Hij was één van ons m m m m 'Eén, die de mensheid niet door vuur en zwaard maar door goedheid en liefde wil veroveren moet haar broederlijk benaderen, moet een mét ons, een van ons zijn.' Deze zinsnede is ontleend aan het gedenkboek 'De wereld van Rien Poortvliet' dat in 1992 verscheen, en heeft betrekking op het in 1974 uitgebrachte boekwerk 'Hij was een van ons'. Door middel van zijn schilderijen laat Poortvliet ons daarin op fascinerende wijze ken nis maken met de eeuw waarin Jezus Christus leefde. Het kloeke boek is inmiddels dertig jaar oud, maar heeft nooit iets aan kracht en zeggings- schap ingeboet. Het is nog steeds een levend evangelie. In 'Hij was een van ons' brengt Rien Poortvliet Jezus en de mensen rondom Hem dichter bij ons dan menige bijbelstudie. Lofzang Hij was een van ons r0 M- 'v^^m. Raden Tot slot Rien Poort vliet... door Rias Olivier Keil aewoon meisje. Ze viel niet op. Ze zou gaan trouwen. De moeder van Jezus. Ze is er gewoon genoeg voor'. In bijna alle boeken van de hand van Poortvliet brengt hij een lofzang uit op de schepping, waarin niets op toeval berust! Titels als: 'De vossen hebben holen', 'Het brieschend paard', 'De ark van Noach' en 'Hij was een van ons' zijn rechtstreeks uit het geschreven evangelie gelicht. Het werd de schilder nogal eens door de schrijvende pers verweten, dat 'overdreven' getuigen van zijn geloof. Voor hem stond dat echter als een huis! Hij maakte als het ware van zijn talent gebruik om het evangelie uit te dragen en dat mag men een mens nooit en te nim mer verwijten. Rien bracht de natuur middels zijn boeken en kalenders heel direct in de huiskamer; en daarmee en passant de schepping! Zijn bewondering en verwondering daarvoor stak hij niet onder stoelen of banken. Dit boek uit 1974, waarvoor dichter- dominee Hans Bouma de tekst bij de afbeeldingen schreef, was het derde <ïS<. /ter amSE is Hem re yolsbn Het enige is Hem te volgen. Koste wat liet kost Hoe denk je dat die dorpelingen gere ageerd hebhen, toen de Heer die boze geesten in hun varkens liet varen en ze zo het ravijn inliepen. Die stonden geen Hosanna te roepen. Ze waren wel ver wonderd, maar het was hun liever als Hij een dorpje verder ging, want de schade was zo al groot genoeg. In het voorwoord van Rien Poortvliet, dat op de eerste pagina van het uit 82 (olie- verf)schilderijen bestaande boek staat afgedrukt, leest men onder andere: "Ik heb met dit boek niet willen schetsen hoe Maria, Petrus ofBarabbas er uit zag, en zeker niet wat voor gezicht Jezus mis schien had. Maar. omdat de zo vertrouw de bijbeltekst ons wel een té vertrouwd in de oren kan klinken- terwijl hij anderen juist onbegrijpelijk voorkomt- heb ik geprobeerd het leven van Jezus al schil derend te vertellen door gezichten en handen te laten .^preken. Want deze heb ben hun eigen taal en zo komt duidelijker tot uitdrukking dat de mensen in de tijd toen Jezus op aarde was doodgewone 'eigen' boek dat Rien Poortvliet produ ceerde. Het werd een heel ander boek dan de vorige. Het grote publiek kende van 'lachttekeningen' en 'De vossen hebben holen' Poortvliet als een 'beestjesschil- der' zoals hij zichzelf graag noemde. 'Hij was een van ons' sloeg in als een bom. Niet doordat Rien louter mensen uit beeldde - en hoe - nee, hij beeldde het leven van Jezus uit op een manier die aan de ene kant niet alledaags was en aan de andere kant juist weer wel. Het evangelie 'gewoon' laten zien was voor het publiek even wennen. Uit een interview in 1974 komt Riens visie achter het boek: "Ik vond dat Jezus zo Goddelijk werd gemaakt door ons mensen, dat alle menselijks hem vreemd was geworden. En van mensen die Jezus gekend hebben, hebben we heiligen gemaakt. Nou heb ik niet de pretentie dat ik weet hoe onze Heer er heeft uitgezien. Ik heb Hem ook zo weinig mogelijk geschilderd. Maar die mensen om Hem heen waren volgens mij doodgewone mensen. Ik heb geprobeerd het leven van Jezus te vertellen door gezichten en han den te laten spreken. Ik heb uren met Gods Woord op mijn knieën gezeten en heb het proberen te lezen, alsof ik het voor de eerste keer onder ogen kreeg. Ik heb theologen opgebeld als ik iets niet snapte. Laat niemand denken dat ik in mijn schilderijen de populaire jongen heb willen uithangen. Dat ik de visie van een vlotte knaap uit 1974 weergeef. Iemand die even zo'n 2000 jaar terugkijkt. Maar ik vind wel, dat we van het Evange lie iets bedachts hebben gemaakt. Zo 'n zoet Mariabeeld, wanneer dat van kerke lijke hogerhand werd goedgekeurd, dan is het bijna heiligschennis als je Maria wat moeilijk kijkend schildert, omdat ze die vijftig kilometer tussen Bethlehem en Nazareth op de harde rug van een ezel heeft moeten zitten. Zo 'n afbeelding waarop een Romeinse soldaat Christus slaat en onze Heer staat er bij te kijken of het Hem niets doet. Dat was een ont krachting van de daad. Maar een God die op de grond lag, dat was heiligschennis. Dat was het ook, maar die afbeelding is niet eerlijk. In de kerk zijn we zo galmend bezig geweest, dat we menselijke dingen genegeerd hebben. Maria op «tj; naar Bethlehem. 'Waarom nu net een kus? Dodelijker dan vijandschap gespeelde vriendschap. Vriendschap die eens echt was WStM/Êf' '.SS' aan de discipelen. 'Niet te geloven. Maar ze moeten wel. Kijk die handen. Kijk die zijde eens' De verloochening van Petrus. 'Hem niet kennen, terwijl hij Hem zo liefheeft'. mensen waren. Er zat niks heiligs aan. Zij waren niet anders dan wij en hun uiterlij ke gedragingen kennen we direct; ieder van ons is én Petrus én Thomas én Judas én de herbergier, die- hoe 't hem ook spijt- geen plaats heeft Smaken verschillen. De één geniet van een tot in de puntjes in kleur uitgewerkt schilderij, terwijl de ander meer houdt van een in één kleur opgebouwde afbeel ding waarin slechts op bepaalde delen het accent wordt gelegd en waarin meer te raden valt. Zoals een criticus eens schreef: 'Poortvliet zou zich meer beper kingen moeten en kunnen opleggen. Op pagina's waar hij louter krijt hanteert of een in zwarte inkt of verf gedoopte pen seel, toont hij een zeggingskracht, die alle romantische mooiververij (inclusief lin nenstructuur) van de andere bladzijden verre te boven gaat In de beperking leert men de meester kennen, een les die aan Poortvliet voorbij lijkt te gaan 'Hij was een van ons' is zo'n boek geworden waar het nodige te raden over- Wie is wel de grootste in het Koninkrijk der hemelen? Wordt als de kinderen. blijft. Wie de afbeelding 'de grootste in het koninkrijk der hemelen' bekijkt, zal zich direct richten op het kindergezicht, waarin alle onschuld van de wereld je aankijkt. Pas later vallen de twee handen op die het kind lichtjes op de schouder vasthouden. Achter het hoofdje zien we het witte kleed van Jezus. Voor diegenen die nog meer voorbeelden wensen is het aan te raden het boek weer eens ter hand te nemen of indien nodig aan te schaffen. Wellicht kan het naast de Bijbel tot nog meer houvast dienen! In het artikel 'Rien Poortvliet, des mees ters hand' in het Eilanden Nieuws van 23 december 2003, waarin Cees van der Sluijs het hele oeuvre van Rien Poort vliet in vogelvlucht belicht, is één afbeel ding uit 'Hij was een van ons' opgeno men. Cees heeft als kenner bij uitstek niet voor niets de gekruisigde Christus met de blik vol doodsangsten uitgekozen! Het wordt beschouwd als een van de meest aangrijpende en ontroerendste schilderij en die de kunstenaar maakte. 'Hij was een van ons' is een groots boek over een groot Boek. Gemaakt door een groot schilder, die sinds 1995 niet meer onder ons is. Hij was een van ons! Rias Olivier, Zoetermeer De kruisafname. De hemelvaart. 'Op hen komt het nu aan. Alles vertrouwt Jezus hun toe. Zetten ze zijn beweging voort. Leven ze in zijn geest? Die geest zal er zijn

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2004 | | pagina 19