Overdenking
Ouwe Waerelt over bruggen,
burgemeesters en dominee
uit de
Heilige Schrift
EiiAnDei-niEuwji
Kerstviering
Prins IVIauritsschooi
Kerstzangavond
voor hongersnood
Malawi
Kerstzangavond
in Dorpstienden
gaat NIET door
Kerstzangavond in
Herv. Kerk Stellendam
BiLEEF DE SHOWROOM VAN
IMABO ESSELINK
HET
^KIJKVENSTER
^5S:^^^'ï^?l
GitOttI HOUOEN
MUSJGlSMlKlfi
Hll GlHCm UaN UaVERUNG
Hoe Hij heet
EiSIS E L I NIK
M^aiga-frilogie deel Z
PAGINA 5
VRIJDAG 10 DECEMBER 2004
Blik op kerk ^-,y
en samenleving ij
- Prins Bernhard overleden
- Moet dat nou?
Dat Prins Bernhard op hoge leeftijd is over
leden en inmiddels (bijna) bijgezet in de
koninklijke grafkelder, is voor niemand
nieuws meer. Dagenlang hebben de kranten
er vol over gestaan en ook wanneer we de
radio of de televisie inschakelden was het
alsof er in ons land en in de wereld niets
anders was gebeurd.
Natuurlijk, het is begrijpelijk dat dit sterven
de aandacht trok. Temeer daar het koninklijk
huis binnen korte tijd met drie overlijdens
werd geconfronteerd. Eerst Prins Claus, nu al
ruim twee jaar geleden. Toen Koningin
Juliana, dit voorjaar. En dan nu, aan het ein
de van ditzelfde jaar Prins Bernhard. Onze
Koningin krijgt veel te verwerken, in twee
jaar tijds haar man en haar beide ouders ver-
(oren.
öe betekenis van de overleden prins is voor
Ons land erg groot geweest. Vooral tijdens de
oorlog heeft hij zich bij de mensen van het
verzet geliefd gemaakt. De veteranen kunnen
öan ook geen kwaad woord over hem horen.
Na de oorlog spande hij zich in voor natuur
en milieu, terwijl hij ook vele handelscontac
ten heeft gelegd. Vriend en vijand moeten
zijn grote verdiensten erkennen.
Bovendien is met zijn dood een tijdperk afge
sloten. Het tijdperk van de vorige eeuw die
hij bijna helemaal heeft meegemaakt. Dat dit
alles en nog veel meer dezer dagen de revue
passeert, is te begrijpen.
Maar ik heb me wel afgevraagd of in dit ver
band alle schandaaltjes nogeens moeten wor
den opgehaald. De zaak van Greet Hofmans,
bijvoorbeeld, de gebedsgenezeres die zoveel
invloed kreeg dat zij de laan werd uitge
stuurd. Het huwelijk tussen Bernhard en
Juliana zou toen op springen hebben gestaan,
en een crisis in de monarchie was niet on
denkbaar.
In de zeventiger jaren kwam daarbij de zoge
naamde Lockheed-affaire. Prins Bernhard
zou ongeveer een miljoen dollar aan steek
penningen hebben aangenomen om dat
vliegtuig bij onze defensie te promoten. Er
werden geen juridische stappen ondernomen,
maar hij moest wel zijn uniform, waarop hij
zo dol was, uittrekken! Het heeft maar een
haar gescheeld of we waren ook toen in een
constitutionele crisis beland.
Dat laatste heeft de Prins toegegeven en na
zijn overlijden mocht dat ook bekend
gemaakt worden. Wat uiteraard meteen
gebeurd is! De meeste Nederlanders voelden
wel aan dat er iets fout zat, maar het siert de
Prins dat hij het, hoewel laat, zelf heeft
bekend.
Maar moeten al deze dingen in de pers en in
de andere media zo breed worden uitgeme
ten? De oude Romeinen wisten het al: "De
mortuis nihil nisi bene", vrij vertaald: "over
de doden niets dan goeds". Dat is niet altijd
mogelijk, want ook de doden - in dit geval
Prins Bernhard - was een zondig mens die
zeker fouten heeft gemaakt. Maar wie is erbij
gebaat dat alles nog weer eens opgehaald
wordt? En moet dat bij de nabestaanden niet
pijnlijk overkomen?
Waarnemer
V^*^
u'"t.
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Met de Kerst tobben we altijd met een gigan
tische stortvloed van naalden op (en in.'de
wollen vloerbedekking. Dat geeft extra werk,
juist met die rustdagen. Weet u daar een
middeltje tegen?
Antwoord: Veel fijnsparren worden te
vroeg gekapt en aan de man gebracht. Die
verliezen al voor Kerstmis hun naalden!
JKoop daarom uw boom zo laat mogelijk en
uit de laatst aangevoerde voorraad (dan zijn
ie ook vaak voordeliger!). Keep direct na
;?iankoop de zaagsnede iets in. Zet de boom
■op een koele plaats, tot ze kort voor Kerst
'wordt opgetuigd. Plaats de stam in een hou
der met water. Hebt u zo'n 'stamhouder'
•niet, zet uw boom dan enkele dagen in een
bak water waarin u wat glycerine hebt
gedaan, alvorens ze naar de warme woonka
mer verhuist. U kunt uw versierde kerst
boom dan zeker tot Driekoningen prachtig
'groen houden.
'Kunt u me vertellen waar de gewoonte van
daan komt om met de Kerst wild te eten,
waarom we een boom in de kamer zetten en
hoe de Amerikaanse Santa Claus aan zijn
paam komt?
"Antwoord: het eten van wild tijdens de
jcerstdagen dateert uit de Romeinse tijd,
•doordat de geboorte van Christus sinds het
jaar 330 door de (later paus geworden) bis-
-;^chop Liberius van Rome op 25 december
"werd gedateerd. Ook de inmiddels tot Chris-
;4en gedoopte Romeinen vierden immers op
die datum traditiegetrouw het heidense Mid-
winterzonnewendefeest mee, omdat de kort
ste dag dan voorbij was. Men at dan speciaal
geslacht wild of gevogelte en/of versierde
het huis met dennengroen, Pas in de loop van
de 19de eeuw drong de kerstboom tot de
Nederlandse huiskamers door, maar nu is hij
in de gehele westerse wereld onverbrekelijk
met het kerstfeest verbonden. Zelfs voor of
in vele kerken staan feestelijk opgetuigde
kerstbomen en de lichtjes daarin getuigen
volgens menige gelovige van Het Licht. De
kerstman zou in de Ver, Staten geïntrodu
ceerd zijn doordat de Nederlandse kolonis
ten daar in Nieuw-Amsterdam en omgeving
hun Sint-Nicolaasfeest bleven vieren. Hun
kindervriend trok daarna ook bij andere
Amerikanen door de straten. Bij sneeuwval
werd een slede gebruikt en zo ontstond daar
de figuur van onze kerstman, die tegen
Kerstmis cadeautjes ronddeelde.
Ondanks onze smeekbeden sloeg onze gids
in het Wienerwald de bezichtiging van het
slot Mayerling over, omdat het na het drama
daar tot kapel zou zijn verbouwd. Maar ken
nissen hebben het wel van binnen gezien.
Willen de Oostenrijkers alles liever geheim
houden?
Antwoord: Het voormalige jachtslot van
kroonprins Rudolf, de enige zoon van keizer
Franz Joseph I en keizerin Elisabeth (Sissi)
van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Honga-
rije, is wel degelijk te bezichtigen. Men ziet
er nog enkele vertrekken met oorspronkelij-
De betere woninginrichting sinds 1920
Zandpad 36, Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84
DIRKSLAND - Op donderdag 23 decem
ber a.s. hoopt de c.b.s. 'Prins Maurits' haar
jaarlijkse kerstfeestviering te houden. U
wordt hierbij van harte uitgenodigd. Het
thema van deze avond is: 'Herders en Her
der'. Rondom dit thema is er samenzang,
declamatie, kinderzang, muziek en twee
vertellingen. De avond wordt gehouden in
het kerkgebouw van de Gereformeerde
Gemeente te Dirksland. De kerk is open
vanaf 18.30 uur, de aanvang is 19.00 uur.
Kerktelefoonluisteraars ontvangen thuis
een programma.
MIDDELHARNIS - Op zaterdag 18 decem
ber a.s. zal er in de Christelijk Gereformeer
de kerk te Middelhamis een kerstzangavond
worden gehouden ten bate van stichting
Stephanos. Deze stichting zet zich in voor
zendingswerk in Zuid-Afrika en verleent
hulp aan weeskinderen in Malawi. In Mala
wi heerst momenteel een hongersnood, van
wege het mislukken van de oogsten. Step
hanos probeert via haar eigen kanalen ook in
deze nood te voorzien, door o.a. voedsel én
zaaizaad voor het nieuwe seizoen te vers
trekken. Ten bate van deze hulpverlening is
een kerstzangavond belegd in de Chr. Geref.
kerk, Hoflaan 41 te Middelhamis. De avond
biedt volop gelegenheid voor samenzang
van psalmen en diverse kerstgezangen. De
samenzang wordt op het orgel begeleid door
Jan Grootenboer. Ds. C. Gielen zal deze
avond leiden. Tevens wordt er een appèl
woord gehouden door de voorlichter van
Stephanos, de heer J.W. Akster. De avond
begint om 19.30 uur, de toegang is gratis.
Wel zal er een collecte gehouden worden
waarvan de opbrengst geheel bestemd is
voor Stephanos. Vanwege de grote nood van
harte aanbevolen! Tevens zal er bij de uit
gang een collecte worden gehouden ter
bestrijding van de onkosten. Alle belangstel
lenden hartelijk welkom!
ke meubels, serviesgoed en foto's. Het
belangrijkste middendeel, waar zich de
werkkamer van de prins en zijn slaapkamer
bevonden, is verbouwd tot kapel. Het altaar
bevindt zich op de plek alwaar op 30 januari
1889 de dode lichamen van Rudolf en zijn
17-jarige minnares, de barones Maria von
Vetsera, zijn aangetroffen. Rudolf was
gehuwd met de Belgische prinses Stephanie,
dochter van Leopold II, en mede door de
geheimzinnigheid rondom deze dubbele
(zelf?)moord, verwekte dit drama destijds
veel opschudding. De keizer gaf gelijk
opdracht tot verbouwing en schonk het kas
teel als klooster aan de Karmelietessen.
"En gij zult Zijn Naam heten
Jezus, want Hij zal Zijn volk
zaligmaken van hun zonden.
(Mattheüs 1:21)
Dat hebt u denk ik ook wel eens, dat u zegt:
"Wie is dat ook al weer?" En hoor je dan de
naam, dan denk je: "O ja, nu weet ik het
weer, dat is.Door de naam herinner je de
persoon.
Maar de naam zelf heeft lang niet altijd een
diepe betekenis. En soms past de naam niet
bij de persoon: Iemand kan 'De Jonge' heten
en al oud zijn. Ook namen in Israël klopten
niet altijd bij de persoon. Ik noem maar één
voorbeeld: Judas Iskariot was geen man die
'de HEERE looft'. Namen kloppen niet
altijd. Maar dat is anders als Gód het zegt
van Zijn Zoon, Zijn Naam is Jezus. Bij die
Naam staan we eerst stil.
Jozef met wie Maria spoedig zou trouwen,
hoorde die Naam voor het Kind dat zij ver
wachtte.
Jozef is niet Zijn vader, maar hij moest
Maria toch niet verlaten, niet weggaan!
Want Maria's Kind is geen kind door zonde
verkregen, zoals hij dacht, maar een bijzon
der geschenk van de HEERE! Gods Zoon is
Hij!
En nu moet en mag Jozef dit Kind de Naam
geven die bij het Jongetje Dat geboren zal
worden past: Jezus.
Dat móet, want God zegt het door Zijn
knecht. Dat mag, want de HEERE gaat iets
bijzonders doen, iets wat Jozef niet kon: red
ding geven. U en ik ook niet. Hij wel! Dat
blijkt uit die Naam. Het is een Naam die
betekent: "De HEERE redt!" Bijna letterlijk
is die naam te vinden in de naam Jozua. En
ook enigszins in de naam Hosea. Er zijn
mensen met deze namen die veel voor Gods
volk gedaan hebben. Maar de "HEERE redt",
dat geldt in de meest diepe zin voor het Kin-
deke Jezus, Dat door Maria werd gedragen.
Een bijzondere Naam.
En met reden door God gegeven, want Hij zal
het hoogste reddingswerk gaan verrichten!
Dat brengt ons bij het tweede in deze over
denking: Zijn werk. Dat werk is reddings
werk.
Dat sprak de engel tot Jozef in de droom, dat
het God Zélf zo weten! "En u zult Zijn Naam
heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig
maken van hun zonden!"
Zaligmaken, bevrijden... Wie heeft bevrij
ding nodig?
Degene die belaagd wordt door vijanden. Nu,
Hij - Jezus - zal bevrijden van de gevaarlijk
ste vijand! Zonden zijn als gaten in een schip.
Het water stroomt er door binnen en het gaat
zinken. Onze zonden, ze voeren ons naar de
ondergang, tenzij ze ons worden vergeven!
Liegen, vloeken, begerig zijn... Zonden zijn
zaken waardoor we God oneer aandoen.
Het doel dat we moesten bereiken is: God
liefhebben en ook onze naaste. En wat doen
we? We hebben onszelf lief boven alles!
Maar als de HEERE zaligmaakt, dan vergeeft
Hij dat. Dan doet Hij alsof dat niet was
gebeurd.
Hoe? Dat kleine Kind komt in de plaats van
de zondaren die Hij redt. Hij zal Zijn volk
zaligmaken. Hij zal ze redden door in de
plaats van Zijn volk te staan. Het is heel bij
zonder:
Gods Zoon werd Mens. Geen kind van Jozef.
Geen zondig kind. Heilig!
De Heilige Geest stond aan Jezus' levensbe
gin! Nee, Maria was niet zondeloos, maar
omdat Gods Geest aan het begin stond, gold:
Een heilig Kind!
Dit Kind, heilig... maar juist zo zou Hij als
Mens de straf ondergaan!
Want als Jezus hing Hij aan het kruis! De
ergste straf! "Deze is Jezus, de Koning der
Joden!"
Hij leed dat niet voor Zichzelf, Hij was recht
vaardig. Het was voor anderen. Hij zal Zijn
volk redden! Dat is Zijn werk, het redden van
Zijn volk, van Zijn Kerk. Jezus, de mooiste
Naam die er is!
"Ja", zegt iemand, "voor Jozef, voor anderen,
maar behoor ik ook tot 'Zijn volk'?"
Niet alle mensen uit Israël worden gered.
Niet alle gedoopte mensen. Niet alle mensen
die het woord van God hebben gehoord.
Maar wél ieder mens die om deze Bevrijder
aan God vraagt:
"Vergeef mij al mijn zonden,
die Uwe hoogheid schonden!
Maar wél ieder mens die door de zonden
onrein is, en daarom als een melaatse gaat
vragen:
"Zoon van David, indien U wilt, U kunt mij
reinigen!" Dat wil Hij! Dan maakt Hij rein!
Rein is degene die zich aan dit Kind overge
geven heeft.
Dat kun je daaraan zien, dat je eigen zonden
gaat haten, ze ook probeert te laten, zo blijkt
uit andere delen van de Bijbel, en, dat mag
wel voorop staan,,, dit Kind lief hebt gekre
gen!
Dan noemt u Hem, net als Jozef dat deed,
Jezus. Dan is de geloofsbelijdenis van Jozef:
"En hij noemde Zijn Naam Jezus\" ook üw
geloofsbelijdenis geworden.
Nog eens: Wie behoren tot Zijn volk, wie zijn
de uitverkoren van God, "'t volk door Hem te
voren, gunstig uitverkoren"? Moet je dan
eerst in Gods boek zien? Nee, hel zijn men
sen die arm vanwege hun zonden bij Hem
aankloppen! leder die dat doet, merkt: "Jezus
is Zijn Naam, en het is waar: de HEERE
redt!"
O, al is het dat mijn geweten mij aanklaagt,
evenwel geldt:
"Ik mag Hem Jezus heten,
Gód heeft mij dit gezegd.
Hém mijn Bevrijder welen,
rein volgens heilig recht!"
Zijn Naam is Jezus, Hij heet zoals Hij is: Hij
héét Jezus en Hij is Zaligmaker! Hij "zal Zijn
volk niet eindeloos kastijden", maar "volko
men zaligmaken allen die door Hem tot God
gaan"!
"Welzalig hij wiens zonden zijn vergeven,
die van de straf voor eeuwig is ontheven!
Wiens wanbedrijf, waardoor hij was bevlekt,
voor 't heilig oog des HEEREN is bedekt!
A. van Wijk (Herkingen)
OUDDORP -In tegenstelling tot eerdere
berichtgeving gaat de Kerstzangavond van
de Chr. gem, zangver, 'Hart en Stem' in
m,f,g, 'Dorpstienden' op 11 december
wegens omstandigheden niet door.
In de Hervormde Kerk te Stellendam zal op
woensdag 22 december a.s. een kerstzang
avond worden gehouden met de Chr, Gem,
Zangvereniging 'Soli Deo Gloria' o.l.v.
Willem Chr. Meyboom, het Chr. Mannen
koor 'Door Eendracht Verbonden' o.l.v.
Come de Geus en met medewerking van de
organisten Arjan de Vos en Marian van
Oostenbrugge. Aanvang 20.00 uur. leder
een hartelijk welkom.
Wilt u verzekerd zijn van !00% tijd en
aandacht? Bel dan voor een afspraak
0187-475 440.
gevelstenen dakpannen tegels en
sanitair deuren en kozijnen sfeer
verwarming plafond- en wandpanelen
hout en plaatmateriaal sierbestrating
bouwmaterialen gereedschaf^en
Midöelharnis - Industrieweg 35
Het nieuwste nummer van De Ouwe
Waerelt gaat over twee bruggen, een
zeventlende-Zachttiende-eeuwse
dominee, het voormalige gemeente
huis van Sommelsdijk en een serie
burgemeesters van Stad aan 't
Haringvliet. Het twaalfde nummer
van het historisch tijdschrift voor
Goeree-Overflakkee verschijnt deze
maand.
De Haringvlietbmg werd veertig jaar gele
den opengesteld voor het verkeer, waarmee
Goeree-Overflakkee een directe verbinding
kreeg met 'de overkant'. Vóór die tijd waren
de eilandbewoners altijd aangewezen op
overtochten per pont, Jans Hoving gaat in
zijn artikel 'Geduld en volharding' in op de
ontstaansgeschiedenis van het monumentale
beeld dat bij de brug geplaatst is. Het toont
twee mannen die een hand op eikaars schou
der leggen en zo de verbondenheid symboli
seren tussen Goeree-Overflakkee en het
omringende land. Pau Heerschap, de voor
zitter van de redactie van De Ouwe Waerelt,
herinnert zich nog precies zijn eerste directe
overtocht naar Flakkee, "Ik zag de nieuwe
bmg en ook het granieten beeld van die twee
mannen, die elkaar in het water van het
Haringvliet leken te duwen. Wat een luxe,
die snelheid en het gemak, vergeleken met
de tijd ervoor, toen een reis (vanuit Ede) naar
Rotterdam met tram, boot en bus naar Oud-
dorp drie uren in beslag nam!"
De tweede bmg die in De Ouwe Waerelt aan
bod komt, is de Wilhelminabmg in Middel
hamis, Bertrand van den Boogert schetst de
geschiedenis van de bmg en houdt een vurig
pleidooi voor het behoud van dit markante
bouwwerk op zijn huidige plaats.
Eva Lassing gaat in de mbriek 'Straatnaam-
geving' in op een Oude-Tongse dominee die
volgens haar niet bepaald een bruggenbou
wer was: Adamus van Halen (1651-1719),
"Veertig jaar heeft hij zich op een weinig
sympathieke manier ingespannen om alle
Roomse sporen uit te wissen", aldus de
redactievoorzitter in zijn voorwoord,
In het artikel 'Wonen in het huis der
gemeente' beschrijft Jan Both de geschiede
nis van het voormalige gemeentehuis van
Sommelsdijk, Het pand, dat laatstelijk dien
de als kantoor van Voogd Voogd Assu
rantiën, is aangekocht door de Stichting
Monumentenbehoud, die er luxe apparte
menten in wil realiseren. Het gebouw dat
nog eerder gold als gemeentehuis werd in
1879 gesloopt. Helaas, schrijft Both, want
"het zou thans een van de belangrijkste
monumenten van het eiland zijn",
Harry Goosens, inwoner van Stad aan 't
Haringvliet, heeft onderzoek gedaan naar de
burgemeesters die het dorp ooit had. In het
eerste deel van 'Edelachtbare' geeft hij
beschrijvingen van onder meer de burgerva
ders Kolff van Oosterwijk en Sterk, maar
gunt hij de lezer ook een blik in de keuken
van de Stadse gemeentepolitiek. In deel
twee, dat in het volgende nummer van De
Ouwe Waerelt verschijnt, zal ook een nade
re kennismaking volgen met burgemeester
Brinkman, de vader van CDA-politicus
Elco.
De Ouwe Waerelt, een uitgave van Histori
sche Vereniging De Motte, verschijnt driem
aal per jaar en kost in de boekhandel 4,50.
Leden van De Motte (contributie 13,50 per
jaar) ontvangen De Ouwe Waerelt gratis.
Aanmelden kan via het secretariaat van de
vereniging: Molenblok 16, 3253 AL Oud-
dorp, 0187-681005 of e-mail
secretaris@demotte.nl.
15-
'Jij bent een man die veel maken kan?'
'Jawel kolonel.'
'Jij kan maken zilver roos?'
'Een wat?'
Hans kijkt de man met grote verbazing aan. Een zilve
ren roos! Wat bedoelt die kerel daarmee?
'Een zilveren roos, zegt u, kolonel?'
'Ja, mijn zilveren roos kapot. Jij maken?'
Hans, die van de gang van zaken geen zier snapt, blijft
de kolonel verbaasd aanstaren.
'Hoe bedoelt u dat, kolonel?' Hij voelt zich niets op
z'n gemak. De wispelturige Russen vatten onbenullige
kleinigheden soms helemaal verkeerd op en dan slaan
ze erop los, denkend dat de Duitsers hen bedriegen.
Echter, de kolonel begrijpt dat zijn Duits te kort schiet,
om de plenny precies duidelijk te maken waar het om
gaat. Hij diept uit z'n broekzak een sleutelbos, waar
van hij er één in het slot van een stalen kast steekt. Dan
neemt hij het zwart leren doosje dat met rood fluweel
is bekleed en doet het open. Op zijn gezicht vertoont
zich een brede, weemoedige glimlach als hij Hans de
inhoud van het doosje laat zien. Hans slaakt een zucht
van verbazing. Zelden heeft hij zo'n fraai stukje hand
gedreven zilversmeedwerk gezien. De kolonel pakt de
roos en draait hem om. De verwondering is van Hans'
gezicht verdwenen en meteen is er een blik van opper
ste verbazing,
'Vemield! Wat zonde!' Het klinkt welgemeend.
De kolonel neemt weer plaats achter zijn bureau en
vertelt wat er is gebeurd,
'Wie zoiets moois vernielt moet zwaar gestraft wor
den,' Hans meent oprecht wat hij zegt. De kolonel
kijkt hem met een scheef oog aan: Meent de plenny
werkelijk wat hij zegt? Zwaar gestraft worden en dat
zegt hij die weet wat het betekent om door de Russen
gestraft te worden. Zijn conclusie is dan ook. dat
iemand die zoiets zegt, overtuigd moet zijn van de
waarde en schoonheid van het stukje zilversmeedwerk,
'Voor meisje.' Het klinkt bijna pijnlijk. Langzaam laat
hij de zilveren roos door zijn handen draaien, waarbij
het lijkt of hij met z'n gedachten ergens ver weg ach
ter de bergen van de Oeral vertoeft.
'Jij maken?' Bijna kinderlijk vragend is zijn blik op de
Duitse krijgsgevangene gericht.
'Mag ik even bekijken, kolonel?'
Even lijkt de officier te weifelen, voor hij de roos aan
de Duitser overhandigt.
'Danku.'
Hans bekijkt het sieraad aandachtig, maar meer uit
belangstelling dan denkend aan de mogelijkheid het te
kunnen repareren. Het is een zeldzaam mooi stuk
handwerk, gemaakt in Duitsland, met een bijna oosters
reliëf.
'Het is prachtig, heel mooi', het klinkt als een zucht.
'Jij roos maken?'
Hans kijkt de man bijna gesciirokken aan. Hij weifelt,
hetgeen de kolonel niet ontgaat.
'Jij niet maken?' De stem krijgt een harde klank, die
Hans waarschuwt om voorzichtig te zijn.
'Waar zijn de blaadjes, kolonel?' Als ik die heb zal ik
de roos maken.'
De bloemblaadjes zijn gestolen en nooit teraggevon-
den; wat Hans terdege begrijpt. De kolonel mag van
hem niet verwachten, dat hij uit niets rozeblaadjes kan
maken.
Het gezicht van de kolonel krijgt een hopeloze uit-
dmkking,
'Zijn weg. Gestolen', voegt hij er veelbetekenend aan
toe,
'Heeft u plaatzilver?'
'Wat zilver?'
'Plaatzilver, kolonel; daaruit zou ik misschien de ont
brekende blaadjes kunnen maken,'
De man denkt diep na. Het is hem nu ook wel duide
lijk: Als de roos gemaakt moet worden, dan is daarvoor
op z'n minst zilver nodig,
'Wat nodig?'
Hans legt uit wat hij verlangt en wat nodig is om de
roos in oude luister te herstellen.
De kolonel verzinkt een ogenblik in diep gepeins. Dan
kijkt hij Hans doordringend aan en zegt: 'Als ik zilver,
jij maken roos!' Hans weet dat er nu iets van hem
wordt verwacht waaraan, indien de kolonel erin zal
slagen het nodige materiaal te krijgen, niet meer te ont
komen valt. Hij zal de roos moeten herstellen!
'Ik zal zien. Begrijpen,' Ook dit klinkt niet als een
vraag, maar als een bevel,
'Jawel kolonel,' Hans staat als een paal in de houding,
waarbij de kolonel hem aankijkt, met een blik die aan
duidelijkheid niets te wensen overlaat, Hans kan zich
niet permitteren om te falen.
In gedachten verzonken loopt hij naar zijn werkplaats
temg. Nauwelijks is hij daar of de su-ene op het dak
van de wachtbarak begint te loeien. Drie keer kort ach
ter elkaar. Dat is een signaal voor alle gevangenen om
zich naar het grote kaimpplein te begeven voor een
extra appèl. De grond davert van de voetstappen die uit
alle richtingen naderbij komen.
Midden op het plein staat een aantal officieren en
wachtsoldaten die hun machinepistolen dreigend op de
aanstormende soldaten houden gericht.
Barak bij barak stelt zich op in het gelid en men wacht
af wat er gaat gebeuren. Een extra appèl vindt slechts
bij hoge uitzondering plaats en heeft meestal weiiüg
goeds te betekenen.
De barakcommandanten laten de rijen van vier tellen
en vergelijken de aantallen met de papieren waarop de
namen van hen die al dan niet aanwezig zijn, staan aan
getekend. De groepen worden stram in de houding
gezet en de barakcommandanten stellen zich vijf pas
sen vóór de manschappen op.
Een bevel van één der Russische officieren klinkt en
de barakkencommandanten stappen met militaire pas
het terrein over en stellen zich naast elkaar op voor de
Russische officieren. Dan schreeuwen zij hun meldin
gen: niemand is onwettig afwezig! Nadat de barakken-
commandanten hun plaatsen voor de troep weer heb
ben ingenomen, stapt commissaris Boeliloff naar
voren. Heel zijn houding verraadt boosheid, waarbij
hij met een kort zweepje driftig tegen zijn bruine,
luchtleren laarzen slaat,
'Luisteren', bralt hij, 'Eén van jullie kameraden heb
ben gestolen brood. Wij hem straffen,'
Hij wenkt en dan komen er een vijftal Tartaren die een
plenny met zich mee sleuren,
'Hij hebben gestolen brood,' De zweep wordt met een
verachtelijk gebaar op de plenny gericht,
'Hij stelen brood van kameraden in keuken. Jullie zien
hoe stelen straffen. Wie steelt ook straffen. Begrij
pen?'
De gevangene krijgt aan iedere pols een stevig koord
gebonden, waaraan aan weerszijden twee soldaten
gaan hangen. Hierbij wordt de man bijna de armen uit
het lichaam getrokken. Weer wenkt de commissaris.
Wat er zal gaan gebeuren, weten alle gevangenen en ze
huiveren al bij voorbaat bij de gedachte wat ze dadelijk
te zien krijgen. Drommen wachtsoldaten komen aanlo
pen en stellen zich op voor de groepen Duitsers. Ze
moeten goed in de gaten houden of de mannen wel kij
ken, als dadelijk de afstraffing zal plaatsvinden.
(wordt vervolgd)