(5) Willem Elisa Roelofs jr. Schaerbeek, België, 24-4-1874 1 Den Haag, 2-6-1940) August Willem van Voorden Rotterdam, 25-II-I88I 1 Rotterdam, 2-10-1921) 'De vrienden' EIIIUNlB1.niEUWS W. E. Roelofs A. W. van Voorden door Com. G. van der Sluijs Voor Willem gold het zelfde als voor alle kinderen die in de voetsporen van hun beroemde ouders traden: met hun eigen werken werden ze nooit serieus genomen. Het vergelijken met zijn vader heeft Willem, net als zo vele anderen, heel wat moeite en verdriet gekost om ook maar de minste bekend heid te veroveren. W" Willem van Voorden heeft zich van jongs af aan geheel aan het tekenen en schilderen overgegeven. Natuur lijk is de kunst van het tekenen niet zo eenvoudig en is het niets anders dan oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Willem zal dan ook 's avonds een cur sus volgen aan de Rotterdamse Aca demie onder leiding van A.H.R. van Maasdijk (1856-1931), alwaar hij in 1903 een eervolle vermelding behaald en in 1905 een zilveren medaille weet te veroveren met een tekening van een naaktmodel. n f^. S"* ■^Sl \'C !*AÓINA4 VRIJDAG 15 APREL 2005 'Het Klaverblad' en hun vrienden Hij leerde het vak van zijn vader.Willem Roelofs sr. (1822-1897), die hem na zijn aca demiejaren meenam op zijn reizen naar het platteland, er zorg voor dragend dat Willem voldoende ondergrond opdeed voor zijn kun stenaarsbestaan. Het zal echter niemand ver wonderen dat, wanneer hij een landschap op het doek zette, hij niet altijd goede commen taren te horen kreeg daar de signatuur soms andere gedachten opriep en hem verwarden met de grote landschap- en veeschilder die zijn vader ongetwijfeld was. Willem jr. was door zijn vader en de Haagse Academie uitstekend opgeleid, want naast het schilderen met olieverf deed hij dat ook met waterverf. Hij tekende, etste, lithografeerde (op steen tekenen) en maakte houtsneden, kortom, Willem was een uitstekend vakman die wist wat hij wilde, maar die vooral ook wist wat hij kon. In de jaren na negentienhon derd kon hij de roep van het buiten schilderen niet weerstaan en zien we hem ook neerstrij ken in het pension van 'moeder Verzijden' in Noorden/Nieuwkoop. Later nam hij zijn intrek, met vrouw en kind, in één van de twee atelierwoningen die aanne mer Hakkeling verhuurde. Waren deze al aan anderen verhuurd, want ook Lex Rosemeier woonde bijvoorbeeld wel met zijn gezin in zo'n atelierhuisje, dan vertoefde Willem in één van de pensions die NoordenVNieuwkoop of Kortenhoef rijk waren, want in het seizoen waren er velen die hun veldezel opzetten in deze waterrijke omgeving. Er was natuurlijk nog geen sprake van televi sie, terwijl de radio toen pas in opgang kwam, hoewel in het plassengebied elektra ook nog niet tot de geneugten behoorde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er 's avonds, onder het genot van een goed glas en een dampende pijp, er heel wat verhalen de ronde deden. Zo probeerde men op een avond elkaar te over tuigen van hoe klein de met riet gedekte huis jes van de boertjes wel niet waren. De een wist ze nog kleiner als de ander, totdat één van de schilders zijn pijp uit de mond nam en oreerde: "Ik had de hele avond daar onder de open schouw zitten roken en toen ik opstond om naar huis te gaan, stak mijn hoofd boven de schoorsteen uit en keek ik pardoes tegen de sterrenhemel...!" "Zo...", antwoordde zijn collega, "dan heb je dat huisje toch wel van je af moeten schudden toen het op je rug bleef hangen...!" Het viel niet mee voor de jonge Roelofs om aan de kost te komen, maar Lex Rosemeier zei: "Als de mensen je kenden hing er wel eens een konijn aan de deur, maar vooral de saamhorigheid onder elkaar zorgde ervoor dat we bijna alles deelden met elkaar, want als er één goed verkocht had, gaf hij natuur lijk een feestje" ':^-^^ÈÊrlÊw^'U^k Roelofs in woonatelier 'de Koet kf-tlLMff y- ¥0O. SU'pcrspaurdcii op de kade. {W. van Voorden) De Rotterdamse Gerard Altmann (1877- 1940), die net als Willem zich bekwaamd heeft in het tekenen op de academie en reeds goed bekend is met het plassengebied zoals bij Oostvoorne, Kralingen, Reeuwijk, Noorden/Nieuwkoop en Kortenhoef, zal hem zeker opmerkzaam gemaakt hebben op de landschappen die daar te verbeelden zijn. Willem schildert daar fraaie land schappen met een zeer losse penseelvoe ring als hij daar in de zomer achter zijn ezel zit en van de ene naar de andere plas trekt. Eén van de plassen bij Kortenhoef noeint men dan ook niet voor niets 'de schilders- plas'. Wanneer de jonge Van Voorden zijn forse doeken aan de man brengt, krijgt hij al snel de vererende bijnaam van 'de Rot terdamse Breitner'. Door het intensieve contact met de bevol king van de dorpjes aan de plassen heeft Willem als kunstenaar oog voor het vrou welijk schoon en waagt hij het om de hand te vragen van de dochter van bakker Van den Broeck uit Kortenhoef, wiens andere dochter al eerder huwde met Jacob Rit- sema (1869-1943). Willem wordt door zijn huwelijk niet alleen de zwager van Ritse- ma, maar ook van Pieter van den Broeck, die misschien wel juist door z'n beide zwa gers een lokaal bekende amateurschilder is geworden. De plassen blijven Willem voorlopig boei en, want hij woont zelfs nog een tijdje in Loosdrecht. Natuurlijk ziet hij heus wel dat hij niet de enige is die met deze motie ven probeert de kost te verdienen en het duurt daarom niet lang of hij werkt weer in zijn 'eigen' stad, waar hij de bedrijvigheid op vele manieren weet vast te leggen. Hij schildert er de sleperspaarden, de marktscè- nes, stadsgezichten, caféscènes, stillevens, spelende kinderen en zeer fraaie portretten, zowel in olie- als in waterverf. Zijn werken worden ook internationaal goed ontvangen, want op de wereldten toonstelling van Barcelona in 1908 wordt hij met een bronzen medaille vereerd en enkele jaren later te Amsterdam met een zilveren medaille. Mede daardoor behoort hij inmiddels wel tot een veelbelovend kun stenaar. Tussentijds wordt hem in 1910 ook nog het Eerelidmaatschap aan geboden door de Bel gische Sociëté Aqua- rellistes et Pastellistes met een forse aquarel van de vismarkt in Rot terdam. Ook is 1910 het jaar van de geboorte van zijn zoon Barend, die later, na heel wat 'uitstapjes' naar andere beroepen, uiteindelijk zijn vaders voetsporen gaat volgen, na teken lessen bij de schilder A. Miolee (1879-1961) en bij z'n oom J.C. Rit- sema (1869-1943). Als creatief therapeut voor afasiepatiënten in een ziekenhuis kan hij zich als kunstenaar onafhan kelijk opstellen en doet dan ook geen moeite om te exposeren. Zijn werken zijn landschap pen zonder mensen daar in, heel anders dan zijn vader ze weergaf. Doek 50x73 cm. 'mttÊKUitimmHi Langs de plassen. Vader Willem krijgt van de geineente Rot terdam een belangrijke opdracht voor een groot schilderij, maar zijn gezondheid wordt steeds slechter en uiteindelijk blij ven zijn penselen onaangeroerd, waardoor het gezin financieel steeds meer zorgen ki'ijgt. Zo overlijd hij op 2 oktober 1921 op de nog jonge leeftijd van 39 jaar, waarmee er een abrupt einde komt aan een veel belo vende schilderscarrière. Gelukkig voor ons is er nog een drietal musea en de gemeente Rotterdam, die schilderijen van hem in hun collectie heb ben, zodat wij ook nu nog van zijn werk kunnen genieten. Portret. Oude plantage. (Doek 34 x 49 cm)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2005 | | pagina 4