EIIAI1DEI1-I1IEUWS
r"
Er is betreffende het neerstor
ten van vliegtuigen gedurende
de Tweede Wereldoorlog op
Goeree-Overflakkee geen ern
stiger geval te vermelden dan
dat van de twee Engelse Hali
fax bommenwerpers die el
kaar in de vlucht raakten.
Beide toestellen behoorden tot
het 78ste squadron van de
R.A.F, en waren die vrijdag
middag opgestegen van de
basis Breighton Yorkshire in
Engeland. Deze gegevens zijn
bij navraag in Londen beves
tigd.
Afschuwelijk gevolg
.^C^,_
De slachtoffers
Laatste rustplaats
Herdenkingsbijeenkomst
Bezoek
P.S. Andere getuigen
PAGINA 8
VRIJDAG 8 OKTOBER 2004
Achthuizen-Oude Tonge
6 oktober 1944
Onmiddellijk na de aanraking duikelden de
twee toestellen hulpeloos naar beneden. Een
'mid-air collision' wordt dit genoemd (colli
sion is botsing). Ze vlogen aanvankelijk in
formatie in oostelijke richting over Flakkee
heen. Het was 6 oktober 1944, ongeveer half
vijf in de middag. De weersomstandigheden
waren bewolkt maar droog. Het gebeurde kon
men vanaf een groot gedeelte van Flakkee
aanschouwen. Vanuit Sommelsdijk heb ik het
zelf ook zien gebeuren. Hemelsbreed is dat
zonder nevel of mist heel goed mogelijk. Wij
begrepen op afstand dat er op het moment iets
verschrikkelijks aan de hand was. We schat
ten de afstand tot aan het gebied van Achthui-
zen of iets meer naar het zuiden, net boven de
Krammer. Het bleek boven de polder Kram
mer te zijn gebeurd. De oorzaak zal wel nim
mer bekend worden, de gebeurtenissen volg
den elkaar daar ook te snel voor op.
Volgens de heer W. Terhoeve uit Oude
Tonge vloog de één over de romp van de
ander en raakte dit toestel. Terhoeve was
met de paarden van zijn vader aan het ploe
gen in de niet geïnundeerde Krammerpolder.
Hij zou gaan uitspannen toen het drama zich
boven hem voltrok. Eén van de twee Halifax
toestellen explodeerde in de lucht en viel
uiteraard in stukken naar omlaag. Het ande
re toestel stortte brandend neer en kwam in
het geïnundeerde bouwland terecht van de
Grote Bloksepolder. Neergestort zijnde
explodeerde ook dit toestel door het ontplof
fen van bommen die zich nog daarin bevon
den. Beide toestellen vlogen even tevoren
nog met hun volledige bommenlast hoog in
de lucht op weg naar Gelsenkirchen in wes
telijk Duitsland.
De inzittenden van het eerste toestel waren
doordat het in de lucht was geëxplodeerd ver
spreid en werden op flinke afstand van elkaar
op de begane grond gevonden. Twee van hen
zijn op het land van Terhoeve terechtgeko
men, één voor en één achter hem. Hun voe
ten waren ontbloot, kennelijk was het schoei
sel tijdens de val afgerukt. Ook de andere
bemanningsleden zijn in de naaste omgeving
gevonden. Van het andere toestel zijn zeven
personen gevonden van wie één persoon bij
na totaal verbiand was. Op het stoffelijk
overschot van deze ongelukkige vlieger
bevonden zich begrijpelijkerwijs geen identi
teitspapieren. Van de overige verongelukte
personen zijn wel alle papieren gevonden.
Het brandend neergestorte toestel is gevallen
op het erf van de boerderij van A. J. van
Vugt. Gedeelten hiervan zijn verspreid aan
getroffen in het omliggende land. De staart
van het toestel is bij de boerderij van J.
Noordermeer teTechtgekomen.
Tekening van Krijn Vogelaar
Volgens de heer P. van Noord uit Oude Ton
ge lag in dit staartstuk nog het lichaam van
de staartschutter. Een staartschutter zat in
zo'n kleine ruimte dat er alleen kleine men
sen geschikt voor waren. Zijn parachute hing
achter hem en moest in geval van nood eerst
aangegespt worden, zodat veel van deze
schutters het niet hebben overleefd. Zij wer
den bij de R.A.F. 'Rear-end Charlies' ge
noemd.
Terhoeve heeft later met zijn paarden grote
stukken van het vliegtuig van zijn land weg
gesleept.
De heer G. W. H. van Dis uit Achthuizen
heeft ook beide bommenwerpers al wente
lend naar beneden zien storten en noemde
het een zeer dramatische gebeurtenis.
Dichtbij zijn woning aan de Bloksedijk heeft
hij dit alles aanschouwed. De heer W. Kroon
uit Sommelsdijk, toen in Zuidzijde woon
achtig was eveneens getuige van dit ver
schrikkelijke ongeluk. Kroon ging er op die
6e oktoberdag vanuit dat een op hoger
niveau vliegend toestel averij had opgelopen
en naar beneden stortte en daardoor het
staartstuk van een onder hem vliegende
bommenwerper raakte. Het staartstuk brak
af met het gevolg dat beide toestellen naar
beneden vielen.
Spoedig daarop was Kroon ter plaatse. Van
de bemanningsleden was slechts één man
aan wie uiterlijk niets te zien was. Boven
zijn borstzak zag Kroon de naam van de
vhegenier staan, waarvan hij zich nog steeds
de initialen J.A.M, kon herinneren, welke
toebehoorden aan John Allen Mc.Killop.
Het slachtoffer lag toen al op één van de boe-
renwagens die in gereedheid waren gebracht
voor het vervoer van de stoffelijke resten.
De overigen waren allen zwaar verminkt.
De stoffelijke resten van de bijeengebrachte
bemanningsleden zijn op boerenwagens
door de heren A. Fluit en J. van den Berg
naar een loods van de heer S. de Korte uit
Oude Tonge vervoerd en werden daarin
opgebaard. Direkt daarop is men met het
maken van de kisten begonnen. Ook werd
begonnen met het graven van een gemeen
schappelijk graf voor deze lijken.
Uit een bewaard gebleven summier rapport,
opgemaakt door de gemeentesecretaiis van
Oude Tonge, de heer C. Slobbe, dat was
opgetekend uit de mond van getuige L. Ver-
olme, de gemeentebode, het volgende: de
stoffelijke overschotten werden ter aarde
besteld aan de noordzijde van de Nederlands
Hervormde Kerk, naast het graf van de vijf
Engelse vliegers die op 21 juli 1944 in Oude
Tonge de dood hadden gevonden en daar
reeds begraven lagen (zie Eilanden Nieuws
d.d. 23 juU 2004).
De twee in gebruik zijnde begraafplaatsen
van Oude Tonge waren door de inundatie
onbereikbaar geworden.
In de namiddag van 7 oktober 1944 om
Herdenkingsbijeenkomst op 3 mei 1946 te Oude Tonge.
16.00 uur werden de lichamen van de geï
dentificeerde bemanningsleden gekist. Twee
uren later om 18.00 uur werden zij in stillen
eenvoud begraven. Dat was slechts één
etmaal na de onverklaarbare botsing tussen
de twee Engelse bommenwerpers boven
oost Flakkee.
Door de kommandant van de Grentzschutz
werd geen publiek toegelaten. De bevolking
van Oude Tonge was echter voor het meren
deel sinds februari 1944 geëvacueerd naar
elders.
De bemanning van het Halifax vliegtuig
MKIII, code LW 511 EY-U van het 78*-
squadron bestond uit de volgende personen:
1. JohnB. Anderton
23 jaar
2. John R. Charley
20 jaar
3. Charles R. Clement
23 jaar
4. Charies W. Crawford
24 jaar
5. John Divers 19 jaar
6. Donald S. McGregor
23 jaar
7. Albert Reilly 22 jaar
Uit dit toestel werd als vermist opgegeven:
8. Robert Heugh 22 jaar RAF 1568930
Zijn lichaam zal niet geïdentificeerd kunnen
zijn...
De bemanning van de Halifax MKIII, code
LL 588 EY-0, eveneens van het 78"=
squadron, bestond uit de volgende personen:
RAF 1685678
RAF 424912
RAF 1532013
RAF
RAF
RAF
RAF
183801
1822288
176376
1673687
Bovendien werd op elk graf een witgeschil-
derd kruis geplaatst voorzien van een naam.
Deze gedenktekens werden onthuld tijdens
een plechtige bijeenkomst op 3 mei 1946. Er
werden toespraken gehouden, bloemenkran
sen gelegd en er werd gezongen door een
dubbelmannenkwartet onder leiding van
dirigent J. van den Heuvel. Na de plechtig
heid buiten, was er een bijeenkomst in de
Nederlands Hervormde kerk.
Later zijn de stoffelijke resten te Oude Ton
ge opgegraven en daarna herbegraven op de
War Cemetry te Bergen op Zoom. Hier volgt
de preciese opgave van hun laatste rust
plaats:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
graf20A12
1.
Guy W. Habgood
22 jaar
George E. Kemp
22 jaar
John A. McKillop
30 jaar
Alan Moss 29 jaar
Raymond L. Stanley
23 jaar
George H. Tilbum
19 jaar
RAF 1399598
RAF 1866112
RAF
RAF
1361194
1115114
RAF 176376
RAF 1591010
Pas op 8 september 1945 werd tussen de
wrakstukken van de Halifax LL 588 EY-O
het stoffelijk overschot gevonden van
Harold Lockett. Zijn stoffelijk overschot
werd echter begraven op de Algemene
Begraafplaats van Den Bommsl. In graf-
nummer 14, een Militair Rijksgraf, ligt tot
op de dag van vandaag het lichaam van ser
geant airgunner H. Lockett nog steeds be
graven, ver van zijn vrienden.
Het graf wordt nog steeds verzorgd dvoor de
heer C. Buscop uit Ooltgensplaat. Buscop
brengt ieder jaar een rapport hierover uit aan
de Oorlogsgraven Stichting te Den Haag,
adres: Postbus 85981, 2508 CR. Buscop
doet dit werk geheel vrijwillig en zijn werk
wordt ook gecontroleerd.
In het N'oorjaar van 1946 werd rondom de 18
graven op de noordzijde van het kerkhof der
Ned. Herv. kerk (het noodgraf) een wit
geschilderd houten hekwerk geplaatst.
9.
10.
11.
12.
13.
Sergeant A. Reilly
Sergeant C. R. Clement
Sergeant G. H. Tilbum
Sergeant J. B. Anderton
Sergeant G. W. Habgood
Sergeant A. Moss
Sergeant J. A. McKillop
Sergeant J. Divers
Sergeant G. C. Kemp
Flight-officer C. W. Crawford
graf20B 9
Flight-officer R. L. Stanley graf 20B10
Flight-officer D. S. McGregor
graf20Bll
Sergeant J. R. Charley graf 20B12
graf20B
graf 20B
graf20B
graf20B
graf 20B
graf 20B
graf20B
graf20B 8
Zij rusten in vrede!
De familie P. Terhoeve uit Oude Tonge
heeft na de oorlog contact onderhouden met
de moeder van sergeant Albert Reilly, Hij
was boordmecanicien. De moeder van Guy
Wilfred Habgood heeft contact onderhouden
met de heer C. Kamerling, P.T.T. beambte te
Oude Tonge. Mevrouw Habgood heeft aan
de Nederlands Hervormde kerk van Oude
Tonge haar bijbel nagelaten waarvan één der
koperen sloten ontbreekt vanwege een bom
bardement op Londen.
Mevrouw Habgood overleed in 1988 op 90-
jarige leeftijd.
De archievaris van het 78* Squadron van de
RAF, de heer John W. Erricker heeft met zijn
vrouw Norma in 1996 enige dagen bij de
familie Hoogzand-van Nimwegen gelo
geerd. Uiteraard werd er een bezoek gebracht
aan de War Cemetry te Bergen op Zoom.
"We shall never forget our boys", verzucht
te mister Erricker (we zullen onze jongens
nooit vergeten). Verder brachten wij een
bezoek aan de familie G. W. H, van Dis aan
de Bloksedijk te Achthuizen. Van Dis wees
de locaties aan waar de twee Engelse Halifax
bommenwerpers waren neergekomen. Zes
oktober 1944, zestig jaar geleden.
De toen 14-jarige Jaap de Vos Dirkzn. en de
Ifrjarige Nel Holleman (thans mevr.
Abresch) beiden uit Oude Tonge, waren op
die 6e oktobermiddag bezig met het melken
van de koeien van hun respectievelijke
ouders toen hoog boven hen die verschrik
kelijke botsing plaatsvond. Nog geen 1000
meter hemelsbreed zagen zij het ene toestel
al draaiend om zijn as naar beneden storten
terwijl het andere toestel in de lucht explo
deerde. Nadat zij de koeien, ieder vier, had
den gemolken, gingen zij terug naar huis in
Oude Tonge. Daar vernamen zij dat er iets
onvoorstelbaars was gebeurd.
Arend Stander van de gemeente kwam bij
Dirk de Vos paard en wagen 'bestlelen' om
evenals de hierboven reeds genoemde perso
nen, de lichamen van de omgekomen vliege
niers te vervoeren van de plaats des onheils
naar de loods van De Korte.
Het is te gruwelijk om te verwoorden hoe de
wagenmenners hun droeve last over de dij
ken naar Oude Tonge moesten vervoeren.
Joh. P. den Braber uit Ooltgensplaat was met
ongeveer 40 kinderen op die te gedenken 6e
oktober 1944 op de landerijen bezig met
oogstwerkzaamheden. De kinderen uit de
gezinnen die met speciale vergunningen na
de inundatie van februari 1944 nog in het
'natte gebied' waren achtergebleven kregen
onderwijs in twee cafe's. De schoolgebou
wen stonden onder water. In café 'Hui-
brechtse' en in café 'De rode dop' ontvingen
de kinderen zo goed en zo kwaad als dat ging
hun lessen. Van de onderwijzers was onder
andere de heer J. C. Broere aanwezig bij het
hulpwerk op de akkers. Boven hen zagen zij
tal van formaties bommenwerpers overvlie
gen in oostelijke richting. Uit één van die
formaties kwamen twee met bommen gela
den toestellen met elkaar in botsing met alle
gevolgen van dien. Brokstukken van het
geëxplodeerde toestel kwamen zelfs tussen
de op de vlucht geslagen kinderen terecht.
Het was een wonder dat niemand van de kin
deren gewond is geraakt toen zij renden naar
een nabij gelegen poldersloot om enige dek
king te zoeken.
Ook Piet Jacobs Adrianuszn. was daar als
jongen aan het werk. Hij dacht aan het snij
den van peenzaad. Overal in de omgeving
vielen de brokstukken neer, na de meervou
dige explosies van dat ene toestel.
Drie motoren waren terecht gekomen op het
land van Joh. van Nieuwenhuijzen in de
Galathesepolder. Die zijn later met een rup
stractor uit de grond gesleept en wegge
voerd. Eén motor was neergeploft op het
land van Adrianus Jacobs in de Kruispolder.
Diezelfde landbouwer vond later nog een
kogelvrij vest en foto's van de omgekomen
vliegeniers. Deze overblijfselen heeft Jacobs
bij de gemeente afgegeven. De foto's zijn
door de familie in Engeland ontvangen.
Piet Jacobs zelf heeft dekking proberen te
vinden door zich dicht tegen een weer-
machtspaal aan te drukken. Van angst weet
een mens soms niet wat hij doet, maar
gelukkig. Piet bleef, evenals alle andere bur
gers in dat gebied tijdens die catastrofale
gebeurtenis, ongedeerd.
D. Hoogzand