Patatkraam op Brouwersdam krijgt nationale faam Eerbetoon in Rotterdamse Kunsthal voor een frietkot dat gesloopt is; foto blijkt al in 1984 gemaakt mm. PklM VAN RINUS VAN RiN Goedereede- Havenhoofd toneel van wielerspektakel EiuurtDra-tiiEuiia gifg^Di^ SNACKS aai Snackcultuur Boegbeeld Zwaailicht Vaste stek Droevig Cluppie Prijsvraag ^^^1 PAGINA 11 VRIJDAG 19 AUGUSTUS 2005 De foto die Martin Kers in 1984 maakte van de patatkraam op de Brouwersdam. Deze foto is veelvuldig gereproduceerd op ansichtkaarten, posters en in boeken en hangt nu ook op de expositie in Rotterdam. Maar de kraam die er op is afgebeeld, bestaat niet meer. (Foto: Martin Kers) Zo oogt de kraam anno 2005. Eigenaar Rinus van Eijk, die 28 jaar geleden op deze locatie begon, poseert gewillig. Hij is apetrots dat zijn frietkot nationaal bekend is geworden en waardeert alle aandacht, maar meer omzet draait hij er niet van. (Foto Gert van Engelen) OUDDORP/ELLEMEET/ROTTERDAM Een eenzame patatkraam op de Brouwersdam is deze zomer ongewild ineens in het volle licht van de publiciteit gekomen door een fototentoonstelling in de Rotterdamse Kunsthal. Verschillen de kranten drukten de foto af van dit frietkot en schonken daarmee de eigenaar, ene Rinus, landelijk tijdelijk enige beroemdheid. Punt is alleen: zijn kraam is allang gesloopt. De foto suggereert dat hier sprake is van een frietkraam die nog in functie is, maar deze snacktent is vijftien jaar geleden al afgevoerd en op de puinhoop beland. 'Ddor Gert van Engelen .:-...•-.... De Kunsthal wijdt tot en met zondag 11 september een kleine expositie aan het feno meen frietkot de Belgische benaming van die dikwijls onaanzienlijke, gammele huisjes of caravans waar mensen hun snelle, vette hap halen. Zeven fotografen tonen er vijftig foto's van deze bouwsels, die uit het straat beeld dreigen te verdwijnen door allerlei scherpe (Europese) regelgeving en door de internationalisering: de opmars van McDo nald's en soortgelijke hamburgertenten. De tentoonstelling is nadrukkelijk bedoeld als "een ode" aan het frietkot, aan die "kleur rijke constructies waar we vaak achteloos aan voorbij gaan", zoals de Kunsthal observeert. Maar redding is misschien nabij, althans in België. Daar wordt het frietkot beschouwd als nationaal erfgoed en klinkt volgens de Kunsthal inmiddels het pleidooi om frietkra men op een monumentenlijst te plaatsen. Zulke voornemens leven in Nederland niet; gemeenten plegen frietkotten eerder op te ruimen omdat ze de straten maar rommelig maken. Maar met de expositie, die als titel heeft: 'Het frietkot, architectuur van de snel le trek', wil de Kunsthal, en wil zeker Kunst haldirecteur Wim Pijbes, het bestaan van de kraam bejubelen. Voor deze gelegenheid noemt de Kunsthal Rotterdam dubbelzinnig "de vetste stad van Nederland", "Iedereen kent de patatkraam", zo wordt de tentoonstelling in een persbericht toegelicht, "en haalt er wel eens zijn gefrituurde maal tijd. Met name in België, het vaderland van de patates, maakt het frietkot een belangrijk deel uit van de volkscultuur. Maar ook in Duits land, Finland en Nederland zijn de mobiele cafetaria's een opmerkelijk onderdeel in het stadsbeeld of fungeren ze als anarchistische 'objecten langs provinciale wegen en dijken. 'Het frietkot is een ontmoetingsplek voor de nachtelijke uren of juist op zomerse dagen, maar staat er op druilerige dagen meestal troosteloos bij." De Kunsthal toont deze beide gezichten van het frietkot: populair en desolaat. Zij zocht vijftig foto's bij elkaar van internationale fotografen, die zich hebben laten inspireren door de patatkraam, door "deze Europese vorm van snackcultuur en geïmproviseerde architectuur" die nu dreigt te bezwijken. In het gezelschap bevindt zich slechts één Nederlander, Martin Kers. De overigen zijn: Christoph Buckstegen (Duitsland), Marina Cox, Mare Ots, Raoul van den Bomm en Paul Ilegems (allen uit België) en Marko Hamalainen (Finland). Deze laatste gaf in NRC Handelsblad overigens een prachtige omschrijving van frietkotten: "Ze zijn een beetje als vuurvliegjes: verlicht en vol leven in het donker, maar in het grauwe ochtend- ücht geeft niemand er meer om." Martin Kers maakte de kenmerkende foto op de Brouwersdam. 'Patat van Rinus' wordt er volgens het opschrift verkocht. Op een oranje kuipstoeltje zit een klant in leren jasje. Vlak bij staat een (wel erg oud model) brommer geparkeerd. Vlaggen wapperen lusteloos en op de achtergrond kabbelt het Grevelingen- meer: de kraam staat met zijn rug naar het water. Nog net valt, leunend op de toonbank, een man te zien, die duidelijk in gesprek is met die ene klant. De zon houdt zich afzijdig vandaag. De foto oogt een beetje mistroostig en verlaten. De Brouwersdam kent drukkere dagen, met name in het hoogseizoen. Dan is het er vergeven van horden recreanten. Meerdere kranten publiceerden juist deze foto in hun artikelen over de tentoonsteUing. De Volkskrant in zwart-wit. Trouw en het Rotterdams Dagblad in kleur. De foto werd zo een soort boegbeeld, een veelzeggende illustratie van zo'n karakteristiek frietkot dat op het punt staat te verdwijnen. Maar in geen van de betrokken dagbladen werd gesigna leerd dat uitgerekend deze prototypische kraam van Rinus niet meer bestaat. Hoe iro nisch en wrang: de Kunsthal brengt een ode aan een frietkraai»</ie al weg i's. De brommer verraadt dat al: dit model is uit roulatie, zo worden ze niet meer gemaakt. De waarneming klopt: Martin Kers fotogra feerde de kraam in 1984. Hoewel de Kunst hal zelf eerlijk meldt dat de foto's zijn geno men "vanaf de jaren tachtig tot heden", is de suggestie een andere - namelijk dat Rinus' kot nog gered kan worden. Het Rotterdams Dagblad viel ook in die kuil: het plaatste dwars over de desbetreffende foto de forse kop 'Patat van Rinus op monumentenlijst', niet wetend dat de kraam al in puin ligt. Maar wie was Rinus nu eigenlijk? Hoe rea geert hij op de faam die zijn kraam via de foto heeft gekregen? En bakt hij nog steeds patat? Het Eilanden-Nieuws ondernam een bescheiden speurtocht. Wie met de toegestane snelheid over de Brou wersdam raast, ziet aan weerszijden van deze N57 geen enkel frietkot: struiken en duinen ontnemen het zicht. Maar wie opnieuw begint en bij Ouddorp de rustiger parallelweg naar Scharendijke oprijdt, ziet bijna aan het einde van de Brouwersdam de heuglijke tekst opdoemen: 'Patat en div. snacks van Rinus'. Rinus van Eijk (62), zoals hij zich voorstelt, serveert nog steeds patat aan de binnenzijde van de Brouwersdam, zij het vanuit een gans andere, want langere en modernere kraam. Het is welbeschouwd een soort SRV-wagen. Voorzien van wit-blauwe luifel en oranje zwaailicht. Vlaggen ontbreken opzichtig. Het regent deze zomerdag. Het weer is net zo herfstachtig als toen Martin Kers zijn foto maakte. Rinus van Eijk, althans zijn zoon Ronny, herinnert het zich wel dat de foto graaf, staande, op de autoweg, de kraam in het vizier nam. Want Ronny bediende die dag de passerende klanten. Zijn zoon dacht nog wantrouwend: "Zou die man soms van de belasting zijn?", vertelt Rinus gekscherend. Hetzelfde dacht hij zelf kennelijk ook toen de verslaggever zich voorstelde. "Ik ben zo arm als een kerkrat," verklaart hij al bij voor baat. Later blijkt dat Van Eijk met deze en andere grapjes alleen maar zijn verlegenheid probeert te maskeren. M.W. van Eijk, zoals hij officieel heet, woont in Ellemeet, maar is afkomstig uit Rotter dam. Hij begon 28 jaar geleden op de Brou wersdam patat te verkopen. Het hele jaar door is hij present, van 11 tot 20 uur, zij het niet doorlopend dagelijks. Van april tot half september reist hij elke dag met zijn kraam heen-en-weer naar zijn vaste stek, buiten het seizoen doet hij dat alleen in de weekeinden. Aanvankelijk werd Van Eijk geassisteerd door zijn zoon. "Het is ook zijn bronmier die op die foto staat, ik geloof een Suzuki." Helpt hij nu niet meer? "Nee, die is niet gek", grapt Van Eijk, die trots vertelt dat zijn zoon inmid dels werkzaam is als sleepbootkapitein. Hij kent de foto die Martin Kers destijds maak te. "De fotograaf zelf heb ik nooit gesproken of ontmoet." Van die foto is namelijk een ansichtkaart gemaakt, en van wel twintig klanten heeft hij in de afgelopen jaren zo'n kaart gekregen." Hij opent zijn portemonnee en toont de kleingeknipte ansichtkaart die hij als een kostbaar kleinood bewaart. (Het tamelijk populaire werk van Martin Kers is nogal druk verspreid via boeken, affiches en ansichtkaarten.) Vervolgens haalt hij een artikel uit een Amerikaans tijdschrift te voor schijn, waarin zijp patatkraam ook al staat afgebeeld, evenals de recente pubUcatie in het Rotterdams Dagblad. Dat artikel is hem aangereikt door wéér een andere klant. U bent nogal beroemd geworden door de foto. "Dat was ik al", reageert Van Eijk, doelend op de ansichtkaarten die al van zijn frietkot in omloop waren. Hij vervolgt: "De vind al die aandacht best wel leuk. Ook voor de klanten is het leuk, want ze praten erover. Verder kan ik er niets aan doen. De weet ik ook niet wat ik verder ervan moet zeggen." Hij is ronduit trots, geeft hij toe. De kraam die Martin Kers toentertijd vastlegde, is de kraam waarmee Van Eijk zijn nering begon. En nu hangt die "kar" van hem toch maar in een museum, in de Kunsthal. Vijftien jaar geleden heeft hij deze oude kraam vervan gen door een nieuwe, die zes jaar geleden ook alweer moest worden afgedankt. Zijn huidige kraam is zijn derde. Hij staat nu iets meer naar het Grevelingenmeer toe. Bent u al op de expositie geweest? "Nee, want ik sta hier." Maar wat vindt u er van dat de Kunsthal met die tentoonstelling de f rietkotten wil eren? "Da's leuk om te zien. Dat vind ik wel mooi", zegt hij, om daarna omstandig de voordelen van het frietkot te bezingen. "Al dat luxe gedoe dat ze tegenwoordig doen (hij doelt op fastfood-restaurants), vind ik niets. Een patatkraam is gewoon. Je stopt voor de deur, je eet wat en je bent weer weg. Als je alleen een blikje drinken wilt, ga je toch niet een supermarkt in? Met kinderen in de auto stop je sneller voor een frietkot dan dat je een duur restaurant ingaat, waar je je voeten moet vegen en een beetje beleefd moet doen. Of zo'n zelfbedieningsrestaurant: er zit een kastje in en daar houdt het mee op. Een frietkraam is minder officieel. Je stopt er, je stapt uit, en je bent er. Terwijl, zo'n res taurant, het is allemaal anders. Een gebouw is maar een gebouw; ik kan het ook niet zo goed onder woorden brengen. De plaats van de frietkraam is al anders. Je vindt ze overal en vooral op plekken datje ze niet verwacht. Dat je denkt: wat doet ie hier? Ja, zelfs fk vraag het mezelf wel eens af." Dat is deels de charme van frietkotten: dat ze op onverwachte locaties aan te treffen zijn en een alledaagse gastvrijheid uitstralen. Behalve als het regent, geeft Van Eijk toe. Bij slecht weer kunnen frietkramen "een droe vige zaak" zijn. "We blijven lachen, hoor", zegt hij, de situatie op zichzelf betrekkend, "maar omzet heb je dan niet." Het deert hem niet zo. "Soms verdien je maar tien of twintig euro. Dan kun je wel huilen, maar de vol gende dag kan 't weer beter zijn, en dan kun je weer lachen." Dat geldt zeker voor de Brouwersdam. "Zo gauw de zon schijnt, is het druk. Dan staat de dijk helemaal vol. Dan moet je eigenlijk met z'n tweeën of drieën zijn." Van Eijk is op hoogtijdagen niet de enige die aan de lopende band patat en snacks slijt aan hongerige dag jesmensen. Aan zowel de binnen- als de bui tenzijde van de Brouwersdam zijn dan wel in totaal zeven of acht patatkramen te vinden. De meeste van die patatverkopers komen uit Scharendijke, weet Van Eijk, en aan het eind van de dag rijden zij hun kotten weer naar huis. Net als hij. Maar er zijn er ook zo'n vier die op de buitenkant van de dam een contai ner hebben staan, die bij stralend weer wordt geopend en dan deel uitmaakt van de tijde lijke kraam. "Hun stoelen staan erin en bij slecht weer kun je er schuilen." Twee oude, trouwe klanten van Van Eijk bre ken in in het gesprek. Ze willen ook wel eens de lof zingen van de patatkraam. "Weet u wat het is, meneer?" vertelt een man die aan het tafeltje met zijn echtgenote een biertje drinkt. "Hier komt Jantje, Pietje en Klaasje. Ieder een komt hier en je hoort hier alle dialecten. Wij zijn gewoon een cluppie, we hebben 't hier gewoon naar ons zin." Dat beaamt een andere, hevig knikkende man, bezig aan een frikadel. "Vroeger kwam ik hier met de kin deren, maar die zijn nu de deur uit. Nu kom ik hier alleen. Het is gezellig hier." Rinus van Eijk hoort de complimenten beduusd aan, en bevestigt het even later: de aantrekkingskracht van het frietkot is mis schien wel bovenal dat je er "uiteenlopende figuren" ontmoet. En 's avonds, schreef de NRC, is het meestal "rfe enige plek waar je nog mensen treft". Legendarisch mag zijn oorspronkelijke friet tent dan inmiddels zijn geworden door de klassieke foto van Martin Kers, Rinus van Eijk is er geen cent wijzer van geworden. Scheelt het in de omzet nu via de foto belang stelling voor uw patatkraam is ontstaan?, luidde de vraag. Hij lacht gul: "Nou, dat weet ik zo net nog niet." De Kunsthal heeft een wedstrijd gekop peld aan de tentoonstelling. Wie de mooiste (architectuur)foto maakt van een frietkot, kan een weekend Antwerpen met onbeperkt friet eten winnen. Stuur de foto voor 1 sep tember 2005 op naar de Kunsthal Rotter dam: communicatie@kunsthal.nl of: postbus 23077, 3001 'KB Rotterdam o.v.v. frietkotfo- towedstrijd. De prijswinnaar krijgt persoon lijk bericht. De prijsuitreiking vindt plaats op zondag 11 september in Rotterdam. De tien beste foto's worden op deze dag getoond in de Kunsthal. GOEDEREEDE-HAVENHOOFD - Zaterdag was het weer feest op Goedereede-Havenhoofd. Dit jaar werd voor de tweede keer de Ronde van het Havenhoofd gereden. In drie categorieën verreden zo'n tweehon derd wielrenners het parcours. De wielerwedstrijd maakte deel uit van verschillende festiviteiten die op deze dag werden georganiseerd door de nog niet zo lang geleden opgerich te buurtvereniging. Het fraaie weer zorgde ervoor dat velen genoten, /.owel bij de wielerwedstrijden als bij de andere kraampjes, die rond het Duinroosplein stonden opgesteld. Ook de wedstrijden, waarbij de jeugd hun spuitkunsten bij de brandweer van Goedereede konden vertonen viel zeker in de smaak. De feestdag werd in de avonduren afge sloten met een grote barbecue, waarbij er alle gelegenheid was voor de onderlinge contacten voor de oudere en nieuwere inwoners van Goedereede-Havenhoofd. (Tekst en foto's: Adri v.d. Laan)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2005 | | pagina 11