STRUFJK
en
^mémm
\>J
Kerkuil voorgoed terug op Goeree-Overflakkee
IE
0900-8844
Het woelt, het gist
iSTRUUK
■(/Minnaard
Deltanatuur als eerste rijksproject
over naar provincie
7^2 0-6
L. TAMBOER
^NSEBIBUOTJ^
treekblad op gereformeerde grondslag
voor de zuid-hollandse en zeeuwse eilanden
Taxatierapport nodig van
woning of bedrijfspand?
WWW.OPELN IEUWS.nl
W&lSillillHSiJ
Taxatie nodig? Bel on
(0187) 47 02 72 of
(0187) 68 45 45
actief in beeld en geluid
Kerkdienst Ger. Gem.
bevoegd WOZ-taxateur
(0187)47 65 55
i"^ Visser Visser
BARENDRECHT «TEL 0180-642 111
MIDDELHARNIS •TEL.0187-617300
GOUDA «TEL. 0182-358 235
BARNEVELD* TEL. 0342-405 140
De kerkuil is terug op Goeree-Over
flakkee. Definitief. Het is geen nieuws
dat de grote persbureaus gejaagd de
wereld zullen rondpompen, maar
klein nieuws verdient soms ook een
eervolle vermelding. Begin jaren
zestig was de kerkuil, een geheimzin
nige, stoïcijnse vogel, volkomen verd
wenen. Begin jaren negentig trokken
twee eilandbewoners zich hun lot aan.
Ze bouwden van oud hout kasten, die
zij bij toegenegen agrariërs en andere
oprechte belangstellenden hoog in de
nok van schuren en loodsen plaatsten,
in de vermetele hoop dat er een kerk
uil op visite zou komen en zou gaan
broeden. Vijftien jaar later, na lange
jaren van onbaatzuchtig doorploete
ren, durven ze het hardop te zeggen:
de kerkuil is terug. Voorgoed. Vorig
jaar was er namelijk een recordaantal
van zeven broedgevallen, met 23 jon
gen. In deze reportage: hoe de kerkui-
lenwerkgroep van de Vereniging voor
Natuur- en Landschapsbescherming
Goeree-Overflakkee (VNLGO) een
'wonder' wist te bewerkstelligen.
Door Gert van Engelen
Populatie ingestort in 1963
Dankzij werkgroep vorig jaar record van 7 broednesten met 23 jongen
Boeken lezen
Spannend
Voedselketen
Vrijdag 4 maart 2005
77e jaargang
nr. 7386
Nederland is in lieweging. Er gist iets in de samenie-
ving. Onderliuidsjeul<ttiet Soms i<omen de excessen
aan de oppervialite, maar veei speelt zich onopge-
merl<t af.
Onze samenleving verandert op allerlei vlak. Die ont-
wil^elingen op zich zijn wel te volgen voor een bur
ger, maar het geheel wordt te complex. Het lijkt alsof
de dingen niet met elkaar te maken hebben. Na ver
loop van tijd blijken het draden van het zelfde bor
duurwerk.
Als je het idee hebt dat er wat gebeurt maar je kunt
het niet duiden, geeft dat onrust. Die uit zich bij de één
in agressie, bij de ander in verandering van stemge
drag, bij weer een ander in geestelijke luiheid. Hoe
dan ook: er is iets aan de hand.
We leven snel. De informatiestroom zwelt aan. De
ven/ferkingstijd wordt steeds korter Dat leidt tot keu
zes voor de korte termijn. Dat leidt tot keuzes van per
sonen in plaats van die van ideeën. Het verschuiven
van de aandacht in de politiek van programma naar
persoon heeft daar alles mee te maken. De keuze van
een persoon die me aanstaat, ontheft me van veel
eigen studie. Hij of zij zal het wel goed doen. Meer
informatie maakt niet onafhankelijker, maar in veel
gevallen afhankelijker We zijn zo druk bezig met het
verwerven van informatie, dat ons de tijd ontbreekt
relevante info in een denkkader te zetten. De infor
matiestroom leidt tot onrust: wat is dat? Wat moet ik
ermee? Wat kan ik ermee? Wie heeft nu de eigenlijke
macht? Er is geen tijd om die vragen te beantwoor
den.
Een goed geïnformeerde burger heeft behoefte aan
invloed. Dat leidde met name na de Tweede Wereld
oorlog tot een indringend emancipatieproces. Ook
hier was sprake van een binnenkant en een buiten
kant Het beleven van autonomie, van zelfstandigheid,
het mondig (moeten) zijn ging gepaard met een inner
lijke vervreemding van Goden de naaste. Maatschap
pelijk een druk baasje, van binnen leeg, of vol vragen.
De waarde van het gezin, de familieband werden
langzaam maar zeker ingeruild voor het alles
beheersende ik. Als ik.zo denk ik er niet over
waf levert het mij op..., als ik me maar goed voel.
Egocentriciteit in plaats van dienende liefde. Als ik...,
maar wie ben ik?
We leven in een democratie en we zullen het weten.
Er wordt steeds meer gevraagd naar de mening van
de burger Op zich is democratie een groot goed. Als
er maar waarden en normen in de samenleving gel
den waarop de burgers elkaar kunnen vinden. Die dis
cussie maakt onzeker We zijn los gepeld uit ons jas
je van waarden en normen die door de Bijbel worden
gesteld en via het christendom de bedding van onze
cultuur werden. We zijn teruggeworpen op ons eigen
ik.
Nu wordt er gevraagd te leven volgens bepaalde
waarden en normen. Bedoeld wordt de samenleving
leefbaar te houden door gemeenschappelijk waarden
en normen te hanteren. We zoeken intens naar bron
nen daarvoor, waarbij het religieuze gevoel de belij
denis van alle tijden en plaatsen vervang. Maar wie
zal ons het goede doen zien?
We hebben het leven onder controle, we manipuleren
het sterven. We zetten in op gezondheid en vrezen het
leed. Tegelijkertijd worden we bang van de krachten
die daarmee losgemaakt zijn, of die vrij kunnen
komen. Soms vraag je je af: zal het in de toekomst
gaan om een leven dat door de ouders, of dat door de
samenleving wordt gewenst? Onrust als het om basa
le vragen gaat Waar vinden we houvast?
Ons land verandert snel van een verzorgingsstaat tot
een samenleving waarin verantwoordelijkheid
gevraagd wordt van de burger Dat kan ook niet
anders Die mentaliteitsverandering is ingrijpend Van
consument veranderen in actieve medeproducent
vraagt verantwoordelijkheidgevoel, de bereidheid met
anderen ergens voor te staan en dus een gemeen
schappelijk doel. We moeten veranderen.
Het woelt, het gist. Nederland verandert. Dat is geen
vorm van doemdenken, maar het signaleren van
zaken die gebeuren. Opdat we onze verantwoordelijk-
Makelaarskantoor Tamboer
beëdigd makelaar/taxateur, lid NVM
0187-476555
Uw wensen van nu
bepalen de Opel van morgen
Opel. A! 35 joar de meest geliefde outo van Nederlond.
www.opelnieuws.nl
^S^ 2 beëdigde/gecertificeerde
FR? makelaars/taxateurs
eOMBI
OllOiKl»-WmMtwi'U T»l (l)1l7Jill411faxAl]734
MAKELAARDIJ
Middelharnis B.V.
Voor de koop of verkoop van uw woning
Doetinchemsestraat 32-34, 3241 AA Middelharnis
Tel. (0187)482606
OUDE TONGE - dinsdag 8 maart, ds. M.
Mondria, 19.30 bev. ambtsdrager.
held zouden nemen. Schrift en belijdenis bevatten een
waarden- en normenpatroon wat de moeite waard is
de samenleving in te dragen.
Het project Deltanatuur is door het
ministerie van LNV overgedragen
aan de provincie Zuid-Holland. Het is
het eerste rijksproject dat over is
gegaan naar de provincie in het kader
van afspraken over Investeringsbud
get Landelijk Gebied (ILG). Met het
project is een bedrag gemoeid van
142 miljoen euro. Directeur Generaal
Van der Zande van het ministerie van
Landbouw Natuur en Voedselkwali
teit (LNV) droeg het project op 1
maart 2005 symbolisch over aan voor
zitter Servaas Stoop van de staten
commissie Groen Water en Milieu en
verantwoordelijk gedeputeerde Leen
van der Sar.
Investeringsbudget Landelijk Gebied
Het ILG is een bundeling van verschillende
rijksbudgetten voor inrichting en beheer van
landelijke gebieden, waarbij het Rijk op
hoofdlijnen stuurt en de provincie als regis
seur verantwoordelijk is voor de uitvoering.
Deltanatuur is in 2000 gestart als rijksproject
REGISTER ACCOUNTANTS
om 3000 hectare waterrijke natuur te realise
ren in het mondingsgebied van Rijn en
Maas. In juli 2004 is overeenstemming
bereikt tussen de verschillende betrokken
overheden (de ministeries van VROM, LNV
en V&W en de koepels van provincies
(IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen
(UvW) over de contouren van het ILG. Het
streven is erop gericht om vanaf 1 janu
ari 2007 met het ILG van start te gaan. Voor
uitlopend daarop is afgesproken om in 2005
en 2006 al zoveel als mogelijk in de geest
van het ILG te gaan werken. Daardoor werd
het mogelijk om Deltanatuur nu aan de pro
vincie Zuid-Holland over te dragen. Dat
deed DG Van der Zande door de verant
woordingsrapportage en een boekje met
sfeerbeelden van de Delta te overhandigen
aan commissievoorzitter Stoop en gedepu
teerde Van der Sar.
Deltanatuur
Het project Deltanatuur streeft naar ecolo
gisch herstel van de getijdennatuur van vóór
de Deltawerken met de Delta-veihgheid van
nu. Door de Deltawerken is veel van deze
zeldzame natuur, uniek in Europa, verloren
gegaan. Uitgangspunt is dat deze natuur
voor iedereen toegankelijk moet zijn en zo
veel mogelijk wordt gecombineerd met
recreatie. Kenmerkend voor Deltanatuur is
dat de ontwikkeling van nieuwe natuurge
bieden gebeurt in samenspraak met natuur
organisaties, plaatselijke overheden, water
schappen en andere belanghebbenden, zoals
de WLTO. Deltanatuur heeft een looptijd tot
2010. Inmiddels heeft Deltanatuur zo"n 13
(deel)projecten, in verschillende stadia van
uitvoering. Hiervoor is in totaal 142 mil
joen beschikbaar.
Dat de kerkuil nog eens het leven van Cor
Both (1959, Oud-Tonge) zou komen binnen
vliegen, en het daarna deels zou gaan bepa
len, had hijzelf niet vermoed. Cor Both is
directeur van een openbare basisschool in
Melissant, hij woont met vrouw en twee kin
deren aan de Altekleinsedijk, diep in de pol
der. Het uitzicht is er fabuleus en vogels
scheren er wel eens door zijn blikveld. Maar
beweren dat deze dieren hem bijzonder
begeesterden, zou overdreven zijn. Cor Both
doceerde, in hoofdzaak, hij was geen fana
tieke vogelaar.
Enige interesse had hij wel. Dat uitte zich
toen eind 1987 een collega voorstelde: "Ga
eens mee vogeltjes tellen." Cor Both stemde
toe, werd lid van de VNLGO, en trok er
jaren achtereen met de andere leden van de
vogelwerkgroep trouw op uit - om van okto
ber tot mei de ganzen en de roofvogels te tel
len. Cor Both kreeg steeds meer kijk op
vogels, zijn waardering ervoor groeide, maar
de kerkuil was een blinde vlek. Deze vogel
kwam niet voor in zijn belevingswereld.
Dat veranderde in 1991, op enigszins verma
kelijke wijze. Hij vertelt de anekdote met
een brede glimlach. "De vogelwerkgroep
vergaderde altijd in een biologielokaal in
Middelharnis. Op een keer konden wij er
niet terecht. Toen kwamen we uit bij een tan
darts, die zijn zolder had ingericht als een
soort Engelse pub, compleet met schemer
licht. Daar is de kerkuilenwerkgroep ont
staan. Onze voorzitter. Krijn Tanis, zei:
'Overal in het land doen ze aan kerkuilenbe-
scherming, behalve op Goeree-Overflak
kee.' Jan-Kees Goedegebuur zei daarop:
'Dat wil ik wel doen.' Waarna ik zei: 'Ik wil
wel helpen.'"
Strenge winter
Kerkuilen werden ai jaren niet meer gesig
naleerd op het eiland. Ze leken uitgestorven.
Vóór 1963 waren ze een vertrouwd ver
schijnsel. "Elk dorp had er wel één." In de
beruchte, strenge winter van 1963 kreeg de
populatie echter - nationaal - de genade
klap. Both: "Door een opeenstapeling van
oorzaken is de populatie toen echt ingestort.
Van de duizenden kerkuilen bleven er maar
enkele tientallen over, zo'n zeventig. Door
de sneeuw konden ze geen prooi meer vin
den. In hun lijven was DDT, landbouwgif,
gaan zitten. De bereikbaarheid van hun nes
ten was gaandeweg slechter geworden: vroe
ger hadden boerderijen uilengaten, de nieu
we schuren zaten helemaal dicht. Dan valt
het niet mee om het leven op te pakken."
Dramatisch en tragisch was de teloorgang,
maar het deerde niemand. "Jammer, het zij
zo," was zo'n beetje de redenering. De kerk
uil was afgeschreven. Both: "Wij beschik
ken over kerkuilgegevens die teruggaan tot
1947, afkomstig van ene Honer. Daaruit valt
op te maken dat er tussen 1963 en 1979 maar
Rotterdam-Rijnmond
Man tijdens werkzaamheden
gewond geraakt
STELLENDAM - Dinsdagmorgen om
streeks elf uur raakte tijdens werkzaamhe
den in een dok aan de Deltahaven een 46-
jarige man uit Oosterland gewond. Het
slachtoffer had een stalen buis, die los was
geschoten van een kraan, in zijn gezicht
gekregen. Het slachtoffer is door GGD-per-
soneel vervoerd naar het Erasmus Medisch
Centnun in Rotterdam. De Arbeidsinspectie
stelt een onderzoek in.
één melding is geweest van een broedgeval.
Dus het was bijna niks meer op het eiland."
De ommekeer kwam in 1991, met hem en
Jan-Kees Goedegebuur. "Wij vormden met
z'n tweeën de kerkuilenwerkgroep," vertelt
Both, die daarna uitlegt hoe zij de bedreigde
uilensoort hielpen terugkeren: het kwam
hoofdzakelijk neer op kasten plaatsen en
schuren toegankelijk maken. "Eerst maakten
we een rondje over het eiland, om te kijken
of er schuren waren die geschikt gemaakt
konden worden voor kerkuilenkasten. Kerk
uilen zitten allang niet meer in kerken. Door
dat de galmgaten zijn afgeschermd met gaas,
zijn ze ontoegankelijk geworden."
Niet elke schuur is meteen geschikt. "Er
moet een uilengat mogen worden gemaakt,
een invlieggat. Ook moet de biotoop in orde
zijn: de boer kan wat stro laten liggen, om zo
muizen te lokken. Want: geen voedsel, geen
uil. Uilen moeten het echt van de muizen
hebben. En het omliggende landschap moet
niet eentonig zijn, maar afwisseling bieden -
met heggen, struiken en bosjes."
Daarna liet het duo zich interviewen door de
lokale radio. "Wij deden een oproep: 'Wie
wil er een kerkuilenkast? Wie heeft onlangs
kerkuilen waargenomen?' Twintig reacties
leverde dit op, niet allemaal even bruikbaar.
Iemand meldde bijvoorbeeld dat hij elke
avond twintig uilen zag. Maar dat bleken
ransuilen te zijn; die slapen 's winters bij
elkaar. Verder lieten verschillende agrariërs,
maar ook mensen in de dorpen weten dat ze
wel een kast wilden."
Wat hielp was dat Goedegebuur 'in de land
bouwmechanisatie' zat: "Hij kent heel veel
boeren. Daar zijn we op afgestapt en maak
ten we afspraken mee, om kasten te plaat-
j.j."
Both en Goedegebuur hadden nu diverse
locaties voor uilenkasten en wisten ongeveer
waar zich nog kerkuilen bevonden. Ze kon
den aan de slag. Zich onderwijl verdiepend
in allerlei boeken om de kerkuil te leren
doorgronden ("Wij waren broekies; we kwa
men nog maar net kijken"), maakten ze
eigenhandig de eerste kasten. Daarvoor
gebruikten ze oud hout, soms van de betrok
ken agrariërs zelf. "Ze zien er niet uit, maar
het werkt wel." De kasten hebben een groot
formaat: 70 bij 40 bij 45 cm. "Het zijn flinke
joekels."
Op 1 februari 1992 brak dat historische
moment aan: de eerste kast kon worden
geplaatst. Later in het jaar volgden er nog
26. De meeste uilenkasten kwamen in het
westen en in het midden van het eiland
terecht, minder in het oosten. De reden daar
voor is, volgens Both, dat deze gebieden
'een betere biotoop' vormen, met minder
verkeer. Vervolgens moest in spanning wor
den afgewacht. De uil moest de kast ontdek
ken, de plek moest bevallen, en dan moest
het nog tot broeden komen. In de zomer van
1994 was het zover: het eerste broedresul
taat, met twee jongen.
De allereerste kast is, vertelt Both, niet
gebruikt. Het "eigenwijze uilenpaar" ver
koos gewoon in het stro te broeden. Elf eta
ges strobalen hadden verplaatst moeten wor
den om bij het nest te kunnen komen; dat
was ondoenlijk. De jongen zijn dan ook niet
geringd.
Ringen is zo'n klus die altijd volgt, naast een
reeks van andere werkzaainheden, licht Both
toe. "Het blijft niet bij het plaatsen van de
kast. Wij controleren de kasten regelmatig.
Is er een broedgeval? Zitten ze er ook over
dag? Wordt ook de schuur bezocht? Dat laat
ste kun je zien aan de braakballen en de krijt
strepen van het schijten. Al die gegevens
worden genoteerd. Ook maken we de kasten
schoon. Je treft soms dode jongen aan. En er
is het ringen. Dat moet met zorg gebeuren,
en professioneel. We beschikken over een
gediplomeerde ringer, Adrie van der Hei
den."
Ringen levert onderzoeksgegevens op. "Je
kunt zo bijhouden waar de jonkies heengaan.
Vhegen ze ver weg, het eiland af, of blijven
ze dichtbij? Van de jonkies sterft 65 procent
in het eerste jaar. Vele worden doodgereden.
Dus als we een geringd, dood exemplaar
vinden, proberen we de oorzaak te achterha
len: is het een verkeersslachtoffer, was het
gif, of is voedselgebrek de reden?"
Leerzaam
De ringsessies, voegt Both toe, hebben een
bijkomend nut: kinderen krijgen dan - soms
voor het eerst - de kans een kerkuil in leven
de lijve te ontmoeten. "Dat is leerzaam en
vergroot de band met die dieren." Normaal
gesproken is een kerkuil namelijk niet te
zien. "Het zijn echte nachtvogels; ze komen
pas te voorschijn als het donker is." Maar de
kasten maken de onzichtbare uilen zicht
baar. Ze zijn trouw aan hun plek en laten
zich in de nok moeiteloos bekijken.
Elk jaar zijn er sinds de eerste uilenkast zo'n
vier, vijf nieuwe kasten geplaatst. De kerk
uilenwerkgroep (Jan-Kees Goedegebuur
heeft om gezondheidsredenen moeten afha
ken en is in 1995 vervangen door Ger Maat-
De kerkuil is een geheimzinnige vogel, die onhoorbaar vliegt. Overdag, in 'lutnschuur, laten zij zich
makkelijk bekijken. Deze foto is op Goeree-Overflakkee gemaakt, tijdens het ringen. iFnm Cor Both)
Tekenend is volgens Cor Both dat de kerkui
lenwerkgroep "het nog steeds druk heeft".
"Wij mogen nog steeds kasten plaatsen, wij
zijn welkom. Het omgekeerde doet zich
zelfs voor: agrariërs bellen ons of ze een kast
kunnen krijgen." Met welk motief doen zij
dat? Both: "Wij hopen natuurlijk dat ze het
vooral leuk vinden, dat ze er plezier van
hebben. Een uil is iets spannends. Het is een
geheimzinnig dier, dat onhoorbaar vliegt.
Als je 'm ziet zitten, kijkt hij je onverstoor
baar aan. Maar bij de agrariërs zal meespe
len dat de kerkuilen op muizen jagen; dat is
meegenomen."
De agrariërs die kasten hebben toegelaten,
zijn in ieder geval trots, signaleert Both. "Ze
beschouwen de uilen als van henzelf. Ze pra
ten over 'mien' of 'oenze' uilen. Wij geven
ze een oorkonde als er vijfjaar is gebroed in
een kast en die hangen ze trots op." Nog zo'n
typerend voorbeeld: "Het is al enkele keren
voorgekomen dat wij in kasten uilen tegen
kwamen die wij als jongen hebben geringd.
Die zijn nu zelf ouder geworden. Als je die
aantreft, zeggen we tegen de eigenaren van
de kasten: 'Joh, dat jonkie van jou, is daar
moeder of oma of opa geworden.' Dan zie je
ze trots zijn."
Hij verheelt niet dat bepaalde mensen niets
van kerkuilen moeten hebben. "Voor hen
zijn wij de groenen, wat raar is, want agra
riërs zijn op hun manier ook natuurbescher
mers." Overlast kan niet de doorslaggevende
reden zijn om een kast te weigeren, vindt
Both. "Je hebt een beetje stank van de krijt
strepen en wat braakballen. Da's alles. De
meeste agrariërs klagen niet."
Landelijk vergaat het de kerkuil ook uitste
kend. Both meldt dat er vorig jaar in totaal
2355 eerste broedgevallen (en 373 tweede
legsels en zelfs 15 derde legsels) zijn geno
teerd. In Zuid-Holland, dat lang "een witte
vlek" was, waren het er 34. Both, onbeschei
den: "Wij hopen altijd dat het legsels zijn
van uilen van Goeree-Overflakkee." Dit
jaar, of anders in de komende jaren, denkt
Both op tien broedplaatsen uit te komen.
"Het eiland is er geschikt voor. En als we dat
aantal bereiken, kunnen we niet alleen nog
stelliger zeggen dat de kerkuil vast en goed
terug is, het zegt ook iets over de natuur. De
uilen staan als rovers bovenaan in de voed
selketen. Heeft de rover het goed, dat is het
met de rest ook goed gesteld."
Het ringen mag alleen door een gediplomeerde
ringer worden gedaan. Op het eiland is dat
Adrie van der Heiden. Dikwijls zijn kinderen
aanwezig bij de ringsessie, wat leerzaam is voor
hen. (Foto Cor Both)
kamp) zit nu op zeventig kasten, een indruk
wekkend aantal. Nog verheugender vindt
Both het dat zich vorig jaar een recordaantal
broedgevallen heeft voorgedaan, zeven.
"Dat is een succes. Het betekent dat de kerk
uilen de kasten hebben gevonden en dat ze
worden gebruikt. Wij durven te stellen dat
de kerkuil verrassend terug is op Goeree-
Overflakkee."
"Hoe groot de populatie is, weten we niet,"
vervolgt hij. "Het verkeer blijft z'n tol eisen
en jonkies kunnen het eiland verlaten. Maar
dat er een populatie is, is een feit. Ze zitten
er, ze blijven er, de biotoop is kennelijk
goed. De schuren met kasten leveren blijk
baar genoeg voedsel op: 's winters wordt er
vaak binnen gejaagd, omdat de uilen dan
door het slechte weer - wind en regen - bij
na niet buiten kunnen jagen. Ze horen de
prooi niet en zij jagen immers op het gehoor.
De uil is terug, en Goeree-Overflakkee is
een goed uileneiland gebleken."
KÜ
Cor Both op de Altekleinsedijk, vlakzij zijn woning: "Wij zijn geen wetenschappers, we doen het
puur voor het plezier. Als de trap omvaU, terwijl wij op zolder zitten, hebben we lol.
{Foto Gert van Engelen)