LITIE
Toename van vleermuizen
op Goeree-Overflakkee
0900-8844
Lichtjesfietstoer
Ouddorp aan Zee
de heer Anthonie Willem Driesprong
Politie waarschuwt
voor oplichting
Ophalen oud papier
Jaap van den Ende
geeft beiaardconcert
in Goedereede
chr. streekblad op gereformeerde grondslag
voor de zuid-hollandse en zeeuwse eilanden
Gewonde bij aanrijding
Jongeren aangehouden voor
vernielingen
IN MEMORIAM
(12-01-1931 -19-07-2005)
actief in beeld en geluid
Kerkdienst Gen Gem.
Telefonische prijswinnaars
Ooitgensplaat
*Groei is te danken aan speciaal ingerichte bunkers*
'Enge beestjeszijn volgens onderzoeker Kees Mostert onschuldige dieren
Enge beestjes
Strottenhoofd
Ijskelders
Dwergvleermuis
^A'c J r?
y5 -e
Dinsdag 26 juli 2005
78e jaargang
nr. 7425
Rotterdam-Rijnmond
district De Eilanden
Basiseenheid Goeree-Overflakkee
OOLTGENSPLAAT - Een 18-jarige jongen
uit Oude Tonge raakte vrijdagmorgen rond
half zes gewond door een eenzijdig ongeval
op de N59. De jongen zat op de bijrijderstoel,
toen de bestuurder, een I9-jarige jongen even
eens uit Oude-Tonge, door nog onbekende
oorzaak de macht over het stuur verloor, en
tegen een lantarenpaal reed. Het slachtoffer
werd met pijn aan de borst overgebracht naar
het Zuiderziekenhuis. De lantarenpaal werd
bij de botsing uit de grond gereden en viel
over de weg, waar een tweede auto tegenaan
reed. De bestuurder van de tweede auto, een
48-jarige Schiedammer, bleef ongedeerd.
MIDDELHARNIS - Naar aanleiding van een
melding over vernielingen aan auto's werden
zondagmorgen vroeg op de parallelweg van
de N215, rond een uur, twee jongens van 16
en 17 jaar uit Nieuwe Tonge aangehouden.
De jongens hadden eerder, in gezelschap van
twee leeftijdgenoten, van verschilende auto's
die geparkeerd stonden aan de Langeweg in
Middelhamis, de buitenspiegels afgetrapt.
De jongens gingen er vervolgens op de fiets
vandoor. De jongens bekenden de vernielin
gen en werden voor verder verhoor overge
bracht naar het politiebureau.
Na een lichtjesfietstoer in 2004
met een heleboel regen,
viel de opbrengst voor speeltuin De Flipjes
een beetje tegen.
Daarom zullen wij op 12 augustus
een nieuwe poging wagen,
om met een zee van kaarslicht
een steentje bij te dragen.
Met al het mogelijke wat u
op de zolder nog kunt vinden,
kunt u de passerende fietsers met de
schoonheid van uw verlichte tuin verblinden.
We hebben de straten
hieronder weer voor u op een rij gezet,
en verwachten natuurlijk dat ook u
zorgt voor een beetje extra pret.
U kunt dus weer fakkels, lichtjes en kaarsen sparen,
maar ook potjes en kerstverlichting kunt u bewaren.
De route staal vast,
maar heeft u vragen of een leuk idee,
neem dan gerust contact op met de Ouddorpse WV.
Route: Alexanderstraat, Beatrixweg*, Bem-
hardweg*, Bokweg, Bredeweg"", Broek
weg*, Diependorst*, Dirkdoensweg*,
Dorpstienden, Dorpsweg*, Duffelweg,
Duinkerkerweg, Geleedststraat, De Gracht*,
Hazersweg*, Hermansweg*, Hoenderdijk*,
Hofdijksweg*, Hoge Pad*, Ireneweg, Kel-
derweg*. Kerkboek, De Kille, kooiweg*,
Margrietweg*, Marijkeweg*, Molenblok*,
Molenweg*, Preekhillaan, Pretoriuslaan,
Raadhuisstraat, Smalle Einde*, Spaanseweg,
Stationsweg*, Steenkreek, Steenweg*, Ste
nenbaak, Volgerblok, Weststraat*, Wilhelmi
naweg*, Zouthoek.
wordt slechts gedeeltelijk meegenomen;
neem voor informatie contact op met WV
Ouddorp aan Zee: 0187-681789.
Vorige week dinsdag overleed op
74-jarige leeftijd de heer A.W. Drie
sprong uit Dirksland. Hij was lid van
de raadsfractie van de WD. Tijdens
de crematieplechtigheid, afgelopen
zaterdag hield burgemeester drs. S.
Stoop van Dirksland een toespraak,
waarvan we hier enkele passages
afdrukken.
"Woensdagmorgen werden we geconfron
teerd met de verbijsterende mededeling dat
de heer Anthonie Willem Driesprong dins
dagavond was heengegaan op de leeftijd
van 74 jaar. De adem stokt je in de keel. Er
is een lege plaats gevallen, allereerst in de
gezins- en familiekring.
Daarnaast in de kring van het gemeentebe
stuur van Dirksland en andere verbanden.
Er is een lege plaats gevallen, die nooit
meer zal worden ingenomen op de geheel
eigen manier waarop de heer Driesprong
die innam. Vandaag probeer ik voor u tot
uitdrukking te brengen welke betekenis
Anton Driesprong heeft gehad voor de
gemeenschap van Dirksland.
Op 12 april 1994 deed de heer Driesprong
zijn intrede in de gemeenteraad van Dirks
land als lid van de WD-fractie. Wie zich
realiseert dat iemand op 63-jarige leeftijd
begint aan een plaatselijke politieke car
rière, zal tegelijkertijd beseffen dat Drie
sprong kennelijk een persoon moest zijn
die zich betrokken wist op de problematiek
van de gemeente en die beschikte over een
behoorlijke energie.
Het lid-zijn van een politiek-bestuurlijk
orgaan, zoals de gemeenteraad, is geen
vorm van louter hobbyisme, geen bijbaantje
voor een bepaald prestige, maar een ambt.
Een ambt dat iemand vervult op grond van
politieke idealen en denkbeelden. Dit was
ook de houding van Driesprong. Hij vatte
het politieke werk zeer gewetensvol op,
maakte werk van het bestuderen van stuk
ken en andere informatie en vormde zich
daarover eèn mening. Op de website van
de gemeente liet hij bij zijn persoonsgege
vens het volgende optekenen: "Ik tracht de
zaken zeer serieus te nemen. Half werk is
niet mijn uitgangspunt. Vooraf mij verdie
pen in de beleidszaken van de gemeente is
voor mij van essentieel belang".
Zijn denkbeelden waren doortrokken van
het liberale gedachtegoed, waaraan hij zich
verbonden wist. Een liberaal in hart en nie
ren, zou je kunnen zeggen. Kenmerkend
waren zijn politieke omgangsvormen: stijl
vol, correct en beleefd, zoekend naar con
sensus met anderen, integer en respectvol.
Kortom: een heer van stand.
Driesprong hield zich in alle elf jaren van
zijn raadslidmaatschap bezig met gemeen
telijke financiën. Vooral aan algemene
beschouwingen bij de begrotingsbehande
lingen besteedde hij veelt tijd. In de tweede
ronde bij de discussies in de raad maakte
hij soms alternatieve berekeningen en ver
onderstellingen, die door anderen niet altijd
A. W. Driesprong.
te volgen waren. Een enkele keer kreeg ik
de indruk dat men op verschillende golf
lengtes zat. Een ding was zeer duideüjk:
hij had aandacht voor het detail met een
nauwkeurigheid tot twee cijfers achter de
komma.
Een aspect wil ik u niet onthouden. Na de
begrotingsbehandeling was het een traditie
om af te sluiten met een dronk. Een dronk
met wijn van Dirkslandse bodem. Wijn van
Driesprong. De zeg dit om te illustreren dat
de heer Driesprong heel erg gesteld was
op goede persoonlijke verhoudingen, die
mede door deze tradities in stand gehouden
konden worden. Door deze manier van zijn
handelen liet hij zijn dienstbaarheid zien
en het vormde tevens een illustratie van
een van zijn uitspraken: "men moet er met
elkaar iets van maken."
In het achterliggende voorjaar kampte hij
weer met gezondheidsproblemen. Toen we
elkaar bij hem thuis spraken, was hij ener
zijds onzeker over wat hem te wachten zou
kunnen staan. Anderzijds probeerde hij
positief te blijven denken. Zéker toen hij
trots de familiefoto's liet zien en vertelde
over de tuin en zijn hobby: met wijnbe-
reiding in de weer zijn. Hij hoopte op een
kortdurende periode van behandeling en
mogelijk herstel, opdat hij na de zomer
weer actief zou kunnen zijn. Uiteindelijk
was het zijn wens dat hij deze raadspe
riode af zou kunnen maken en dat hij de
nog resterende tijd tot maart volgend jaar
kon gebruiken om één en ander goed over
te dragen aan een opvolger. Zelfs toen ik
hem drie weken geleden telefonisch sprak,
had ik de indruk dat hij nog hoopte op een
terugkeer. Niemand had kunnen denken
dat het daarna alsmaar slechter zou worden
en dat het einde zo dichtbij was.
Vandaag staan we stil bij het heengaan van
Anthonie Willem Driesprong. Wij zijn hem
dank verschuldigd voor de wijze waarop
hij dienstbaar is geweest aan de gemeen
schap van Dirksland. We gedenken hem
met respect."
COMBI
1 UUT foto-turvicm I
JSU.(01l7]il1t)lfn6t]7U
OUDDORP - Donderdag 28 juU, 19.30 uur,
ds. W.J. Karels.
MELISSANT - Donderdag 28 juli, 19.30
uur, ds. C. Neele.
De politie Rotterdam-Rijnmond heeft de
afgelopen week diverse aangiften binnenge
kregen van mensen die het slachtoffer zijn
geworden van oplichting. In alle gevallen
verloopt de oplichting op nagenoeg dezelfde
wijze.
Een vrouw benadert het slachtoffer telefo
nisch met het verhaal dat men een reis heeft
gewonnen. Als men belangstelling heeft in
de reis, moet er een cijfer ingedrukt worden.
Hierna krijgt men een Engels sprekende per
soon aan de lijn. Deze man vraagt naar het
creditcardnummer en de vervaldatum van de
card, dit in verband met de afschrijving van
enkele kosten.
Met behulp van onder meer deze gegevens
wordt er een bedrag van gemiddeld een paar
honderd euro van de rekening van de 'prijs
winnaar' afgeboekt, die de zogenaamde
gewonnen reis vervolgens niet ontvangt.
De pohtie waarschuwt voor deze vorm van
ophchting en adviseert om nooit aan een
onbekende het creditcardnummer of andere
bankgegevens door te geven. Wordt u op
dezelfde of soortgelijke wijze benaderd of
bent u het slachtoffer geworden van deze
oplichting, neem dan contact op met de
politie via het telefoonnummer 0900-8844
(lokaal tarief) of bij een politiebureau bij u
in de buurt.
De oud papier commissie van de Gerefor
meerde Gemeente te Ooitgensplaat hoopt
donderdag 28 juli a.s. vanaf 17.30 uur in
haar eigen woonplaats weer oud papier op te
halen. Men wordt verzocht het papier goed
gebundeld langs de weg te zetten.
De beiaard van de St. Catharinatoren
te Goedereede wordt zaterdag 30 juli
a.s. tussen 16.00 en 17.00 uur bespeeld
door Jaap van den Ende. Dit is het
vijfde concert van dit jaar in de serie
beiaardconcerten die jaarlijks worden
georganiseerd door de Stichting Vrien
den van de Goereese Beiaard.
Jaap van den Ende werkte vanaf zijn 14e jaar
als meubelmaker en antiekrestaurateur in de
antiekzaak van zijn vader. Hij werd mees
ter-meubelmaker en ook leraar in het Nij
verheidsonderwijs. Aan de Academie voor
Beeldende Kunsten studeerde hij daarnaast
Beeldhouwen en Tekenen. Inmssen groeide
ook - geanimeerd door zijn moeder - zijn
belangstelling voor muziek. Hij begon op
zijn 7e jaar met orgelspelen. Ook maakte
hij kennis met diverse blaasinstrumenten. In
1952 behaalde hij het diploma Staatsexamen
Beiaard M.O.B. Vanaf 1952 tot zijn 65e jaar
was hij stadsbeiaardier in diverse steden.
Hij is een veelgevraagd adviseur voor bei-
aardbouw, ontwerpen en restaureren. In die
hoedanigheid was hij bij zo'n 300 projec
ten betrokken. Ook bij de eerste en tweede
fase van de totstandkoming van de beiaard
in Goedereede. Met dit instrument is hij dan
ook erg vertrouwd. En dat zal blijken tijdens
het concert! Tegenwoordig geeft hij, naast
die advieswerkzaamheden en optredens bij
gelegenheidsbespelingen, voordrachten over
restauratie, renaissancemuziek, kunsthisto
rie en oude blaasinstrumenten. Van 1973 tot
april 2005 was hij oprichter en voorzitter van
de Historische Vereniging Schoonhoven. Hij
woont in Schoonhoven en is getrouwd met
de kunstenares Coby C.M. Krouwel.
In zijn programma voor het concert op 30
juli heeft Jaap van den Ende gekozen voor
een 'klassieke' kleur. Hij speelt eigen bewer
kingen van een aantal werken van Johann
Sebastian Bach: religieuze aria's en cantates,
delen uit één van de cellosuites en enkele
orgelwerken. Daarnaast bewerkingen van
liederen van Franz Schubert en van enkele
bekende pianowerken van Frederic Chopin.
Vanaf 16.00 uur kunnen luisteraars plaatsne
men aan de voet van de toren of in de daarbij
gelegen kruidentuin. Programma's zijn gratis
te verkrijgen bij de kassa van het Torenmu-
seum onder in de toren. Schroom niet om dan
ook een kaartje te kopen voor de beklimming
van de toren zelf. Want behalve een schitte
rend uitzicht vanaf de toren, kan men op de
tweede 'verdieping' dan ook de beiaardier
aan het werk zien.
Steeds meer vleermuizen bevolken
Goeree-Overflakkee. Duizelingwek
kend is hun aantal niet te noemen, eer
der vrij gering, maar onmiskenbaar
tekent zich langzaam een stijging af.
De groei blijkt uit het aantal vleermui
zen dat succesvol weet te overwinteren
in de bunkers op het eiland. Jaarlijks
worden deze 'veilige rustplaatsen'
gecontroleerd, en vastgesteld is nu dat
zich er tussen de 37 en 47 exemplaren
ophouden. Tien jaar geleden waren
dat er nog slechts achttien, 's Zomers
fladderen er overigens enige honder
den vleermuizen over nachtelijk Goe
ree-Overflakkee, onhoorbaar jagend
op insecten. Delftenaar Kees Mostert
verricht al vijftien jaar vleermuis-
onderzoek op Goeree-Overflakkee.
Hij vertelt dat de toename van vleer
muizen deels te verklaren is door het
inrichten van bunkers als overwinte-
ringsplek. Het eiland telt zo'n 20 bun
kers en in acht ervan verblijven vleer
muizen. Als in de komende jaren ook
de bunkers langs de Oostdijk en op De
Punt geschikt worden gemaakt, is er
volgens Mostert zelfs een kans dat de
vleermuizen een populatie opbouwen,
met jongen en zomerkolonies.
Door Gert van Engelen
In zijn jeugd is hij Ud geweest van de Neder
landse Jeugdbond van Natuurstudie, een
legendarische kweekvijver van natuurvor
sers. Hij is nu beleidsmedewerker natuur bij
de Provincie Zuid-Holland. Zijn flatwoning
in Delft is bezaaid met vogel- en natuurboe-
ken. En 's nachts, als anderen vredig plegen
te slapen, fietst Kees Mostert ergens in Zuid-
Holland rond met een 'vleermuisdetector',
speurend naar vleermuizen.
Het is duidelijk: Kees Mostert (1961, Delft) is
vervlochten met de natuur. De natuur en hij zijn
knoop en knoopsgat. Werk, hobby en bestaan
zijn versmolten. Wie hem ontmoet, komt daar
al na enkele ogenblikken achter. Raadselach
tiger is het verband is mssen deze Delftenaar
en Goeree-Overflakkee. Hoe is dat ontstaan,
wat zoekt deze Randstedeüng er eigenlijk? "Ik
ken het eiland al vrij lang", vertelt hij. "Als
twaalfjarige kwam ik er al. Met mijn ouders
ging ik er op vakantie - naar de Kwade Hoek,
De Punt, naar de Grevelingen."
"Ik kom er nog steeds veel", vervolgt hij. "Ik
vind Goeree-Overflakkee één van de mooiste
plekken van Zuid-Holland. Het eiland kent
een grote afwisseling van landschappen, die
dicht bij elkaar liggen. Het is een behouden
de streek. Nederland is er trager; maatschap
pelijke ontwikkelingen gaan er minder snel.
Dat heeft positieve kanten voor de natuur en
het landschap: dingen zijn er langer bewaard.
Daar komt bijde gemeenten zijn er vrij klein.
Mensen zijn meer betrokken bij hun directe
omgeving. Je kunt er makkelijker afspraken
maken over natuurbeheer, merk ik in mijn
werk. 't Gaat er eenvoudiger dan elders."
Vleermuizen - bij de gedachte eraan voelt
menigeen ijzig koude nlUngen over de rug
lopen. Nogal wat mensen, waarschijnUjk
beïnvloed door griezelfilmbeelden, vinden
deze vliegende zoogdieren "enge beestjes met
scherpe tandjes". Kees Mostert weet wel beter.
Vleermuizen zijn nuttig, omdat het insec
teneters zijn. "Per etmaal eten ze hun eigen
Uchaamsgewicht aan insecten, veel muggen
bijvoorbeeld. Eigenlijk zijn het de zwalu
wen van de nacht." En met die tandjes doen
ze "weinig kwaads". "Het zijn heel grappige,
onschuldige en interessante diertjes."
Over vleermuizen was tot in de jaren tachtig
weinig bekend. Dat lag grotendeels aan hun
aard. Mostert: "Het zijn nachtelijke dieren,
die een verborgen levenswijze hebben." Dat
onbekende was precies wat Mostert al van
kinds af aan fascineerde. Hij zag het als een
uitdaging om dit "onbekende fenomeen"
te ontrafelen. Maar lange tijd kon dat niet.
Er was geen apparaat voorhanden waarmee
vleermuizen konden worden waargenomen.
Dat veranderde in 1985. Toen kwam de 'bat-
detector' op de markt, de vleermuisverkhk-
ker. Toen werd het mogelijk om de vleermuis
te 'zien'. Het avonmurkon beginnen.
Vleermuizen produceren met hun strotten
hoofd geluiden die ze uitzenden. Door de
weerkaatsing ervan kuimen zij zich oriënte
ren. Mensen kunnen deze ultrasone signalen
niet horen. De vleermuisdetector wel. Die
vangt de geluiden op en vertaalt ze in hoorba
re tikken. Zo kunnen niet alleen vleermuizen
Kees Mostert, op het balkon van zijn Delftse flatwoning:
"Vleermuizen zijn eigenlijk de zwaluwen van de nacht". (Foto: Gen van Engelen)
worden getraceerd (gedetecteerd), maar kun
nen ook de verschillende soorten worden her
kend, ledere soort bezigt namelijk een andere
frequentie. Mostert schafte zich zo'n detector
aan: eindelijk kon hij kennis gaan verzame
len over het gedrag van de vleermuis.
Hij deed zijn veldonderzoek niet in zijn een
tje. Mostert was in 1980 lid geworden van
de V2Z, de (overkoepelende, landelijke)
Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoog-
dierbescherming. Samen met enkele andere
vrijwilligers van de VZZ vormde hij een
werkgroepje, dat Zuid-Holland in de zomer
maanden ging afstruinen op vleermuizen.
Bij gunstig weer fietsten of reden de werk-
groepleden, steeds in andere samenstelling
en met de batdetector in de hand, over dijken
en weggetjes, onderwijl noterend waar een
vleermuis werd gehoord en weUce soort.
Zorgvuldig werd zo een vierkante kilometer
afgewerkt. Mostert: "Wij proberen elke vier
kante kilometer per periode driemaal te doen,
zodat je drie verschillende bezoeken op drie
verschillende momenten aflegt." Kees Mos
tert kreeg Zuid-Holland als werkgebied toe
bedeeld en daarmee Goeree-Overflakkee.
Samen met mede-vrijwilliger Jan Wonder-
gem begon hij er het vleermuisonderzoek.
"We waren pioniers. We gingen letterlijk op
ontdekkingsreis", zo brengt hij de begintijd
in herinnering.
Goeree-Oveiflakkee was geen vanzelfspre
kend vleermuisgebied. "Het is een eiland
met een open landschap, dat bovendien
lang geïsoleerd is geweest, tot 1964. Voor
vleermuizen was het een armer gebied dan
bijvoorbeeld de bosrijke binnenduinen bij
Wassenaar. Daarnaast verhinderden de grote
Deltawateren dat de soorten zich makkelijk
verspreidden."
Over aantallen en soorten op Goeree-Over
flakkee waren nauwelijks gegevens verkrijg
baar, domweg omdat er in Nederland über
haupt weinig onderzoek was gedaan. Mos
tert: "Bekend is alleen dat in de jaren zestig
incidenteel enkele overwinterende vleer
muizen zijn aangetroffen in het voormaUge
fort Prins Frederik bij Ooitgensplaat, waar
onder de Baardvleermuis en de Meervleer
muis. Helaas is dit fort niet meer geschikt
voor vleermuizen." Hij en Jan Wondergem
moesten welbeschouwd met nul komma niks
beginnen.
Tweeledig was de aanpak van het duo. Eerst
speurden zij met de auto, aan de hand van
informatie van Natuurmonumenten, Staats
bosbeheer en de Topografische Dienst, naar
'overwinteringsplaatsen' van vleermuizen.
Dat zijn normaal gesproken bunkers, ijs-
en aardappelkelders, ruines, grafkelders en
ondergrondse gangen. Op Goeree-Overflak
kee was de oogst niet zo rijk, er zijn alleen
bunkers, in het duingebied. Uiteindelijk wer
den er zo'n twintig gevonden.
Bunkers, licht Mostert toe, zijn net als kel
ders en grotten voor veel soorten vleer
muizen gewilde winteronderkomens. "Met
een vetvoorraad die net toereikend is om
de winter door te komen, zoeken zij vorst-
vrije plekken op die donker zijn, rustig, een
hoge luchtvochtigheid hebben en een lage,
constante temperatuur." Door bunkers in te
richten en af te sluiten, worden ze geschikter
voor vleermuizen om te overwinteren. In het
begin was op het eiland geen sprake van spe
ciale bunkers. Mostert en Wondergem troffen
er dan ook geen vleermuizen aan. Inmiddels
zijn zo'n acht bunkers aangepast en is het
aantal vleermuizen in tien jaar tijd gestaag
gegroeid van O naar 18 naar 28 naar 47.
Dit roept de vraag op waar die vleermuizen
ineens vandaan komen? Waren ze dan al op
Goeree-Overflakkee
Mostert: "Dat weten we niet zo goed. Van de
Grootoorvleermuis, die graag op warme zol
ders in bijvoorbeeld oude kerkgebouwen ver-
bhjft, is het aannemeüjk dat die van het eiland
zelf komen. Watervleermuizen komen moge
lijk vanuit andere gebieden in de Delta."
De laatste jaren, zegt Mostert, schommelt het
aantal vleerrhuizen in de bunkers tussen de
37 en 47. Dat blijkt uit de jaarlijkse tellingen,
controles trouwens die, om de vleermuizen
zo weinig mogelijk te storen, één keer per
jaar worden toegepast, half januari. Nauw
gezet worden de bunkers dan geïnspecteerd
om de vergelijking met voorgaande jaren
betrouwbaar te houden. Afgelopen winter
kon de inventarisatie worden uitgebreid met
een bunker in de Preekhilpolder. Mostert
hoopt dat spoedig andere bunkers volgen
waarvan het bestaan vaststaat, die langs de
Oostdijk en De Punt.
De tweede wijze van onderzoek speelt zich
's zomers af. Dat zijn de nachtelijke fiets- of
autotochten met de batdetector. Mostert: "De
ken elk weggetje, ik kom overal." De detec
tor bracht de aanwezigheid van enige honder
den vleermuizen aan het licht. "Maar", zegt
Mostert, "ik moet er bij zeggen dat driekwart
van de waarnemingen wordt bepaald door
één soort: de gewone dwergvleermuis. Dat
is de vleermuis die mensen vaak 's avonds
zien. De dwergvleermuis is de huismus
onder de vleermuizen. Hij is goed aangepast;
hij gebruikt menselijke behuizingen voor
de winterslaap, zoals spouwmuren, spleten,
gaten, ruimtes onder dakpannen."
Met andere woorden: de dwergvleermuis
overwintert op plaatsen die moeilijk te
inspecteren zijn. Hierdoor wordt die terugval
veroorzaakt van enkele honderden vleermui
zen in de zomer en slechts 47 in de winter.
De dwergvleermuis heeft zich onvindbaar
verstopt. De andere soorten zijn de soorten
die 's winters in de bunkers kruipen. In totaal,
vervolgt Mostert, zijn zeven soorten op Goe
ree-Overflakkee geregistreerd. Afgezien van
de dwergvleermuis komen de laatste jaren de
Watervleermuis en de Grootoorvleermuis in
toenemende mate voor. De overige vier soor
ten zijn "erg schaars", zegt Mostert. "Dan
spreek je van enkele exemplaren."
De kennis die Mostert en zijn metgezellen
van de VZZ vergaren, wordt tegenwoordig
professioneel verwerkt. Er is een landelijk
meetnet dat de 'aantalontwikkeling' van
vleermuizen volgt. Toen de 'batdetector' net
was verschenen, verliep alle research nogal
knuUig: tientallen mensen trokken er enthou
siast, maar ongecoördineerd op uit, herinnert
Mostert zich. "Iedereen deed zelf maar wat.
Het was heel onsamenhangend. En de nieuwe
kennis die de batdetectors opleverden, werd
gepubliceerd in uiteenlopende tijdschriften."
Pas in 1997 zijn alle losse, afzonderlijke
meetresultaten gebundeld, in de Atlas van de
Nederlandse Vleermuizen, een uitgave van
de Koninklijke Nederlandse Natuurhistori
sche Vereniging. Kees Mostert was één van
de drie redacteuren van dit boek. "Een ver
rassing was dat zich in Nederland véél meer
vleermuizen ophouden dan we dachten, tien
duizenden toch wel. Mensen gingen er van
uit dat het zeldzame dieren waren, maar dat
bleek mee te vallen. Dat was ook wel weer
logisch, want eerst viel de aanwezigheid van
vleermuizen niet te controleren."
Hij voegt toe dat er volgens de Atlas in heel
Nederland 21 vleermuissoorten zijn aange
troffen, waarvan twaalf regelmatig in West-
Nederland. De overige soorten zijn "zeer
plaatselijk" of worden "in zeer kleine aantal
len" waargenomen. Enkele soorten zijn zelfs
iimiiddels uitgestorven.
Vervolg op pagina 2