EIIAI1DB1-i»EUW5 Libanon is maar een klein landje, een republiek, ontstaan in 1920, na de eerste Wereldoorlog. Het is militair zwak, in naam onafhankelijk, maar het zit in feite onder de duim van Syrië. Het belangrijkste deel van het land is de 225 km lange kust strook langs de Middellandse Zee. Daarachter ligt een berg landschap met daartussen niet al te grote dalen. Dit gebergte strekt zich uit naar het oosten en bereikt in de Libanon en de Anti-Libanon een aanzienlijke hoogte. De grens met Israël is 79 kilometer, die met Syrië 375 kilometer lang. Het land telt - afgezien van de vele illegale Syrische gastarbeiders - 3.700.000 inwoners. Ongeveer 25 procent van de bevolking is christen, het merendeel is moslim, overwegend shi'iet. De officiële taal is Arabisch. Ook wordt er veel Frans en Engels gesproken. Het landschap is tamelijk groen, vergeleken bij dat van de omlig gende landen. In de winter valt op de hogere plaatsen, waar de mooie en unieke ceders groeien, sneeuw. Verreweg het grootste deel van de activiteiten speelt zich af in de smalle dichtbevolk te kustzone. Al sinds oude tijden vormt deze noord-zuidstrook een belangrijke doorgangsweg, hetzij naar het zuiden, hetzij naar het noorden. Libanon zelfstandig Diverse bevolkingsgroepen Libanon uitvalsbasis Syrië mengt zich in het conflict Israël valt aan De Hezbollah Het beoogde doel gemist Het akkoord van Taif Een veiligheidszone Hariri wordt premier Israël grijpt in Israël trekt zich terug Syrië bleef Libanezen in opstand Gaat Syrië uit Libanon weg? VQINA7 DINSDAG 22 MAART 2005 Libanon, eens het Parijs van liet Midden-Oosten (1) De oudste bewoners waren de Phoeniciërs, een uitermate ondernemend volk van zee vaarders en kooplieden. Ze vonden liier voor hun schepen prima havens. Vanuit de haven steden - die elk voor zich koninkrijkjes waren - zwermden ze uit over de Middellandse Zee. Ze hebben heel wat kuststeden in Italië en Spanje gesticht. En ook in Noord-Afrika waren ze erg actief. De grote stad Carthago (in het huidige Tunesië) kwam er dankzij de Phoeniciërs. Deze stad ontwikkelde zich tot de grootste concurrent en tegenstander van Rome. Toen de macht van de Phoeniciërs gebroken was, speelde Libanon een meer bescheiden rol, ook al bleef het een belangrijk doorvoerland. In de Middeleeuwen werd het land veroverd door de kruisvaarders. Komend vanuit Antiochië, waar ze onder de niet-chris- tenen behoorlijk te keer gegaan waren, trok ken ze naar het Heilige Land. Onderweg stichtten ze vestingen en forten om hun route te beschermen. Heel wat van die citadellen zijn nog steeds in Libanon en Israël te vinden. Iiimiddels was ook de islam het land binnen gevallen. Omstreeks 1500 kwam het hele Nabije Oosten onder de heerschappij van de Turkse sultan, die in Istanboel (het vroegere Constantinopel) resideerde. Libanon werd een deel van zijn rijk. De Eerste Wereldoor log eindigde met een nederlaag voor Duits land, dus ook voor zijn Turkse bondgenoot. Daardoor werd het eens zo machtige Ottom aanse Rijk - overeenkomstig het Sykes- Picot-verdrag - in kleine rijkjes opgesplitst. Zo kwamen in 1920 Libanon en Syrië onder Frans en Israël en Jordanië onder Engels man daat. In 1943 werd Libanon officieel onafhanke lijk. Het is naast Israël de enige natie in het Midden-Oosten met een parlementaire rege ringsstructuur. De staat ademde vanaf het begin een uitgesproken moderne, West-Euro pese geest. Het nam daarbij Parijs als voor beeld. Frans was ook de voertaal in de 'bete re kringen'. Beiroet - de hoofdstad - werd de stad van casino's, banken, hotels, cafés en nachtclubs. Hier kwamen goed gesitueerden uit het hele Nabije Oosten om zich te vers trooien. De sneeuw op de bergen maakte 's winters een mondain toerisme aantrekkelijk. Beiroet is ook bekend om zijn beroemde Amerikaanse universiteit, waar in de loop der tijd duizenden professionals uit de omringen de landen werden opgeleid. Zij is ontstaan uit een in 1866 door Amerikaanse Presbyteriaan se zendelingen opgerichte onderwijsinstel ling. Beiroet was de meest aantrekkelijke stad in het Midden-Oosten op het gebied van de economie en financiën, muziek en andere cul turele uitingen, totdat Tel Aviv op het toneel verscheen. De huidige bevolking is zeer gevarieerd. Je vindt binnen de islam twee stromingen: de Soennieten en de Shi'ieten. De Druzen, die in de bergachtige streken leven, vormen een sterke minderheid. En dan is er een belangrij ke, invloedrijke groep christenen, die kan bogen op een historie al vanaf de eerste eeuw. Zij behoort overwegend tot de Maronitische kerk. De christenen vormen de meest spre kende vertegenwoordigers van de Europese - vooral Franse - invloed in het land. Er waren tijden dat deze groeperingen in een goede ver standhouding naast elkaar leefden. De chris tenen vormden aanvankelijk een meerder heid. Toen het land in 1943 volledig onafhan kelijk werd, werden in het zogenaamde Nationale Pact de politieke en ambtelijke functies tussen christenen en islamieten (soennieten) verdeeld in de verhouding van 6:5. In de loop der tijd nam het aantal isla mieten (vooral shi'ieten) ten opzichte van de christenen toe. Drie factoren hebben deze demografische verschuiving veroorzaakt: a) In 1948 vonden duizenden Palestijnse vluchtelingen - die bij het stichten van de staat Israël de wijk genomen hadden - in kampen in Zuid-Libanon een onderko men; b) In 1970 kwamen daar ook nog eens de leden van de PLO met hun gezinnen bij, nadat Yasser Arafat een vergeefse poging had ondernomen om koning Hoessein van Jordanië te onttronen. Zijn strijders ope reerden vanuit een vluchtelingenkamp. Het kamp werd met artillerievuur bestookt. Arafat en de zijnen werden ver- baimen en streken in Zuid-Libanon neer; c) Door de burgeroorlog en de komst van de Syriërs zijn vele duizenden burgers naar andere landen uitgeweken. Er ontstond een meerderheid van moslims die haar rechten opeiste. Door de aanwezigheid van de Palestijnen (PLO) hepen de spannin gen nogal op. Er ontstonden islamitische gevechtsgroepen die zich bij de PLO aanslo ten. Daardoor raakte de bevolking van Libanon nog meer verdeeld. De christenen hadden het gevoel hun grip op de situatie in Libanon te verhezen. In de Zesdaagse oorlog (1967) werden de Arabische legers - Egypte, Syrië en Jordanië - door Lsraël verpletterend verslagen. Israël kwam in het bezit van de Westelijke Jordaan- oever. Oost-Jeruzalem, de Gazastrook en de Sinaï. In de jaren na de Zesdaagse Oorlog werd Libanon de belangrijkste Palestijnse uit valsbasis voor aanvallen op Noord-Israël. Deze guerrilla-activiteiten werden door Israël beantwoord met beschietingen en bombarde menten. De in Libanon neergestreken Pale stijnen vormden al gauw goedbewapende groepen, die zich erop voorbereidden Noord- Israël binnen te vallen om zo naar hun oor spronkelijke woonplaats - die van 1948 - te kumien terugkeren. Ze vormden in het zuiden een soort staatje in de staat, omdat het zwak ke onderling verdeelde Libanese leger botsin gen met de zwaarbewapende Palestijnen zoveel mogelijk uit de weg ging. In maart 1978 kwamen bij een Palestijnse aanval op een bus in de buurt van Tel Aviv 35 mensen om het leven. Als reactie hierop bezette Israël een deel van Zuid-Libanon. Bij deze 'Opera tie Litani' viel het Palestijnse stellingen aan. Een resolutie van de Veiligheidsraad was het gevolg. Daarin werden de IsraëU's opgeroe pen zich uit Libanon terug te trekken. Een troepenmacht van de Verenigde Naties (UNI- FIL) moest de vrede in het gebied handhaven. Toen de IsraëU's zich tot binnen een aantal kilometers van de grens terugtrokken, gaven zij de controle over het gebied in handen van de christeUjke miUüe. In 1976 was Syrië begormen zich met Libanon te bemoeien, zogenaamd op uitaodi- ging van de Libanese regering omdat christe lijke en islamitische milities elkaar voortdu rend bestreden en het land aan de chaos dreig de ten prooi te vallen. Ook omdat Libanon door een vreemde natie - Israël - was bezet. Daarbij komt nog dat de Syriërs ervan uitgin gen dat Libanon hén toebehoorde. Zo vielen de Syriërs - met instemming van de Arabi sche Liga - met 30.{X)0 soldaten Libanon bin nen. Zij legerden zich grotendeels in de Bee- ka-vallei in het oosten, maar ook in de stad Beiroet, waar de regering zetelde. Eigenüjk was het Syrische leger niets anders dan een verkapt bezettingsleger. Op deze wijze kreeg president Assad van Syrië de touwtjes in han den en zo bleef er van een Libanese soeve reiniteit en vrijheid niet veel meer over. De regering te Beiroet was niet meer in staat eigeimtachtig besUssingen te nemen. Omdat Syrië steeds meer de kant van de Palestijnse guerrillatroepen koos, duurden de onderUnge schermutselingen voort en brak er een bur geroorlog uit, die tot 1991 zou duren. De aan leiding tot die oorlog was een aanval van een christelijke mihtie op een bus met Palestijnse burgers. De uit Jordanië verdreven Arafat maakte van Zuid-Libanon een terroristenstaat. De PLO ontwikkelde een meedogenloze wreedheid. Afpersing, plundering, moord, verminkingen, ze stonden alle op het programma. De PLO sloeg enorme hoeveelheden wapens op. Aan vallen op Noord-Israël waren aan de orde van de dag. Indringers overvielen Israëüsche civiele centra, scholen, kinderen en het gast land Libanon deed er niets tegen. In 1982 achtten de PLO-leiders het moment gekomen om de aanval op Israël in te zetten. Ze voer den zware beschietingen uit met modem Rus sisch langeafstandsgeschut op doelen in het noorden van Israël. Deze terreuractiviteiten werden in de loop van de tijd steeds intensie ver. Daarom besloot de Israëhsche regering van premier Begin (met Sharon als minister van Defensie) hen voor te zijn door in Zuid- Libanon een bufferzone in te stellen, de PLO- concentratie in Zuid-West-Libanon te omsin gelen en uit te schakelen. Deze militaire onderneming verhep aanvankehjk goed. Maar toen de hoofdpersonen van de PLO zich in de hoofdstad Beiroet in veiligheid brach ten, rees bij Israël de vraag of het moest door gaan of terugkeren. Een aanslag op de Israëh sche ambassadeur in Londen, Shlomo Argov, bracht de beshssing. Het Israëlische leger stootte door naar Beiroet. Israëlische gevechtsvliegtuigen vielen het hoofdkwartier van Arafat in Beiroet aan. Een grote hoeveel heid oorlogsmateriaal van de PLO werd ver nietigd. En zo werden Arafat en zijn handlan gers uit Libanon verdreven en werd Libanon van de PLO bevrijd. Na langdurige onderhan delingen mochten ze onder bescherming van Frankrijk en Italië Libanon verlaten en de meeste wapens meenemen. Ze weken uit naar Tunis. Daar bouwde Arafat een nieuwe PLO op. Daardoor verminderden de PLO-aanval- len op Israëlisch grondgebied. In de plaats daarvan kwamen er evenwel acties van de shi'ietische Amalbeweging en de eveneens shi'ietische pro-Iraanse Hezbollah tegen Israël en het Zuid-Libanese leger. De Hezbollah (Partij van God) is al snel nadat Israël zijn invasie in Libanon was begormen, door een groep radicale islamitische geestelij ken gesticht met de bedoeling om aan de Israëlische bezetting weerstand te bieden. Geïnspireerd door het succes van de Iraanse revolutie - waarbij de Sjah verdreven werd en de ayatollah Khomenei het heft in handen nam - beoogde men het religieus veelkleuri ge Libanon om te vormen tot een islamitische staat in Iraanse stijl. Later is men zijn strate gie wat gaan veranderen. Men is zich gaan richten op de ondergang van de staat Israël, de her-islamisering van het hele Midden-Oosten en het bestrijden van de invloed van de Ver enigde Staten. De stelling werd: Palestina behoort de islam toe en Israël heeft geen recht van bestaan. Het heilige land moet worden terugveroverd en de bezetters moeten worden vernietigd. Ze werden hierin met wapens en geld door Iran gesteund. Naast Palestijnse vlaggen zag je weldra ook de geel-groene Hezbollahvlag. Kinderen speelden steeds vaker oorlogje. Omdat de bewoners kunstma tig arm en rechteloos gehouden werden, enkel om ze als politiek drukmiddel tegen Israël te kunnen gebruiken, werden de kampen broei nesten van extremisme. Armoede roept immers geweld op. Palestijnen hepen open- hjk met automatische wapens op straat. Over al prijkten portretten van martelaren, die stier ven voor de bevrijding van Zuid-Libanon en Palestina. Al jarenlang is Hezbollah het syno niem voor terreur, zelfmoordaanslagen en ontvoeringen. In 1983 voerden zelfmoorde naars een bomaanslag uit die aan 241 Ameri kaanse mariniers in Beiroet het leven kostte. De Hezbollah ontwikkelde zich in de onge veer twintig jaar van haar bestaan tot een beweging van geoefende guerrilla's, van par lementsleden en mensen die meewerkten aan een welfare-programma dat hulp bood aan duizenden behoeftige Libanezen. Dat pro gramma sprak de Shi'ieten erg aan en dat leverde de Hezbollah veel steun op. De Israëhsche militaire actie had zijn doel - de bescherming van de Noord-Israëlische bevolking - gemist, omdat de samenwerking met het leger van de christen-Libanezen (Falangisten) niet aan de verwachtingen beantwoordde. Een zekere Habib Shartoumi, een gewone jongen uit Oost-Beü-oet die met valse beloften door de Syrische geheime dienst was misleid, bracht in september 1982 een bom tot ontploffing. Daarbij werd de gekozen, maar nog niet geïnstalleerde maro nitische president Bashir Gemayel - zoon van Pierre Gemayel, leider van de christelijke mihtie - gedood. Uit wraak hiervoor en voor de tienduizenden slachtoffers die in de bur geroorlog omgekomen waren, vielen de christelijke mihties onder leiding van Elie Hubeika de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila biimen, waar veel PLÓ-misdadigers van de gevluchte Arafat zaten. Ze gingen daar op een afschuwelijke wijze te keer en brach ten maar liefst 460 Palestijnen om het leven. Sharon, de toenmalige Israëlische minister van Defensie, werd met nog enkele hoge offi cieren voor deze daad door een commissie ter verantwoording geroepen. Hen werd verwe ten dat ze dit hadden kunnen voorkomen. Ondertussen woedde de burgeroorlog in alle hevigheid voort. Iedereen vocht tegen ieder een. Nadat de rol van de Palestijnen was uit gespeeld, laaiden er conflicten op tussen Shi'ieten en Soeimieten, tussen Shi'ieten en Shi'ieten, tussen Druzen en Maronieten, tus sen Maronieten en Maronieten. Even leek het erop dat de christeUjke president Aoun de natie wist te verenigen, maar interne twisten binnen het leger en de christeUjke milities verlamden zijn strijd tegen Syrië. Daardoor mislukten zijn pogingen de rust te herstellen en de Syriërs kwijt te raken. Wel kwamen in 1989 Libanese parlementsle den in Saoedi-Arabië bijeen om het 'Akkoord van Taif te sluiten. Daarmee kwam formeel een eind aan de burgeroorlog. Om de religi euze spanningen tussen de verschillende geloofsgemeenschappen weg te nemen, wer den de machtsverhoudingen tussen de ver schillende groeperingen opnieuw vastgelegd. De president zou een Maronitische christen blijven, de premier een moslim (soermiet), evenals de voorzitter van het parlement (shi'iet). De macht van de premier zou aan zienlijk uitgebreid worden ten koste van die van de president. De Nationale Vergadering zou uit 128 leden bestaan, waarvan 64 leden christen en 64 moslim zouden zijn. Met behulp van de Syriërs zouden de miUties ont wapend worden. De verdeeldheid onder de christenen gaf de Syriërs in Taif een sterke positie. Daardoor kon Syrië in de periode na de burgeroorlog de Libanese overheid dicte ren wat ze moest doen. In 1991 kwam er een eind aan de burgeroorlog die 15 jaar had geduurd en die aan 150.000 mensen, voorna melijk christenen, het leven had gekost. Libanon en Syrië besloten hun beleid in poU- tieke, militaire en economische aangelegen heden op elkaar af te stemmen. Daarmee werd de invloed van Syrië op Libanon nog weer eens bekrachtigd. Dezelfde shi'ieten die zich destijds met de komst van de Israëliërs hadden verzoend omdat zij het land van de Palestijnen kwamen bevrijden, waren nu Israels vijanden geworden. Zij waren het die later vanuit Zuid-Libanon voortdurend dor pen en steden in Noord-Israël bestookten. Toen in 1993 de situatie voor de bewoners van Noord-Israël door aanhoudende beschie tingen vanuit Libanon opnieuw onhoudbaar werd, besloot premier Rabin tot een harde actie over te gaan. Israël viel opnieuw Zuid- Libanon binnen, stelde een veiUgheidszone in en richtte zich tegen de fanatieke islamitische terreurgroep Hezbollah, die door Syrië en vooral ook door Iran gesteund en bewapend werd. De meeste Libanezen beschouwden de inval van Israël als een wedertechteüjke bezetting van hun gebied. Velen van hen vluchtten naar het noorden. Rabin was ervan uitgegaan dat deze vluchtelingen op de rege ring zoveel druk zouden uitoefenen dat deze de HezboUah het zwijgen zou opleggen. Dat gebeurde niet. Een deel van de plaatseüjke bevolking sloot zich aan bij de opererende terreurgroepen. Ze bestookten burgers in Noord-Israël met de beruchte katjusha-raket- ten en Ueten voortdurend Israëhsche soldaten binnen de veiligheidszone in een hinderlaag lopen. Tegen deze terreur kon zelfs een sterk leger als dat van Israël nauwelijks wat uit richten. Het zwakke Libanese leger zag hele maal geen kans er iets tegen te doen. De Ara bische landen, met Syrië voorop, richtten zich fei tegen de Israëlische agressie. Israël staak te de strijd, maar de incidenten gingen door. Daardoor ontstond er in Israël een anti-oor logsstemming. Het bleek evenwel makkelij ker om Libanon binnen te vallen, dan er weer uit te komen. In 1992 vonden in Libanon na 20 jaar weer parlementsverkiezingen plaats. Deze werden door de christenen geboycot vanwege 'de voortdurende aanwezigheid van Syrische troepen en omdat ze ervan overtuigd waren dat de verkiezingen geen eerlijk verloop zou den hebben. De multi-miljonair Rafiq Hariri werd tot premier gekozen. Hij startte een ambitieus wederopbouwprogramma, dat zich sterk op het herstel van Beiroet richtte. Aan vankehjk kwam de economie tot bloei, maar toen deze instortte, frad Hariri af In het voorjaar van 1996 voerde de Hezbollah zijn aanvallen op de IsraëUsche soldaten in de veiUgheidszone en op de stad Kiryat Shemo- nah verder op. De meeste burgers van die stad en omgeving werden geëvacueerd, en zij die bleven, leefden weken aan een stuk in schuil kelders. In twee weken schoot de Hezbollah 700 raketten op Noord-Israël af en richtte zo een enorme schade aan. De IsraëUsche rege ring die zich verantwoordeUjk achtte voor de veiUgheid van haar burgers kon deze aan vallen niet onbeantwoord laten. Uit oog punt van zelfverdediging tegenover de terreur van de Hezbollah, die gesteund werd door een deel van de Libanese bevolking, door Syrië, maar vooral ook door Iran, werd de bevoUdng van Libanon opge roepen haar Israël temidden van de Arabische wereld. huizen te verlaten. Opnieuw kwam een stroom van vluchteUngen op weg naar Bei roet op gang. Zware bombardementen wer den uitgevoerd. Niet alle burgers hadden Zuid-Libanon verlaten. Er waren er die dek king zochten in UNlhlL-kampen. Vlak naast zo'n basis van de VN-vredesmacht schoot de Hezbollah katjusha's af. Israël beantwoordde dit vuren. Bij een fatale tegenaanval van het IsraëUsche leger werden op een keer ui Kfar Kana meer dan 1(X) Libanezen gedood die in deze VN-basis dekking hadden gezocht. Van uit de hele wereld werd gereageerd. Vooral de Wereldraad van Kerken liet zich niet onbe tuigd. Deze organisatie leverde weer eens een sterk staaltje van selectieve verontwaardi ging. Men vergat dat Israël ook recht had op zelh'erdediging. En dat de HezboUah de agressor was. Israël doet niets meer dan zich verdedigen tegen groeperingen en volken die in woord en daad uit zijn op de vernietiging van de Joodse staat. Het probleem was echter dat de Hezbollah de burgerbevoUcing als schild gebruikte door het UNIETL-kamp te misbruiken als uitvalsbasis voor zijn agressie. Ondertussen bleef Iran de HezboUah van wapens voorzien. De katjusha-aanvaUen ble ven doorgaan en de Verenigde Naties stonden machteloos. Hariri was in 1998 opgevolgd door Salim al- Hoss. Deze slaagde er niet in Libanon uit de economische problemen te halen. De parle mentsverkiezingen van 2000 leverden daar om opnieuw een glansrijke overwinning voor Hariri op. Maar er was nóg een winnaar: de Hezbollah. Dat had zijn reden. In mei 2000 had premier Barak besloten het Israëüsche leger vanuit Zuid-Libanon binnen de eigen grenzen terug te trekken. Hij deed dat omdat de bezetting zowel in financieel opzicht als vanwege het verUes aan manschappen een kostbare zaak was. Ook wilde hij duideUjk maken dat een bezetting van het land door Syrië na het terugtrekken van de IsraëUsche troepen niet langer te rechtvaardigen was. Het vertrek van de Israëüsche troepen werd in Libanon echter gezien als een verdienste van de militaire tak van de Hezbollah. Het beschieten van Israëlische steden en het in hinderlaag lokken van Israëhsche soldaten had effect gehad, zo concludeerde men. Van daar de winst bij de verkiezingen. De Hezbol lah maakt nog steeds aanspraak op een mini maal klein gebied, met name de Sheeba- farms, oftewel het Har-Dovgebied. Daarom zeggen ze de strijd te zullen voortzetten ondanks dat de Verenigde Naties toegeven dat Israël zich achter de grens tussen beide landen heeft teruggetrokken. Van een mati ging van de Hezbollah - waarop Israël gehoopt had - is nauwelijks sprake. Ze pocht dat ze erin geslaagd is de zionisten door een gewapende strijd te verdrijven en zij vormt een inspiratiebron voor de Palestijnen in hun strijd voor de bevrijding van de 'bezette gebieden'. De haat van de HezboUah ten opzichte van Israël is nog even groot. En de pro-Syrische regering bleef de beweging ruim baan bieden om Noord-Israël te blijven beschieten. De Hezbollah bouwde een reus achtige artilleriestelling. Er staan nu 122-mil- limeterraketten met chemische wapenkoppen op Israël gericht, die een reikwijdte hebben van 70 kilometer en Haifa kunnen bestoken. Het HezboUahleger staat klaar om mee te werken aan de vernietiging van Israël als het juiste moment gekomen is. Dat wordt open lijk door Hassan Nasrallah, de secretaris generaal van de HezboUah, verkondigd. Hij beweert dat er een belofte van Allah bestaat dat Israël van de rivier (Jordaan) tot aan de zee (Middellandse Zee) zal worden vernie tigd. Hij zegt zelfs dat de beloofde verlosser van de shi'ieten - de zogenaamde 'mehdi' - terugkomt als Jeruzalem bevrijd is. Palestina is Arabisch land! Toen Israël zich in 2000 volledig uit Libanon terugttok, bleef Syrië waar het was. Het legde zijn wil op aan het Libanese volk op, het bezette en verdeelde de enige Arabische natie die m de afgelopen eeuw de vrijheid heeft gekend en slaagde erin een vredelievend land te veranderen in een luilekkerland voor ter reuractiviteiten en een opleidingskamp voor terroristen. Er worden nu zomerkampen voor schoUeren georganiseerd door de terreurgroe pen Hamas en Jihad. Veel van die kampen zijn naar zelfmoordenaars genoemd. Op het dagprogramma staan schietoefeningen, gevechtstechnieken, parades en marsen. Na afloop krijgen de jongelui een diploma van in uniformen geklede HezboUah-milities. De Hezbollah legt zich niet neer bij het bestaan van Israël. Ze wil met Israël alleen maar onderhandelen over een uitwissehng van gevangenen en stoffelijke overschotten. Daarvoor moeten de IsraëU's dan wel een heel hoge prijs betalen. In maart 2(X)4 werden een zakenman en de Ujken van drie soldaten geruild tegen 401 Palestijnse en 23 Libanese gevangenen. De HezboUah voelt zich sterk betrokken bij de Palestijnse zaak en zegt openlijk bereid te zijn een tweede front te openen om de intifada te steimen. Ze is bezig cellen te vormen onder de Israëüsche Arabie ren, die niet los staan van de tweede intifada. In een verklaring die de voorzitter van de defensiecommissie van het Israëlische parle ment op 23 februari 2004 aflegde, bleek dat de Hezbollah een bonus van honderden dol lars verstrekt voor iedere Israëüsche dode bij Palestijnse zelfinoordaanslagen. Als de EU werkeüjk bezig is een strijd tegen het terroris me te voeren dan dient - volgens de Europar lementariër Bas Belder - de Hezbollah onver wijld te worden opgenomen op de üjst van tertoristische organisaties en zal de Libanese regering haar gezag over het land te hebben laten gelden, als ze daar überhaupt nog toe in staat is. Hariri stapte ui oktober 2004 op na een machtssöijd met de Syrische president Bashar el-Assad. Het conflict Uep over de poütieke en militaire invloed van Syrië in Libanon. Een jaar nadat m 1975 de burger oorlog in Libanon was uitgebroken, waren de Syrische troepen het land biimengekomen. Hariri was erop uit de invloed van de Syriërs te verminderen en overwoog het bij de ver kiezingen van mei 2{X)5 op te nemen tegen Karami. In oktober 2004 riepen de Verenigde Naties in resolutie 1559 de Syriërs op zich uit Libanon terug te trekken en zich niet langer met Libanese zaken te bemoeien. Op 14 februari 2005 werd ex-premier Rafiq Hariri bij een bomaanslag samen met nog 19 andere mensen in Beiroet om het leven gebracht. De populaire Hariri was de stuwende kracht bij de naoorlogse wederopbouw van Libanon. Ook was hij een van de smwende krachten geweest achter de opstelling van VN- resolutie 1559, waarin Syrië werd verplicht zich uit Syrië terug te trekken. Door die moord zijn de spanningen in Libanon hoog opgelo pen. Vrijwel alle Libanese partijen hebben elkaar gevonden. AUeen de shi'ietische tak - de door Syrië gesteimde partij HezboUah - laat het afweten. De chef van de HezboUah, Hassan NasraUah, sprak zich in feUe bewoordingen uit tegen een directe en volledige temgtrekking van de Syrische miütairen. "Zolang er sprake is van een oorlog met Israël staan we achter Syrië", zei hij. Vele duizenden Libanezen kwamen in verzet tegen de pro-Syrische Liba nese regering van premier Omar Karami. Zij zijn ervan overtuigd dat Syrië achter de aanslag zit, ook al ontkent Damascus in alle toonaarden iets met de aanslag te maken te hebben. De demonstranten eisen het vertrek van de rege ring. Zij verzamelden zich op het plein voor de moskee waar het üchaam van Hariri is bijge zet. Door het dragen van een rood-witte sjaal gaven ze te kennen dat de onafhankelijkheids- opstand begonnen is en ze zeggen ermee door te gaan totdat de laatste van de 140(X) Syrische soldaten het land uit is én totdat de dader van de moord bekend is. Een team van de Verenig de Naties zal üi Libanon de zaak gaan onder zoeken. De oppositie eiste dat het parlement over de moord en over de situatie die daardoor is ontstaan zou debatteren. De pro-Syrische parlementsvoorzitter Nabih Berri had ermee ingestemd, maar zo ver is het niet meer geko men. De Libanese premier Omar Karami dien de het ontslag van zijn kabinet in. Zijn besluit werd door de vele duizenden demonstraten met groot gejuich ontvangen. Ook in Syrië wordt actie gevoerd over de terugtrekking van de troepen. Meer dan zestig inteUectuelen en mensenrechtenactivisten ondersteunen de eisen van de Libanese oppositie. President Assad van Syrië heeft zich bereid verklaard de Syrische troepen binnen enkele maanden terug te trekken. In het Taifakkoord van 1989, dat een eind maakte aan de burger oorlog in Libanon, was bepaald dat Syrië bin nen twee jaar met het terugtrekken van de troepen zou gaan beginnen. Er was evenwel niet bepaald wanneer die terugtrekking vol tooid moest zijn. Wel is het aantal van 30.000 naar 14.000 teruggebracht. Het ziet ernaar uit dat Syrië onder zware internationale druk van Frankrijk, de Verenigde Staten en zelfs van Egypte en Saoedi-Arabië zijn soldaten die nog in Libanon zijn, zal gaan terugttekken. Basher el-Asad - die de hardheid en het cha risma van zijn vader mist - heeft dat al enke le malen toegezegd. Of hij zijn belofte zal nakomen, zal de tijd leren. Zeker is dat - aUeen door de toezegging al - het imago van de regering Assad een forse deuk heeft opge lopen. Het zal als een teken van zwakte wor den opgevat. Ook zal het voor de Syrische economie enorme gevolgen hebben. De Liba nezen zullen geen genoegen nemen met het vertrek van de 14000 Syrische soldaten alleen, maar ze zullen eisen dat ook de hon derdduizenden Syrische arbeiders, die in Libanon werken, het land zullen verlaten. Bovendien willen ze een eind maken aan de hegemonie van de mukhabarat, de Syrische geheime dienst. Om dat te bereiken, moeten de sü^omannen van Syrië op hoge posten bij de poUtie en in het leger opstappen. Het ver trek van al die Syrische gastarbeiders zal het schrikbarend hoge aantal werklozen in Syrië nog aanmerkelijk doen stijgen. Ook had Syrië een niet onbelangrijk aandeel in winstgeven de Libanese bedrijven en insteUingen. Dat zal eveneens verleden tijd zijn. Voor de Libanese economie zal dat echter een geweldige impuls betekenen. Volgens de laatste berichten heeft Syrië zijn troepen die rond Beiroet lagen al teruggetrokken. De V.N.-VeiUgheidsraad eist dat Assad met een gefaseerd terugtrekkings- plan komt. En dan nu maar hopen dat de interne tegenstellingen tussen de reUgieuze groepen zich weer niet zullen verscherpen! Het gevaar is levensgroot aanwezig. De oppositie en de regeringsgezinden staan dia metraal tegenover eUcaar. Hoe gemakkelijk kan dit leiden tot een gewapend conflict en kan Libanon veranderen in een tweede Irak met iedere dag explosies en veel slachtoffers. Zowel de Hezbollah als Syrië deinzen voor dit soort middelen niet terug. Ondertussen duurt de crisis voort. Karami, die voorzitter was van het pro-Syrische kabinet, dat pas is afgetieden, heeft opdracht gekregen een nieu we regering te vormen. Dat gebeurde op advies van het parlement, waar de meerder heid pro-Syrisch is. De oppositie is met 43 van de 128 zetels m het parlement vertegen woordigd. Karami weet zich ook nog gesteund door de Hezbollah, die in Beiroet een pro-Syrische tegendemonstratie georga niseerd had, waaraan vele duizenden hebben deelgenomen. Hij wU proberen een kabinet van nationale eenheid te vormen, waarin ook mirusters van de oppositie zitting hebben. Hij zei op te zuUen stappen als zijn benoeming een obstakel zou blijken te zijn. De oppositie verwierp zijn herbenoemding al voordat deze officieel bekend gemaakt was. Ze gaat ervan uit dat ze door Syrië is ingefluisterd. Ze noemde het een stap die de oppositie tart. Karami het weten niet optimistische te zijn over zijn kans het tot een goed eind te bren gen. vH

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2005 | | pagina 7