Krekenplan verhelpt in één klap alle manco's
Kees Stoutjesdijk van Waterschap Hollandse Delta:
''Uitvoering komt in ingrijpendste fase, totale watersysteem Goeree-Overflakkee in 2015 grondig verbeterd''
EIIIUnDBI-tllEUWS
Ommezwaai
Verwaarloosd
Giftige blauwalgen
Twee kreken
Procedures
PAGINA 9
VRIJDAG 19 AUGUSTUS 2005
Al enkele jaren werkt het waterschap voortvarend aan het zogenoemde kreken-
plan. Dat is een ambitieus en uitgekiend plan, dat uiteindelijk het totale watersy
steem op Goeree-Overflakkee grondig verbetert. Het meeste werk vergen de vier
kreektracés op Oost-Flakkee. Aanvankelijk zouden de eerste werkzaamheden
dit voorjaar beginnen, maar dat haalt het waterschap niet. Het wordt nu zeker
2006 Wat houdt het krekenplan in? Wat zullen de eilandbewoners er straks van
merken? En waarom zijn kreken, die smalle, kronkelende linten in het land
schap, ineens van zo'n groot belang geworden? Een reportage over grote ingre
pen in de eilandelijke waterhuishouding.
Tekst en foto's: Gert van Engelen
Het begon met een hoosbui. Met zo'n hevi
ge, drenzende regenbui die alle waterlopen
woest buiten hun oevers doet treden en het
land doorweekt en soppig maakt. In sep
tember 1998 had Goeree-Overflakkee (net
als andere streken in Nederland) met zulk
onmatig weer te stellen. In 24 uur viel 130
mm regenwater op het eiland, wat schrik-
achtig veel is: normaal beperkt neerslag zich
in zoveel tijd gemiddeld tot 14 mm. "Ons
watersysteem was op orde", zegt ing. Kees
Stoutjesdijk (1958), hoofd planvorming van
het waterschap De Hollandse Delta, "maar
niet berekend op zulke hoosbuien. De water
gangen, de gemalen, de stuwen en de duikers
konden zo'n enorme bui eenvoudigweg niet
verwerken."
Toen de zware regenwolken verdwenen
waren en het licht doorbrak, openbaarde zich
tamelijk rampzalige schade: water had bezit
genomen van grote delen van het eiland.
Stoutjesdijk: "Twee weken ervoor was het al
behoorlijk nat geweest; de landerijen waren
al drijfnat. Nu was er nog eens honderdder
tig nüllimeter gevallen: twintig procent van
het eiland stond onder water. Er was nergens
meer plek voor het water. De sloten, de kre
ken - alles stond helemaal vol en liep over".
Gewassen verzopen, in heel Nederland leed
de landbouw honderden miljoenen euro's
schade.
Het was toen, zegt Stoutjesdijk, dat loodzwaar
het besef doorbrak dat de waterhuishouding
op Goeree-Overflakkee toch een belangrijk
minpunt had. "Het kwam er op neer dat wij te
weinig waterberging hadden, te weinig plek
ken dus waar het overtollige water tijdelijk
heen kon. Er was te veel gedempt."
De ruilverkaveling die na de oorlog overal
huishield in Nederland is daarvan in hoofd
zaak de schuldige. "Watergangen werden
toen verbreed en rechtgetrokJcen, om de per
celen groter te kunnen maken. De honderden
tussenliggende slootjes, de kavelslootjes,
werden dichtgegooid; de drainage moest
immers efficiënter." Het voordeel was dat
boeren hun gronden dichter bij huis konden
bewerken, het nadeel drong zich later op:
door het wegvagen van het fijnmazige stel
sel van waterlopen kon er minder overvloe
dig regenwater geborgen worden, terwijl dat
water er sneller inkwam.
Toevallige meteorologische omstandigheden,
zoals die extreme regenval in 1998, noopten
het waterschap al tot ingrijpen, intussen ont
stond wereldwijd hel inzicht dat zich nóg een
klimatologische ommezwaai aan het voltrek
ken was, die óók tot daadkracht dwong: de
opwarming van de aarde. Die zorgt ervoor
dat het "vrijwel zeker méér gaat regenen", dat
er nattere winters, maar ook drogere zomers
komen. Stoutjesdijk: "De kans dat er nog
eens zo'n situatie zou optreden als in 1998,
zou groter worden." En anders dreigde er wel
een watertekort in de zomer. Hoe dan ook,
er was geen ontkomen aan: het waterschap
moest maatregelen treffen om zowel pieken
als dalen te kunnen opvangen, om weer flexi
biliteit in het watersysteem te krijgen.
Maar welke maatregelen? Hoe bereken je
waar zich op Goeree-Overflakkee hoeveel
wateroverlast kan voordoen, bij welke weer
kundige omstandigheden, en hoe stel je je
daar op in?
Moderne technologie schoot het waterschap
te hulp. "Wij zijn niet zomaar willekeurig
te werk gegaan", leidt Stoutjesdijk in. "We
hebben de hele waterhuishouding in een
computermodel gestopt. Vervolgens heb
ben we gesimuleerd wat er in de toekomst
gebeurt. Daartoe hebben we bij het KNMI de
neerslaggegevens van de afgelopen 96 jaar
opgevraagd en ingevoerd. Om na te gaan
wat er in de toekomst kén gebeuren, hebben
we er twintig procent bovenop gedaan, en
toen de computer laten uitrekenen waar het
dan op het eiland fout kon gaan. Zo zagen
we over het hele eiland verspreid de zwakke
plekken te voorschijn komen, en zo wisten
we ook waar wij welke maatregelen moesten
nemen."
Vroeger, licht Stoutjesdijk toe, leunden
waterschappen vooral op hun gemalen.
Gemalen waren de ruggengraat van Neder
land. Zij pompten het water weg dat anders
dit laaggelegen land zou doen overstromen.
Nog steeds, na al die eeuwen, doen de gema
len dat en blijven ze dat doen, maar tegen
woordig vertrouwen waterbeheerders "niet
meer uitsluitend op de techniek". Stoutjes
dijk: "Gemalen zijn ontoereikend gebleken.
Nu er vaker kans is op flinke plensbuien, zou
je meer gemalen kumien neerzetten, maar dat
is niet de oplossing. Dan nóg staat het land
onder water. Er is niet tegenop te malen. Dus
moet je zorgen dat aldat regenwater tijdelijk
een plek krijgt: waterberging."
Hij haalt "vroeger" er nog eenmaal bij.
Regenwater kon vroeger gewoon weglopen
in de bodem. Maar sindsdien is het land
volgebouwd met woonwijken, werden tuin
bouw overspoeld met kassen en verloren
polders duizenden kilometers aan waterlo
pen. Niet alleen op Goeree-Overflakkee, in
gans Nederland kan het water nu geen kant
meer op. Stoutjesdijk: "We zijn wat doorge
schoten."
Waterberging maken en verdelen over
het hele eiland, werd de opdracht voor het
waterschap. Dat kan, zegt Stoutjesdijk, door
de kreken te gebruiken. Die lopen over het
eiland, die vormen een vernuftig systeem.
Zo kun je water aanvoeren en afvoeren
en als ze bovendien met elkaar in verbin
ding staan, is er een natuurlijk netwerk, dat
ingezet kan worden bij wateroverlast, maar
zeker ook bij watertekort. Maar hier diende
zich het eerste probleem aan: niet overal is
er zo'n krekenstelsel. "Met z'n allen hebben
we", ^eeft Stoutjesdijk eerlijk toe; "de kre
ken behoorlijk verwaarloosd. We hebben de
mooie, lage oeverkanten ervan opgehoogd,
omgeploegd en rechtgetrokken. We hebben
er harde beschoeiing in gezet. De kreek was
de kreek niet meer op Goeree-Overflakkee,
de kreek was een oninteressante afvoerwa-
tergang geworden."
Zo ontstond dat krekenplan. Streng samen
gevat komt het er op neer dat tientallen kilo
meters kreek op Goeree-Overflakkee worden
verbreed en onderling met elkaar verbonden.
Eerste bedoeling daarvan is nog steeds te zor
gen voor die extra waterberging, opdat straks
de "neerslagpieken" probleemloos kunnen
worden opgevangen. Maar er zijn bijkomen
de bedoeUngen, en daar is op ingespeeld en
daar is rekening mee gehouden. Het kreken
plan is een doordacht plan.
Sommige kreken liggen bijvoorbeeld geïso
leerd van het watersysteem, en staan niet in
verbinding met de natuurgebieden op Goe
ree-Overflakkee, die ook "verbrokkeld"
liggen. Hierdoor kunnen er geen zogeheten
verplaatsingsroutes ontstaan, die normaal
zorgen voor de verspreiding en uitwisseling
van planten- en diersoorten. Anders gezegd:
de organismen worden beslist niet gehol
pen zich over het eiland te bewegen, terwijl
kreken bij uitstek zulke verplaatsingsroutes
zijn. Van andere kreken is de waterkwaliteit
matig: te veel voedingsstoffen (nutriënten),
te veel zoet-zoutwisselingen. Het waterpeil
in bepaalde kreken is daarnaast soms oima-
tuurlijk: hoog in de zomer, laag in de winter.
En ten slotte zijn sommige kreken zó 'kaal'
ingericht dat "de waarde voor de natuur én
de recreant minimaal is geworden". En de
oevers blijven kwetsbaar: ze brokkelen af.
Het krekenplan is een allesomvattend plan
geworden, dat in één klap al die manco's kan
verhelpen. De beschoeiing wordt voor een
belangrijk deel verwijderd. De taluds worden
stabieler. De oevers worden verlaagd en ver
breed tot "natte, glooiende natuurstroken".
Het water krijgt daardoor veel meer ruimte,-
en wordt bovendien gefilterd door de water-
Kees Stoutjesdijk wijst in het Dordtse kantoor van het waterschap de kreken aan die onderhanden
genomen gaan worden: "We hebben ie weinig waterberging op het eiland. Bij extreme regenval staat
De smalle
lit iiiiiii lijke smerige - Bierkreck.i Vrouw,npoldersedijk bij Stad aan het Haringvliet. Deze kreek gaat de komende jaren behoorlijke verbreed worden en krijgt er
een iweeUe kietK itua.sl. üe Bierkreek wordt bovendien rechtstreeks verbonden met het Haringvliet.
planten, waardoor de kwaliteit ervan verbe
tert. Daarnaast worden de kreken aan elkaar
gekoppeld én aan de natuurgebieden, zodat
plant- en diersoorten over het hele eiland
kunnen trekken.
Er ontstaat zo een stelsel van groene en
natuurlijke kreken, dat "een aanwinst is voor
het landschap", meent het waterschap. De
kronkelende kreken krijgen weer samen
hang; ze gaan weer de natuurUjke linten in
het landschap worden die zij van oudsher
waren. Planten en dieren gebruiken de kre
ken voor voedsel, rust, voortplanting en ver
plaatsing. En tegelijk zorgen de kreken, want
dat is de hoofdmoot van het krekenplan, voor
de grote capaciteit aan waterberging die zo
hard nodig is.
Al enkele jaren is het waterschap bezig de
kreken en andere watergangen aan te passen,
vooral die in het midden en in het westen van
het eiland. Kees Stoutjesdijk zoekt het op:
tussen 1998 en 2004 zijn er 25 waterbergings-
projecten uitgevoerd. "Van groot tot klein;
van 0,1 tot 6,0 hectare." Nu is Oostflakkee
aan de beurt. Deze streek vormt het grootste
karwei. De werkzaamheden zijn er omvang
rijker en ingrijpender, omdat de problemen er
ook groter zijn. Niet alleen is in dit gebied het
risico van wateroverlast het grootst, doordat
er te weinig ruimte is voor waterberging, óók
kampt het met de giftige blauwalgen, die elke
zomer in het Volkerak-Zoommeer opduiken
- een apart en knellend probleem.
Door Oostflakkee, vertelt Kees Stoutjesdijk,
lopen vier tracés van kreken, élle ten oosten
van Nieuwe-Tonge gelegen: de twee noord
zuid verbindingen tussen het Haringvliet en
het VoUcerak-Zoommeer (de Bierkreek en de
Kooszak- en Galatheesekreek) en de twee
oost-westverbindingen tussen Nieuwe-Ton
ge en Ooltgensplaat (de Magdalenakreek en
Amenea, en 't Slaak). Deze kreken nu wor
den, net als de overige op het eiland, breder
gemaakt en natuurlijker ingericht (met zoge
heten piasbermen), maar daar blijft het niet
bij.
Opvallend aan de aanpak hier is dat er naast
elke bestaande kreek een tweede komt én een
drainagesloot. Er komen als het ware twee
"parallelle watergangen": een hoger gelegen
kr^ek voor de aanvoer, en een lager gelegen
kreek voor de afvoer. Wat is het idee Ëier
achter?
"De kreken in Oostflakkee", verduidelijkt
Stoutjesdijk, "krijgen een tweede functie:
de distributie van zoet water. In de maanden
juli en augustus is het water uit het Volkerak-
Zoommeer onbruikbaar voor de beregening
van de landbouwgronden. Het is uiterst giftig:
25 microgram microcystine per liter water is
al schadelijk voor de mens, het waterschap
meet soms concentraties van drie of vierdui
zend microgram. De inlaten worden dan ook
's zomers dichtgezet. Maar: wij willen hele
maal niet meer afhankelijk zijn van het water
uit het Volkerak-Zoommeer. Nü niet, omdat
er steeds blauwalg is dat het water onbruik
baar maakt, maar ook in de toekomst niet,
omdat er misschien zout water terugkeert in
het Rranmier-Volkerak." (Stoutjesdijk ver
wijst hiennee naar scenario's waar Rijkswa
terstaat aan werkt - om meer getijbeweging
terug te laten keren in de doodse, voormalige
Deltawateren.)
Dit betekent dat het water ergens anders
vandaan gehaald moet worden. Dat is het
Haringvliet geworden. Oostelijk van Stad
aan 't Haringvliet, bij het gemaal, wordt een
nieuwe inlaat gemaakt. Het betekent ook dat
de kreken een nevenkreek moeten krijgen.
Want: "Goed zoet water voor de landbouw
moetje aanvoeren via een aparte kreek. Aan-
en afvoer kun je niet door elkaar laten lopen,
dat werkt elkaar tegen, is iimiiddels onze
ervaring. Zoet water vermengt zich dan met
zout water. Daar heeft de landbouw niets aan
en de natuur ook niet; het is vlees noch vis.
Daarom zijn er in bepaalde gebieden twee
kreken nodig, die de schone aanvoer scheidt
van de vuile afvoer. Nog altijd moet je dan
het drainagewater van de landbouwperce-
len opvangen. Daarvoor is de drainagesloot.
Die voorkomt dat de drainage in de kreek
terechtkomt." In het midden van deze paral
lelle watergang komen meteen ook fiets- en
wandelpaden. "Daarmee kunnen we recreatie
De kreek De Vliegers bij Middelhamis, te vinden in de Bolletjesweg. Deze kreek is gevarieerder
gemaakt, door de aanleg en inrichting van extra waterberging (rechtsop de foto). 'Overboeken'wordt
toevoegen aan het eiland", zegt Stoutjesdijk,
die uitlegt waarom dit nodig is. "Economisch
draaide Goeree-Overflakkee lange tijd om de
landbouw. Nog steeds is landbouw belang
rijk, maar recreatie wordt dat óók. Rust en
ruimte willen we op het eiland bieden aan
onze eigen bewoners, maar we moeten ook
mogeUjkheden scheppen voor mensen die uit
Randstad naar het eiland komen."
Hoezeer Goeree-Overflakkee ook "recre
anten naar zich toe wil halen, er heerst een
breed gevoel op het eiland", zegt Stoutjes
dijk, "dat dit niet mag ontaarden in dat mas
sale toerisme dat Domburg of Renesse zo
kemnerkt. "Fiets- en wandelpaden passen
dan in de sfeer van het eiland, die sfeer van
rust en ruimte. Het is geen intensieve, maar
een extensieve vorm van recreatie."
Aan weerszijden van de fiets- en wandelpa
den hgt straiks water, en ook dat heeft een
voordeel. Stoutjesdijk: "Als het fietspad
direct aan de landbouwgrond zou grenzen,
zouden de recreanten en agrariërs last van
elkaar hebben. Door de paden tussen de kre
ken te leggen, raken de belangen elkaar niet.
En het waterschap krijgt er zo een onder-
houdspad bij."
Slim combineren wordt ook toegepast in
de oevers. Daarin worden vangpijpen voor
muskusratten aangebracht, tegelijk met de
aanleg. Stoutjesdijk: "Muskusratten vormen
een ernstig probleem. Ondanks de toename
van rattenbestrijders, heeft de populatie zich
de laatste jaren op het eiland explosief uit
gebreid. De oorzaak is niet per se gelegen in
de openwaterberging; het is een echte plaag,
ook landelijk, van zowel de muskusrat als
de veel grotere beverrat. Om tegen te gaan
dat hun aantallen blijven groeien, komen er
vangpijpen."
Volgend jaar, en anders in 2007, begint alle
werk. Eerder komt het er niet van, zegt Stout
jesdijk, omdat eerst allerlei tijdrovende pro
cedures moeten worden afgewikkeld. "De
betrokkenheid van de landbouw is overi
gens heel positief. Door kavelruil en even
tueel aankoop proberen we aan de benodigde
gronden te komen."
Wat staat er waar te gebeuren?
De Bierkreek wordt de verbindingskreek die
loopt van Stad aan 't Haringyliet naar de kre
ken bij Oude-Tonge. Bij Stad, in de zoete,
buitendijkse slikken en schorren, stroomt het
zoete water binnen, dat verspreid moet wor
den over Oostflakkee. Stoutjesdijk. beeldend:
"De Bierkreek wordt de aorta, de aanvoer-
route. Via die kreek wordt het zoete water
gedistribueerd dat we niet meer uit het Vol
kerak-Zoommeer kunnen en willen halen."
De Magdalenakreek en Amenea: via deze
kreken wordt een doorgaande oost-westver
binding gemaakt met de kreken ten zuidoos
ten van Oude-Tonge en het natuurgebied ten
oosten van Nieuwe-Tonge.
't Slaak: deze kreek gaat de verbinding vor
men tussen het reservaatsgebied bij Oude-
Tonge en het reservaatsgebied oostelijk van
Achthuizen. Beide natuurterreinen zijn al
hersteld, maar liggen nog geïsoleerd.
De Kooszak- en Galatheesekreek: ook dit tra
ject gaat, net als de Bierkreek, het Haringvliet
met het Volkerak-Zoommeer verbinden.
De benodigde gronden zijn aangekocht, de
plannen gemaakt, de werkzaamheden zullen
nu voor de bevolking "zichtbaar worden",
zegt Stoutjesdijk afsluitend. Hij denkt dat het
zeker tot 2015 gaat duren voordat de werk
zaamheden zijn afgerond. "Dan is alles afge
maakt en in vorm gebracht." Hoewel er dus
nog tien jaar te gaan is, ziet hij die toekomst
al voor zich. Kale kreken zijn op Oost-Flak
kee veranderd in groene, natte linten. Fietsers
en wandelaars verbazen zich over de grote
variatie aan plant- en diersoorten. Agrariërs
beregenen tevreden hun land: het water is
zoet en gegarandeerd betrouwbaar.
Maar vooral: overtollig regenwater kan tijde
lijk een plek vinden, zonder daar noemens
waardige schade te veroorzaken. Overal is
immers volop waterberging; het krekenplan
heeft gebracht wat het beoogde. Hevige neer
slag kan nu ter plekke worden opgevangen
en weggemalen, doordat de kreken zijn ver
breed en met elkaar verbonden. Een lokale
bui veroorzaakt niet langer elders overlast.
De waterhuishouding is op orde. Stoutjes
dijk: "Het eiland is veiliger, schoner en mooi
er geworden."
Een fietser rijdt 'over'de Magdalenakreek in de Magdalenaweg, vlakbij Oude-Tonge. Ook deze kreek
wordt verbreed, uitgebreid met een tweede kreek en natuurlijker ingericht. Bovendien zal de kreek