Twee jubilerende muzikanten op
Koninginnedag pubiiel(eliii( geiiuidigd!
Aanvraag camping te vroeg
'Nagalm en te weinig licht
in nieuw schoolgebouw'
Enthousiasme raad over sponsoring bloembaldcen
P.V. De Rode Duif
P.V. De Reisduif
te Sommelsdijk
B edelgemeente
U wilt uw
complete huisstijl
I I,,,
redrukt hebben?
te Stad a/h Haringvliet
DIRKSLAND - Muziekvereniging
'Amicitia' had afgelopen zaterdag,
Koninginnedag, tócli wel een bijzon
dere dag. Eigenlijk niet eens zozeer
omdat ze die dag weer flink hebben
opgetreden, want dat doen ze elk jaar
trouw op Koninginnedag - al blijft het
elke keer opnieuw weer een prestatie
om zo langdurig muziek te maken én
daarbij te marcheren. Maar 't was
vooral bijzonder omdat de muziek
vereniging deze dag twee jubilarissen
had die langdurig tot hun gelederen
behoort: de 74-jarige Rens Koppe
naal, die al 40 jaar lid van de vereni
ging is, en de eveneens 74-jarige Jan
Lodder, die maar liefst 50 jaar aan
'Amicitia' verbonden is. En 't was
zaterdagmorgen tijdens de aubade bij
het gemeentehuis - een mooiere gele
genheid was haast niet denkbaar - dat
de twee muzikanten in het openbaar
werden gehuldigd door burgemeester
Stoop van de gemeente Dirksland.
Door Hans Villerius
Veertig jaar
Rens Koppenaal is zijn loopbaan als ama-
teur-niuzücant al op 13-jarige leeftijd begon
nen. Hij woonde toen nog in Ooltgensplaat,
maar doordat de Duitse bezetter in 1944
Oostflakkee onder water zette, moest Rens
in die tijd als evacué naar Bolnes, en daar
heeft een neef hem trombone leren spelen.
Later moest hij naar Ulrum, ook vanwege de
evacuatie, maar kon daar géén blaasinstru
ment bespelen omdat die voor de Duitsers
waren verstopt... Na zijn terugkomst in
Ooltgensplaat echter, in 1945, werd hij lid
van de plaatselijke muziekvereniging
'U.D.I.'. Met een onderbreking van enkele
jaren, wegens het vervullen van zijn militai-
Vooraan op defolo de nniziktile jubilarissen Rens Koppenaal (l.) en Jan Lodder (m.),
met burgemeester Stoop. (Foto Hans Villerius)
re dienstplicht, is hij hier tot in 1962 lid
gebleven; toen verhuisde hij naar Dirksland.
Daar werd hij in 1964 lid van muziekvereni
ging 'Amicitia'. Als trouw lid sloeg hij ook
hier geen repetitie of optreden over als daar
geen geldige reden voor was; en ditzelfde
kan ook nu nog, veertig jaar later, worden
gezegd. En ook als er acties worden gehou
den, is hij altijd van de partij. Al meer dan
veertig jaar is Koppenaal dus lid van de
Dirsklandse muziekvereniging, waar hij
hoofdzakelijk de bas bespeelt, zodat muzi
kant en muziekinstrument ook al dertig jaar
aan elkaar zijn verbonden. Vanwege zijn
leeftijd heeft hij het mai'sen alleen moeten
staken. Maar wél speelt hij nog een partijtje
mee bij de Melissantse muziekvereniging én
bij het Reünieorkest van de Koninklijke
Landmacht.
Vijftig jaar
Als één van de meest markante autochtone
Dirkslanders mag ongetwijfeld Jan Lodder
worden genoemd. Joviaal en spontaan als hij
is, maar ook doortastend en goed van de
tongriem gesneden, heeft hij veel betekend
in het verenigingsbestaan van 'Amicitia',
waarvan hij van 1945 tot 1953 lid is geweest
en dat vanaf 1961 tot heden nog steeds is, de
tuba en de solobugel bespelend. Toen Jan in
december 1963 secretaris van de muziekver
eniging werd, was er een volledig nieuw en
jong bestuur, dat vanaf 1968 vele ludieke
acties op touw zette om het instrumentarium
van de vereniging te vernieuwen. Zo werd
het dorp rondgegaan met een varken, waar
van men het gewicht kon raden. En toen
'Amicitia' geen uniformen meer had, wer
den in 1969 voor de aanschaf van nieuwe
uniformen renteloze aandelen uitgegeven.
Maar Jan was ook voor vernieuwing. Zo
kreeg hij met veel overredingskracht het
bestuur zover dat in september 1970 een
majorettenpeloton en een drumband konden
worden opgericht, naar Amerikaans voor
beeld. Jan nam zelf de instructie van de
majorettes op zich, en heeft dat ongeveer 12
jaar gedaan. De majorettes en de drumband
waren zo'n succes dat er sinds 1972 voor de
winteruitvoering twee avonden nodig zijn
om al het publiek een plaats te kunnen bie
den. Vanaf november 1970 tot februari 1993
was Jan voorzitter van 'Amicitia'. Onder
zijn hoede reisde de muziekvereniging in
mei 1973 naar Eckemförde, in het noorden
van Duitsland. De Duitsers waren erg onder
de indruk van de majorettes en Jan werd
gevraagd te helpen bij het oprichten van een
majorettenpeloton in Duitsland. In juni 1976
was 'Amicitia' ook te horen op de radio, bij
in het AVRO-programma 'Orkesten uit de
regio'. Twee keer reisde de vereniging naar
Bad BoU, in Duitsland, waar de praatgrage
Jan voor zo'n 3000 mensen sprak, in zijn
eigen Duits.In augustus 1986 kon 'Amici
tia' haar eigen gebouw in gebruik nemen;
ook dit is tot stand gekomen door de door
tastendheid van Jan. 't Is dan ook niet ver
wonderlijk dat Jan Lodder, na zoveel inzet
Koninklijk werd onderscheiden; dat gebeur
de in 1993, in welk jaar hij ook benoemd
werd tot erevoorzitter van 'Amicitia'. Toen
hij 'nog maar' 25 jaar lid van de vereniging
was zei de toenmalige secretaris reeds: "Als
we Jan voor elk uur dat hij voor 'Amicitia'
heeft gewerkt een dubbeltje zouden geven,
zou hij een nieuwe auto moeten krijgen". Hij
kreeg uiteindelijk een nieuwe fiets. Nu, anno
2005, heeft hij er nóg eens 25 jaar opzitten,
vijftig in totaal dus.
'Amicitia' hoopt van harte dat beide jubila
rissen, als de gezondheid het toelaat, nog
lang lid van de vereniging mogen blijven en
ook in de toekomst zich er nog voor in zul
len mogen zetten.
DIRKSLAND - Ondernemers kun
nen openbare bloembakken en bloem
perken binnen de gemeente Dirksland
gaan sponsoren. Dit idee van de
Dorpsraad Dirksland kreeg donder
dagavond tijdens de laatstgehouden
gemeenteraadsvergadering algehele
bijval van de politieke partijen.
door Kees van Rixoort
De Dorpsraad kwam met het advies nadat
duidelijk was geworden dat de gemeente
forse bezuinigingen moet doorvoeren op het
openbaar groen. Dit laatste om, samen met
tal van andere bezuinigingen, de begroting
voor de komende jaren sluitend te maken.
De gemeente koos ervoor om de losse plan
tenbakken te verwijderen en de vaste bakken
te vullen met groenblijvende heesters. Dat
kost 35.000 euro per jaar nunder.
De Dorpsraad Dirksland, die een adviserende
functie heeft, spreekt van een verarming van
het dorpsbeeld. Adoptie of sponsoring van
bloembakken door bedrijven kan een oplos
sing zijn; één van de leden van de Dorpsraad
heeft het zelf gezien in andere gemeenten.
"Sponsoring van groen geeft de sponsor een
positief imago, zal waardering van de Dirks
landers oogsten, wat de sponsor op zijn beurt
positief voor zijn bedrijf zal ervaren, en de
band tussen de gemeente Dirksland, de
ondernemers en de bewoners wordt door het
geheel verstevigd", aldus de Dorpsraad.
In het plan van de Dorpsraad houdt de
gemeente de supervisie over het gesponsor-
Uitslag wedvlucht Peronne 30-04-2005.
Los:11.30. Deelnemers: 15. Duiven: 49L
Weer: bewolkt weer.
M.A.van Nimwegen 1 6 12 27 32 41
57 61 62 86; J.K.Hoekman 2 13 14 19
28 31 37 39 74 77 78 97 103 114
116 117;J.deBlok 3 21 22 45 53 60
75 83 111 123;A.vdLinde 4 10 17 24
de groen, terwijl een "commerciële
(groen)ondememing" wordt belast met het
onderhoud en de Groene School in Middel-
hamis het management, de advisering, het
ontwerpen en "enig toezicht" voor haar
rekening neemt.
Het plan werd donderdag omarmd door de
gemeenteraad. De verdere uitwerking is nu
in handen van Burgemeester en Wethouders.
Hetzelfde geldt voor een ander advies van de
Dorpsraad Dirksland: om het wegbezuinig-
de buurtsportproject 'Be smart, be cool, be
active' voor de jeugd voort te zetten. Ook
hier ziet de Dorpsraad een mogelijke rol
voor sponsors.
Raadslid Bruggeman (ChristenUnie), en in
zijn voetspoor ook andere raadsleden, pleit
ten in dit verband voor het aanwenden van
"ongebruikt geld" voor het jeugd- en jonge
renwerk. Leenders (Gemeentebelangen
Dirksland) noemde de optie om de GGD te
laten bijdragen aan het sportproject. "In het
kader van het preventieplan dik wordende
kinderen." Robijn (PvdA) zei dat de sporthal
en voetbalvereniging DES '67 wellicht iets
kunnen betekenen op dit gebied. En Baan
(SGP) meldde dat de deelnemende jeugd
misschien ook wel bereid is zelf een klein
bedrag bij te dragen.
Mevrouw Tuinstra (VVD) had echter een
waarschuwing in petto. "We moeten oplet
ten dat we geen bedelgemeente worden", zei
ze. "Je kunt niet alles wat wegbezuinigd
wordt, weghalen bij het bedrijfsleven. De
gemeente moet zelf de regie over de leef
baarheid houden."
25 35 38 43 52 68 79 98 104; C.
Kleijnjr 5 7 16 20 26 30 42 47 54
55 56 65 67 69 76 80 82 85 87 88
89 90 105 106 107 108 113 115 120
122;P.vanMoort 8 9 23 33 36 40 44
58 64 71 94 100; Comb.v.d.Sluys 11 18
72 95; Appel Vis van Heemst 15 29 34
46 63 73 81 91 92 93 96 102 109
118 119 121; A.van Alphen 48 49 51
66 70 112; P.de Jong 50 84 99; D.
Maliepaard 59; P.van den Boogert 101 110,
Gebr. de Waal
Drukkerij
Sommelsdijk
(0187)47 10 20
algemeen®
gebr-dewaal.com
DIRKSLAND - Het is een prachtig
gebouw, de nieuwe Inktvis, een staal
tje architectuur dat er mag wezen.
Maar qua licht en geluid zijn de loka
len van de Dirkslandse school voor
verbetering vatbaar, bracht raadslid
Leenders (Gemeentebelangen Dirks
land) donderdag naar voren.
Volgens het raadslid is er sprake van
nagalm of 'een kaatsveld' én laat de licht-
kwaliteit te wensen over. Het eerste pro
bleem kan gevolgen hebben voor de taal-
/spraakontwikkeling van de leerlingen, ter
wijl het tweede probleem tot de
noodzakelijke aanschaf van een bril zou
kunnen leiden.
Leenders vroeg het college van B en W om
maatregelen. Maar wethouder Sandee
(CDA) zag daarvoor geen aanleiding. Over
de verlichting had hij geen klachten van de
school ontvangen. "De verlichting in de
Inktvis voldoet aan de eisen. Een nameting
heeft dat uitgewezen." De akoestische pro
blemen verklaarde Sandee deels uit het feit
dat schoollokalen in het begin leeg waren,
maar nu niet meer. "De klachten worden
minder, zegt de school. Bovendien doet het
probleem zich niet in alle lokalen voor."
Een meting om de kwaliteit van de akoes
tiek vast te stellen vond Sandee aanvanke
lijk niet nodig, maar na enig aandringen van
Leenders en Toes (ChiistenUnie) deed hij
de toezegging daar in coUegeverband nog
eens over na te denken.
Zestig jaar geleden
In de winter van ruim zestig jaar gele
den sneeuwde het. Je zult zeggen:
"Hoe weet je dat nog zo precies?"
Normaal zou je dat ook al lang verge
ten zijn, maar er was wat met die
sneeuw. Die sneeuw was niet gewoon
wit zoals alle sneeuw. Deze sneeuw
was zwart. Als je voorover gebogen
aan het werk was had je dat niet zo
gauw in de gaten, maar als je dan
overeind kwam zag je ze dwarrelen,
van die grote zwarte vlokken. Nee, het
was geen gezichtsbedrog, je zag ze
echt vallen. "Hoe kan dat", zul je zeg
gen. Dat zal ik je nu vertellen.
We gingen om ongeveer zeven uur de deur
uit. Op het pleintje voor het Lager werd
appèl gehouden. Daar werden de namen
afgeroepen en vertrok de kolonne naar het
werk. Vooraf hadden we die ene boterham
gegeten, als je die dan nog had en niet ieder
een had die nog. Dan kwamen we over de
Dorpsstraat langs de bakkerij van het dorp.
Daar stond altijd een raampje open. Om
gelijk te bedwelmen met je halflege maag als
je die geur van dat versgebakken brood rook.
Op naar de spoorbaan die van Nordhausen
naar Bielen loopt. Daar lag ons werk; het
aanleggen van een spoorlijn. Het hoogtepunt
van de dag was de middagpauze die we
doorbrachten in de schaftkeet. In die keet
stond een kachel met daarop een stalen plaat
van 60 bij 60 cm. Ons middagmaal bestond
uit één sneetje brood, als je het in de loop
van de ochtend al niet verslonden had. Dat
sneetje brood legde je op die warme kachel
plaat. Na enige minuten begon het dan te rij
zen en kwam er een bruin kantje aan en dan
gebeurde het. Dan kwam die heerlijke geur
je tegemoet. En dan ging je eten. Wat zeg ik?
Eten, dat is niet het juiste woord. Je ging zit
ten peuzelen, zoals een muis dat doet, heel
voorzichtig; zomaar stil genieten. Ik heb
nadien nooit meer zulk lekker brood
geproefd.
Daarna werd je de keet uitgejaagd en kon je
weer met spoorbiels en rails gaan sjouwen.
Zo tegen een uur of drie viel de eerste
sneeuw, van die grote zware vlokken. Hier
in ons land heb ik nog nooit van zulke vlok
ken gezien; gelukkig maar!
Het vroor hard, soms 23 graden. Om een
spoordijkje op te werpen moest je eerst gaten
boren in de bevroren grond. In die gaten
werden dan kleine staafjes met springstof
geplaatst. Daarna moesten we maken dat we
weg kwamen want dan liet de baas de hele
zaak springen. We moesten ons dan zo'n
vijftig meter van die plaats verwijderen.
Geen probleem; we renden voor de zeker
heid een paar honderd meter van de plaats
des onheils vandaan. Na de explosie kwa
men we dan op onze slofjes terug wandelen.
Dat ging tot ergernis van de baas in een zeer
traag tempo. De baas, die aan het front
zwaar gewond was geweest, had een zilve
ren kaakbeen. Als deze man zich erg druk
maakte dan kwam het kaakbeen voor de dag,
soms vloog het met een vaart uit zijn mond
en viel het in de sneeuw. Gezien het tempo
van onze manier van werken was hij nogal
eens in de weer om de zaak erin te houden.
Na het werk moesten we ons 's avonds mel
den bij de eetzaal die midden in het dorp lag.
We stonden dan in een lange rij voor een
loket van de keuken. Je zette je pannetje neer
en de kok smeet er dan met een plons drie
kwart liter soep in en dan vlug weg wezen
want er kwamen er nog tachtig na u.
We kregen dus altijd soep vooraf. "Niet
gek", zal je zeggen. Jammer dat je door de
soep heen altijd het fabrieksmerk op de
bodem van je pannetje nog duidelijk kon
lezen. Na de soep kwam dan de echte maal
tijd die bestond uit twee aardappelen in de
schil. Dat was het!
Toch hebben we in Bielen nog wat geleerd.
Bedelen. Dat hadden we al gauw onder de
knie. Je trekt een armoedig gezicht en houd
je hoofd wat schuin en doet dan je beklag. Je
hebt honger en in het Lager krijg je veel te
weinig te eten en bovendien moetje zo hard
werken aan die spoorlijn en dat je met één
boterham al dolgelukkig zou zijn. Wie zou
er als vrouw dan niet overstag gaan. Piet Ihr-
man sr. was daar heel handig in. Hij vertelde
dat hij thuis een vrouw met veel kinderen
had die het nu zonder vader en zonder inko
men moesten doen. Daarbij zag hij kans om
een traan te produceren en dat sloeg altijd
goed aan. Zo kwam hij op een avond laat in
het Lager aan; een ieder lag al in de rust
stand. "Wie heeft er nog trek in een stuk
buikspek". Het hele Lager was in één klap
klaarwakker en riep: "Ja Piet, hier". "De
ook", zei Piet, welterusten jongens". Het
was niet alles ellende, er was ook veel humor
en er werd ondanks alle ellende veel gela
chen. Thuis zaten ze in onrust als 's avonds
die zware Lancasters overkwamen om in
Duitsland de zaak plat te gooien en wij in het
Lager gierden als er soms vier op een boven-
krib hun kousen zaten te stoppen en met een
plof door de krib zakten en op de soms al sla
pende onderbuurman neerkwamen.
Zondags kregen we een achteronsje brood
wat we samen moesten delen. Het delen
deed je door middel van een touwtje waarin
je halverwege een knoop had gelegd. Bij de
knoop sneed je het broodje doormidden;
ieder de helft en geen kruimel meer. Met die
vier ons moest je tot woensdagavond doen.
Daarbij kreeg je nog een pakje van één of
ander smeersel. Ik zie mijn vriend Frans
Akershoek nog met veel smaak, zittend op
de rand van zijn krib, zijn vier ons opeten,
alles in één keer. Dat was zijn feestavond.
Met die goed gevulde maag moest hij het
wel tot woensdagavond doen. Ook Frans
kwam er achter hoe zwarte sneeuw er uit
ziet. Helaas zijn Frans en veel van onze
Lagervrienden reeds lang overieden. Wij
blijven ze gedenken, ieder jaar weer!
We vervolgen ons verhaal. 16 februari 1945;
vier uur in de middag. Op de rails staat een
wagon met 10 ton grind. Of we die nog maar
even willen lossen! Met vier man begonnen
we, maar ik hield het niet lang vol. Het
zweet brak me uit en dat met strenge vorst.
Dat gaat niet goed; ik zakte bijna in elkaar
van ellende en kon geen schop meer vast
houden. Toen tussen twee jongens naar het
Lager meer dragen dan lopen en daar direct
onder de wol. De wijkzuster van het dorp
constateerde dat ik vast wel een longontste
king zou hebben en liet me naar het zieken-
zaaltje in het dorp brengen waar Kees Grin-
wis (Keesje van Jaen) me enige dagen ver
zorgde. Helaas was opname in het
Ziekenhuis van Nordhausen noodzakelijk.
Er werd een boer in het dorp gecharterd die
me met een ossenwagen naar het Stadszie
kenhuis reed. Daarna begon de ellende.
Doodziek, onkundige verpleegsters die ook
met een razzia van de Russische straten
waren geplukt en van verpleging weinig of
geen verstand hadden. Gevolg: een injectie
vergiftiging met gevolg een operatie bij het
volle bewustzijn aangezien chloroform in
het hele ziekenhuis niet te vinden was; daar
voor moest je in de frontUnie zitten.
Na zes weken lag ik nog in hetzelfde zieken
huis; totaal verzwakt en met een gewicht van
nog 43 kilo kon ik niet meer op mijn benen
staan. Dan op 3 april, 's middags om één uur
is er plotseling groot alarm. De zusters zien
geen kans meer om me naar de schuilkelder
te brengen. De eerste bom valt in de tuin
voor het ziekenhuis waardoor een gedeelte
van de voorgevel voorover stort. Ik zie
alleen stof en puin om me heen. Een zuster
sleept me naar een straatschuiUceldertje (een
zgn. splintergrave) waar je niets kan zien en
alleen maar gekerm van gewonden en ster
venden hoort. Daar brengen we de nacht
door. Dan de volgende morgen om negen
uur is er weer alarm en weer volgt er een
bombardement. Gisteren waren er 191 Lan
casters geweest en nu zijn er, zoals we later
hoorden, 243 die de rest van de stad in puin
komen leggen. Als het middag is, is 70 pro
cent van de stad verwoest en zijn er 8800
doden en duizenden gewonden. Tegen de
avond van de volgende dag als alle tijdbom
men in de stad wel ontploft zullen zijn,
komen twee zusters ons uit het puin halen.
De deur van het schuiDceldertje heeft het tij
dens het tweede bombardement begeven
waarbij grote brokken cement bij ons naar
binnen vlogen. Naast me stierf een meisje
van een paar jaar dat helemaal onder de
brandwonden zat. Dan worden we op een
vrachtwagen geladen waarop een dood var
ken lag en waarop ook Aren Nieman lag. We
keken elkaar aan en Aren kende me. Aange
zien Aren doof was kon ik hem niet berei
ken. Na zes kilometer rijden komen we aan
in het concentratiekamp DORA. Er zijn lan
ge gangen en vele kamers, diep onder de
grond. Waar Aren gebleven is weet ik niet;
ik kon hem ook niet gaan zoeken want alles
was er pikdonker. Na het bombardement
was er geen stroom meer en werd er alleen
met kaarsen gewerkt. Ik lig op een kamer
met een man of tien met gewonden en ster
venden. Zo nu en dan komt er een zuster met
een kaars in de hand de zaak controleren en
wat voedsel brengen. Zodra ze verdwenen
is, is het weer nacht en op den duur weet je
niet of het dag of nacht is.
In deze ondergrondse is ook Eeuwit Hamee-
teman gestorven. Ik schreef hierover in
Eilanden-Nieuws van 30 april 1997. Dat
wonderlijke verhaal waar een zuster bij me
op de kamer komt met in de ene hand een
kaars en in de andere hand een bijbeltje met
de vraag of hier de Hollander Claus ügt en of
die zich over dit bijbeltje wil ontfermen. Het
is van de zojuist overleden Hollander Eeu
wit Hameeteman. Zijn naam en adres staat er
in. Een wonderlijke zaak, hoe is het moge
lijk; het moest zo zijn!
Hoelang we in dit onderaardse gelegen heb
ben weet ik niet meer. Je hebt het gevoel dat
ze je levend begraven hebben. Zelfs nu, na
zestig jaar, kan ik nog niet tegen dicht geslo
ten gordijnen.
Intussen scheen de oorlog in deze streek ten
einde te zijn. Amerikanen en Russen sche
nen elkaar de hand gegeven te hebben. Alle
boeren in de omgeving werden opgeroepen
om met paarden- en ossenwagens bij kamp
DORA te verschijnen teneinde de zieken en
gewonden af te voeren naar de diverse
streekziekenhuizen in de omgeving. Ik lag
met wat Polen op een ossenwagen. Langs de
bergen bloeiden de meidooms en de kastan
jebomen stonden in volle bloei, alles rook
naar de lente. Maar wij konden het felle dag
licht niet aan onze ogen verdragen na al die
tijd dat we in het donker hadden doorge
bracht, we hielden onze handen maar voor
de ogen. En wat er toen gebeurde; de Polen
begonnen te zingen en ik zong mee. Wat
zing je dan na zo'n verlossing. Dat kon niet
anders dan een psalm zijn: en uit volle borst
klonk het:
Looft, looft mijn ziel de Hoorder
der gebeden;
vergeet nooit één van Zijn weldadigheden,
vergeet ze niet, 't is God die ze U bewees.
En de ossen sukkelden voort, kilometers
lang en wij maar zingen en de boer, hij
schudde zijn hoofd en lachte maar. Uiteinde
lijk belandden wij in een klooster dat met
spoed als noodziekenhuis was ingericht.
Naast me lag een man uit Rotterdam, Leen
Smit. Leen had een wond aan zijn been,
maar was niet ziek, alleen erg mager.
We lagen er enkele weken en inmiddels was
het al juni. Op de achtste juni verschenen er
onverwachts twee Rode-Kruissoldaten op de
zaal met de vraag of er hier ook Hollanders
lagen. Jawel hier twee en wat is er aan de
hand? "We komen je halen, je kan naar
huis".
'Jamaar ik kan niet lopen!" "Je hoeft geen
stap te doen, we dragen je, geen probleem".
Naar huis, ik was er direct voor te porren,
maar Leen wilde nog wt blijven om nog wat
verder te herstellen. Later hebben de Russen
Leen meegenomen en is hij op de Krim
terecht gekomen. Twee jaar later kwam hij
pas thuis in Rotterdam aan.
Ik werd op een brancard gelegd en na een
eindeloze rit werd ik in Erfurt in een zieken
huis gebracht. Het was een doorgangszie
kenhuis en dat had ik direct door. Het bed
waar ik werd ingelegd krioelde van de vlooi
en die zeer dorstig waren. Ze nestelden zich
onder het verband dat om mijn been zat en
wat na de operatie die ik in maart had onder
gaan, nog steeds niet was genezen.
Na een paar dagen kwamen een paar Rode
Kruissoldaten me weer halen en werd ik op
een brancard op het station van Erfurt gelegd
in afwachting van een Rode Kruistrein die
ons naar Holland zou vervoeren. Het regen
de en een overkapping was er niet en ik lag
te rillen van de kou. Gevolg: weer een long
ontsteking en ik voelde me doodziek. In de
trein, die uiteindelijk kwam, was Wim Neels
uit Melissant ziekenoppasser. Het was een
eindeloze reis door het verwoeste Duitsland
en ik had het gevoel dat ik ging sterven. Ik
weigerde een slaapmiddel in te nemen, maar
één van de doktoren en Wim wisten me te
overtuigen dat ik heus wel weer wakker zou
worden.
Ik viel in een diepe slaap en werd wakker in
een ziekenhuis in Luik. Niet in Holland dus.
In Luik werden mijn kleren verbrand en
kreeg ik een hemd en broek van het Gesticht
zoals het genoemd werd. Na een maand kon
ik vervoerd worden naar het dichtstbijzijnde
Ziekenhuis in Holland en dat was Maas
tricht. Weer werd ik op een brancard gelegd,
maar een slimme non ontdekte op het nip
pertje dat ik een hemd en broek van het
Gesticht aan had en dat kon niet; dat moest
uit en zodoende kwam ik naakt op de bran
card te liggen. Tot verbazing van de zusters
in het Maastrichtse ziekenhuis die niet kon
den begrijpen hoe nonnen zoiets konden
doen. "Onmenselijk", zeiden ze.
In Maastricht werd ontdekt dat mijn linker
long was gescheurd en dat ik voor herstel
beslist naar een sanatorium zou moeten. Om
op krachten te komen moest ik wel eerst een
half jaartje in Maastricht blijven. Rond de
Kerstdagen kwam ik in Soest in het Sanato
rium Zonnegloren aan. Na eenjaar, decem
ber 1946, werd ik genezen ontslagen en was
ik met de Kerstdagen weer thuis. Alles bij
elkaar had het twee jaar geduurd; we hadden
het overleefd.
In augustus 1990 en in april 1997 bezochten
we de stad Nordhausen en het dorp Bielen. We
namen foto's van het Lager en van de plaats
waar mijn krib had gestaan. We bezochten de
spoorhjn die we indertijd hebben aangelegd,
maar nu met een voUe maag. In het restaurant
bij het Lager was nu volop te eten.
Daarna gingen we naar Kamp DORA en
zagen er de martelbunker en het cremato
rium. Er is nu een oorlogsmuseum en we
zagen er de film die indertijd door de Ame
rikanen in beslag is genomen. Het was een
gruwelfilm van het kampleven van al die
arme stakkers die in de ondergrondse VI-
fabriek hun werk moesten doen. Je ziet hoe
ze werden opgehangen nadat ze eerst gemar
teld wam. We zagen een totaal uitgemergel
de man in een greppel liggen om daar te ster
ven. Als er een Duitser langs komt steekt de
man zijn smekende handen naar de Duitser
uit, help me toch. Deze sadist weet wel raad
met deze stervende. In zijn hand heeft hij een
stok van een meter lang met op het eind
daaraan een haak. Die haak pikt hij onder de
kin van deze man en sleept hem dan naar het
crematorium. De oven in met deze man die
toch niet meer werken kan. Hier heb ik me
omgedraaid en ben naar een hoek van de zaal
gegaan om daar te huilen. Dit doe je met
geen hond; hoe kunnen mensen toch zoiets
doen, onbegrijpelijk.
Lieve lezer, ik zet nu voorgoed een punt ach
ter mijn verhaal. Dit is nu echt het EINDE.
K. Kastelein
Diamantpad 23
2628 SC Delft
GOEDEREEDE - Voor het vestigen van een camping in de Eendragtspolder te Stellen-
dam had de heer H. Tebrugge uit Goedereede de medewerking van het college gevraagd.
Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van Goedereede, afgelopen donderdag
avond, bleek echter dat hij van de gemeente voorlopig geen medewerking kan verwach
ten. Het door de heer Tebrugge beoogde gebied ligt ten oosten van de nieuwbouwwijk
Stellendam Zuid, wat ook de enige uitbreidingsmogelijkheid voor Stellendam zou zijn.
En daar er door de provincie nog geen duidelijkheid is gegeven over de bestemming van
die gronden, besloot de raad het verzoek van Tebrugge niet te honoreren. De heer Human
van de SGP vond dat de aanvraag te vroeg is. Volgens hem moet er eerst beleid komen
waar rondom Stellendam recreatie zou plaats dienen te vinden.
Uitslag wedvlucht PERONNE 30-04-
2005. Los: 11.30. Deelnemers: 9. Duiven:
260. Weer: Zuid Oosten Wind.
J. C. Wagner Zn. 1 3 4 5 6 10 11
15 16 27 33 34 48 53 54 61; JM
Visser 2 7 8 9 12 13 14 18 19 20
21 22 28 29 30 31 32 56 57 58; C
Wagner 17 42 44 45; Th. van Stralen 23
46 47 52 60 62 63; J.D. Meiaard Zn
(11/89) 24 25 26 36 37 38 39 41
49 50 59; Paorick Sprong JL 35; K. Klink
40 43 55 64 65; I.L van Zanten 51