Overdenking KrulstockP mar LeMlMgrad Spreekkoren uit de Heilige Schrift Zaterdag avond- jeugdwerk Veerman staat smallere braakzones toe Koffieochtend in Dirksiand Bingo De Zwaluw Kledingverkoop EIIAtlDBI-tllEUWS HET "jmkVENSTER Autobedrijf Jan van Dijk Brielie VERVOLGVERHAAL 18 waaaoM zo HimiseiMm KLEaENOE eauEH ËlUEflE KOUKOIHIMEQ HONDA. Rioleringsservice - Camera-inspectie Tel. 0187 - 483983 06 - 50201599 Deo Volente Ger. Gem. Nieuwe Tonge •n^aiga-frilogie - deel 1 PAGINA 5 VRUDAG 24 SEPTEMBER 2004 Blik op kerk en samenleving tj - Een toevallige ontmoeting - Elkaar kennen - Kennis hebben Een poosje geleden stond ik ergens in de file. Dat komt in dit land vaker voor en het is geen nieuws. Wèl nieuws was het - dacht ik ten minste - dat ik terloops in de achteruitkijk spiegel keek en dacht achter mij een bekende aan te treffen.Op die manier raakte ik in gesprek met mezelf. "Ja, zij Is het", en "Nee, zij is het toch niet". Mijn tweestrijd werd beslecht, dacht ik, toen zij haar hand opstak. "Zie je wel", zei ik tegen mezelf, "zij is het en zij heeft nüj ook herkend". Het verkeer stond stil, dus wat lette mij om uit de auto te stappen en de bestuurster van de wagen achter mij te begroeten? Die keek vreemd öp, want zij was het toch niet... "Nee", zei ik, "ik heb me toch vergist, maar toen u uw hand opstak, dacht ik een kennis te zien". "Sorry", zei de mevrouw, "maar die groet was bedoeld voor een tegenligger, die ik toevallig kende". Met de nodige veront schuldigingen zette ik me weer achter het stuur van mijn eigen auto. Nee, zei de dame nog, het geeft helemaal niets, het is alleen maar leuk. Ja, zo kan het gaan in het leven. Dat je denkt iemand te zien die je kent, en die het blijkbaar toch niet was. Maar andersom is ook moge lijk: dat iemand vóór je staat, en je denkt be kende trekken te zien, maar je weet toch niet meteen wie het is. Dan wordt er soms ook nog gezegd: "U kent me toch wel? Zeg eens wie ik ben.Als je dan met de beste wil van de wereld geen naam kunt noemen, dan wordt het pijnlijk. Je zou wel onder de grond willen kruipen van schaamte. En toch komt dat vóór. Dat die man of die vrouw die tegenover je staat, kenneUjk ple zier heeft in je onwetendheid en hulpeloos heid. Dan b^ ik, zeggen we tegenwoordig. Kennen. Wat is dat eigenlijk? Dat je weet hoe iemand eruit ziet? Dat je hem of haar weleens hebt ontmoet? Of dat er een relatie is. Een weten wat er Ln zijn of haar hart omgaat? De president van de Verenigde Staten, Bush, die kennen we. Elke dag zien we hem op het Journaal of in de krant. En de Koningin, die kennen we ook. Zodra we haar foto zien, zeg gen we: "Dat is Beatrix". En zo kennen we er nog wel een paar. Maar wat weten we van al die mensen? Eigenlijk niets. Vroeger zeiden ze: "Die jongen heeft kennis aan dat meisje". Dat betekende: hij heeft ver kering met haar. Er is een intieme, vertrou welijke omgang mssen die twee. Dat is meer dan: elkaar weleens gezien hebben. Het meest duidelijk is dat in het Hebreeuws. Adam bekende Eva, dat wil zeggen: zij had den gemeenschap met elkaar. De intiemste vorm van kennen. Maar zoals het met veel woorden gaat, langzamerhand is de grondbe tekenis uitgesleten. Waarnemer Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Foto 's uit de ruimte tonen aan, dat het heel al een zwarte indruk maakt. Toch is onze hemel licht blauw gekleurd. Kunt u verkla ren, hoe dat mogelijk is? Antwoord: Wij zien voorwerpen doordat zij licht uitstralen, zoals de zon en bepaalde sterren, ofwel doordat zij licht; weerkaatsen, zoals bijvoorbeeld de maan en de planeten, en dichterbij reflectors en andere zaken. De ruimte in het heelal is verder zo leeg, dat daar vrijwel niets in het licht van de sterren weerkaatst wordt en daarom zien de ruimte- vaarders zoveel zwart om zich heen. Maar rondom onze 'Moeder Aarde' bevindt zich een dampkring, vol lucht en stofdeeltjes. Het zonlicht dat door de moleculen van die ver schillende gassen en andere materiedeeltjes in de aardse atmosfeer doordringt, wordt door de weerkaatsing daarmee oneindig vele malen verstrooid. De sterkte van dat ver strooide licht is omgekeerd evenredig met de vierde macht van de golflengte, zo hebben de geleerden berekend. Dit houdt in dat we daarom meer blauw zien dan andere kleuren. Blauw heeft immers een kleinere golflengte dan bijv. het rode licht. Zo ontstaat op onze netvliezen de indruk van de onbewolkte blauwe lucht. Maar wanneer zich veel water- damp in de atmosfeer bevindt, wordt het licht met grótere golflengten sterker ver strooid door de weerkaatsing in de grote druppels en kristallen. Met een prisma kunt u wit licht ontleden in diverse kleuren van de regenboog. In een vochtige atmosfeer gebeurt het omgekeerde; een mengsel van de hoofdkleuren geeft de indruk van wit licht. Bij een laag staande zon legt het zonlicht een veel langere weg af door de dampkring en dan (bij zonsopgang en -ondergang) ont staan verschillende effecten van geel- oran jeachtig zonlicht tot en met het bekende morgen- en avondrood, waarbij het rode licht weinig of niet verstrooid wordt. Wij hebben een biljart overgenomen van iemand, maar als wij er op spelen, rollen de ballen niet zo best. Is het laken nu te stroef, zijn die ballen te magnetisch of deugt dat bil jart niet? Antwoord: Het groene laken is blijkbaar vochtig geworden door de verhuizing, of omdat het biljart bij u in een kamer staat waar niet gestookt of niet goed geventileerd wordt. Daardoor ontstond een overdadige adhesie tussen laken en ivoren ballen, die de biljarters 'kleef noemen. U moet zorgen voor een gelijkmatige verwarming van het leisteen onder het laken bijv. door middel van een elektrisch vloermatje, of voor goede ventilatie van die kamer en liefst voor beide. Pak ook nooit met blote (vaak klamme) han den een bal op! Hoe komt he, dat een zelf geteelde komkom mer wel eens bitter uitvalt? Is dat het gevolg als je er op getrapt hebt? Antwoord: Dat er eens een enkele bittere tussen zit, is het gevolg van een terugslag bij de kweek. Onze komkommers stammen namelijk af van wilde voorouders met bitte re vruchten, ter verdediging tegen vraat door in 't wild levende dieren. Doe het zaad van die plant weg en houd alleen het zaad van de smakelijkste vruchten aan. Dat doen de beroepstelers ook. Dat ze bitter worden als je op de ranken getrapt hebt, is een sprookje. The Power of Dreams Slagveld 19 3231 AN BRIELLE Telefoon: 0181 -41 37 77 www.janvandijk.nl Er zijn koren die zingen en er zijn koren die spreken. Vorige week stonden ze weer eens in het middelpunt van de belang stelling. Dit voorjaar werd de zoveelste aftrap gegeven voor een seizoen met wedstrijden die alleen verliezers kent. Spreekkoren hebben oude papieren. We vinden spreekkoren bij de gladia torengevechten in het oude Rome. Het roepen ging gepaard met gebaren die let terlijk 'er op' of 'er onder' betekenden. In communistische landen vonden lang durige toejuichingen plaats. Nu zijn er weer spreekkoren bij voetbalwedstrijden, zoals het yellen van de naam van de club, de kreet 'olé' en het zingen van: 'we are the champions', zijn spreekwoordelijk. Bij clubs in de grote steden werd als een club uit de provincie op bezoek kwam regelmatig het woord 'boeren' gescan deerd. Tegenwoordig horen we van deze wereldkampioenen andere geluiden. Vanaf de tribune klinken racistische en kwetsende spreekkoren. Ze zijn ook per soonlijk, niet alleen de spelers, maar ook hun echtgenotes zijn doelwit van schan dalige bewoordingen. Een en ander overk wam een voetbaltrainer enkele jaren gele den. Zijn vrouw was ernstig ziek en dat moest hij middels een grove kreet aan horen. En dat moeten supporters, d.i. 'aanhangers' en de grote steun van de voetbalclubs voorstellen? Ook geluiden produceren maakt deel uit van het reper toire. Vuurwerk van Rotterdamse sup porters, bommen op Enschede?! Sis sende geluiden in combinatie met anti semitische .uitroepen zijn al langer bekend. Het leek alsof wij dergelijke gedrag achter ons hadden gelaten, maar niets is minder waar. Tenslotte. We weten niet goed wat we aanmoeten met deze inbreuken op ons tolerante maatschappij. Het staken van de wedstrijd, het overstemmen van de 'leuzen' met harde muziek of een sta dionverbod zijn ontoereikend. Eén wed strijd zonder publiek zet ook geen zoden aan de dijk. De homepage stopde- spreekkoren.nl is hoe goed bedoeld ook onvoldoende. Er is maar een remedie. Neem deze 'aanhangers' hun 'speeltje' af,: leg de wedstrijd niet stil. maar laat zodra de beledigende spreekkoren begin nen tussen tribune en speelveld zwarte doeken naar beneden. Dat in ieder geval enkele minuten, desnoods de rest van de speeltijd, naar beneden blijft. Kortom, spreekkoren moeten monddood worden gemaakt. dat misschien bedacht is door handelaren die graag meer zaad verkochten. Dat u ze aan touwen moet kweken, is ter voorkoming van een lichte of gele streep op de zijde waarmee liggend geteelde vruchten de grond raken. "In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil en wij leven, zo zullen wij dit of dat doen. {Jacobus 4:15) De Apostel Jacobus is een praktisch man. Hij maant tot de praktijk der godzaligheid. De leer der godzaligheid moeten we sieren met een heilig leven. Geloof zonder werken is dood. We zijn een rank, die geen vrucht draagt. Geen wonder, dat de Hemelse Land man de dode tak werpt in het onuitblusselijk vuur. Een leven in alle godzaligheid is de proef op de som van het geloof. Allerminst schrijft Jacobus iets, wat zou indruisen tegen de prediking van de grote Apostel der heidenen. Immers, Paulus plant de goede boom. Jacobus nadert even later om vrucht te zoeken. Uiteraard zijn het maar kleine beginselen van de volmaakte gehoorzaamheid, waartoe we verplicht zijn. Het is maar een beschei den sieraad op de lange mantel der gerech tigheid. Het zijn geen grootse dingen, waar op Jacobus doelt. Niettemin zeer belangrijk. Geen aanzien des persoons, niet zondigen met de tong, de arbeider zijn volle loon geven, al deze en dergelijke zaken snijdt de Apostel aan. Zo is hij toch ten volle, ook geestelijk, een broeder van onze Heere. Want sprak zijn Broeder en Zaligmaker niet, dat niet alleen die daar zegt Heere Heere, maar die daar doet de Wil des Vaders, zal ingaan? In ons tekstverband tekent Jacobus de zelf bewuste Koopman, de Jood in de ver strooiing, (hoofdst. 1:1), die zich als zakenman opperbest weet te handhaven in de vreerade. Een Koopman, breed geschouderd en resoluut in zijn optreden, heeft iets van een stukje Voorzienigheid op eigen gelegenheid. Hij wandelt als een god over de aarde. Particulier initiatief, en niet ons beginsel zij in de Naam des Heeren. Nu, deze zakenman van formaat, deze rondreizende koopman heeft zijn plannen stevig in zijn hoofd. We reizen vandaag of morgen naar Bagdad of Rio de Janeiro en daar willen we eens een jaartje handel drij ven en winst maken. Wat een zelfverzekerde taal. Wij zullen! Deze Koopman is hard op weg een rijke dwaas te worden. Mogen we dan geen plan nen maken'? O zeker, maar op Gods papier en niet op 't onze. Wat weten we van de dag van morgen'? Ons leven is een damp. De dood wenkt ieder uur. Ge moet zeggen: indien de Heere wil en wij leven hopen wij u morgen te kunnen bezoeken. Deo 'Volente. Ik begrijp het volkomen. Een strooibus met Deo Volen te" s op onze schrijftafel, een voorraad Deo Volente's voor in de mond. Zo moeten we het leven door. Maar broeders - zou Jacobus zeggen - dat is schijn heiligheid. Vaak D.V. schrijven en zo de Heere wil zeggen kan vloeken zijn, ijdellijk gebruik van de Naam des Heeren. Hier is een principiële zaak aan de orde. We moeten, als Paulus op de weg naar Damas cus, capituleren om Gods wil. Heere wat wilt Gij dat ik doen zal. Onze belijdenis bekent dat er geen wil in ons gelijk Gods wil is, of Christus heeft het in ons gewrocht. Wanneer we niet wedergeboren worden, zullen we nimmer willen wat God wil. De Heere moet het harde genadig ver murwen, onze wil moet Hij ombuigen. Smij- tegelt schrijft ergens: 's mensen verstand is zijn bijbel, 's mensen wil is zijn god. Wij zweren bij ons verstand. De verwarring is niet te overzien, wanneer we met ons bijbel tje, met ons verstand, de Bijbel willen ver staan. Immers, het is voor wijzen en verstandigen verborgen. Van onze goede wil hangt het niet af. Als we van goede wil zijn, kunnen we hoogstens wat met Deo Volente's strooien. Maar we brengen het niet verder. Wat gebeurt er nu wanneer een mens bekeerd wordt? Dan komt alles onderste boven. Dan is het niet langer 's mensen verstand is zijn bijbel en 's mensen wil is zijn god. Dan wordt de Bijbel zijn verstand en God zijn wil. Heere wat wilt Gij dat ik doen zal? Uw wil geschiede. Uw wil die heilig is en goed. Het kan soms een strijd op leven en dood uitma ken, een worsteling ten bloede: niet mijn wil. Uw wil geschiede. Immers, wanneer een mens eenmaal capituleerde, dan zal hij iede re dag opnieuw zich onderwerpen aan Gods wil. Men zegt wel eens: toen en toen is er iets met me gebeurd, men wordt iets driester en zegt: toen en toen ben ik bekeerd. Maar op zijn bekering kan men niet rusten. Dan is onze bekering met ons ten verderve. Augus- tinus woord blijft behartenswaardig: de bekering verdoemt meer mensen dan de zon den. Het is genade, onverdiende genade wan neer we heilig eenswillend zijn met de Heere, gelijk het pas gespeende kind zich stil bij zijn moeder vindt. ledere dag beproeven we wel ke de welbehagelijke wil des Heeren zij. Van een bekering eens kunnen we geen grond maken. Op een bekering kunnen we niet rusten. Onze bekering zou doodgeboren zijn, als er niet elke dag op volgt een zorg vuldig naspeuren van wat de Heere wil. Zodoende leren we ook zeggen met waarheid in ons binnenste: indien de Heere wil. Op 't eerste gezicht lijkt het vervolg over bodig. Indien wij leven. Immers als we niet leven heeft de Heere hel klaarblijkelijk niet gewild. We dienen te bedenken, dat de Heere kan willen dat we dit of dat doen. Dat we dat inderdaad zouden doen wanneer we nog in het land der levenden verkeerden. Anderzijds is 't ook denkbaar dat we wel nog in leven zijn, maar dat de Heere niet wil dat we het een of het ander tot een goed einde brengen. Zo mocht David, hoewel het op zichzelf een goed werk was, geenszins een tempel bouwen den Heere. Het is dus niet ten overvloede gezegd: en wij leven zullen. Trouwens, al zou het enigermate overtollig klinken, dan zal het toch nuttig zijn het vervolg erbij te zeggen, opdat we gedurig doordrongen worden van de kort stondigheid van het leven. Immers het leven is een damp. Dan zullen we dit of dat doen. Er is genoeg te doen. Dat we niet ledig zullen gaan, is zeker niet naar Jacobus' begeerte. Immers hij legt de nadruk opdat we zullen zijn daders des Woords. Doet wat uw hand vindt om te doen. Doet het met alle macht. Ge hebt uw program uitgestippeld voor de toekomst. Evenals de zelfbewuste Koopman. Niet dat speciaal de zakenlieden er van langs krijgen. Maar ze vertegenwoordigen zeer typisch een bepaalde ondeugd van allen, zoals andere standen en beroepen andere zonden zonneklaar representeren. Denk aan hoeren en tollenaren. Alle zonden liggen in ons hart besloten. Maar hebben we onze plannen op Gods papier geschreven? Staat het al onder de tucht van "indien de Heere wil en indien wij leven zullen." Dat zijn twee les sen: onze afhankelijkheid en onze verganke lijkheid. En als de Heere het niet wil en als wij niet meer zullen leven? Als we gebracht zijn onder de tucht van 's Heeren Woord is dat niet erg. Immers dan zijn we, net als die koopman en toch geheel anders dan die koopman, naar een stad gereisd. Naar de eeu wige stad om een wondere koophandel te drijven en grote winst te doen. Dan hebben we onze jaren van de hand gedaan voor de eeuwigheid, het aardse voor liet hemelse, het geloven voor 't aanschouwen. Dan hebben we gekocht, wat we nimmer zullen verkopen om eeuwig Hem te loven, die ons Gode kocht met Zijn bloed. Met ingang van 2005 mogen braakgelegde percelen langs waterlopen in Nederland een minimumbreedte van 5 meter en een minimumoppervlakte van 0,05 ha heb ben. Voor overige percelen gaat een mini mumbreedte gelden van 10 meter en een minimumoppervlakte van 0,1 ha Dat heeft minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten. Akkerbouwers kunnen hier in hun bouw plan voor het komende seizoen rekening mee houden. De huidige minimunmiaten van braakgelegde percelen zijn 0,3 ha en 20 meter. De kleinere maten zijn mogelijk bin nen het nieuwe Gemeenschappelijke Land bouwbeleid als daar milieuredenen voor zijn. Door smallere stroken toe te staan wordt het aantrekkelijker om teeltvrije zones langs waterlopen aan te leggen. Ook de mogelijkheden voor zogeheten natuur braak nemen toe, er kan twee maal zoveel randlengte aan braakgelegde percelen ont staan. Daardoor neemt de belasting van het oppervlaktewater door bestrijdingsmidde len en meststoffen af. De braakpercelen moeten grenzen aan oppervlaktewater, ingezaaid worden met een groenbemester en er mogen geen meststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt (behalve pleksgewijs als dat landbouwkun dig noodzakelijk is). De eerste koffieochtend van dit seizoen, georganiseerd door de Werkgroep Koffie ochtend en uitgaande van de Hervormde Gemeente Dirksiand, zal gehouden wor den op woensdag 29 september a.s. in ver enigingsgebouw 'Onder de Wiek'Spreek ster op deze bijeenkomst is Andrea Stribos. Zij zal, in het licht van de Bijbel, nadenken over het thema 'De vlucht van de Geest'. De Werkgroep Koffieochtend hoopt dat u deze ochtend vrij kunt maken voor een opbouwende en bemoedigende ontmoe ting. Het programma begint om 9.30 uur, vanaf 9.15 uur staat de koffie voor u klaar. Heeft u kleine kinderen en kunt u geen opvang voor hen vinden? Geen nood, want er is kinderopvang aanwezig. U bent allen hartelijk welkom. P.V. De Zwaluw organiseert op vrijdag I oktober weer een gezellige bingo met mooie prijzen, zoals: boodschappenma- nen, vleesschotels en planten en verder vele andere prachtige prijzen. Een ieder is van harte welkom op de Dorpsweg 2 in Ooltgensplaat, aanvang 20.00 uur, lokaal open: 19.30 uur. Koffie en thee gratis. Op vrijdag 1 oktober wordt er weer nieu we kinder- en dameskleding verkocht van de firma Simons in de zaal van de kerk van de Gereformeerde Gemeente te Nieuwe Tonge, Oranjestraat 17 van 19.30 tot 21.00 uur. Korting tot 75% Ook zal er een lapjesbeurs worden gehou den. Daarvoor worden er mooie winter coupons gevraagd. Geen restjes! 50% is voor de aflossing van de kerk en 50% voor degene die de lapjes inlevert. De coupons kunnen worden ingeleverd tot vrijdag avond bij Corine Koert, H.J. van Beijeren- laan 37 of bij Marica de Visser, Kerkstraat in Nieuwe Tonge. -74- Het zijn nog kleine schermutselingen, die niettemin aanleiding geven tot grote spoed voor hen die het veld willen ruimen. Spoedig mengt zich nu ook de Russische artillerie in de strijd. Granaten ploegen weer de aarde om en wol ken zwarte rook en smeltende sneeuw vliegen huizen hoog. Spoedig is de oorlog in al zijn wreedheid weer losgebarsten. Franz, Karl-Heinz en Kurt Schenck zijn ingedeeld bij een zware mitrailleur. Kurt helpt, Karl is schutter, Franz schreeuwt zijn bevelen, die in het geweld van de strijd nauwelijks verstaanbaar zijn. Tegen de middag valt een korte stilte. De Russische infanterie trekt zich terug. Daama volgt weer de traditionele artilleriebe schieting. Diep weggedoken laten de mannen het geweld over zich heen gaan en als na een uur het vuren ophoudt, is er van de Duitse weerstandslinie niet veel meer over. Dan komen de Russen aanstormen. 'Hoeréééé.hoeréééé.hoeréééé. Het beruchte strijdgehuU, dat de Duitsers door merg en been dringt. 'Hoeréééé...! hoeréééé...! Met hun geweren, waarop de lange scherpe bajonet staat, stormen de Russen op de Duitse stellingen aan. Karl-Heinz zit met opeen geklemde lippen achter zijn mitrailleur. Als een zeis laat hij zijn vuur heen en weer gaan. De uitwerking is verschrikkelijk. Maar de Rus sen weten van geen wijken. Langzaam maar zeker naderen ze de stellingen. 'De handgranaten!' schreeuwt Franz. Dof exploderen de projectielen tussen de aanvallende Russen. Maar ze blijven komen. Golf na golf stormt aan. 'Hoeréééé.I hoeréééé. Plotseling slaakt Kurt Schenck een rauwe gil en valt opzij. Een Rus heeft kans gezien om de jongen de vol le laag uit zijn machinegeweer te geven. Er is geen tijd om enige zorg aan hem te besteden. Karl legt hem vlug opzij, zodat Franz zijn plaats kan innemen. Weer gaat de strijd onvermoeibaar verder. Pas vele uren later wordt het vuren minder. De Russen laten het erbij zitten, maar de Duitsers zijn aan het ein de van hun krachten. Ze zullen weer verder moeten terugtrekken. 'Kom mee, we moeten de jongen naar het hospitaal brengen.' Franz geeft bevel aan een paar soldaten om achter de mitrailleur te gaan zitten. Samen nemen ze Kurt op en slepen hem naar het hospitaal. Als enkele uren later de Russen weer aanvallen, kan Kurt nog als een der laatste in een hospitaaltrein opgenomen wor den. Als de trein in de verte verdwijnt, gaat het Duitse leger opnieuw op de terugtocht. De Duitsers zijn definitief bij Leningrad verdwenen. Na een belegering van negenhonderd dagen daalt een stilte over de stad en voor het eerst wordt in de directe omgeving geen kanongebulder meer gehoord. De mensen komen de straat op en omhelzen elkaar met tranen in de ogen. 'Kameraden, de Fritzen hebben de benen genomen; nu is er een ommekeer in de oorlog gekomen. Onze jon gens zullen hen nazitten tot in Berlijn.' Dat deze woorden nog eerder bewaarheid zouden worden dan men voor mogelijk kon houden, ver moedde in heel de stad Leningrad geen mens. De wer kelijkheid is: Duitsland heeft de oorlog verloren. Overal in de onmetelijkheid van Rusland worden de troepen teruggedreven. Alleen het Leningradfront heeft tot nog toe als een wijzende vinger in het Russi sche land gewezen. Uit de centrale sector worden hals over kop reserve-eenheden aan andere fronten ont trokken en naar het Leningradfront gestuurd. Hitler wil nog redden wat er te redden valt. Maar de benzine voor de tanks ontbreekt, zodat de aanvulling te laat of soms in het geheel niet komt opdagen. Daarbij is de Russische luchtmacht alleenheerser in de lucht, zodat de aanvullingstroepen reeds ver voor het front worden vernietigd. De totale ramp begint zich meer en meer af te tekenen. Het front vreet mensen en materiaal, alles wat een wapen kan vasthouden, wordt naar de bedreigde plaatsen gedirigeerd. Zelfs de hospitalen kamt men uit om aan de nodige divisies te komen die de rode opmars moeten stuiten. Hitler verkondigt dat de Russen hun kracht bijna hebben verbruikt en dat spoedig een ommekeer in de strijd te verwachten is. De Duitse soldaat geeft geen meter grond prijs of sneuvelt ter plaatse. Echter de Duitse soldaat heeft het vertrouwen in zijn Führer verloren; slechts een enkele fanatici houden het hoofd geheven. De SS werpt zich met de moed der wanhoop in de strijd en dit geeft de soldaten van de weermacht kans weg te komen. De zwarthemden met het doodshoofd hebben bij de opmars tegen de Russen steeds de spits afgebeten tij dens de zware gevechten. Nu vormen ze een strijden de achterhoede, waardoor de schamele resten van de weermacht de kans krijgen terug te trekken. Nu het front steeds dichterbij komt en de treinen met gewonden bijna niet meer kunnen rijden, daar de stations en spoorbanen voortdm-end gebombardeerd worden, zal een gedeelte van het vrou wenlager ingericht worden als lazaret. Een gedeelte der vrouwen heeft het lager verlaten en slaapt in onderkomens van de stellingen die door hen worden gebouwd. Elsa Fischer en Hanna Fleischmann hebben het geluk om in het lazaret tewerk gesteld te worden. Hun vrien dinnen Adelheid Bergmayer en Gerda Holsmacher werken in de stellingen waar ze van 's morgens vroeg tot de late avond graven en met pikhouwelen de bevro ren aarde bewerken. Het is een zwaar, bijna onmenselijk werk, waarbij het gevaar bestaat, door luchtaanvallen gedood te worden. In het lager worden zalen en kamers vol gestouwd met bedden en Rode-Kruissoldaten en verpleegsters nemen er hun intrek. Van het nabij gelegen station worden gewonden aangevoerd, mannen die in Rusland en Polen niet al te zwaar zijn gewond zullen er met de meeste spoed worden opgelapt, om hen nadien weer zo vlug mogelijk aan de strijd te laten deelnemen. Zij, die zwaar gewond zijn, gaan door naar de zieken huizen in Duitsland, waar ze na een lange verpleging naar huis kunnen gaan. Slechts zij die dermate ver minkt zijn dat ze voor geen enkele dienst meer te gebruiken zijn, worden uit het leger ontslagen. De diensttijd is nu gesteld van zestien tot zestig jaar. Bepaalde gebreken worden op de koop toe genomen. Zo zijn er compagnieën doven, suikerzieken, minder validen en nog vele anderen meer. Voor al deze men sen is er wel een passende dienst. De Duitse mannen worden als schapen naar het slachthuis gedreven. Nog maar nauwelijks is het lager ingericht of de patiënten stromen binnen. Mannen van allerlei leger onderdelen, met de meest uiteenlopende verwondin gen. Een paar artsen, die met behulp van verpleegsters en andere hulpen de verzorging van de gewonden hebben gekregen, hebben hun handen meer dan vol. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2004 | | pagina 5