LITIE
4r /m
f-$^^H
^^^^^^^1
mH
gjUlgj
^^^^^T
0900-8844
Zomerconcerten
Everhard Zwart
Hardinxveldse beroepsvisser Ruub Klop ontdekt de paaiende vissen in Hollands Diep;
waterkwaliteit is volgens hem sterk verbeterd
^^^H
^^^HplT' .':^ÊI^^^^k
37^2 A'S
Fietser uit de bocht
Inbraak bouwmarlct
20% automobilisten rijdt te
snel
kievit warmte
Kerkdiensten Ger. Gem.
UNOX Knaks team op de
Zomermarkt in Ouddorp
Ontzagwekkend
Bepaald aroma
Lome avond
'fl^^S^^^HI^^^I
M^^^^^^H
BBB^fessï
^y^l^^^^^^^^^^^^^^HBHl^^KS^'
Onkunde
Ecologisch
Roofblei
Tilapia
Dinsdag 2 augustus 2005
78e jaargang
nr. 7427
Rotterdam-Rijnmond
district De Eilanden
Basiseenheid Goeree-Overflakkee
OUDDORP - Vrijdagmiddag omstreeks half
zès raakte op de Klepperweg een zestienjari
ge jongen uit Vroomshoop gewond, nadat hij
met zijn bromfiets was gevallen. De brom
fietser had een bocht te ruim genomen, waar
na hij tegen een auto aanreed. Het slachtoffer
werd met beenletsel door GGD-personeel
vervoerd naar het ziekenhuis in Dirksland.
MIDDELHARNIS - Politiepersoneel van het
district De Eilanden stelde vrijdagmorgen,
naar aanleiding van een inbraakmelding, een
onderzoek in een bouwmarkt aan de Indu
strieweg in. Onbekenden hebben het pand
doorzocht en twee geldlades, waarin enkele
honderden euro's, weggenomen.
DIRKSLAND - Personeel van de Verkeers
politie heeft donderdagmiddag een snel
heidscontrole gehouden op de Staakweg.
Tussen kwart oye.r drie en vijf uur reden 88
van de 400 passerende automobilisten te
hard. Hoogst gemeten snelheid bedroeg 79
km/uur in plaats van de toegestane 50.
Industrieweg 44
3241 MA Middelhamis
Tel.: (0187) 482609
E-mail: info@kievitwarmte.nl
www.klBvitwarmte.nl
OUDDORP - Dinsdag 2 augustus (heden),
19.30uur,ds. W. Silfhout.
OOLTGENSPLAAT - Woensdag 3 augus
tus, 19.30 uur, stud. G. Heijkamp.
OUDDORP - Op donderdag en vrijdag 4 en
5 augustus is het Unox Knaks team aanwe
zig op de zomermarkt in Ouddorp. In samen
werking met Albert Heijn Oudciorp kunnen
kinderen op diverse speeltoestellen zich ver
maken. Bij besteding van 20 euro op 4 en 5
augustus bij Albert Heijn Ouddorp kan op
vertoon van de kassabon een gratis Broodje
Knaks worden afgehaald.
Het Knaks team is aanwezig op donderdag 4
augustus van 15.00 - 20.00 uur en op vrijdag
5 augustus van 10.00 - 15.00 uur op het par
keerterrein bij Albert Heijn. Kijk voor meer
informatie op www.ah-ouddorp.nl
CAPELLE AAN DEN IJSSEL - Het
is nu voor het 18^ seizoen en daarom
inmiddels een goede traditie gewor
den. Organist Everhard Zwart geeft
in de zomermaand augustus een aan
tal orgelconcerten op het orgel van de
Ned.Herv. Nieuwe Westerkerk aan het
Valeriusrondeel te Capelle aan den
IJssel.
Het eerste concert is inmiddels gegeven,
maar op de maandagavonden 8, 15 en 22
augustus zijn er ook zomerconcerten.
Maandag 8 augustus zullen de verrichtingen
van de organist en zijn registranten door mid
del van een beeldscherm in de kerk te zien
en te volgen zijn. Het meekijken tijdens het
concert wordt door de vele luisteraars zeer
gewaardeerd.
Het programma van deze avond is weer zorg
vuldig samengesteld, zodat een goede afwis
seling tussen koraalgebonden composities,
werken van klassieke componisten en zelfs
wat meer licht klassieke muziek ontstaat. Op
deze manier kan het orgel van deze kerk in al
haar facetten tot klinken gebracht worden.
Zoals gewoonlijk worden deze concerten
geopend en afgesloten met samenzang van
een bekend lied of een Psalm. De Nieuwe
Westerkerk, aan het Valeriusrondeel, beschikt
over een ruime parkeergelegenheid.
De aanvang van de concerten is 20.00 uur, de
toegang bedraagt slechts 4,00 euro.
Finten na 35 jaar terug
via Haringvlietsluizen
STELLENDAM/BOVEN-HARDINXVELD - De fint is terug in Nederland. Vijf
endertig jaar nadat deze trekvis voorgoed verdween uit de benedenrivieren, zijn
tientallen finten waargenomen in het Hollands Diep. Ruben Willem Klop (1947),
de laatste beroepsvisser van Hardinxveld-Giessendam, deed onlangs de ontdek
king. Hij herkende de vis aan het typerende "rakken", het scheren in kringen
door het oppervlaktewater tijdens het paaien. Klop vermoedt dat de finten, die
alleen nog voorkwamen in de kustwateren, door openstaande schuiven in de
Haringvlietslulzen zijn geglipt. Hetzelfde Deltawerk dat het de fint na de voltooi
ing in 1970 onmogelijk maakte zijn paaigronden te bereiken, heeft daarmee zijn
terugkeer bewerkstelligd.
Door Gert van Engelen
Ruub Klop vond het "een vreemde gewaar
wording" om een vis terug te zien die hij
alleen nog uit zijn jeugdjaren kent. Hij is er
bijzonder verheugd over dat de fmt zich weer
voortplant in het stroomgebied van de bene
denrivieren, zijn oorspronkelijke paaihabi-
tat in Nederland, omdat dit bewijst dat "de
waterkwaliteit vooruit gaat". Hij hoopt dat
in 2008 verder herstel van vissoorten volgt,
wanneer de Haringvlietslulzen officieel op
een kier gaan. Economisch hebben finten
voor hem als visser geen waarde, omdat ze
worden beschermd. "Je mag ze niet vangen,
dus in dat opzicht zijn ze niet interessant."
Vierhonderd jaar bedrijft de Hardinxveldse
familie Klop al riviervisserij. Ze heeft daar
mee bewezen een voorbeeld te zijn van "duur
zaam beheren", van rentmeesterschap, vindt
de trotse telg Ruub Klop. Lokaal behoort de
visserij volgens hem tot "het cultuur-histo-
risch erfgoed". De riviervisserij is intussen
een uitstervende branche en het "visserijbe
drijf v/h Fa. W. Klop en Zonen" vormt daar
geen uitzondering op. "Mijn broer Adriaan
is er vijf jaar geleden uitgestapt. Hij ver
richt nog wat hand- en spandiensten, zoals
het boeten van de fuiken." Ruub Klop is
inmiddels plaatselijk de laatste beroepsvis
ser van de 230 die er een eeuw geleden
nog waren zij het niet de allerlaatste: zijn
zonen Wim (1970) en Klaas (1980) zijn het
bedrijf komen versterken.
Nog steeds 'bezit' Ruub Klop, die woont in
een riante dijkwoning in Boven-Hardinx-
veld, dezelfde visgronden als zijn vader Wim
(1910-1989). Hij heeft ze altijd aangehou
den, ook toen de Rijn in de jaren zeventig zo
zwaar vervuild was dat hij naar carbol stonk
en je er een filmrolletje in kon ontwikkelen.
De ene na de andere vissoort werd door het
gif vernietigd. "Mijn vader was ervan over
tuigd dat de visstand zich zou herstellen als
de Rijn weer rein zou worden."
Die viswaters bestrijken een groot opper
vlak en uiteenlopende rivieren: de Nieuwe,
Boven en Beneden Merwede, de Amer en
Bergse Maas, het Noordergat van de Vissen
(in de Biesbosch), het Hollands Diep (van
de splitsing Nieuwe Merwede-Amer tot aan
de Dordtse Kil), de Lek (van Jaarsveld tot
Hagestein) en Europoort (van Maassluis tot
de Maasvlakte), de Derde Merwedehaven in
Dordrecht, de Linge (van Arkel tot Rumpt)
en het Kanaal van Steenenhoek. "Er zijn
kilometers waar ik zelden of maar één keer
per jaar kom, en daar zit ik niet mee", zegt
Klop. "We hebben er toch wel een goede
boterham aan."
In 1970 ving Ruub Klop voor het laatst de
fint (Alosafallax), een "felle rover" die maxi
maal 60 cm kan worden, met een gewicht van
ongeveer een kilo. Dat was in het Noordergat
van de Vissen. "In dat laatste jaar hebben we
er nog zeker vier- tot vijfduizend gevangen."
In de eerste decennia van de vorige eeuw ver
toonde de fint zich nog in ontzagwekkende
hoeveelheden in de benedenrivieren. In 1938
bijvoorbeeld werden er 1.117.137 gevangen,
in Nederland een duizelingwekkend record.
Maar vanaf de jaren vijftig werden de vangs
ten minder. "De rivieren werden vuiler.
Tijdens de wederopbouw werd alles maar
roekeloos in de rivier gegooid." Toen het
Haringvliet werd afgesloten, was het "radi
caal gebeurd" met de fmt, die nu ook nog
eens definitief afgesneden was van zijn paai
gronden. "We zagen geen fint meer. Niet één
meer."
Finten, onderwijst Ruub Klop, zwemmen
in winter en het vroege voorjaar in de kust
wateren, daarna trekken ze de warme zoet
waterrivieren op om te paaien: finteneieren
hebben een hogere temperatuur en tijbewe
ging nodig. Kenmerkend voor hun aanwe
zigheid is het geluid van opspattend water,
dat wordt veroorzaakt door het "rakken": als
de geslachtsrijpe, drie tot vier jaar oude fin
ten hun kuit kwijt moeten, "zitten ze mekaar
achterna aan de waterspiegel, aan de opper
vlakte, en maken ze intussen grote kringen".
weet Klop.
De vangstperiode duurde decennia achtereen
altijd acht weken van precies 26 april tot
precies 21 juni. Waarom die data zo heilig
waren, weet Klop niet, alleen dat het daarna
"gesloten tijd" was. "Beroepsmatig mocht
er dan niet meer op de fint gevist worden.
Ze waren uitgepaaid, en je moest ze met rust
laten. En dat deed men ook, zoals ook de
kraamtijd bij vrouwen in acht wordt geno
men." Het vissen gebeurde met behulp van
drijfhetten die aan boeien hingen en vanuit
drijverschuiten werden binnengehaald, en
het gebeurde grotendeels 's nachts. "Dan
zien ze de netten niet."
Finten werden puur voor de consumptie
gevangen, vertelt Klop. Liefhebbers keken
uit naar de fintentijd, zoals haringeters naar
de eerste nieuwe haring. "Finten hebben een
speciale smaak. Vooral als ze een tijdje in
zoet water verkeerd hebben, krijgen ze een
bepaald aroma. De kan die smaak niet uitleg
gen. De weet wel een anekdote, die aangeeft
hoe lekker ze hier de fint vonden. Een vrouw
die gewend was fint te eten, werd ziek en
opgenomen in een Dordts ziekenhuis. Ze
knapte weer op en de verpleegster vroeg:
'Waar kan ik u blij mee msücen?' De vrouw
zei heel graag een fint te wiUen. De verpleeg
ster, die niet uit de streek kwam, dacht dat ze
een manspersoon bedoelde, een vent. Maar
die vrouw verlangde echt naar een fint."
Nog wat feiten over de fint: "De vrouwtjes
worden veel groter dan de mannetjes. Dat is
heel apart in de dierenwereld, want meestal is
het andersom. Op de rug heeft de fint verschil
lende zwarte stippen, aan de onderkant is de
vis ontzettend scherp, messscherp zelfs. De
meeste vissers hadden dan ook ontstoken of
zwerende handen van de snijwonden, die
ze afbonden met isolatieband. Bijna geüjktij-
dig met de fint trok de elft mee naar binnen,
als een soort metgezel. De elften waren altijd
minder in aantal en trokken ook veel verder
de rivieren op, soms tot het Duitse Mannheim
toe. Duitsers noemden de elft Maiflsch." Op
de website www.biesbosch.nu valt nog te
lezen, in een artikel over de geschiedenis van
uitgestorven vissoorten in de Biesbosch, dat
de fint "voor vissers een beetje het schlemiel-
tje van de trekvissenschool was". Immers: hij
was minder lekker, slechter houdbaar, gerin
ger van gewicht en had meer graten dan zakn
of elft. Bij de gemiddelde consument was de
vis dan ook minder gewild, wat zich uitte
in de prijs: finten waren verhoudingsgewijs
spotgoedkoop.
De benedenloop van de Rijn vervuilde aan
zienlijk; finten begonnen de rivieren, kreken
en kUlen te mijden. Toen de HaringvUetslui-
zen het vervolgens ormiogelijk maakten nog
eitjes af te zetten op de vertrouwde paaiplaat-
sen, was het in het zoetwatergetijdengebied
finaal afgelopen met de fint. Voor Ruub
Klop werd de vis nostalgie, een trekvis die
niet meer voorkwam in zijn belevingswereld.
De fint, die scherende rakker, viel Jleen nog
aan te treffen in de Noordzee, de Oostzee, de
Middellandse Zee en in de Atlantische Oce
aan. Ver weg dus, ver uit het zicht.
Tot eind mei, begin juni dit jaar. Ruub Klop
was op een lome zaterdagavond aan het varen
op het HoUands Diep, samen met zijn vrouw
Sjanie Mostert (1949). Dat deden ze wel
vaker, zegt hij. "Overdag vissen we altijd,
maar op zaterdagavond ga ik varen voor de
lol." 2e bevonden zich aan de noordzijde van
het HoDands Diep, tussen de Moerdijkbrug
en het Zeilgat, in de buurt van de kilome-
terraaien 982 en 980. "Daar is het rustiger,
want er is geen vaargeul." Ineens zagen en
hoorden ze woest gewoel in het water. Rak-
kende finten! Ze herkenden het meteen. Sja
nie Mostert: "Ik wist nog wat het was van
toen we verkering hadden." TientaDen waren
het er, en toen zij in het volgende weekein
de, op dezelfde plek, opnieuw paaiende fin-
mi
■I
^^H^
Hl
"•a^^^^^^^^^^^l
H
i^B
H
■1
1
Visser Ruub Klop met in zijn hand de fint. De vis, door zijn zoon in eenjuilc gevonden, is even uit de diepvries gehaald voor de foto, maar gaat voor onderzoek
ten zagen, wisten ze het helemaal zeker: ze
waren getuige van de historische terugkeer
van de fint.
Wat dacht u, na 35 jaar geen fint te hebben
gezien?
Sjanie Mostert, lachend: "Ik moest denken
aan die keer dat ik bijna werd begraven onder
de finten. De zat naast Ruub in de stationcar
die hij toen had en achterin stonden kisten
met finten. Op een gegeven moment moest
hij keihard rerrmien, de lading vloog naar
voren door de auto, met als gevolg dat ik
onder de finten kwam te zitten."
Ruub Klop was opgetogen dat hij de fint
terugzag: "Wij vonden het bijzonder. Opbeu
rend nieuws. Wij weten natuurlijk al heel lang
dat de kieropening van de HaringvUetsluizen
eraan zit te komen. Oorspronkelijk stond dat
gepland voor dit jaar, maar het is later 2008
geworden. Toen wij die finten zagen, dacht
ik: 'Het is 2005, geen 2008 en toch zie ik
finten.' Het was een rare gewaarwording.
Ik denk dat enkele finten naar binnen zijn
gefloept bij het kenteren van het tij, als de
HaringvUetsluizen nog net openstaan. Het is
bekend dat de sluizen bij eb al verschillende
keren even op een kier hebben gestaan."
Klop dacht nóg iets toen hij de levenslustig
rakkende finten waarnam, namelijk dat er bij
biologen en wetenschappers "veel onkunde
is". Hij licht toe: "Die zogenaamde deskun
digen zeggen telkens, vooral als het gaat om
de aanleg van nevengeulen, dat finten een
grindbed nodig hebben voor het paaien. Dat
zou pas goed voor ze zijn. Maar het is abso
lute kolder. Het geldt misschien voor andere
vissen, zoals de rivierdonderpad, de barbeel
en de zalm, maar finten paaien aan de opper
vlakte, en niet in een grindbed."
Hij en zijn echtgenote hadden dan wel fin
ten gezien, maar wie zou ze op hun woord
geloven? Het echtpaar Klop trof het. Twee
dagen nadat zij hun ontdekking deden, vond
hun zoon Klaas een dode fint in een van de
fuiken die hij lichtte op dezelfde locatie (nog
zo'n karakteristieke trek van de fint: hij gaat
dood als hij in aanraking is geweest met een
net). Hij overhandigde de vis aan zijn vader
met de woorden: "Pa, je hebt niet overdreven
deze keer, hier heb ik er één." Ruub Klop,
glimlachend: "Ik vertel mijn kinderen vaak
over vroeger en dan word je wel eens beticht
van sterke verhalen. Over de fint heb ik het
natuurlijk ook gehad, zeker toen mijn vrouw
en ik ze hadden gezien. Nu wisten ze zeker
dat wij niets verzonnen hadden, ik kon het
bewijzen."
Klop haalt de vis te voorschijn uit de diep
vries, om ermee gefotografeerd te worden.
Binnenkort staat hij de fint af aan het Rivo,
het Nederlands (vroeger Rijks) Instituut voor
Visserijonderzoek in IJmuiden. "Daar gaan
naar het Rivo in IJmuiden. (Foto Gert van Engelen)
ze de vis onderzoeken. Op leeftijd, geslacht
en voortplantingsorganen: is het hom of kuit
en welke invloed heeft de waterkwaliteit op
de eitjes gehad?"
Dat de waterkwaüteit op zich is verbeterd
in de benedenloop van de Rijn, weet Ruub
Klop zonder onderzoek ook wel. Dat ziet
hij zelf aan de hand van zijn vangsten, en de
herontdekking van de fint is er het zoveelste
voorbeeld van.
Hij geeft geduldig uitleg over dit - ecologi
sche - aspect van zijn werk. "Veel vissers vis
sen voor de heb. Dat doe ik ook wel, maar
ik hoef niet de laatste vis te vangen. Ik wil
de viswaters ook goed achterlaten voor de
volgende generatie: rentmeesterschap." Hij
doet mee aan proefonderzoeken van het Riza
(Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbe
heer en Afvalwaterbehandelin'g) in Lelystad
en is gefocust op bijzondere of terugkerende
vissoorten. "Wij vangen veel veelvoorko
mende vissen, maar wij letten extra op uit
zonderlijke soorten. Waarom? Omdat het een
opwaardering is van ons visgebied. Wij zijn
er trots op, en hoe meer soorten er voorko
men, hoe trotser wij zijn. Nee, niet om de
economische waarde van die vissen, maar
gewoon, omdat we dan gelukkiger zijn met
onze viswaters en ons werk. Wij beroepen
ons niet voor niets op duurzaam beheer."
De hervonden fint nu, vervolgt Klop, duidt
er op dat de waterkwaliteit beter wordt. Want
het was beslist niet alleen de afsluiting van
het Haringvliet die de vis naar de zee ver
bande.
"De laatste jaren dat wij op fint vingen, tus
sen 1960 en 1970, was de Rijn erger vervuild
dan de Maas. Die fint proefde dat. Je hoefde
echt niet meer aan de noordkant van het Hol
lands Diep te vissen. Je ving er niets meer.
Negenennegentig procent ging die laatste
tien jaar al het schonere Maaswater op, en
zwom dus aan de Brabantse kant van het
Hollands Diep. Dus waren wij verplicht daar
ook heen te gaan. Frappant is nu dat wij die
paaiende finten naar de noordzijde van het
HoUand Diep hebben gezien, en niet op de
Amer. Dat geeft aan dat het Rijnwater van
een betere kwaliteit is dan het Maaswater, als
je 't aan de fint vraagt."
De fint is niet de eerste vissoort die Klop
terugziet. De elft, dat zusje van de fint, ving
hij vorig jaar al tot zijn grote verrassing op de
Lek, en deze zomer opnieuw. Vier heeft hij er
in totaal gevangen. Klop vermoedt dat deze
vis de Lek via de Nieuwe Waterweg heeft
weten te bereiken. En in voorgaande jaren
verschenen in het HoUands Diep of Bene
den Merwede plotsklaps de houting weer,
de sneep, de Europese meerval, de roofblei.
vimba en marmergrondel allemaal tast
bare bewijzen, zegt hij, dat de Rijn schoner
wordt. Deze ontwikkelingen stemmen hem
oprecht blij; zijn pretogen gaan er vrolijk
van glinsteren. Hij is merkbaar geen visser
die vis louter als handelswaar beschouwt.
"Het komt terug en het mag terugkomen",
zegt hij over vissoorten die hun weg weer
vinden in het zoetwatergebied, maar daarmee
is niet gezegd dat hij zonder kritiek is. Met
name het aanstaande op een kier zetten van
de HaringvUetsluizen ergert hem zij het
op onverwachte wijze. Hem stoort niet ddt ze
opengaan, meer dat het zo zuinigjes gebeurt.
"Wetenschappers", foetert hij, "en in hun kiel
zog de politici, denken dat wij de vissoorten
terugkrijgen als de sluizen een beetje open
gaan. Ik denk dat de meeste winst te beha
len is als de sluizen nog veel verder open
gaan. Hoe verder, hoe beter. Laat de natuur
maar zijn gang gaan. Zoetwatervissen, zoals
voorn, brasem, snoek en winde, worden bij
hoge rivierafvoeren, bij het spuien dus, in het
zoute water gesmeten. Met honderden ton
nen tegelijk. Maar zij zijn sterke stroming en
zoutwater niet meer gewend. Ze zijn opge
groeid in zoetwater en als ze in zee belanden,
worden ze blind en gaan ze langzaam dood."
"Dit komt doordat de overgang te abrupt is.
De overgang wordt te hard. Wat we nodig
hebben, is een zachte, geleidelijke overgang,
van zout, naar brak, naar zoet. Daarom pleit
ik ervoor om de sluizen zo ver mogelijk open
te zetten. Dan krijg je een natuurlijke over
gang van eb en vloed, van zout naar zoet. Het
betekent het behoud van de zoetwatervis
stand. De zoetwatervissen blijven vanzelf in
het zoete water. En zoutwatersoorten als de
fint, elft, wijting, sprot, bot, harder, zeeprik,
paling, garnalen, zalm, zeeforel en steur,
kunnen weer ongehinderd in het zoete water
komen om zich voort te planten. Ze komen
er vanzelf terecht, daar hoeven ze niets voor
te doen. Maar onder wetenschappers wordt
over die natuurlijke overgang gezwegen; ik
denk uit onkunde."
Ruub Klop heeft de fint herontdekt in Neder
land en hij is er verrukt over. Ecologisch, niet
economisch. Want, zegt hij, de vis staat op
de Europese lijst van beschermde vissoorten.
"De mag er niet op vissen; ze brengen dus
niets op." Los daarvan denkt hij ook niet dat
de vis, 35 jaar later, nog steeds als een lekker
nij wordt beschouwd. Klop: "De eetgewoon
ten van de Nederlanders zijn behoorlijk ver
anderd. De denk dat ze nu hun neus ophalen
voor de fint, omdat er erg veel graat aan zit.
Mensen zijn gewend aan graatloze stukjes
vis, van tUapia of panga, en de meesten gun
nen zich niet meer de tijd om de fint te ont-
graten. Vroeger losten ze dat hier in de streek
op door ze te bakken en in het zuur te zetten.
Na een maand waren de graten verteerd."