Overdenking
KrulstockP
mar LeMlMgrad
Spreekkoren
uit de
Heilige Schrift
Zaterdag
avond-
jeugdwerk
Veerman
staat smallere
braakzones toe
Koffieochtend
in Dirksiand
Bingo De Zwaluw
Kledingverkoop
EIIAtlDBI-tllEUWS
HET
"jmkVENSTER
Autobedrijf
Jan van Dijk
Brielie
VERVOLGVERHAAL
18
waaaoM zo HimiseiMm
KLEaENOE eauEH
ËlUEflE KOUKOIHIMEQ
HONDA.
Rioleringsservice - Camera-inspectie
Tel. 0187 - 483983 06 - 50201599
Deo Volente
Ger. Gem.
Nieuwe
Tonge
•n^aiga-frilogie - deel 1
PAGINA 5
VRUDAG 24 SEPTEMBER 2004
Blik op kerk
en samenleving tj
- Een toevallige ontmoeting
- Elkaar kennen
- Kennis hebben
Een poosje geleden stond ik ergens in de file.
Dat komt in dit land vaker voor en het is geen
nieuws. Wèl nieuws was het - dacht ik ten
minste - dat ik terloops in de achteruitkijk
spiegel keek en dacht achter mij een bekende
aan te treffen.Op die manier raakte ik in
gesprek met mezelf. "Ja, zij Is het", en "Nee,
zij is het toch niet".
Mijn tweestrijd werd beslecht, dacht ik, toen
zij haar hand opstak. "Zie je wel", zei ik
tegen mezelf, "zij is het en zij heeft nüj ook
herkend".
Het verkeer stond stil, dus wat lette mij om
uit de auto te stappen en de bestuurster van de
wagen achter mij te begroeten? Die keek
vreemd öp, want zij was het toch niet...
"Nee", zei ik, "ik heb me toch vergist, maar
toen u uw hand opstak, dacht ik een kennis te
zien". "Sorry", zei de mevrouw, "maar die
groet was bedoeld voor een tegenligger, die
ik toevallig kende". Met de nodige veront
schuldigingen zette ik me weer achter het
stuur van mijn eigen auto. Nee, zei de dame
nog, het geeft helemaal niets, het is alleen
maar leuk.
Ja, zo kan het gaan in het leven. Dat je denkt
iemand te zien die je kent, en die het blijkbaar
toch niet was. Maar andersom is ook moge
lijk: dat iemand vóór je staat, en je denkt be
kende trekken te zien, maar je weet toch niet
meteen wie het is. Dan wordt er soms ook
nog gezegd: "U kent me toch wel? Zeg eens
wie ik ben.Als je dan met de beste wil van
de wereld geen naam kunt noemen, dan
wordt het pijnlijk. Je zou wel onder de grond
willen kruipen van schaamte.
En toch komt dat vóór. Dat die man of die
vrouw die tegenover je staat, kenneUjk ple
zier heeft in je onwetendheid en hulpeloos
heid. Dan b^ ik, zeggen we tegenwoordig.
Kennen. Wat is dat eigenlijk? Dat je weet
hoe iemand eruit ziet? Dat je hem of haar
weleens hebt ontmoet? Of dat er een relatie
is. Een weten wat er Ln zijn of haar hart
omgaat?
De president van de Verenigde Staten, Bush,
die kennen we. Elke dag zien we hem op het
Journaal of in de krant. En de Koningin, die
kennen we ook. Zodra we haar foto zien, zeg
gen we: "Dat is Beatrix". En zo kennen we er
nog wel een paar. Maar wat weten we van al
die mensen? Eigenlijk niets.
Vroeger zeiden ze: "Die jongen heeft kennis
aan dat meisje". Dat betekende: hij heeft ver
kering met haar. Er is een intieme, vertrou
welijke omgang mssen die twee. Dat is meer
dan: elkaar weleens gezien hebben.
Het meest duidelijk is dat in het Hebreeuws.
Adam bekende Eva, dat wil zeggen: zij had
den gemeenschap met elkaar. De intiemste
vorm van kennen. Maar zoals het met veel
woorden gaat, langzamerhand is de grondbe
tekenis uitgesleten.
Waarnemer
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Foto 's uit de ruimte tonen aan, dat het heel
al een zwarte indruk maakt. Toch is onze
hemel licht blauw gekleurd. Kunt u verkla
ren, hoe dat mogelijk is?
Antwoord: Wij zien voorwerpen doordat zij
licht uitstralen, zoals de zon en bepaalde
sterren, ofwel doordat zij licht; weerkaatsen,
zoals bijvoorbeeld de maan en de planeten,
en dichterbij reflectors en andere zaken. De
ruimte in het heelal is verder zo leeg, dat
daar vrijwel niets in het licht van de sterren
weerkaatst wordt en daarom zien de ruimte-
vaarders zoveel zwart om zich heen. Maar
rondom onze 'Moeder Aarde' bevindt zich
een dampkring, vol lucht en stofdeeltjes. Het
zonlicht dat door de moleculen van die ver
schillende gassen en andere materiedeeltjes
in de aardse atmosfeer doordringt, wordt
door de weerkaatsing daarmee oneindig vele
malen verstrooid. De sterkte van dat ver
strooide licht is omgekeerd evenredig met de
vierde macht van de golflengte, zo hebben
de geleerden berekend. Dit houdt in dat we
daarom meer blauw zien dan andere kleuren.
Blauw heeft immers een kleinere golflengte
dan bijv. het rode licht. Zo ontstaat op onze
netvliezen de indruk van de onbewolkte
blauwe lucht. Maar wanneer zich veel water-
damp in de atmosfeer bevindt, wordt het
licht met grótere golflengten sterker ver
strooid door de weerkaatsing in de grote
druppels en kristallen. Met een prisma kunt
u wit licht ontleden in diverse kleuren van de
regenboog. In een vochtige atmosfeer
gebeurt het omgekeerde; een mengsel van de
hoofdkleuren geeft de indruk van wit licht.
Bij een laag staande zon legt het zonlicht een
veel langere weg af door de dampkring en
dan (bij zonsopgang en -ondergang) ont
staan verschillende effecten van geel- oran
jeachtig zonlicht tot en met het bekende
morgen- en avondrood, waarbij het rode
licht weinig of niet verstrooid wordt.
Wij hebben een biljart overgenomen van
iemand, maar als wij er op spelen, rollen de
ballen niet zo best. Is het laken nu te stroef,
zijn die ballen te magnetisch of deugt dat bil
jart niet?
Antwoord: Het groene laken is blijkbaar
vochtig geworden door de verhuizing, of
omdat het biljart bij u in een kamer staat
waar niet gestookt of niet goed geventileerd
wordt. Daardoor ontstond een overdadige
adhesie tussen laken en ivoren ballen, die de
biljarters 'kleef noemen. U moet zorgen
voor een gelijkmatige verwarming van het
leisteen onder het laken bijv. door middel
van een elektrisch vloermatje, of voor goede
ventilatie van die kamer en liefst voor beide.
Pak ook nooit met blote (vaak klamme) han
den een bal op!
Hoe komt he, dat een zelf geteelde komkom
mer wel eens bitter uitvalt? Is dat het gevolg
als je er op getrapt hebt?
Antwoord: Dat er eens een enkele bittere
tussen zit, is het gevolg van een terugslag bij
de kweek. Onze komkommers stammen
namelijk af van wilde voorouders met bitte
re vruchten, ter verdediging tegen vraat door
in 't wild levende dieren. Doe het zaad van
die plant weg en houd alleen het zaad van de
smakelijkste vruchten aan. Dat doen de
beroepstelers ook. Dat ze bitter worden als je
op de ranken getrapt hebt, is een sprookje.
The Power of Dreams
Slagveld 19
3231 AN BRIELLE
Telefoon: 0181 -41 37 77
www.janvandijk.nl
Er zijn koren die zingen en er zijn koren
die spreken. Vorige week stonden ze weer
eens in het middelpunt van de belang
stelling. Dit voorjaar werd de zoveelste
aftrap gegeven voor een seizoen met
wedstrijden die alleen verliezers kent.
Spreekkoren hebben oude papieren. We
vinden spreekkoren bij de gladia
torengevechten in het oude Rome. Het
roepen ging gepaard met gebaren die let
terlijk 'er op' of 'er onder' betekenden. In
communistische landen vonden lang
durige toejuichingen plaats. Nu zijn er
weer spreekkoren bij voetbalwedstrijden,
zoals het yellen van de naam van de club,
de kreet 'olé' en het zingen van: 'we are
the champions', zijn spreekwoordelijk.
Bij clubs in de grote steden werd als een
club uit de provincie op bezoek kwam
regelmatig het woord 'boeren' gescan
deerd. Tegenwoordig horen we van deze
wereldkampioenen andere geluiden.
Vanaf de tribune klinken racistische en
kwetsende spreekkoren. Ze zijn ook per
soonlijk, niet alleen de spelers, maar ook
hun echtgenotes zijn doelwit van schan
dalige bewoordingen. Een en ander overk
wam een voetbaltrainer enkele jaren gele
den. Zijn vrouw was ernstig ziek en dat
moest hij middels een grove kreet aan
horen. En dat moeten supporters, d.i.
'aanhangers' en de grote steun van de
voetbalclubs voorstellen? Ook geluiden
produceren maakt deel uit van het reper
toire. Vuurwerk van Rotterdamse sup
porters, bommen op Enschede?! Sis
sende geluiden in combinatie met anti
semitische .uitroepen zijn al langer
bekend. Het leek alsof wij dergelijke
gedrag achter ons hadden gelaten, maar
niets is minder waar.
Tenslotte. We weten niet goed wat we
aanmoeten met deze inbreuken op ons
tolerante maatschappij. Het staken van
de wedstrijd, het overstemmen van de
'leuzen' met harde muziek of een sta
dionverbod zijn ontoereikend. Eén wed
strijd zonder publiek zet ook geen zoden
aan de dijk. De homepage stopde-
spreekkoren.nl is hoe goed bedoeld ook
onvoldoende. Er is maar een remedie.
Neem deze 'aanhangers' hun 'speeltje'
af,: leg de wedstrijd niet stil. maar laat
zodra de beledigende spreekkoren begin
nen tussen tribune en speelveld zwarte
doeken naar beneden. Dat in ieder geval
enkele minuten, desnoods de rest van de
speeltijd, naar beneden blijft. Kortom,
spreekkoren moeten monddood worden
gemaakt.
dat misschien bedacht is door handelaren die
graag meer zaad verkochten. Dat u ze aan
touwen moet kweken, is ter voorkoming van
een lichte of gele streep op de zijde waarmee
liggend geteelde vruchten de grond raken.
"In plaats dat gij zoudt zeggen:
Indien de Heere wil en wij leven,
zo zullen wij dit of dat doen.
{Jacobus 4:15)
De Apostel Jacobus is een praktisch man.
Hij maant tot de praktijk der godzaligheid.
De leer der godzaligheid moeten we sieren
met een heilig leven. Geloof zonder werken
is dood. We zijn een rank, die geen vrucht
draagt. Geen wonder, dat de Hemelse Land
man de dode tak werpt in het onuitblusselijk
vuur. Een leven in alle godzaligheid is de
proef op de som van het geloof.
Allerminst schrijft Jacobus iets, wat zou
indruisen tegen de prediking van de grote
Apostel der heidenen. Immers, Paulus plant
de goede boom. Jacobus nadert even later
om vrucht te zoeken.
Uiteraard zijn het maar kleine beginselen
van de volmaakte gehoorzaamheid, waartoe
we verplicht zijn. Het is maar een beschei
den sieraad op de lange mantel der gerech
tigheid. Het zijn geen grootse dingen, waar
op Jacobus doelt. Niettemin zeer belangrijk.
Geen aanzien des persoons, niet zondigen
met de tong, de arbeider zijn volle loon
geven, al deze en dergelijke zaken snijdt de
Apostel aan. Zo is hij toch ten volle, ook
geestelijk, een broeder van onze Heere.
Want sprak zijn Broeder en Zaligmaker niet,
dat niet alleen die daar zegt Heere Heere,
maar die daar doet de Wil des Vaders, zal
ingaan?
In ons tekstverband tekent Jacobus de zelf
bewuste Koopman, de Jood in de ver
strooiing, (hoofdst. 1:1), die zich als
zakenman opperbest weet te handhaven in
de vreerade. Een Koopman, breed
geschouderd en resoluut in zijn optreden,
heeft iets van een stukje Voorzienigheid op
eigen gelegenheid. Hij wandelt als een god
over de aarde. Particulier initiatief, en niet
ons beginsel zij in de Naam des Heeren.
Nu, deze zakenman van formaat, deze
rondreizende koopman heeft zijn plannen
stevig in zijn hoofd. We reizen vandaag of
morgen naar Bagdad of Rio de Janeiro en
daar willen we eens een jaartje handel drij
ven en winst maken.
Wat een zelfverzekerde taal. Wij zullen!
Deze Koopman is hard op weg een rijke
dwaas te worden. Mogen we dan geen plan
nen maken'? O zeker, maar op Gods papier en
niet op 't onze. Wat weten we van de dag van
morgen'? Ons leven is een damp. De dood
wenkt ieder uur. Ge moet zeggen: indien de
Heere wil en wij leven hopen wij u morgen te
kunnen bezoeken. Deo 'Volente. Ik begrijp
het volkomen. Een strooibus met Deo Volen
te" s op onze schrijftafel, een voorraad Deo
Volente's voor in de mond. Zo moeten we
het leven door. Maar broeders - zou Jacobus
zeggen - dat is schijn heiligheid. Vaak D.V.
schrijven en zo de Heere wil zeggen kan
vloeken zijn, ijdellijk gebruik van de Naam
des Heeren.
Hier is een principiële zaak aan de orde. We
moeten, als Paulus op de weg naar Damas
cus, capituleren om Gods wil.
Heere wat wilt Gij dat ik doen zal. Onze
belijdenis bekent dat er geen wil in ons gelijk
Gods wil is, of Christus heeft het in ons
gewrocht. Wanneer we niet wedergeboren
worden, zullen we nimmer willen wat God
wil. De Heere moet het harde genadig ver
murwen, onze wil moet Hij ombuigen. Smij-
tegelt schrijft ergens: 's mensen verstand is
zijn bijbel, 's mensen wil is zijn god. Wij
zweren bij ons verstand. De verwarring is
niet te overzien, wanneer we met ons bijbel
tje, met ons verstand, de Bijbel willen ver
staan.
Immers, het is voor wijzen en verstandigen
verborgen. Van onze goede wil hangt het niet
af. Als we van goede wil zijn, kunnen we
hoogstens wat met Deo Volente's strooien.
Maar we brengen het niet verder.
Wat gebeurt er nu wanneer een mens bekeerd
wordt? Dan komt alles onderste boven. Dan
is het niet langer 's mensen verstand is zijn
bijbel en 's mensen wil is zijn god. Dan
wordt de Bijbel zijn verstand en God zijn wil.
Heere wat wilt Gij dat ik doen zal? Uw wil
geschiede. Uw wil die heilig is en goed. Het
kan soms een strijd op leven en dood uitma
ken, een worsteling ten bloede: niet mijn wil.
Uw wil geschiede. Immers, wanneer een
mens eenmaal capituleerde, dan zal hij iede
re dag opnieuw zich onderwerpen aan Gods
wil. Men zegt wel eens: toen en toen is er iets
met me gebeurd, men wordt iets driester en
zegt: toen en toen ben ik bekeerd. Maar op
zijn bekering kan men niet rusten. Dan is
onze bekering met ons ten verderve. Augus-
tinus woord blijft behartenswaardig: de
bekering verdoemt meer mensen dan de zon
den. Het is genade, onverdiende genade wan
neer we heilig eenswillend zijn met de Heere,
gelijk het pas gespeende kind zich stil bij zijn
moeder vindt. ledere dag beproeven we wel
ke de welbehagelijke wil des Heeren zij.
Van een bekering eens kunnen we geen
grond maken. Op een bekering kunnen we
niet rusten. Onze bekering zou doodgeboren
zijn, als er niet elke dag op volgt een zorg
vuldig naspeuren van wat de Heere wil.
Zodoende leren we ook zeggen met waarheid
in ons binnenste: indien de Heere wil.
Op 't eerste gezicht lijkt het vervolg over
bodig. Indien wij leven. Immers als we niet
leven heeft de Heere hel klaarblijkelijk niet
gewild. We dienen te bedenken, dat de
Heere kan willen dat we dit of dat doen. Dat
we dat inderdaad zouden doen wanneer we
nog in het land der levenden verkeerden.
Anderzijds is 't ook denkbaar dat we wel
nog in leven zijn, maar dat de Heere niet
wil dat we het een of het ander tot een goed
einde brengen. Zo mocht David, hoewel het
op zichzelf een goed werk was, geenszins
een tempel bouwen den Heere. Het is dus
niet ten overvloede gezegd: en wij leven
zullen. Trouwens, al zou het enigermate
overtollig klinken, dan zal het toch nuttig
zijn het vervolg erbij te zeggen, opdat we
gedurig doordrongen worden van de kort
stondigheid van het leven. Immers het
leven is een damp.
Dan zullen we dit of dat doen. Er is genoeg te
doen. Dat we niet ledig zullen gaan, is zeker
niet naar Jacobus' begeerte. Immers hij legt
de nadruk opdat we zullen zijn daders des
Woords. Doet wat uw hand vindt om te doen.
Doet het met alle macht.
Ge hebt uw program uitgestippeld voor de
toekomst. Evenals de zelfbewuste Koopman.
Niet dat speciaal de zakenlieden er van langs
krijgen. Maar ze vertegenwoordigen zeer
typisch een bepaalde ondeugd van allen,
zoals andere standen en beroepen andere
zonden zonneklaar representeren. Denk aan
hoeren en tollenaren. Alle zonden liggen in
ons hart besloten. Maar hebben we onze
plannen op Gods papier geschreven? Staat
het al onder de tucht van "indien de Heere wil
en indien wij leven zullen." Dat zijn twee les
sen: onze afhankelijkheid en onze verganke
lijkheid.
En als de Heere het niet wil en als wij niet
meer zullen leven? Als we gebracht zijn
onder de tucht van 's Heeren Woord is dat
niet erg. Immers dan zijn we, net als die
koopman en toch geheel anders dan die
koopman, naar een stad gereisd. Naar de eeu
wige stad om een wondere koophandel te
drijven en grote winst te doen. Dan hebben
we onze jaren van de hand gedaan voor de
eeuwigheid, het aardse voor liet hemelse, het
geloven voor 't aanschouwen. Dan hebben
we gekocht, wat we nimmer zullen verkopen
om eeuwig Hem te loven, die ons Gode kocht
met Zijn bloed.
Met ingang van 2005 mogen braakgelegde
percelen langs waterlopen in Nederland
een minimumbreedte van 5 meter en een
minimumoppervlakte van 0,05 ha heb
ben. Voor overige percelen gaat een mini
mumbreedte gelden van 10 meter en een
minimumoppervlakte van 0,1 ha
Dat heeft minister Veerman van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit besloten.
Akkerbouwers kunnen hier in hun bouw
plan voor het komende seizoen rekening
mee houden. De huidige minimunmiaten
van braakgelegde percelen zijn 0,3 ha en 20
meter. De kleinere maten zijn mogelijk bin
nen het nieuwe Gemeenschappelijke Land
bouwbeleid als daar milieuredenen voor
zijn. Door smallere stroken toe te staan
wordt het aantrekkelijker om teeltvrije
zones langs waterlopen aan te leggen. Ook
de mogelijkheden voor zogeheten natuur
braak nemen toe, er kan twee maal zoveel
randlengte aan braakgelegde percelen ont
staan. Daardoor neemt de belasting van het
oppervlaktewater door bestrijdingsmidde
len en meststoffen af. De braakpercelen
moeten grenzen aan oppervlaktewater,
ingezaaid worden met een groenbemester
en er mogen geen meststoffen en chemische
bestrijdingsmiddelen worden gebruikt
(behalve pleksgewijs als dat landbouwkun
dig noodzakelijk is).
De eerste koffieochtend van dit seizoen,
georganiseerd door de Werkgroep Koffie
ochtend en uitgaande van de Hervormde
Gemeente Dirksiand, zal gehouden wor
den op woensdag 29 september a.s. in ver
enigingsgebouw 'Onder de Wiek'Spreek
ster op deze bijeenkomst is Andrea Stribos.
Zij zal, in het licht van de Bijbel, nadenken
over het thema 'De vlucht van de Geest'.
De Werkgroep Koffieochtend hoopt dat u
deze ochtend vrij kunt maken voor een
opbouwende en bemoedigende ontmoe
ting. Het programma begint om 9.30 uur,
vanaf 9.15 uur staat de koffie voor u klaar.
Heeft u kleine kinderen en kunt u geen
opvang voor hen vinden? Geen nood, want
er is kinderopvang aanwezig. U bent allen
hartelijk welkom.
P.V. De Zwaluw organiseert op vrijdag I
oktober weer een gezellige bingo met
mooie prijzen, zoals: boodschappenma-
nen, vleesschotels en planten en verder
vele andere prachtige prijzen.
Een ieder is van harte welkom op de
Dorpsweg 2 in Ooltgensplaat, aanvang
20.00 uur, lokaal open: 19.30 uur. Koffie
en thee gratis.
Op vrijdag 1 oktober wordt er weer nieu
we kinder- en dameskleding verkocht van
de firma Simons in de zaal van de kerk van
de Gereformeerde Gemeente te Nieuwe
Tonge, Oranjestraat 17 van 19.30 tot 21.00
uur. Korting tot 75%
Ook zal er een lapjesbeurs worden gehou
den. Daarvoor worden er mooie winter
coupons gevraagd. Geen restjes! 50% is
voor de aflossing van de kerk en 50% voor
degene die de lapjes inlevert. De coupons
kunnen worden ingeleverd tot vrijdag
avond bij Corine Koert, H.J. van Beijeren-
laan 37 of bij Marica de Visser, Kerkstraat
in Nieuwe Tonge.
-74-
Het zijn nog kleine schermutselingen, die niettemin
aanleiding geven tot grote spoed voor hen die het veld
willen ruimen.
Spoedig mengt zich nu ook de Russische artillerie in
de strijd. Granaten ploegen weer de aarde om en wol
ken zwarte rook en smeltende sneeuw vliegen huizen
hoog. Spoedig is de oorlog in al zijn wreedheid weer
losgebarsten.
Franz, Karl-Heinz en Kurt Schenck zijn ingedeeld bij
een zware mitrailleur. Kurt helpt, Karl is schutter,
Franz schreeuwt zijn bevelen, die in het geweld van de
strijd nauwelijks verstaanbaar zijn. Tegen de middag
valt een korte stilte. De Russische infanterie trekt zich
terug. Daama volgt weer de traditionele artilleriebe
schieting.
Diep weggedoken laten de mannen het geweld over
zich heen gaan en als na een uur het vuren ophoudt, is
er van de Duitse weerstandslinie niet veel meer over.
Dan komen de Russen aanstormen.
'Hoeréééé.hoeréééé.hoeréééé.
Het beruchte strijdgehuU, dat de Duitsers door merg en
been dringt.
'Hoeréééé...! hoeréééé...!
Met hun geweren, waarop de lange scherpe bajonet
staat, stormen de Russen op de Duitse stellingen aan.
Karl-Heinz zit met opeen geklemde lippen achter zijn
mitrailleur. Als een zeis laat hij zijn vuur heen en weer
gaan. De uitwerking is verschrikkelijk. Maar de Rus
sen weten van geen wijken. Langzaam maar zeker
naderen ze de stellingen.
'De handgranaten!' schreeuwt Franz. Dof exploderen
de projectielen tussen de aanvallende Russen. Maar ze
blijven komen. Golf na golf stormt aan.
'Hoeréééé.I hoeréééé.
Plotseling slaakt Kurt Schenck een rauwe gil en valt
opzij. Een Rus heeft kans gezien om de jongen de vol
le laag uit zijn machinegeweer te geven. Er is geen tijd
om enige zorg aan hem te besteden. Karl legt hem vlug
opzij, zodat Franz zijn plaats kan innemen. Weer gaat
de strijd onvermoeibaar verder.
Pas vele uren later wordt het vuren minder. De Russen
laten het erbij zitten, maar de Duitsers zijn aan het ein
de van hun krachten. Ze zullen weer verder moeten
terugtrekken.
'Kom mee, we moeten de jongen naar het hospitaal
brengen.' Franz geeft bevel aan een paar soldaten om
achter de mitrailleur te gaan zitten. Samen nemen ze
Kurt op en slepen hem naar het hospitaal. Als enkele
uren later de Russen weer aanvallen, kan Kurt nog als
een der laatste in een hospitaaltrein opgenomen wor
den. Als de trein in de verte verdwijnt, gaat het Duitse
leger opnieuw op de terugtocht.
De Duitsers zijn definitief bij Leningrad verdwenen.
Na een belegering van negenhonderd dagen daalt een
stilte over de stad en voor het eerst wordt in de directe
omgeving geen kanongebulder meer gehoord. De
mensen komen de straat op en omhelzen elkaar met
tranen in de ogen.
'Kameraden, de Fritzen hebben de benen genomen; nu
is er een ommekeer in de oorlog gekomen. Onze jon
gens zullen hen nazitten tot in Berlijn.'
Dat deze woorden nog eerder bewaarheid zouden
worden dan men voor mogelijk kon houden, ver
moedde in heel de stad Leningrad geen mens. De wer
kelijkheid is: Duitsland heeft de oorlog verloren.
Overal in de onmetelijkheid van Rusland worden de
troepen teruggedreven. Alleen het Leningradfront
heeft tot nog toe als een wijzende vinger in het Russi
sche land gewezen. Uit de centrale sector worden hals
over kop reserve-eenheden aan andere fronten ont
trokken en naar het Leningradfront gestuurd. Hitler
wil nog redden wat er te redden valt. Maar de benzine
voor de tanks ontbreekt, zodat de aanvulling te laat of
soms in het geheel niet komt opdagen. Daarbij is de
Russische luchtmacht alleenheerser in de lucht, zodat
de aanvullingstroepen reeds ver voor het front worden
vernietigd. De totale ramp begint zich meer en meer af
te tekenen. Het front vreet mensen en materiaal, alles
wat een wapen kan vasthouden, wordt naar de
bedreigde plaatsen gedirigeerd. Zelfs de hospitalen
kamt men uit om aan de nodige divisies te komen die
de rode opmars moeten stuiten. Hitler verkondigt dat
de Russen hun kracht bijna hebben verbruikt en dat
spoedig een ommekeer in de strijd te verwachten is.
De Duitse soldaat geeft geen meter grond prijs of
sneuvelt ter plaatse. Echter de Duitse soldaat heeft het
vertrouwen in zijn Führer verloren; slechts een enkele
fanatici houden het hoofd geheven. De SS werpt zich
met de moed der wanhoop in de strijd en dit geeft de
soldaten van de weermacht kans weg te komen. De
zwarthemden met het doodshoofd hebben bij de
opmars tegen de Russen steeds de spits afgebeten tij
dens de zware gevechten. Nu vormen ze een strijden
de achterhoede, waardoor de schamele resten van de
weermacht de kans krijgen terug te trekken.
Nu het front steeds dichterbij komt en de treinen
met gewonden bijna niet meer kunnen rijden,
daar de stations en spoorbanen voortdm-end
gebombardeerd worden, zal een gedeelte van het vrou
wenlager ingericht worden als lazaret.
Een gedeelte der vrouwen heeft het lager verlaten en
slaapt in onderkomens van de stellingen die door hen
worden gebouwd.
Elsa Fischer en Hanna Fleischmann hebben het geluk
om in het lazaret tewerk gesteld te worden. Hun vrien
dinnen Adelheid Bergmayer en Gerda Holsmacher
werken in de stellingen waar ze van 's morgens vroeg
tot de late avond graven en met pikhouwelen de bevro
ren aarde bewerken.
Het is een zwaar, bijna onmenselijk werk, waarbij het
gevaar bestaat, door luchtaanvallen gedood te worden.
In het lager worden zalen en kamers vol gestouwd met
bedden en Rode-Kruissoldaten en verpleegsters nemen
er hun intrek. Van het nabij gelegen station worden
gewonden aangevoerd, mannen die in Rusland en
Polen niet al te zwaar zijn gewond zullen er met de
meeste spoed worden opgelapt, om hen nadien weer zo
vlug mogelijk aan de strijd te laten deelnemen.
Zij, die zwaar gewond zijn, gaan door naar de zieken
huizen in Duitsland, waar ze na een lange verpleging
naar huis kunnen gaan. Slechts zij die dermate ver
minkt zijn dat ze voor geen enkele dienst meer te
gebruiken zijn, worden uit het leger ontslagen. De
diensttijd is nu gesteld van zestien tot zestig jaar.
Bepaalde gebreken worden op de koop toe genomen.
Zo zijn er compagnieën doven, suikerzieken, minder
validen en nog vele anderen meer. Voor al deze men
sen is er wel een passende dienst. De Duitse mannen
worden als schapen naar het slachthuis gedreven.
Nog maar nauwelijks is het lager ingericht of de
patiënten stromen binnen. Mannen van allerlei leger
onderdelen, met de meest uiteenlopende verwondin
gen.
Een paar artsen, die met behulp van verpleegsters en
andere hulpen de verzorging van de gewonden hebben
gekregen, hebben hun handen meer dan vol.
(wordt vervolgd)