moment waren de (vervolgde en uit de kampen teruggekeerde) Joden nog de underdog, was Israël een paar decen nia lang de partij waar men in brede lagen van de samenleving sympathiek tegenover stond, de partij waar vrijwel iedereen mee meeleefde. De socialisten vanwege het kibboetswezen, de liberalen omdat de Isra ëlische regering een democratisch beleid voerde en de calvinisten voelden een sterke band met het bondsvolk op grond van de Bijbel. In de Zesdaagse Oorlog (1967) en de Yom Kippoeroorlog stond Nederland nog pal achter Israël. Nu liggen de kaarten anders. Nu zijn - in de ogen van velen - de Palestijnen de underdog. Dat heeft twee oorzaken: 1. Israël is een machtig land geworden; 2. de media geven aan dat de Palestijnen onderdrukt worden. Maar is deze conclusie wel juist? Waarom werd Israël zo sterk? Omdat het de ene oorlog na de andere opgedrongen kreeg en omdat het nog steeds van alle kanten bedreigd wordt. Door Syrië, Iran en de Hezbollah, door militante Palestijnse groepen als de Harnas en de Jihad en door nog veel meer Arabische landen. Als wij in Nederland al min of meer bevreesd zijn voor aanslagen, hoeveel te meer moet men, dat dan in Israël wel zijn, nu het volk al meer dan 57 jaar non stop met uitroei ing bedreigd wordt? Het werd al viermaal gedwongen naar de wapens te grijpen, maar niet omdat het zo graag oorlog voert. Het Joodse volk verlangt intens naar vrede, een vrede die het niet gegund wordt. De Arabische landen kunnen oorlog op oorlog verliezen zonder dat hun bestaan ook maar enigszins in gevaar komt, maar voor Israël is elke oorlog een zaak van overleven. Het kan geen oorlog verliezen. De Joden lopen bij elke oorlog het gevaar in de Middellandse Zee gedreven te wor den. Zolang er geen vrede is, moet het leger van Israël sterker zijn dan de geza menlijke Arabische legers. De bewapening van Israël dient alleen om de vijand af te schrikken. In de media wordt Israël telkens weer op een selectieve wijze als de grote boos doener afgeschilderd. Door te beweren dat de Palestijnen door Israël onderdrukt worden, geven ze een vertekend beeld. Hel is ronduit verbijsterend als je hoort hoe sommige commentatoren zich over Israël uitlaten in de zin van: het bezet Palestijnse steden, het knecht de Arabische bevolking, het ontziet niets en niemand. Als de Palestijnen met nietsontziende zelf moordacties op beestachtige wijze zoveel mogelijk onschuldige mannen, vrouwen, en kinderen het slachtoffer laten worden, dan wordt het - in schrille tegenstelling tot wat in Madrid en Londen gebeurd is - met een enkel bericht in de media afgedaan. Je raakt immers overal aan gewend. Het is geen nieuws meer. Als schepen zwaar beladen met Katusharaketten en de meest moderne Iraanse wapens aan boord op weg naar Palestijnse gebieden door Israël onderschept worden, praat niemand erover. Over de trainingskampen voor terroristen en laboratoria voor de aanmaak van explo sieven, niet ver van Israels grenzen van daan, spreekt niemand. Het gaat er Israël echt niet om ongewapende, onschuldige burgers om te brengen, maar om terroristen uit te schakelen. Israël trekt de steden niet binnen om Palestijnen te kleineren, maar om terreurnesten uit te roeien. Laten al die betweters nu eens ophouden oorzaak en gevolg met elkaar te verwisselen en pre cies aangeven wat Israël moet doen om het vege lijf te redden. Waarom mag Israël niet wat al de andere 189 bestaande landen wél mogen? Telkens weer keren de media en in hun kielzog de publieke opinie zich tegen Israël. Het moet nu iedereen toch zo lang zamerhand wel duidelijk zijn geworden dat het bij de meeste Palestijnen niet gaat om de teruggave van 'de bezette gebieden', maar om iedere korrel zand van de Joodse staat. Israël heeft geen bestaansrecht, zelfs niet ter grootte van een postzegel, aldus Falias Bodi voor de Al-Jazeera tv. De teruggave van de Gazastrook zal de oplossing niet brengen. Mahmud al-Zahar, een hooggeplaatst lid van Hamas, voor spelde dat de Joodse staat zal ophouden te bestaan. Heel Palestina zal weer islami tisch worden. De militante groepen zullen nooit akkoord gaan met enige vorm van samenwerking met Israël, zelfs al zou Israël alle bezittingen van 1967 terug geven. En Mohammed Deif, commandant van Hamas, noemt de overwinning van de Gazastrook een overwinning voor het Palestijnse gewapende verzet. Hij zweert dat het aanslagen op Israëlische doelen zal blijven regenen totdat de joodse staat van de landkaart zal zijn gewist. Hamas heeft beloofd de terugtrekking van Joden uit de Gazastrook niet te zullen dwarsbomen. Hoe eerder de Joden weg zijn, hoe beter. Maar daarna komt het: er is geen Palestijn die de bevrijding van Gaza niet bekroond wil zien door de bevrijding van Jeruzalem en de Westbank. We willen elke vierkante centimeter van ons land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee terug, aldus Al- Zahar. En het staat nu al vast dat Hamas bij de komende verkiezingen een overtuigende overwinning zal behalen, (wordt vervolgd) vH Orthodoxe Joden. Een orthodoxe Jood.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2005 | | pagina 9