Twee jubilerende muzikanten op Koninginnedag pubiiel(eliii( geiiuidigd! Aanvraag camping te vroeg 'Nagalm en te weinig licht in nieuw schoolgebouw' Enthousiasme raad over sponsoring bloembaldcen P.V. De Rode Duif P.V. De Reisduif te Sommelsdijk B edelgemeente U wilt uw complete huisstijl I I,,, redrukt hebben? te Stad a/h Haringvliet DIRKSLAND - Muziekvereniging 'Amicitia' had afgelopen zaterdag, Koninginnedag, tócli wel een bijzon dere dag. Eigenlijk niet eens zozeer omdat ze die dag weer flink hebben opgetreden, want dat doen ze elk jaar trouw op Koninginnedag - al blijft het elke keer opnieuw weer een prestatie om zo langdurig muziek te maken én daarbij te marcheren. Maar 't was vooral bijzonder omdat de muziek vereniging deze dag twee jubilarissen had die langdurig tot hun gelederen behoort: de 74-jarige Rens Koppe naal, die al 40 jaar lid van de vereni ging is, en de eveneens 74-jarige Jan Lodder, die maar liefst 50 jaar aan 'Amicitia' verbonden is. En 't was zaterdagmorgen tijdens de aubade bij het gemeentehuis - een mooiere gele genheid was haast niet denkbaar - dat de twee muzikanten in het openbaar werden gehuldigd door burgemeester Stoop van de gemeente Dirksland. Door Hans Villerius Veertig jaar Rens Koppenaal is zijn loopbaan als ama- teur-niuzücant al op 13-jarige leeftijd begon nen. Hij woonde toen nog in Ooltgensplaat, maar doordat de Duitse bezetter in 1944 Oostflakkee onder water zette, moest Rens in die tijd als evacué naar Bolnes, en daar heeft een neef hem trombone leren spelen. Later moest hij naar Ulrum, ook vanwege de evacuatie, maar kon daar géén blaasinstru ment bespelen omdat die voor de Duitsers waren verstopt... Na zijn terugkomst in Ooltgensplaat echter, in 1945, werd hij lid van de plaatselijke muziekvereniging 'U.D.I.'. Met een onderbreking van enkele jaren, wegens het vervullen van zijn militai- Vooraan op defolo de nniziktile jubilarissen Rens Koppenaal (l.) en Jan Lodder (m.), met burgemeester Stoop. (Foto Hans Villerius) re dienstplicht, is hij hier tot in 1962 lid gebleven; toen verhuisde hij naar Dirksland. Daar werd hij in 1964 lid van muziekvereni ging 'Amicitia'. Als trouw lid sloeg hij ook hier geen repetitie of optreden over als daar geen geldige reden voor was; en ditzelfde kan ook nu nog, veertig jaar later, worden gezegd. En ook als er acties worden gehou den, is hij altijd van de partij. Al meer dan veertig jaar is Koppenaal dus lid van de Dirsklandse muziekvereniging, waar hij hoofdzakelijk de bas bespeelt, zodat muzi kant en muziekinstrument ook al dertig jaar aan elkaar zijn verbonden. Vanwege zijn leeftijd heeft hij het mai'sen alleen moeten staken. Maar wél speelt hij nog een partijtje mee bij de Melissantse muziekvereniging én bij het Reünieorkest van de Koninklijke Landmacht. Vijftig jaar Als één van de meest markante autochtone Dirkslanders mag ongetwijfeld Jan Lodder worden genoemd. Joviaal en spontaan als hij is, maar ook doortastend en goed van de tongriem gesneden, heeft hij veel betekend in het verenigingsbestaan van 'Amicitia', waarvan hij van 1945 tot 1953 lid is geweest en dat vanaf 1961 tot heden nog steeds is, de tuba en de solobugel bespelend. Toen Jan in december 1963 secretaris van de muziekver eniging werd, was er een volledig nieuw en jong bestuur, dat vanaf 1968 vele ludieke acties op touw zette om het instrumentarium van de vereniging te vernieuwen. Zo werd het dorp rondgegaan met een varken, waar van men het gewicht kon raden. En toen 'Amicitia' geen uniformen meer had, wer den in 1969 voor de aanschaf van nieuwe uniformen renteloze aandelen uitgegeven. Maar Jan was ook voor vernieuwing. Zo kreeg hij met veel overredingskracht het bestuur zover dat in september 1970 een majorettenpeloton en een drumband konden worden opgericht, naar Amerikaans voor beeld. Jan nam zelf de instructie van de majorettes op zich, en heeft dat ongeveer 12 jaar gedaan. De majorettes en de drumband waren zo'n succes dat er sinds 1972 voor de winteruitvoering twee avonden nodig zijn om al het publiek een plaats te kunnen bie den. Vanaf november 1970 tot februari 1993 was Jan voorzitter van 'Amicitia'. Onder zijn hoede reisde de muziekvereniging in mei 1973 naar Eckemförde, in het noorden van Duitsland. De Duitsers waren erg onder de indruk van de majorettes en Jan werd gevraagd te helpen bij het oprichten van een majorettenpeloton in Duitsland. In juni 1976 was 'Amicitia' ook te horen op de radio, bij in het AVRO-programma 'Orkesten uit de regio'. Twee keer reisde de vereniging naar Bad BoU, in Duitsland, waar de praatgrage Jan voor zo'n 3000 mensen sprak, in zijn eigen Duits.In augustus 1986 kon 'Amici tia' haar eigen gebouw in gebruik nemen; ook dit is tot stand gekomen door de door tastendheid van Jan. 't Is dan ook niet ver wonderlijk dat Jan Lodder, na zoveel inzet Koninklijk werd onderscheiden; dat gebeur de in 1993, in welk jaar hij ook benoemd werd tot erevoorzitter van 'Amicitia'. Toen hij 'nog maar' 25 jaar lid van de vereniging was zei de toenmalige secretaris reeds: "Als we Jan voor elk uur dat hij voor 'Amicitia' heeft gewerkt een dubbeltje zouden geven, zou hij een nieuwe auto moeten krijgen". Hij kreeg uiteindelijk een nieuwe fiets. Nu, anno 2005, heeft hij er nóg eens 25 jaar opzitten, vijftig in totaal dus. 'Amicitia' hoopt van harte dat beide jubila rissen, als de gezondheid het toelaat, nog lang lid van de vereniging mogen blijven en ook in de toekomst zich er nog voor in zul len mogen zetten. DIRKSLAND - Ondernemers kun nen openbare bloembakken en bloem perken binnen de gemeente Dirksland gaan sponsoren. Dit idee van de Dorpsraad Dirksland kreeg donder dagavond tijdens de laatstgehouden gemeenteraadsvergadering algehele bijval van de politieke partijen. door Kees van Rixoort De Dorpsraad kwam met het advies nadat duidelijk was geworden dat de gemeente forse bezuinigingen moet doorvoeren op het openbaar groen. Dit laatste om, samen met tal van andere bezuinigingen, de begroting voor de komende jaren sluitend te maken. De gemeente koos ervoor om de losse plan tenbakken te verwijderen en de vaste bakken te vullen met groenblijvende heesters. Dat kost 35.000 euro per jaar nunder. De Dorpsraad Dirksland, die een adviserende functie heeft, spreekt van een verarming van het dorpsbeeld. Adoptie of sponsoring van bloembakken door bedrijven kan een oplos sing zijn; één van de leden van de Dorpsraad heeft het zelf gezien in andere gemeenten. "Sponsoring van groen geeft de sponsor een positief imago, zal waardering van de Dirks landers oogsten, wat de sponsor op zijn beurt positief voor zijn bedrijf zal ervaren, en de band tussen de gemeente Dirksland, de ondernemers en de bewoners wordt door het geheel verstevigd", aldus de Dorpsraad. In het plan van de Dorpsraad houdt de gemeente de supervisie over het gesponsor- Uitslag wedvlucht Peronne 30-04-2005. Los:11.30. Deelnemers: 15. Duiven: 49L Weer: bewolkt weer. M.A.van Nimwegen 1 6 12 27 32 41 57 61 62 86; J.K.Hoekman 2 13 14 19 28 31 37 39 74 77 78 97 103 114 116 117;J.deBlok 3 21 22 45 53 60 75 83 111 123;A.vdLinde 4 10 17 24 de groen, terwijl een "commerciële (groen)ondememing" wordt belast met het onderhoud en de Groene School in Middel- hamis het management, de advisering, het ontwerpen en "enig toezicht" voor haar rekening neemt. Het plan werd donderdag omarmd door de gemeenteraad. De verdere uitwerking is nu in handen van Burgemeester en Wethouders. Hetzelfde geldt voor een ander advies van de Dorpsraad Dirksland: om het wegbezuinig- de buurtsportproject 'Be smart, be cool, be active' voor de jeugd voort te zetten. Ook hier ziet de Dorpsraad een mogelijke rol voor sponsors. Raadslid Bruggeman (ChristenUnie), en in zijn voetspoor ook andere raadsleden, pleit ten in dit verband voor het aanwenden van "ongebruikt geld" voor het jeugd- en jonge renwerk. Leenders (Gemeentebelangen Dirksland) noemde de optie om de GGD te laten bijdragen aan het sportproject. "In het kader van het preventieplan dik wordende kinderen." Robijn (PvdA) zei dat de sporthal en voetbalvereniging DES '67 wellicht iets kunnen betekenen op dit gebied. En Baan (SGP) meldde dat de deelnemende jeugd misschien ook wel bereid is zelf een klein bedrag bij te dragen. Mevrouw Tuinstra (VVD) had echter een waarschuwing in petto. "We moeten oplet ten dat we geen bedelgemeente worden", zei ze. "Je kunt niet alles wat wegbezuinigd wordt, weghalen bij het bedrijfsleven. De gemeente moet zelf de regie over de leef baarheid houden." 25 35 38 43 52 68 79 98 104; C. Kleijnjr 5 7 16 20 26 30 42 47 54 55 56 65 67 69 76 80 82 85 87 88 89 90 105 106 107 108 113 115 120 122;P.vanMoort 8 9 23 33 36 40 44 58 64 71 94 100; Comb.v.d.Sluys 11 18 72 95; Appel Vis van Heemst 15 29 34 46 63 73 81 91 92 93 96 102 109 118 119 121; A.van Alphen 48 49 51 66 70 112; P.de Jong 50 84 99; D. Maliepaard 59; P.van den Boogert 101 110, Gebr. de Waal Drukkerij Sommelsdijk (0187)47 10 20 algemeen® gebr-dewaal.com DIRKSLAND - Het is een prachtig gebouw, de nieuwe Inktvis, een staal tje architectuur dat er mag wezen. Maar qua licht en geluid zijn de loka len van de Dirkslandse school voor verbetering vatbaar, bracht raadslid Leenders (Gemeentebelangen Dirks land) donderdag naar voren. Volgens het raadslid is er sprake van nagalm of 'een kaatsveld' én laat de licht- kwaliteit te wensen over. Het eerste pro bleem kan gevolgen hebben voor de taal- /spraakontwikkeling van de leerlingen, ter wijl het tweede probleem tot de noodzakelijke aanschaf van een bril zou kunnen leiden. Leenders vroeg het college van B en W om maatregelen. Maar wethouder Sandee (CDA) zag daarvoor geen aanleiding. Over de verlichting had hij geen klachten van de school ontvangen. "De verlichting in de Inktvis voldoet aan de eisen. Een nameting heeft dat uitgewezen." De akoestische pro blemen verklaarde Sandee deels uit het feit dat schoollokalen in het begin leeg waren, maar nu niet meer. "De klachten worden minder, zegt de school. Bovendien doet het probleem zich niet in alle lokalen voor." Een meting om de kwaliteit van de akoes tiek vast te stellen vond Sandee aanvanke lijk niet nodig, maar na enig aandringen van Leenders en Toes (ChiistenUnie) deed hij de toezegging daar in coUegeverband nog eens over na te denken. Zestig jaar geleden In de winter van ruim zestig jaar gele den sneeuwde het. Je zult zeggen: "Hoe weet je dat nog zo precies?" Normaal zou je dat ook al lang verge ten zijn, maar er was wat met die sneeuw. Die sneeuw was niet gewoon wit zoals alle sneeuw. Deze sneeuw was zwart. Als je voorover gebogen aan het werk was had je dat niet zo gauw in de gaten, maar als je dan overeind kwam zag je ze dwarrelen, van die grote zwarte vlokken. Nee, het was geen gezichtsbedrog, je zag ze echt vallen. "Hoe kan dat", zul je zeg gen. Dat zal ik je nu vertellen. We gingen om ongeveer zeven uur de deur uit. Op het pleintje voor het Lager werd appèl gehouden. Daar werden de namen afgeroepen en vertrok de kolonne naar het werk. Vooraf hadden we die ene boterham gegeten, als je die dan nog had en niet ieder een had die nog. Dan kwamen we over de Dorpsstraat langs de bakkerij van het dorp. Daar stond altijd een raampje open. Om gelijk te bedwelmen met je halflege maag als je die geur van dat versgebakken brood rook. Op naar de spoorbaan die van Nordhausen naar Bielen loopt. Daar lag ons werk; het aanleggen van een spoorlijn. Het hoogtepunt van de dag was de middagpauze die we doorbrachten in de schaftkeet. In die keet stond een kachel met daarop een stalen plaat van 60 bij 60 cm. Ons middagmaal bestond uit één sneetje brood, als je het in de loop van de ochtend al niet verslonden had. Dat sneetje brood legde je op die warme kachel plaat. Na enige minuten begon het dan te rij zen en kwam er een bruin kantje aan en dan gebeurde het. Dan kwam die heerlijke geur je tegemoet. En dan ging je eten. Wat zeg ik? Eten, dat is niet het juiste woord. Je ging zit ten peuzelen, zoals een muis dat doet, heel voorzichtig; zomaar stil genieten. Ik heb nadien nooit meer zulk lekker brood geproefd. Daarna werd je de keet uitgejaagd en kon je weer met spoorbiels en rails gaan sjouwen. Zo tegen een uur of drie viel de eerste sneeuw, van die grote zware vlokken. Hier in ons land heb ik nog nooit van zulke vlok ken gezien; gelukkig maar! Het vroor hard, soms 23 graden. Om een spoordijkje op te werpen moest je eerst gaten boren in de bevroren grond. In die gaten werden dan kleine staafjes met springstof geplaatst. Daarna moesten we maken dat we weg kwamen want dan liet de baas de hele zaak springen. We moesten ons dan zo'n vijftig meter van die plaats verwijderen. Geen probleem; we renden voor de zeker heid een paar honderd meter van de plaats des onheils vandaan. Na de explosie kwa men we dan op onze slofjes terug wandelen. Dat ging tot ergernis van de baas in een zeer traag tempo. De baas, die aan het front zwaar gewond was geweest, had een zilve ren kaakbeen. Als deze man zich erg druk maakte dan kwam het kaakbeen voor de dag, soms vloog het met een vaart uit zijn mond en viel het in de sneeuw. Gezien het tempo van onze manier van werken was hij nogal eens in de weer om de zaak erin te houden. Na het werk moesten we ons 's avonds mel den bij de eetzaal die midden in het dorp lag. We stonden dan in een lange rij voor een loket van de keuken. Je zette je pannetje neer en de kok smeet er dan met een plons drie kwart liter soep in en dan vlug weg wezen want er kwamen er nog tachtig na u. We kregen dus altijd soep vooraf. "Niet gek", zal je zeggen. Jammer dat je door de soep heen altijd het fabrieksmerk op de bodem van je pannetje nog duidelijk kon lezen. Na de soep kwam dan de echte maal tijd die bestond uit twee aardappelen in de schil. Dat was het! Toch hebben we in Bielen nog wat geleerd. Bedelen. Dat hadden we al gauw onder de knie. Je trekt een armoedig gezicht en houd je hoofd wat schuin en doet dan je beklag. Je hebt honger en in het Lager krijg je veel te weinig te eten en bovendien moetje zo hard werken aan die spoorlijn en dat je met één boterham al dolgelukkig zou zijn. Wie zou er als vrouw dan niet overstag gaan. Piet Ihr- man sr. was daar heel handig in. Hij vertelde dat hij thuis een vrouw met veel kinderen had die het nu zonder vader en zonder inko men moesten doen. Daarbij zag hij kans om een traan te produceren en dat sloeg altijd goed aan. Zo kwam hij op een avond laat in het Lager aan; een ieder lag al in de rust stand. "Wie heeft er nog trek in een stuk buikspek". Het hele Lager was in één klap klaarwakker en riep: "Ja Piet, hier". "De ook", zei Piet, welterusten jongens". Het was niet alles ellende, er was ook veel humor en er werd ondanks alle ellende veel gela chen. Thuis zaten ze in onrust als 's avonds die zware Lancasters overkwamen om in Duitsland de zaak plat te gooien en wij in het Lager gierden als er soms vier op een boven- krib hun kousen zaten te stoppen en met een plof door de krib zakten en op de soms al sla pende onderbuurman neerkwamen. Zondags kregen we een achteronsje brood wat we samen moesten delen. Het delen deed je door middel van een touwtje waarin je halverwege een knoop had gelegd. Bij de knoop sneed je het broodje doormidden; ieder de helft en geen kruimel meer. Met die vier ons moest je tot woensdagavond doen. Daarbij kreeg je nog een pakje van één of ander smeersel. Ik zie mijn vriend Frans Akershoek nog met veel smaak, zittend op de rand van zijn krib, zijn vier ons opeten, alles in één keer. Dat was zijn feestavond. Met die goed gevulde maag moest hij het wel tot woensdagavond doen. Ook Frans kwam er achter hoe zwarte sneeuw er uit ziet. Helaas zijn Frans en veel van onze Lagervrienden reeds lang overieden. Wij blijven ze gedenken, ieder jaar weer! We vervolgen ons verhaal. 16 februari 1945; vier uur in de middag. Op de rails staat een wagon met 10 ton grind. Of we die nog maar even willen lossen! Met vier man begonnen we, maar ik hield het niet lang vol. Het zweet brak me uit en dat met strenge vorst. Dat gaat niet goed; ik zakte bijna in elkaar van ellende en kon geen schop meer vast houden. Toen tussen twee jongens naar het Lager meer dragen dan lopen en daar direct onder de wol. De wijkzuster van het dorp constateerde dat ik vast wel een longontste king zou hebben en liet me naar het zieken- zaaltje in het dorp brengen waar Kees Grin- wis (Keesje van Jaen) me enige dagen ver zorgde. Helaas was opname in het Ziekenhuis van Nordhausen noodzakelijk. Er werd een boer in het dorp gecharterd die me met een ossenwagen naar het Stadszie kenhuis reed. Daarna begon de ellende. Doodziek, onkundige verpleegsters die ook met een razzia van de Russische straten waren geplukt en van verpleging weinig of geen verstand hadden. Gevolg: een injectie vergiftiging met gevolg een operatie bij het volle bewustzijn aangezien chloroform in het hele ziekenhuis niet te vinden was; daar voor moest je in de frontUnie zitten. Na zes weken lag ik nog in hetzelfde zieken huis; totaal verzwakt en met een gewicht van nog 43 kilo kon ik niet meer op mijn benen staan. Dan op 3 april, 's middags om één uur is er plotseling groot alarm. De zusters zien geen kans meer om me naar de schuilkelder te brengen. De eerste bom valt in de tuin voor het ziekenhuis waardoor een gedeelte van de voorgevel voorover stort. Ik zie alleen stof en puin om me heen. Een zuster sleept me naar een straatschuiUceldertje (een zgn. splintergrave) waar je niets kan zien en alleen maar gekerm van gewonden en ster venden hoort. Daar brengen we de nacht door. Dan de volgende morgen om negen uur is er weer alarm en weer volgt er een bombardement. Gisteren waren er 191 Lan casters geweest en nu zijn er, zoals we later hoorden, 243 die de rest van de stad in puin komen leggen. Als het middag is, is 70 pro cent van de stad verwoest en zijn er 8800 doden en duizenden gewonden. Tegen de avond van de volgende dag als alle tijdbom men in de stad wel ontploft zullen zijn, komen twee zusters ons uit het puin halen. De deur van het schuiDceldertje heeft het tij dens het tweede bombardement begeven waarbij grote brokken cement bij ons naar binnen vlogen. Naast me stierf een meisje van een paar jaar dat helemaal onder de brandwonden zat. Dan worden we op een vrachtwagen geladen waarop een dood var ken lag en waarop ook Aren Nieman lag. We keken elkaar aan en Aren kende me. Aange zien Aren doof was kon ik hem niet berei ken. Na zes kilometer rijden komen we aan in het concentratiekamp DORA. Er zijn lan ge gangen en vele kamers, diep onder de grond. Waar Aren gebleven is weet ik niet; ik kon hem ook niet gaan zoeken want alles was er pikdonker. Na het bombardement was er geen stroom meer en werd er alleen met kaarsen gewerkt. Ik lig op een kamer met een man of tien met gewonden en ster venden. Zo nu en dan komt er een zuster met een kaars in de hand de zaak controleren en wat voedsel brengen. Zodra ze verdwenen is, is het weer nacht en op den duur weet je niet of het dag of nacht is. In deze ondergrondse is ook Eeuwit Hamee- teman gestorven. Ik schreef hierover in Eilanden-Nieuws van 30 april 1997. Dat wonderlijke verhaal waar een zuster bij me op de kamer komt met in de ene hand een kaars en in de andere hand een bijbeltje met de vraag of hier de Hollander Claus ügt en of die zich over dit bijbeltje wil ontfermen. Het is van de zojuist overleden Hollander Eeu wit Hameeteman. Zijn naam en adres staat er in. Een wonderlijke zaak, hoe is het moge lijk; het moest zo zijn! Hoelang we in dit onderaardse gelegen heb ben weet ik niet meer. Je hebt het gevoel dat ze je levend begraven hebben. Zelfs nu, na zestig jaar, kan ik nog niet tegen dicht geslo ten gordijnen. Intussen scheen de oorlog in deze streek ten einde te zijn. Amerikanen en Russen sche nen elkaar de hand gegeven te hebben. Alle boeren in de omgeving werden opgeroepen om met paarden- en ossenwagens bij kamp DORA te verschijnen teneinde de zieken en gewonden af te voeren naar de diverse streekziekenhuizen in de omgeving. Ik lag met wat Polen op een ossenwagen. Langs de bergen bloeiden de meidooms en de kastan jebomen stonden in volle bloei, alles rook naar de lente. Maar wij konden het felle dag licht niet aan onze ogen verdragen na al die tijd dat we in het donker hadden doorge bracht, we hielden onze handen maar voor de ogen. En wat er toen gebeurde; de Polen begonnen te zingen en ik zong mee. Wat zing je dan na zo'n verlossing. Dat kon niet anders dan een psalm zijn: en uit volle borst klonk het: Looft, looft mijn ziel de Hoorder der gebeden; vergeet nooit één van Zijn weldadigheden, vergeet ze niet, 't is God die ze U bewees. En de ossen sukkelden voort, kilometers lang en wij maar zingen en de boer, hij schudde zijn hoofd en lachte maar. Uiteinde lijk belandden wij in een klooster dat met spoed als noodziekenhuis was ingericht. Naast me lag een man uit Rotterdam, Leen Smit. Leen had een wond aan zijn been, maar was niet ziek, alleen erg mager. We lagen er enkele weken en inmiddels was het al juni. Op de achtste juni verschenen er onverwachts twee Rode-Kruissoldaten op de zaal met de vraag of er hier ook Hollanders lagen. Jawel hier twee en wat is er aan de hand? "We komen je halen, je kan naar huis". 'Jamaar ik kan niet lopen!" "Je hoeft geen stap te doen, we dragen je, geen probleem". Naar huis, ik was er direct voor te porren, maar Leen wilde nog wt blijven om nog wat verder te herstellen. Later hebben de Russen Leen meegenomen en is hij op de Krim terecht gekomen. Twee jaar later kwam hij pas thuis in Rotterdam aan. Ik werd op een brancard gelegd en na een eindeloze rit werd ik in Erfurt in een zieken huis gebracht. Het was een doorgangszie kenhuis en dat had ik direct door. Het bed waar ik werd ingelegd krioelde van de vlooi en die zeer dorstig waren. Ze nestelden zich onder het verband dat om mijn been zat en wat na de operatie die ik in maart had onder gaan, nog steeds niet was genezen. Na een paar dagen kwamen een paar Rode Kruissoldaten me weer halen en werd ik op een brancard op het station van Erfurt gelegd in afwachting van een Rode Kruistrein die ons naar Holland zou vervoeren. Het regen de en een overkapping was er niet en ik lag te rillen van de kou. Gevolg: weer een long ontsteking en ik voelde me doodziek. In de trein, die uiteindelijk kwam, was Wim Neels uit Melissant ziekenoppasser. Het was een eindeloze reis door het verwoeste Duitsland en ik had het gevoel dat ik ging sterven. Ik weigerde een slaapmiddel in te nemen, maar één van de doktoren en Wim wisten me te overtuigen dat ik heus wel weer wakker zou worden. Ik viel in een diepe slaap en werd wakker in een ziekenhuis in Luik. Niet in Holland dus. In Luik werden mijn kleren verbrand en kreeg ik een hemd en broek van het Gesticht zoals het genoemd werd. Na een maand kon ik vervoerd worden naar het dichtstbijzijnde Ziekenhuis in Holland en dat was Maas tricht. Weer werd ik op een brancard gelegd, maar een slimme non ontdekte op het nip pertje dat ik een hemd en broek van het Gesticht aan had en dat kon niet; dat moest uit en zodoende kwam ik naakt op de bran card te liggen. Tot verbazing van de zusters in het Maastrichtse ziekenhuis die niet kon den begrijpen hoe nonnen zoiets konden doen. "Onmenselijk", zeiden ze. In Maastricht werd ontdekt dat mijn linker long was gescheurd en dat ik voor herstel beslist naar een sanatorium zou moeten. Om op krachten te komen moest ik wel eerst een half jaartje in Maastricht blijven. Rond de Kerstdagen kwam ik in Soest in het Sanato rium Zonnegloren aan. Na eenjaar, decem ber 1946, werd ik genezen ontslagen en was ik met de Kerstdagen weer thuis. Alles bij elkaar had het twee jaar geduurd; we hadden het overleefd. In augustus 1990 en in april 1997 bezochten we de stad Nordhausen en het dorp Bielen. We namen foto's van het Lager en van de plaats waar mijn krib had gestaan. We bezochten de spoorhjn die we indertijd hebben aangelegd, maar nu met een voUe maag. In het restaurant bij het Lager was nu volop te eten. Daarna gingen we naar Kamp DORA en zagen er de martelbunker en het cremato rium. Er is nu een oorlogsmuseum en we zagen er de film die indertijd door de Ame rikanen in beslag is genomen. Het was een gruwelfilm van het kampleven van al die arme stakkers die in de ondergrondse VI- fabriek hun werk moesten doen. Je ziet hoe ze werden opgehangen nadat ze eerst gemar teld wam. We zagen een totaal uitgemergel de man in een greppel liggen om daar te ster ven. Als er een Duitser langs komt steekt de man zijn smekende handen naar de Duitser uit, help me toch. Deze sadist weet wel raad met deze stervende. In zijn hand heeft hij een stok van een meter lang met op het eind daaraan een haak. Die haak pikt hij onder de kin van deze man en sleept hem dan naar het crematorium. De oven in met deze man die toch niet meer werken kan. Hier heb ik me omgedraaid en ben naar een hoek van de zaal gegaan om daar te huilen. Dit doe je met geen hond; hoe kunnen mensen toch zoiets doen, onbegrijpelijk. Lieve lezer, ik zet nu voorgoed een punt ach ter mijn verhaal. Dit is nu echt het EINDE. K. Kastelein Diamantpad 23 2628 SC Delft GOEDEREEDE - Voor het vestigen van een camping in de Eendragtspolder te Stellen- dam had de heer H. Tebrugge uit Goedereede de medewerking van het college gevraagd. Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van Goedereede, afgelopen donderdag avond, bleek echter dat hij van de gemeente voorlopig geen medewerking kan verwach ten. Het door de heer Tebrugge beoogde gebied ligt ten oosten van de nieuwbouwwijk Stellendam Zuid, wat ook de enige uitbreidingsmogelijkheid voor Stellendam zou zijn. En daar er door de provincie nog geen duidelijkheid is gegeven over de bestemming van die gronden, besloot de raad het verzoek van Tebrugge niet te honoreren. De heer Human van de SGP vond dat de aanvraag te vroeg is. Volgens hem moet er eerst beleid komen waar rondom Stellendam recreatie zou plaats dienen te vinden. Uitslag wedvlucht PERONNE 30-04- 2005. Los: 11.30. Deelnemers: 9. Duiven: 260. Weer: Zuid Oosten Wind. J. C. Wagner Zn. 1 3 4 5 6 10 11 15 16 27 33 34 48 53 54 61; JM Visser 2 7 8 9 12 13 14 18 19 20 21 22 28 29 30 31 32 56 57 58; C Wagner 17 42 44 45; Th. van Stralen 23 46 47 52 60 62 63; J.D. Meiaard Zn (11/89) 24 25 26 36 37 38 39 41 49 50 59; Paorick Sprong JL 35; K. Klink 40 43 55 64 65; I.L van Zanten 51

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2005 | | pagina 6