1/
ÉlIAtlD^-tllEUWS
Open Monumentendag 2004 staat in het kader van de vestingsteden, for
ten en scliansen. Bij de vestingsteden gaat liet dan in feite om steden die
met aarden wallen zijn versterkt en die met zogeheten bastions, lunetten,
ravelijnen en kroonwerken een stervormig grondplan hebben. Deze ves
tingen, waarvan de Brielle, Hellevoetsluis en Naarden prachtige voor
beelden zijn, kunnen bestempeld worden als de opvolgers van de middel
eeuwse, ommuurde steden. Door ontwikkelingen in het geschut in het
begin van de vijftiende eeuw voldeden de stadsmuren niet meer. De aar
den wallen deden hun intrede. Goedereede heeft echter nooit aarden wal
len gekend. Ooit is er wel een plan gemaakt om Goedereede met een aar
den wal en vijf bastions te versterken, maar dit werd nooit uitgevoerd.
Kennelijk had het stadje in later tijden geen strategische ligging meer en
dutte het verder in. Goedereede kan echter wel bestempeld worden als
een voormalige, middeleeuwse versterkte stad. Daarom willen we de
(verdwenen) stadsmuren en poorten van Goedereede tijdens het Open
Monumentenjaar 2004 met dit artikel in de schijnwerpers zetten.
3r
*v 1
De ommuring
van een middeleeuws stadje
Stadsversterking
ten prooi aan afbraak
Hoe zagen de poorten er uit?
De loop van de stadsmuur
^T^
"wnr^.
-i*-i
<rs^t« o
4-i#.,
PAGINA 9
VRUDAG 10 SEPTEMBER 2004
Goeree: een middeleeuwse vesting
door Gerbrand Hoek
In 1312 verkreeg Goedereede van de toen
regerende landsheer Gerard van Voome de
eerste stadsrechten. Later werden aan deze
stadsrechten nog nieuwe toegevoegd. Dit
gebeurde respectievelijk in de jaren 1330 en
1331. Tot al die rechten behoorde een zeer
belangrijke, namelijk het recht om de 'stede
lijke" nederzetting van een muur te voorzien
en te omgeven met een gracht. Op die wijze
kon de groeiende en welvarende nederzet
ting zich afdoende wapenen tegen rivalise
rende landheren, waarvoor Goedereede een
aantrekkelijk bezit zou kunnen zijn. Om de
relatie met het omliggende achterland en de
aangrenzende zeearm open te houden, wer
den verschillende landpoorten en een water
poort in de ommuring opgenomen.
Het is tot nu toe uit de archieven niet helder
geworden wanneer de laat-middeleeuwse
Goereëers met de aanleg van de muren zijn
begonnen. Het zal na verkrijging van het
recht om muren en poorten aan te leggen
wellicht volgens een geleidelijk proces zijn
gegaan. Omdat hiermee veel geld en mens
kracht waren gemoeid, zal dit een proces van
jaren zijn geweest. Ook zal het tempo in de
voortgang ongetwijfeld mede afhankelijk
zijn geweest van het al dan niet voorkomen
van oorlogssituaties tussen naar macht hon
gerende hmdsheren. Uit de stadsrekeningen
is in ieder geval bekend dat in 1465 bouw
materiaal wordt aangeschaft voor het maken
van een fundament bij de 'Zuutpoorte' (later
de Mariapoort genoemd). Volgens de kro
niekschrijver H. van Dam zouden de muren
en poorten voornamelijk na 1428 tot stand
zijn gekomen. Nadat er in dat jaar een treffen
was geweest tussen de stad en 'sommige
quaetwillige van Sevenbergen'met wie er
volgens Van Dam een 'ooriogh' heerste die
de Goereëers tot dan toe goed hadden door
staan. Mogelijk dat er vóór dat bewuste oor
logsjaar een eenvoudiger stadsversterking
bestond: palissaden?
Op het hoogtepunt van zijn bloei (eind 15de
/begin 16de eeuw) had Goedereede vijf
poorten: de Waterpoort (aan de mond van de
haven), de Koepoort (later Molenpoort
genaamd) bij de molen, de Zuidpoort (later
Mariapoort) op de Groenmarkt, de Kathari-
napoort of Hoofdpoort aan het einde van de
Catharinastraat en tot.slot de Doelepoort. De
laatste gaf toegang tot het terrein van de
schuttersdoelen, net buiten de stad. De
plaats van de Doelepoort is niet precies aan
te geven. Op oude kaarten lijkt hij te worden
afgebeeld aan het einde van de Kerkstraat,
terwijl ook ter hoogte van de huidige Doel-
weg een doorgang over de stadsgracht is
ingetekend.
In de archieven worden verder nog aanwij
zingen gevonden dat er ook sprake zou zijn
geweest van een 'staketsel" als doorgang in
het verdedigingssysteem bij de Spuidijk
(hoek Nieuwstraat/Spuidijk) en verder nog
van 'het Antwerpse Poortje', ergens aan de
zuidkant van het stadje. Bij het laatste is ove
rigens onbekend wat dit ooit precies geweest
is en waar dit poortje in de muur was opge
nomen. De zuidelijke muur aan de Groen-
markt was behalve stadsmuur tevens zeewe
ring en kan dus nooit een stadspoortje in de
gebruikelijke zin van het woord zijn
geweest. Of was hier sprake van een kleine,
afsluitbare doorgang op steigerhoogte om
schepen te kunnen laden en lossen?
Goedereede was aan de zuidkant (achter de
Groenmarkt), de oostkant (ter hoogte van het
Bekaf en langs de huidige Hoofddijk omslo
ten door zeewater. Aan de noord- en west
kant was een gracht gegraven. Een kaart van
Jacob van Deventer uit omstreeks 1560 laat
die situatie glashelder zien,
Bij het al snel verlopen van Goerees bloei
bleken het onderhoud en de noodzakelijke
vernieuwingen aan de muren eigenlijk niet
meer vol te houden. Langzaam maar zeker
kwamen de verdedigingswerken in een zo
desolate staat te verkeren, dat de stadsrege
ring stukje bij beetje tot afbraak overging.
Een bewijs hiervoor wordt gevonden in de
'Keur op net afbreken van stadspoorten en
stadsmuren' uit 1648. Bekend is dat het
bovenste deel en het gewelf van de Maria
poort in 1756 werden afgebroken. Met het
puin werd de Molenstraat verhard. Dit pro
ces is tot in het begin van de 20ste eeuw
doorgegaan. Als muurwerk té bouwvallig
was geworden ,of poorten stonden in de
weg, werd tot sloop overgegaan. Het laatste
restant van de oude stadsmuur is te vinden
aan de achterkant van de huisjes aan de
Groenmarkt. En dan gaat echter om de bin
nenste kern van de muur. In de 18de /I9de
eeuw bouwde men aan de binnenzijde tegen
de muur een rij kleine huisjes. Daartoe wer
den de spaarbogen, die de muur aan de bin
nenzijde stevigheid verschaften, afgebroken
om zo enige ruimte te creëren. Verder wordt
nog een origineel muurdeel gevonden in de
achter- en zijmuur van het oude 'Kruutmag-
gezien" aan de Nieuwstraat 25. Ook hier
werden de spaarbogen aan de stadszijde ooit
afgebroken. Zowel in enkele huisjes aan de
fgüm
Groenmarkt als in Nieuwstraat 25 kwamen
bij restauratiewerkzaamheden de aanzetten
van de spaarbogen tevoorschijn. In enkele
gevallen bleven ze zichtbaar.
Bij meerdere opgravingen door de jaren
heen is gebleken, dat op verschillende plaat
sen de gevonden fundamenten van de stads
muur een buitenbekleding kende van natuur
steen (Herduun en Gobetanger). Belangrijke
restanten hiervan zijn gevonden bij de muur
aan de Groenmarkt, het Bekaf en bij het
gevonden deel van de Waterpoort. Een goed
voorbeeld van een stadsmuur met een
natuurstenen buitenmantel is te vinden in
Zierikzee, tussen de Noord- en Zuidhaven
poort.
Wegens de uitstraling en de kostbaarheid
van deze natuursteensoorten kwamen
afbraak en hergebruik ervan regelmatig
voor. Vermoedelijk is voor de statige voor
gevel van het pand Noordzijde Haven 11
natuursteen gebruikt, dat van de stadsmuur
afkomstig is. En wie weet, is de natuurstenen
opsluitplint van het 'trottoir" langs de
Noord- en Zuidzijde Haven van oorsprong
ook afkomstig van de stadsmuren van Goe
dereede.
Dat de afbraakwoede aan het begin van de
20ste eeuw door lokale bestuurders behalve
op landelijk niveau ook in Goedereede tot
discussies leidde, bewijst een bewaarde
briefwisseling tussen het college van bur
gemeester en wethouders en het ministerie
van Binnenlandse Zaken. De rijksoverheid
wilde de restanten van de Hoofdpoort
behouden en laten opknappen. Burgemees
ter en wethouders voerden een stevig plei
dooi om de overgebleven linkertoren van
de Hoofdpoort te slopen. Deze was inmid
dels zo bouwvallig geworden, dat het vol
gens de vroede vaderen een gevaar oplever
de voor de schoolgaande jeugd. Immers, de
poorttoren stond naast de inmiddels opge
trokken Openbare Lagere School. Het
meningsverschil tussen de lagere en hogere
overheid werd uiteindelijk beslecht in de
jammerlijke afbraak van de laatste poortto
ren in 1904.
Goedereede was een zeer bescheiden stadje,
dat mede daardoor bij prentenmakers niet
echt in de belangstelling stond. Het is slechts
in enkele prenten vereeuwigd, die bovendien
niet in alle gevallen als natuurgetrouw
bestempeld kunnen worden. Duidelijke
afbeeldingen van de stadspoorten in volle
glorie zijn er dus niet. Met summiere afbeel
dingen op geografische kaarten moeten we
volstaan.
De belangrijkste poort, de Hoofdpoort, had
twee ronde torens, met verschillende toren
verdiepingen en daartussen een poortdoor
gang. Deze doorgang kon met zware deuren
worden afgesloten. Foto's 2 en 3 laten de
situatie zien van de hnker poorttoren net
vóór de afbraak in 1904. Toen was deze
toren echter al in hoogte gereduceerd. De
rechter poorttoren was in de 19de eeuw
reeds afgebroken. De fundamenten daarvan
zijn een aantal jaren geleden gevonden bij de
bouw van de historiserende huizen in de Cat
harinastraat. De linkertoren laat op de foto"s
een aangebouwde trap zien om het torenplat
te kunnen bereiken. Vermoedelijk is deze
trap later aangebouwd nadat de Hoofdpoort
zijn verdedigingsfunctie had verloren. Het is
volkomen onbekend hoe het bovenste deel
van de poorttorens er uitzag. Met een beetje
fantasie zou de Nobelpoort van Zierikzee als
een soortgenoot van de oorspronkelijke
Hoofdpoort beschouwd kunnen worden. De
Zierikzeese poort is echter grootser van
opzet.
De Koepoort/Molenpoort en de Zuid-
'poort/Mariapoort hebben een nSfgenoeg vier
kant grondplan gekend. Dit is gebleken uit
de opgravingen door de gemeente Goederee
de in 1988 en 1989. De gevonden funda
menten van de Molenpoort werden opge-
metseld en die van de Mariapoort in het
wegdek zichtbaar gemaakt. Waarschijnlijk
waren het eenvoudige, vierkante gebouwtjes
met een bescheiden poortdoorgang. Van de
Mariapoort had de doorgang als afsluiting
een gotische boog en bevond zich in de poort
een gewelf. Een in het archief aanwezige
tekening van T. Kluit Jansz. uit 1772 laat dat
zien. Noch van de Molenpoort, noch van de
Mariapoort is bekend hoe het bovendeel er
uitzag.
De Waterpoort heeft aan beide zijden van de
haven, die ter hoogte van de Waterpoort in
open water uitmondde, een poorttoren
gekend. Volgens kroniekschrijver Van Dam
zou de doorgang overwelfd zijn geweest en
kon de opening voor de schepen met een ket
ting worden afgesloten. Tijdens opgravin
gen door de gemeente in 1990 zijn de funda
menten van de rechter poorttoren (gezien
vanaf de veldzijde) in het talud van de Kin
derdijk, ter hoogte van het Melkdijkje,
gevonden. Aan de zeezijde (nu veldzijde)
had de poorttoren een halfronde vorm. Aan
de stadszijde was deze recht afgesloten met
een opening in de zijde. Bij de opmetseling
van de fundamenten is dit zichtbaar
gemaakt. Ook hier bleek een natuurstenen
buitenmantel aanwezig te zijn geweest. Van
de tweede poorttoren zijn geen fundamenten
gevonden. Waarschijnlijk hebben een ver-
graving en een verlenging van het havenka-
naal in vroegere eeuwen de sporen uitgewist.
Van de Doelpoort is tot op heden geen spoor
gevonden. Zo ook niet van het 'Staketsel"
aan de Spuidijk (zie ook hierna).
Er is tot nu toe altijd aangenomen dat de
stadsmuur Goedereede geheel heeft omslo
ten. Bestudering van kaartmateriaal en de
'ontdekking' van een oude plattegrond van
Goedereede, die in de universiteitsbiblio
theek van Florence berust, lijkt aan te
geven dat de stadsmuur niet het gehele
stadje rondde (zie foto 5). Op genoemde
prent is een muur ingetekend in het gebied
vanaf de Hoofdpoort naar de Waterpoort,
vervolgens langs het tegenwoordige Bekaf
en de huizen aan de Groenmarkt tot aan de
Mariapoort. In het gedeelte vanaf de
Mariapoort, via de huidige Barakken naar
de Spuidijk is geen muur ingetekend, maar
wordt een andere begrenzing gesugge
reerd. Misschien een palissaden 'muur'?
Aan beide zijden van de Molenpoort is er
dan weer een stukje muur te zien, dat dan
weer niet verder is ingetekend. Ook achter
de huidige Doelweg is geen aanduiding
van een stadsmuur te bespeuren, terwijl
een de rechterzijde van de Hoofdpoort
(gezien vanaf veldzijde) weer wel een
stukje valt te ontdekken. Een dergelijke
weergave van het verloop van de muur ver
toont een treffende overeenkomst met een
andere, meer bekende plattegrond van
Goedereede, namelijk die van Jacob van
Deventer uit ca. 1560. Ook de huidige
opgravingsresultaten laten tot nu toe muur
fundamenten zien die qua locatie overeen
komen met de ingetekende muren op
genoemde kaarten. Zou Goedereede dan
alleen aan de zeezijde beschermd zijn
geweest met een muur en aan de landzijde
grotendeels met palissaden, met op de uit
valswegen stenen poorten?
De gevonden fundamenten wijzen uit dat de
stadsmuur ruim drie meter dik moet zijn
geweest en tegen de zes meter hoog. In de
zogenaamde spaarbogen 1), boogvormige
uitsparingen in de dikte van de muur, bevon
den zich schietsleuven. In de achtermuur van
enkele huizen aan de Groenmarkt en van het
pand Nieuwstraat 25 is dit nog te zien. Hoe
de bovenkant van de muur er uit heeft
gezien, is niet na te gaan.
Op geregelde afstand waren in de muur
halfronde, afgeplatte torens uitgebouwd,
die even hoog waren als de stadsmuur.
Deze zogenaamde rondelen dienden om de
vijand vlak onder de muur beter te kunnen
bestoken. Op de grens van de Groenmarkt
en de Charbonstraat is een dergelijk rondeel
ontdekt en in het straatwerk zichtbaar
gemaakt.
Op de Spuidijk zou een 'staketsel' hebben
gestaan als doorgang om ter plaatse het stad
je uit te kunnen. Een staketsel is een houten
constructie van balken en palen. Mogelijk
dat ook dit een bewijs is, dat Goedereede
aldaar geen stenen muur heeft gekend. Het
zal echter altijd deels gissen blijven zolang
er geen prent wordt ontdekt, die hierover uit
eindelijk uitsluitsel kan geven.
Misschien is de onzekerheid over hoe het
ooit was juist wel de reden dat de stadsge
schiedenis van Goedereede zo blijft boeien
en de fantasie blijft prikkelen.
De oude fundamenten en restanten van de
middeleeuwse vesting Goedereede zullen
tijdens de Open Monumentdag 2004 in de
schijnwerpers staan en zullen ongetwijfeld
met de fantasie van velen op de loop gaan.
1) Op de plaats van een spaarboog was
de muur minder dik. Dit leverde een
besparing aan stenen op. tenvijl de
muur nog massief genoeg bleef om de
vijand te trotseren.
GOSSKE
B. i'orra Mo'ïB
C. Fos-f a Bai3.a.e.-i
B.Pöffa Km*'
È.Perfs. Siïlt^
1t