'Herbersfdag over
huiselijk geweld
üiliiDei-iiiEuiiifs
Een vervolgverhaal, vooral voor onze jonge mensen
Het verplicht dragen van de Davidsster heeft de Joden volledig van de
rest van de bevolking afgezonderd en de grote zwarte J in het persoons
bewijs heeft hen extra kwetsbaar gemaakt. Vanuit allerlei plaatsen in de
omgeving van Amsterdam werden ze in het Amsterdamse Jodenkwartier
samengedreven. Openbare plaatsen en gebouwen waren voor hen geslo
ten. Op zekere dag moesten ze zich voor 'Arbeidseinsatz' melden bij de
Hollandse Schouwburg, waar ze verzameld werden om naar Westerbork
te worden afgevoerd.
1943
1942
3.
EXTRA EDITIE
1944
1945
Na 5 mei 1945
Nu
Conclusie
Uitslagen
Damclub
^-^ 'Denk
en Zet'
Maandag
6 februari 2006
PAGINA 6
VRIJDAG 10 FEBRUARI 2006
Hoe het de Joden
in Nederland verging
mochten Joden vanaf 8 september niet meer
op publieke banken zitten. Op 15 september
kwam er een studieverbod voor Joodse stu
denten.
De deportatie van de Joodse bevolking werd
vanaf 2 oktober versneld. Nu werden ook de
Joodse werkkampen het doelwit.
Vanaf 15 januari zouden vondelingen als
Joodse kinderen worden beschouwd.
Het concentratiekamp Vught werd op 16
januari in gebruik genomen. Er werden 450
Joden naar het nieuwe kamp overgebracht.
De slachtoffers kwamen uit het kamp
Amersfoort, waar ze verschrikkelijk gemar
teld waren. Hier stond hen een even grote
nachtmenie te wachten. Het kamp bestond
uit twee delen. Eén deel was het Judendur-
chgangslager Van hieruit gingen in de loop
der tijd 12.000 Joden naar Westerbork en
vandaar naar de kampen Auschwitz en Sobi-
bor.
In de nacht van 21 op 22 januari werden de
1200 verpleegden van het Joods psychia
trische inrichting voor geesteszieken 'het
Apeldoomsche Bos' opgehaald. De weer
loze patiënten werden geslagen en mishan
deld. Ze werden in vrachtwagens geladen
en later in veewagons weggevoerd. De trein
met patiënten en verpleegkundigen reed
rechtstreeks naar Auschwitz, waar vrijwel
iedereen onmiddellijk na aankomst werd
vergast.
Vanaf 5 februari mochten Joden geen brie
ven of verzoekschriften meer naar Duitse
instanties zenden. Dat kon alleen nog maar
via 'de Joodsche Raad'.
Op 10 februari werden alle Joodse weeskin
deren via Westerbork naar Polen gedepor
teerd.
Vanaf 12 februari waren de gemeenten
Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Aerden-
hout en Voorschoten voor Joden verboden.
Op 21 februari werd in de Nederlandse ker
ken een protestbrief voorgelezen, geschre
ven aan Seys Inquart, waarin vele zaken
aan de orde kwamen, ook het ten dode toe
vervolgen van Joodse medeburgers.
Op 2 maart begonnen de transporten vanuit
Westerbork naar het vernietigingskamp
Sobibor.
Rauter besliste dat met ingang van 10 april
voor de Joden het verblijf in de provincies
Friesland, Groningen, Drente, Overijssel,
Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en
Zeeland verboden was. Ze moesten zich in
Vught melden.
Vóór 23 april moesten de Joden ook Noord
Holland (behalve Amsterdam), Zuid-Hol
land en Utrecht verlaten hebben.
Op 5 mei kwam een brief van dr. Harster,
SS-Brigadeführer und Generalmajor der
Polizei, met als inhoud: de eindoplossing
van het Jodenvraagstuk. Himmler had
opdracht gegeven dat in de loop van 1943
zoveel Joden naar het Oosten op transport
gesteld zouden worden als menselijkerwijs
mogelijk was.
Met ingang van 21 mei mochten er geen
Joden meer in Amsterdam verblijven, behal
ve in het 'Spergebiet'.
Op 26 mei vonden in Amsterdam grote raz
zia's op Joden plaats. Zo'n 13000 Joden
werden gegrepen en weggevoerd.
Er ging op 6 juni een kindertransport van
Vught naar Sobibor.
Op 20 juni werd in Amsterdam een grote
klopjacht op de laatst overgebleven Joden
gehouden. Samen met de Amsterdamse poli
tie sloten de Duitsers straten af, gingen de
huizen binnen en brachten in totaal nog eens
5542 Joden naar de verzamelplaatsen. Van
daar gingen ze per trein naar Westerbork,
vervolgens naar de vernietigingskampen
Auschwitz, Bergen Belsen en Sobibor. Het
leven in ons land ging gewoon door. Slechts
enkelen leefden mee, waren machteloos ver
ontwaardigd of boden daadwerkelijke hulp.
Joodse schouwburg.
Op 14 juli ging het eerste transport Amster
damse Joden (met twee treinen) vanaf
het Centraal Station naar Westerbork. Op
29 juni was in de dagbladen meegedeeld
dat alle volle Joden uit Nederland zouden
worden weggevoerd via Westerbork naar
werkkampen in Duitsland. De organisatie
en deportatie waren in handen gelegd van
'de Joodsche Raad'. Die diende ervoor te
zorgen dat er elke dag 600 Joden - 4000 per
week - zouden worden aangeleverd om te
worden afgevoerd. Omdat zich te weinig
mensen meldden, werden er in het zuiden
van Amsterdam opnieuw razzia's gehouden.
Er stonden twee treinen klaar voor de afvoer
van 1400 Joden. Uiteindelijk werden er 962
opgepakt. In Westerbork was in zeer korte
tijd een kamp gebouwd van 500 bij 500
meter, omringd door twee meter hoog prik
keldraad. Het werd bewaakt door SS-ers.
Op 15 juli vertrok vanuit het Judendurch-
gangslager Westerbork (Hooghalen) de eer
ste trein met 1137 Joden naar het concentra
tiekamp Auschwitz. Tot 13 september 1944
zou er wekelijks een trein naar één van de
vernietigingskampen gaan. Een dag later
werd er weer een grote razzia op Joden in
Amsterdam gehouden. Daarnaast werden de
eerste Nederlandse Joden voor arbeidsinzet
in Oost-Silezië (Polen) opgeroepen.
Vanaf 17 juli was een groot aantal straten
in Den Haag en Scheveningen verboden
gebied voor Joden. Joden mochten alleen
maar winkelen tussen 3 en 5 uur 's middags.
Op 19 juli gaf Himmler het bevel dat de
liquidatie van alle Joden in het Generalgou-
vernement moest plaatsvinden voor het eind
van 1942. Een dag later werd een herderlijk
schrijven in de kerken voorgelezen, waarin
men zich richtte tegen de deportatie van
Joden.
Op 30 juli werd de avondklok voor Joden
ingesteld. Generalkommissar Schmidt zei in
een rede, die hij op 3 augustus in Waubach
(Zuid-Limburg) hield: "De Joden zullen
Nederland even arm verlaten als ze geko
men zijn".
Vanaf 31 juli mochten Joden niet meer in
kapsalons komen. In de hele maand augus
tus, maar vooral op 6 en 9 augustus waren er
overal in Nederland razzia's, omdat er heel
wat Joden waren die geen gehoor gegeven
hadden aan de oproep van 15 juli om zich
voor de arbeidsinzet te melden. Nederlandse
burgers werkten mee aan het oppakken van
Joden, o.a. ambtenaren van de gemeente
lijke administraties, het Nederlandse spoor
wegpersoneel en de politie.
Rooms Katholieke Joden werden op 7 sep
tember wegens het voorlezen van een her
derlijk schrijven in hun kerken op 20 juli en
26 juli naar Westerbork overgebracht.
In tegenspraak met eerder gedane beloften
werden op 2 oktober 5000 Joodse mannen
uit de Nederlandse werkkampen wegge
voerd en samen met hun vrouwen en kinde
ren (totaal 14.000 personen) via Westerbork
naar Oost-Silizië gedeporteerd. In Den Haag
H9t Joodsche Weekblad
Alle Joden, die niet onverwijld gevolg geven aan een tot hen gerichte
oproep voor de arbeidsverrulming in Duitsland, worden gevangen
genomen en naar het concentratiekamp Mauthausen gebracht. Deze of
andere straf wordt niet toegepast op die Joden, die zich nog achteraf
voor uiterlijk zaterdag 9 augustus 1942, te 5 ure aanmelden, of verklaren,
dat zij bereid zijn, aan de werkverruiming deel te nemen.
Alle Joden, die geen Jodenster dragen, zullen naar het concentratiekamp
Mauthausen gebracht worden.
Alle Joden die zonder toestemming der autoriteiten van woonplaats of
woning veranderen - ook indien zij dit slechts tijdelijk doen - worden naar
het concentratiekamp Mauthausen gebrachf
Anne Frank.
Jodenster
Er brak op 27 juni een artsencrisis uit. Het
merendeel van de artsen dook onder Dat
kwam omdat de Duitsers tot arrestaties
waren overgegaan in verband met het verzet
van de artsen tegen de Artsenkamer Vrijwel
nergens was nog medische hulp te krijgen.
Al op 23 juni waren 3275 brieven van artsen
naar Seys Inquart gezonden om onder meer
te protesteerden tegen het wegvoeren van
Joodse patiënten uit gestichten en inrichtin
gen en het steriliseren van gemengd-gehuw
de Joden. Meer dan 1700 brieven waren
ondertekend, met vermelding van naam en
adres. De Duitsers besloten al deze 1700
artsen te arresteren. Door obstructie van de
politie werden niet meer dan 400 artsen aan
gehouden. Direct daarop dook vrijwel ieder
een onder. Dat wilden de Duitsers niet. Als
de artsen een - vaag gestelde - excuusbrief
zouden schrijven, zou Seys Inquart de zaak
als afgedaan beschouwen. De 400 gearres
teerden zijn toen vrijgelaten.
Op 29 september werd de laatste grote raz
zia op Joden in Amsterdam gehouden. Van
de nog overgebleven Joden werden er twee
duizend opgepakt. Ze werden naar Wester
bork overgebracht. Onder hen bevonden
zich de beide voorzitters van 'de Joodsche
Raad'. Dat betekende het eind van deze
instelling. Van de 17000 Joden die in de
rivierenbuurt woonden, zijn er 13000 ver
moord.
Op 10 november ging de Amsterdamse
Schouwburg dicht, nadat de laatste onder
gedoken Joden waren opgepakt en wegge
voerd. Op die datum ging het eerste trans
port naar Theresienstadt (in Tsjechië).
Op 12 november werd de Nederlandse
Landwacht - een politieformatie van NSB-
ers - opgericht als aanvulling op de Vrijwil
lige Hulppolitie. Die vrijwillige Hulppolitie
bood steun bij het opsporen van Joden en
onderduikers en het bewaken van woningen
van vooraanstaande NSB-ers.
Naast de 1300 beroepslandwachters werden
nog 9000 hulplandwachters geworven. Zij
kregen een beloning van drie kwartjes per
uur.
In december werd een begin gemaakt met
het oproepen van geinengd-gehuwde Joden
om in werkkampen te worden opgenomen.
Het Joodse vraagstuk in Nederiand werd
beschouwd als opgelost.
Op 11 januari vertrok het eerste transport
Joden naar Bergen-Belsen.
In het voorjaar voerde Rauter de TD-kaart
in. Dat is de Tweede Distributie-kaart.
Deze werd gekoppeld aan het persoonsbe
wijs. Daardoor werd het voor onderduikers
onmogelijk aan distributiebonnen te komen.
Op 2 juni vertrokken de laatste Joden van
Vught naar Auschwitz.
Op 13 september ging het laatste (68e)
transport vanuit Westerbork naar Auschwitz.
Eén van de 1100 gedeporteerden was Anne
Frank, die op 4 augustus op haar onderduik
adres aan de Amsterdamse Prinsengracht
gearresteerd werd. Alleen haar vader over
leefde de concentratiekampen. In totaal zijn
er van de 128.000 in Nederland wonende
Joden 109.000 naar de concentratiekampen
gevoerd. Er zijn er 104.000 omgekomen.
In september hield 'het Joodsche Weekblad'
op te bestaan omdat het geen lezerspubliek
meer had.
In de maand oktober arriveerden de gealli
eerden in het ontruimde kamp Vught.
Op 2 november kwam er een eind aan de
vergassingen in Auschwitz en op 26 novem
ber vernietigden de Duitsers Auschwitz-Bir-
kenau.
Nog op 17 januari evacueerden de Duitsers
bij de nadering van het Rode Leger 60.000
gevangenen vanuit Auschwitz naar Buchen-
wald, Dachau, Mauthausen, Rabensbrück en
Sachsenhausen. De gevangenen moesten de
'dodenmars' naar de andere kampen te voet
afleggen. Velen bezweken onderweg. Nicht-
marschfahige (gevangenen die niet in staat
waren te lopen) bleven achter.
Op 27 januari werd Auschwitz bevrijd. De
bevrijding van het kamp Westerbork vond
op 12 april plaats; er waren toen nog 880
gevangenen in het kamp.
Hitler gaf op 29 april in een laatste bood
schap aan het Duitse volk de schuld van alle
ellende die het Duitse volk was overkomen
aan het internationale Jodendom.
Alleen al vanuit ons land zijn er 104.000
Joden vermoord, enkel en alleen omdat ze
Joden waren. Niet alle Nederlanders konden
hun handen in onschuld wassen. Zo waren
er de verraders, die de schuilplaatsen van
Joden aan de SD doorgaven. Zij waren
geïndoctrineerd door de propaganda van de
nazi's. Het waren 'andere' mensen gewor
den. Er waren ook slechte Nederlanders. Zij
plunderden de leeggekomen woningen voor
dat de Duitsers zich van de Joodse eigen
dommen meester maakten. En dan waren er
de ambtenaren en politiemannen, die vaak
stipt de hun opgedragen taak verrichtten om
namen door te geven en te assisteren bij het
ophalen van Joden. Er zijn zelfs politiemen
sen geweest die ernaar streefden om zoveel
mogelijk Joden op te sporen. Voor een deel
van hen ging het om de beloning die ze per
aangebrachte Jood ontvingen.
Maar er waren er ook die hun leven op het
spel gezet hebben om Joodse levens te red
den. Wie wel eens in Jeruzalem - in Yad
Vashem, het kerkhof van de zes miljoen
vermoorde Joden - is geweest, zal onder
de indruk zijn gekomen van de vele Neder
landse namen. Zij waren met barmhartig
heid over al die vogelvrij verklaarde Joden
bewogen. Zij werden gedreven om de ter
dood veroordeelden bij te staan. Daar was
moed en zelfopoffering voor nodig. Som
migen hebben dat met hun leven moeten
bekopen.
Van de 109.000 gedeporteerde Joden
kwamen er 5000 terug. Zij zouden hun
leven lang de tekenen van de hel waar ze
doorheen gegaan waren, lichamelijk en
geestelijk, met zich meedragen. Hoe kun je
een verleden van doodsangst, martelingen,
vernedering en onzekerheid zo maar achter
je laten? Je draagt het immers dag aan dag
met je mee. Een Jood die met zijn ouders in
1942 was weggevoerd en in 1945 als enige
terugkeerde, ervoer dat hij als enige van een
grote familie was overgebleven. Niemand
kon hem vertellen waar en wanneer zijn
familieleden waren gestorven. Misschien
waren ze al jaren geleden in Auschwitz ver
brand, misschien bevonden ze zich bij het
naamloze leger van doden dat Engelse sol
daten in Bergen-Belsen met een bulldozer in
grote massagraven had geschoven. Hoe het
ook zij, de Joden die terugkeerden, werden
niet met open armen ontvangen. De meeste
Nederlanders waren zo vervuld van hun
eigen oorlogservaringen dat ze maar weinig
interesse toonden in wat er met de Joden
was gebeurd. Ze hadden deze mensen die uit
het straatbeeld waren verdwenen, kennelijk
niet gemist. En zo voelde de teruggekeerde
Jood zich een bijna-vreemdeling voor al
die mensen die uitentreuren vertelden wat
ze zelf hadden meegemaakt. Eerst toen de
foto's van de stapels lijken in de concentra
tiekampen en de films van uitgeteerde en
gemartelde gevangenen vertoond werden,
werd pas echt duidelijk welke tragiek het
Joodse volk getroffen had. Men was het
erover eens dat wat had plaatsgevonden
nooit meer gebeuren mocht. Er zijn nu ech
ter talloze aanwijzingen dat die hoop een
illusie blijkt te zijn.
De jaren van verschrikking zijn voorbij. De
barakken die eens tot de nok gevuld waren
met menselijke nood en ellende, staan nu
leeg. De gaskamers en de crematoria die
hun wurgende stank dag en nacht uitbraak
ten, zijn opgeblazen. Nog wat gebarsten
betonplaten en verborgen ijzerdraad zijn
ervan over.
Hebben die lieden met hun stampende laar
zen, met hun krijsende bevelen, die zich
als wilde beesten gedroegen, omdat men
hun geleerd had dat Joden geen mensen
waren, óns ook nu nog iets te zeggen? Je
zou mogen verwachten dat de Jodenhaat na
alle gruwelijkheden voorgoed uit de wereld
gebannen zou zijn. Het tegendeel blijkt ech
ter het geval te zijn. Opnieuw gaat er een
golf van antisemitisme door de wereld.
Al de ellende die de Joden hadden onder
vonden, waren voor hen aanleiding naar
het land van hun vaderen terug te keren. Ze
vonden, ondanks het verlies van veel dier
baren, de kracht om een nieuw bestaan op te
bouwen Daardoor laaide de haat van de Ara
bische broedervolken tegen de binnenstro
mende Joden steeds feller op. Tot vijfmaal
toe werden de Joden gedwongen naar de
wapens te grijpen. Niet minder dan 16.000
jonge soldaten verloren daarbij het leven.
Eigenlijk heeft Israël vanaf het moment van
zijn onafhankelijkheid (1948) geen rustig
ogenblik gekend. Het land is nooit buiten
gevaar. De ene terreurdaad volgt op de
andere. Telkens weer steekt een storm van
verontwaardiging op als Israël uit zelfver
dediging een Hamasleider of Jihadkopstuk
liquideert.
Is het een wonder dat de Joden zich steeds
weer vertwijfeld afvragen of ze nu in het
grootste getto aller tijden opgesloten leven?
Overal vind je telkens weer datzelfde gif,
die afkeer, die Jodenhaat. Het antisemitisme
is al zo oud als de Joden zelf. De Egyptische
Farao uit Mozes' tijd is er al mee begon
nen en nog steeds worden Joodse graven
met hakenkruisen en anti-Joodse leuzen
besmeurd en moeten synagogen het ontgel
den. Nee, het antisemitisme is nog springle
vend. De dood van zes miljoen Joden heeft
daarin geen enkele verandering gebracht.
Bij dit alles rijst de vraag: Hoe staat u, hoe
sta jij tegenover Israël? Misschien met de
nodige kritiek - ingegeven door de selec
tieve media of met enige sympathie, maar
verder zonder enige bewogenheid?
Het is broodnodig dat we nu - 60 jaar na
Auschwitz - nog eens herinnerd werden
aan de gruweldaden die Hitler-Duitsland
het Joodse volk heeft aangedaan en dat met
name onze jonge mensen kennis nemen
van het vreselijke waarvan velen zo wei
nig weten, omdat het niet is doorgegeven;
omdat het zo gruwelijk is dat het niet te
bevatten is, of omdat het - en dat komt
helaas ook al meer en meer voor - gebaga
telliseerd wordt.
P.S.: 1965
Op 2 mei 1965 werd in de Schouwburg van
Amsterdam het tweedelige boek 'Onder
gang' van de Joodse historicus dr. Jacques
Presser gepresenteerd. In dat boek wordt
gedetailleerd beschreven hoe de Jodenver
volging in Nederland zich voltrok. Van de
160.000 Nederiandse Joden zijn er 104.000
vermoord.
vH
Joods persoonsbewijs.
MIDDELHARNIS/
SOMMELSDIJK
Afdeling 1
l.Mackloet - J.van Hoorn3-0
I.Koese - W.Vroegindeweij3-0
Van Hoorn deed alle mogelijke moeite om
de koploper Mackloet een paar punten af
te snoepen. Het gelukte hem niet. Na een
boeiende strijd die vier uur duurde, werd
hij gedwongen in een machtig mooi positie
spel te capituleren. Vroegindeweij had nog
iets goed te maken voor een eerder geleden
nederlaag tegen Koese. Lange tijd zat de
spanning erin, maar aan het slot wist Koese
zijn schijven toch iets beter te rangschikken
dan Vroegindeweij, wat Koese uiteindelijk
de overwinning opleverde.
Afdeling 2:
J.Jordaan - R.JacobsO - 3
C.Polder-R.van Rijnberk3-0
H.H.Verolme - J.A.Nipius3-0
Jordaan vindt in Jacobs altijd weer een las
tige tegenstander, zo ook nu. Tot in het mid-
denspel deden zich geen verrassingen voor.
Het werd pas echt spannend in het eindspel
toen Jacobs Jordaan voor onoplosbare pro
blemen stelde. Een knap gespeelde partij van
Jacobs! Ga zo voort!
Polder moest het opnemen tegen de steeds
beter spelende Van Rijnberk. Dat had hij al
een keer ondervonden. Pas in het eindspel
kreeg Polder greep op de partij, nadat hij
door het oog van een naald was gegaan. Van
Rijnberk zag een winnende combinatie over
het hoofd. Polder ging uiteindelijk als win
naar haar huis.
Verolme was een maatje te sterk voor Nipius.
Deondanks hield deze nog lang stand. Ten
slotte moest hij toch de witte vlag hijsen.
Zeeuwse competitie 2" klas:
Denk en Zet - Bergen op Zoom 2:
J.A. Dekker - R Noordijk1 - 1
C. Spee - R. van der Lien1 - 1
M. Klink - R. Jongejan2-0
A, van der Veer - S. van Tongeren1 - 1
Eindstand5 -3
Dekker had aan het eerste bord de oud-Som-
melsdijker Piet Noordijk als tegenstander.
Het werd de langste partij van de avond. In
een zwaar gevecht wist Dekker in het eind
spel een schijf voordeel te behalen, maar die
leverde hem geen winst op. Het werd remise.
Daarmee veroverde hij het puntje dat Denk
en Zet nu net nodig had om te winnen.
Spee en Van der Lien speelden een bijzon
dere partij. Al snel wist Van der Lien via een
mooie combinatie een dam te halen. Dat zag
er niet goed uit voor Spee. Maar aangezien
Spee heel listig valletjes op kan bouwen,
en Van der Lien nog niets met zijn dam kon
beginnen, kreeg Spee daar de tijd voor. En
zowaar. Van der Lien liep in zo'n val.
En toen was het alleen nog maar een kwestie
van zorgvuldig verder spelen om tot remise
te komen. En dat lukte.
Klink werd de man van de avond. Hij was
het eerste klaar, hij won en bezorgde Denk
en Zet daardoor een voorsprong. Hij had zijn
tegenstander al heel gauw onder zware druk
gesteld. Tenslotte zette hij hem helemaal
klem. Jongejan kon alleen nog maar stukken
weggeven. Deze overwinning bracht Denk
en Zet achteraf gezien de winst.
De partij van Van der Veer was er ook een vol
verrassingen. Van der Veer zag in het eind
spel, toen hij in een gewonnen positie stond,
een combinatie van Van Tongeren over het
hoofd. Het zag er toen naar uit dat Van der
Veer zou gaan verliezen. Maar met veel pijn
en moeite sleepte hij er toch nog een remise
uit. In het algemeen genomen: een gelukkige
overwinning voor Denk en Zet.
Gebr. de Waal bv
Drukkerij
Sommelsdijk
(0187)47 10 20
algemeen®
gebr-dewaal.com
OOSTERBEEK - Er is de laatste tijd een
toenemende aandacht voor huiselijk geweld.
Het is iets wat ook in de christelijke gemeen
te voorkomt. Dat merkt men in De Herberg
(onderdeel van de IZB) in Oosterbeek, waar
mensen die even tot rust moeten komen
een aantal weken verblijven. Vraag is: hoe
moet een gemeente met deze problema
tiek omgaan? Hoe kom je er achter waar dit
speelt en wat is dan de taak van het pastoraat
en wanneer moet de hulpverlening eraan te
pas komen? Zaterdag 11 maart 2006 houdt
De Herberg een dag over huiselijk geweld
voor Herberg-aanspreekpunten, ambtsdra
gers, pastorale werkers en geïnteresseerde
gemeenteleden. Na een bezinnende bijdrage
van Herberg-directeur Anne van Laar. geeft
mevrouw Elisa Bruggink van het Protestants
Dienstencentrum Gelderland infonnatie over
het onderwerp. Vervolgens gaat mevrouw
Erika Drezes van 'Eleos' in op het signale
ren van huiselijk geweld en het bespreekbaar
maken ervan. Ook worden de mogelijkheden
van het pastoraat en verwijzing naar instanties
besproken. De dag duurt van 10.00 tot 13.30
uur en wordt afgesloten met een lunch. Vanaf
9.30 uur is de ontvangst met koffie. Er zijn
aan deelname geen kosten verbonden. Plaats:
het Koetshuis van De Pietersberg in Ooster
beek, Pietersbergseweg 19. Voor informatie
en opgave: De Herberg (op De Pietersberg
in Oosterbeek), tel. 026-3342225. e-mail:
info@deherberg-mdc.nl.