Integrale uitvoering van de
'Psalmen voor Oi^el' van Cor Kee
Drukwerk
''Als U het wilt zal het geen sprookje
blijken te zijn
EIIAIIDBf-niEUWS
om in te lijsten
Paul Kieviet concerteert in Hervormde Kerk Middelharnis
Gebr. de Waai
Drukkerij
(0187)47 10 20
PAGINA 9
VRLTDAG 27 AUGUSTUS 2004
Theodor Herzl stierf honderd jaar geleden
Wie een bezoek brengt aan de militai
re begraafplaats even buiten Jeruza
lem, treft op de top van een heuvel een
grafmonument aan waarop alleen
maar de naam HERZL staat. Dat is
voldoende, want iedereen in Israël
weet wie Herzl was. Men noemt deze
imposante verschijning met zijn volle,
zwarte baard wel 'de profeet van de
staat Israël'. Hij was het die aan het
eind van de negentiende eeuw, in 1897,
het eerste Internationale Zionistische
Congres in Basel bijeenriep. Over die
bijeenkomst van Joden uit de gehele
wereld schreef hij in zijn dagboek: "Ik
heb in Basel de Jodenstaat gesticht.
Zou ik dat in het openbaar zeggen,
dan zou iedereen mij uitlachen. Maar
over 5 jaar en zeker over 50 jaar zal
iedereen het zien." En 50 jaar later -
op 14 mei 1948 - werd de staat Israël
gesticht. Wie was HERZL eigenlijk en
wat beoogde hij?
Theodor Herzl werd in 1860 in Boedapest
geboren. De Joden hadden het in het toen
malige Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk
niet slecht. Van antisemitisme was weinig te
merken. Herzls grootvader was een ortho
doxe Jood. Zijn ouders daarentegen hadden
weinig religieus besef. Zij probeerden zich
zo weinig mogelijk Joods te gedragen en
zich aan de niet-Joodse omgeving aan te
passen (=assimilatie). Al werd Theodor niet
Joods opgevoed, toch bezocht hij een Jood
se school en werden de Joodse feestdagen
in het gezin op traditionele wijze gevierd.
Al spoedig bleek Theodors literaire aanleg.
Daarom bezocht hij het gymnasium. Toen
het gezin Herzl naar Wenen verhuisde, ging
Theodor rechten studeren. Ondertussen
schreef hij wat toneelstukken, die in het
begin weinig succes opleverden.
Antisemitisme
Rond 1880 ging er een golf van antisemitis
me door Europa, vooral door Rusland. Aan
vankelijk deed dat Theodor Herzl niets, tot
dat hij een boek las over het Jodenvraag-
stuk, dat hem erg aangreep. Hij schoof het
nare gevoel dat hij er van overhield van zich
af met de gedachte dat het wel van voorbij
gaande aard zou zijn. Met het antisemitisme
kwam hij voor het eerst in aanraking op de
studentenvereniging, toen er een anti-Jood
se demonstratie werd georganiseerd waar
aan zelfs zijn ty^teVi^fénd meedeed.
Herzl als schrijver
Na het behalen van de doctorsgraad werd
Theodor jurist in Wenen. Toch beschouwde
hij zijn juridische werkzaamheden maar als
bijzaak. Hij bleef schrijven. Er verschenen
zo'n twintig toneelstukken van zijn hand.
Zelf beschouwde hij het drama The new
Ghetto' als zijn beste werk. Zijn kracht lag
in het schrijven van feuilletons. Dat leverde
hem een vaste baan op bij de Wiener Allge-
meine Zeitung.
Hij trouwde met Julie Nachauer. Het huwe
lijk zou gestrand zijn. als niet de liefde voor
zijn twee kinderen hem en zijn vrouw bij
elkaar gehouden had. Wel was zijn spilzie
ke vrouw er de oorzaak van dat hij ging
zwerven, langs de Rijn, naar Parijs en ande
re streken. De feuilletons die hij naar zijn
krant in Wenen stuurde, kregen steeds meer
waardering. Dat leverde hem het correspon
dentschap van het invloedrijke blad 'Die
Neue Freie Press' (1891) in Parijs op, een
springplank voor een grootse toekomst.
De Dreyfus-affaire
In 1870 verioor Frankrijk de Frans-Duitse
ooriog. Partijtwisten barstten los. Men
zocht een zondebok. De onrast was een
voedingsbodem voor het antisemitisme.
Joden kregen de schuld van de financiële
moeilijkheden die rond de aanleg van het
Panamakanaal waren ontstaan. Als journa
list kreeg Theo-Odor de kans om achter de
schermen te kijken.
Hij zag wat er zich in de politieke wereld
afspeelde. Hij merkte ook iets van de afkeer
tegen Joden. "Hoe los je dat probleem op?"
Kapitein Dreyfus wordt van zijn militaire eretekens beroofd.
vroeg hij zich af "Heeft het zin om voor
aanstaande antisemieten tot een duel uit te
nodigen? Of brengt een radicale assimilatie
door doop en een gemengd huwelijk de
oplossing?"
In 1894 werd de Joodse kapitein Dreyfus
onterecht van hoogverraad beschuldigd. Hij
zou tijdens de Frans-Duitse oorlog Franse
militaire geheimen aan Duitsland hebben
uitgeleverd en werd daarom naar het Dui-
velseiland verbannen. Theodor maakte het
proces als verslaggever mee. Hij zag hoe in
het openbaar de onderscheidingstekens van
Dreyfus' uniform gerukt werden. Hij hoor
de het Parijse gepeupel "Dood aan de
Joden" schreeuwen. Het proces ging verge
zeld van allerlei antisemitische incidenten
in heel Frankrijk. Dat greep hem zo diep
aan dat deze Jodenhaat een ommekeer in
zijn gedachtewereld teweegbracht. De
Dreyfus affaire maakte van Herzl een zio
nist.
Hij schreef toen het boekje 'Der Judenstaat'
(1896), dat in vele talen vertaald werd,
wereldberoemd werd en aan de geschiede
nis een zekere wending gaf. In dit boekje
toont hij aan dat het antisemitisme een
onuitroeibaar kwaad is. Als enige oplossing
van het Joodse probleem zag hij: de stich
ting van een Joodse staat, waar Joden een
meerderheidspositie innemen. Aanvanke
lijk ging hij er niet van uit dat die staat in
Palestina moest komen. Hij noemde Argen
tinië een geschikt land. Er was vanaf die tijd
nog maar één ideaal waarvoor hij werken en
leven wilde en dat was: zijn volk redden!
Weinig belangstelling
In het begin sloegen zijn ideeën in het Wes
ten niet erg aan. Uiteindelijk bracht hij niet
zoveel nieuws, vond men. Al jaren hadden
ook anderen dergelijke ideeën gelanceerd
en spraken de Joden na iedere Paasmaaltijd
de wens uit: "Dit jaar hier, volgend jaar in
Jerazalem". Slechts weinigen hadden de
daad bij het woord gevoegd. Ook bij enkele
schatrijke baronnen, zoals Maurice de
Hirsch en Edmond de Rothschild vond hij
weinig begrip. Zelfs het blad waarvan hij
corres-pondent was, werkte hem tegen.
Daarom stichtte hij een eigen zionistisch
blad, dat hij 'Die Welt' noemde. Gesprek
ken in Constantinopel en later in Israël met
Keizer Wilhelm II van Duitsland, die op de
Turkse sultan grote invloed had, liepen op
een teleurstelling uit. De enorme inspannin
gen bezorgden Herzl een hartkwaal. Ook de
verwijdering met zijn vrouw, die klaagde
dat de zionisten haar haar man ontroofd
hadden, werd steeds groter.
Herzl houdt vol
In het begin namen alleen de in Palestina
gevestigde Joden, die onder de Turkse sul-
Her graf van Theodor Herzl bij Jeruzalem.
tan gediscrimineerd werden en een armelijk
bestaan hadden, alsmede de Oost-Europese
Joden hem serieus. Herzls rotsvaste geloof
dat hij een boodschap te brengen had, droeg
er evenwel toe bij dat hij steeds meer voor
aanstaande Joden voor zijn ideeën wist
warm te maken. En zo kwam dan in 1897
het al eerder genoemde eerste zionistische
Wereldcongres te Basel bijeen.
De belangstelling was enorm. Zionistische
bewegingen die zich overal ter wereld
gevormd hadden, stuurden hun afgevaar
digden. Journalisten uit vele landen waren
aanwezig. Het was iets fantastisch dat
Joden uit allerlei leefmilieus en van allerlei
godsdienstige richtingen bijeen waren om
te spreken over de toekomst van het Joodse
volk.
Herzl werd tot president van de Zionisti
sche Wereldorganisatie gekozen. Op het
congres werd een basisprogramma aan
vaard. Dat behelsde dat het zionisme zich
zou toeleggen op het vestigen van een
onafhankelijke staat voor het Joodse volk in
Palestina, met instemming van de wereld
machten. Een Joodse ivlag werd geïntrodu
ceerd. De stemming op het congres was
onbeschrijfelijk. West- en Oost-Europese
Joden, orthodoxe, conservatieve en liberale
Joden, kapitalistische en socialistische
Joden, kortom, het totaal verscheurde
Jodendom werd er door de nationale
gedachte verbonden tot één volk. Zelfs zij
die aanvankelijk sceptisch stonden tegen
over de idealen van Herzl, werden aange
stoken door het enthousiasme van de her
eniging. Ook niet-Joden kregen belangstel
ling voor het Joodse vraagstuk. Vooral de
Engelse pers eiste een oplossing. Op het
congres werd ook besloten om een Joods
Nationaal Fonds te stichten, waarin gelden
zouden worden verzameld om in Palestina
grond te kopen. Hieruit ontstonden later de
nederzettingen (kibboetsim).
Na het congres ondernam Herzl verdere
pogingen om mensen voor de zionistische
zaak te winnen. Hij bracht zelfs een bezoek
aan de Turkse sultan. Evenwel zonder
resultaat.
Zijn gezondheid ondermijnd
Een reis naar Palestina liep op een teleur
stelling uit. Hij was geschokt door de armoe
en de verwaarlozing die hij daar aantrof.
Daarbij kwamen nog de hitte en zijn slech
te gezondheidstoestand. Een tweede
gesprek met keizer Wilhelm in Jeruzalem
verliep hartelijk, maar leverde niets op.
Door de vele tegenslagen kreeg Herzl een
geestelijke inzinking.
Op het tweede congres bleek de zionisti
sche beweging enorm te zijn toegenomen.
Wereldwijd hadden zich 913 zionistische
verenigingen gevormd, die hun afgevaar
digden stuurden. Op het congres was ook de
jonge Chaim Weizmann, de latere president
van de zionistische beweging en eerste pre
sident van de staat Israël, aanwezig.
Meegedeeld werd dat op de rekening van de
bank, waarop gelden voor het Joods Natio
nale Fonds konden worden gestort, een
beginkapitaal van twee miljoen gulden
stond. Voor die tijd een enorm bedrag.
Een boek in twee delen
Naast het vele werk voor het zionisme bleef
Herzl schrijven, vooral ook om in het
onderhoud van zijn gezin te kunnen voor
zien. Bekend is zijn roman 'Altneuland'
(1899-1902), een boek dat in twee delen
uiteenvalt. In het eerste deel beschreef hij
de situatie in Palestina, zoals hij die aantrof
Uitvoerig ging hij in op de armoede. Hij
beschreef de smerigheid die hij in het oude
Jeruzalem zag, evenals de ellende en het
gebrek aan hygiëne in het Joodse zieken
huis daar. Verder vertelde hij het een en
ander over de eerste Joodse nederzettingen.
In het tweede deel gaf hij een toekomst
beeld van Israël. Met een profetische blik
beschreef hij het sy-steem van nederzettin
gen (de kibbutsim), Haifa als internationale
wereldhaven, het spoor- en wegverkeer, de
exploitatie van de Dode Zee mineralen, de
bevloeiing en het land als een democratie
met een eigen president. "Als U het wilt, zal
het blijken geen sprookje te zijn", luidt het
motto van het boek.
Voortdurend kwam Herzl met nieuwe plan
nen. In zijn blad 'die Welt' stonden regel
matig interviews met staatslieden over het
zionisme. Hij probeerde het een en ander
voor de Joden in Rusland te doen, wier lot
met de dag slechter werd. Zijn contacten
met tsaar Nicolaas II leverden echter niets
op.
Waarheen?
Engeland was het land waar hij het meeste
gehoor vond. Regelmatig voerde hij bespre
kingen met Nathaniel Rothschild, het eerste
ongedoopte Joodse Lagerhuislid. Telkens
weer rees de vraag waar de Joodse kolonie
gesticht zou kunnen worden. Joseph Cham
berlain, de minister van koloniën, werd bij
de besprekingen betrokken. Deze zag wel
iets in een beperkte emigratie naar één van
de Engelse koloniën. Ook de Sinaï werd
genoemd. Maar dit gebied bleek ongeschikt
omdat de watervoorziening hier een onop
losbaar probleem was en omdat de opposi
tie van de Egyptische regering dit plan in de
weg stond. Oeganda, waar plaats was voor
één miljoen Joden, werd voorgesteld.
Op het zesde Zionistische Congres werd het
Oeganda project ter discussie gesteld. Daar
bij kwamen al direct twee stromingen naar
voren.
Tegenstanders waren zij die ijverden voor
een Joods tehuis in Palestina. Een deel van
hen verliet het congres om te protesteren
tegen zomaar ergens een Joodse staat. Deze
mensen verweten Herzl van het basispro
gramma af te wijken. Er waren ook voor
standers. Die hadden de door vervolgingen
bedreigde Oost-Europese Joden op het oog.
Het conflict greep Herzl zeer aan. Het ver
ergerde zijn hartkwaal.
Opgewonden en gegriefd door de felle reac
ties op zijn goedbedoelde plannen, wist hij
de partijen te verzoenen. Hoewel hij aan
vankelijk niet afwijzend stond tegenover
zomaar ergens een Joodse staat, ging hij
overstag. In een dramatische verklaring
sprak hij zich in zijn slotwoord tijdens het
zesde congres onomwonden uit voor Pale
stina door te zeggen: "Indien ik U vergeet,
o Jeruzalem, zo vergete mijn rechterhand
zichzelve".
Herzls einde
Hoe moest het nu verder? Werd het Palesti
na, of werd het niets? Herzl zocht een tus
senoplossing. Hij besefte dat Palestina het
enige land was waar zijn volk tot rust zou
kunnen komen. Anderzijds trok hij zich het
lot van de honderdduizenden aan, die
onmiddellijk geholpen moesten worden. Zij
zouden tijdelijk in Oost-Afrika kunnen
worden opgevangen, wat dan als oefenter
rein voor de nationale stijdkrachten zou
kunnen dienen. Met dit voorstel wilde hij
naar het zevende congres. Maar hij heeft
zijn redevoering niet meer kunnen uitspre
ken. Hij overleed kort tevoren aan een hart
aanval, op 3 juni 1904. Hij was nog maar 44
jaar oud. Het Oeganda-plan werd op het
zevende congres definitief afgewezen. Zou
dit niet zijn gebeurd, dan zouden ongetwij
feld vele duizenden Joden niet aan de Nazi-
terreur ten offer gevallen zijn. Wat de zio
nisten, dank zij Chaim Weizmann nog wis
ten te bereiken, was de Balfour-verklaring,
waarin de Engelse regering aan de Joden
een nationaal tehuis in Palestina beloofde.
Het nieuws van Herzls dood schokte alle
geledingen van het Joodse volk diep. Op
zijn verzoek vond de begrafenis in alle
soberheid plaats, zonder lofredes, zonder
bloemen. Onder enorme belangstelling
werd hij te Wenen ter aarde besteld. Tien
duizenden mensen volgden de baar. In zijn
testament gaf hij te kennen temidden van
het Joodse volk herbegraven te willen wor
den. In 1949 vond hij op een eenvoudige,
maar indrukwekkende wijze zijn laatste
rustplaats op de top van de Herzlberg bij
Jeruzalem. Een steen van Galilees marmer
siert zijn graf Deze plaats biedt een blik op
het bergland van Judea en een adembene
mend uitzicht op de 'eeuwige stad'.
vH
Theodor Herzl.
Proclamatie van de staat Israël door David Ben Goerion op 14 mei 1948.
Op D.V. zaterdag 4 september hoopt
musicus Paul Kieviet in de Hervorm
de Kerk te Middelharnis te concerte
ren in een orgeluitvoering van de
'Psalmen voor orgel' van Cor Kee
(1900-1997).
Wie was Cor Kee? Hij werd op 24 november
1900 in Zaandam geboren en bleef die stad
heel zijn leven trouw. Opgeleid werd hij
door onder meer Jan Zwart. Tot op hoge
leeftijd speelde hij een zeer belangrijke rol in
de Nederlandse en internationale orgelwe
reld.
Kee was op allerlei fronten actief: hij gaf
orgel- en pianolessen, doceerde muziektheo
rie, componeerde muziek voor orgel, beiaard
en blaasorkest. Vanaf zijn vijftiende jaar was
hij organist van de Doopsgezinde Gemeente
te Westzaan. Via de Doopsgezinde Gemeen
te van Koog aan de Zaan raakte hij van 1923
tot 1972 verbonden als organist aan de Evan-
gehsch-Lutherse Gemeente te Amsterdam.
Tot 1935 was hij als zodanig organist van de
Ronde Lutherse Kerk en vanaf dat jaar van
de Oude Lutherse Kerk, eveneens in Am
sterdam. Hij componeerde veel orgelmu
ziek. AanvMikelijk deed hij dat onder het
pseudoniem Orgellius. De zeer creatieve
musicus, organist, componist, improvisator
en pedagoog maakte vanaf de jaren '50 gro
te naam als leraar voor orgelimprovisatie.
Vanaf 1957 was hij vele jaren docent voor
improvisatie aan de Internationale Zomer-
academie in Haarlem. Ook doceerde hij aan
het Utrechts Conservatorium. Hij overleed
op 3 januari 1997.
Cor Kee heeft in elke periode van zijn leven
zeer goede muziek geschreven, zowel een
voudige als moeilijke. Hij speelde orgel met
een uiterst kernachtige aanslag, maar toch
mild. Zijn zoon Piet zei: "Mijn vader heeft
fluweel op zijn vingers". Kee hield van
■poëzie' in de muziek. In zijn jonge jaren
schreef hij in de stijl van Jan Zwart; later
veranderde dat. Met componisten als Jan
Zwart, Willem Mudde, Cornells de Wolf,
Jacob Bijster en Feike Asma heeft ook Cor
Kee voor een groot deel het gezicht bepaald
van het kerkmuzikale leven in reformato
risch Nederland in de 20e eeuw.
Ook elders ondervond zijn werk erkenning:
in 1978 was Kee's werk onderwerp van een
wetenschappelijk proefschrift aan de univer
siteit van lowa (Amerika). Kee was een
gelovig mens die zich vooral verdiepte in de
werken van Hermann Friedrich Kohlbrugge.
De 'Psalmen voor orgel' vormen een hoog
tepunt in het orgel werk van Kee. Ze ver
schenen in drie bundels (1939, 1944 en
1948). Het zijn niet zijn eerste psalmbewer
kingen: vanaf het begin hebben melodieën
van Psalmen, Gezangen en andere Geestelij
ke liederen centraal gestaan in zijn compo
neren. Aan de ene kant sloot dat aan bij de
manier waarop hij in hart en nieren de ere
dienst als organist vervulde. Tegelijk was
het een staan in de traditie die door zijn leer
meester Jan Zwart was ingezet: het compo
neren van koraalgebonden muziek als hand
reiking aan de organist en tevens een manier
om mensen bij de schoonheid van het orgel
te betrekken.
De 'Psalmen voor orgel' vormen echter een
doorbraak, niet alleen in Kee's eigen mu
ziek, maar ook in de geschiedenis van de
reformatorische kerkmuziek in ons land. Dat
komt door een welbewust 'luisteren' door de
componist naar de oorspronkelijke stijl van
de psalmmelodieën, samen met een terug
grijpen naar de compositorische rijkdom van
de barok. De 'Psalmen voor orgel' vormen
in de laatste maar zeker niet minder belang
rijke plaats een geloofs-monument. De ver
bondenheid met de schoonheid en de inhoud
van de tekst heeft voor Kee een grote rol
gespeeld. Hier is vanuit het hart muziek
gemaakt bij de Psalmen Davids.
De cyclus 'Psalmen voor orgel' bestaat uit in
totaal zeventien composities, in een bonte
verscheidenheid: van de gracieuze 45e
Psalm tot de verstilling in Psalm 65, de ver
innerlijking van Psalm 141, de eenstemmige
arabesken in Psalm 19, de virtuoze aanhef
van Psalm 100 en het bijna adembenemende
slot van Psalm 33. Een monument van
koraalkunst.
Het grote orgel in de kerk van Middelharnis
sluit wonderwel aan bij deze muziek: ge
bouwd direct na de brand van '48 (het jaar
van verschijnen van de derde bundel 'Psal
men voor orgel'en voorzien van veel
klankkleuren. Belangrijk voor deze kleurrij
ke muziek!
Paul Kieviet studeerde aan het Rotterdams
Conservatorium de hoofdvakken Orgel
(Docerend Musicus en Uitvoerend Musi
cus), Kerkmuziek en Theorie der Muziek.
Sinds 1984 is hij vaste bespeler van het Mee
re-orgel in de Hervormde Kerk te Sommels-
dijk.
Sinds 1990 daarnaast van het grote Leef-
lang-orgel in de Hervormde Kerk te Middel
harnis. Als kerkmusicus is hij in het bezit
van de eerste graads bevoegdheid. Rond de
beide orgels bouwde hij een bloeiende
lespraktijk op. Vele jongere en oudere orga
nisten werden door hem opgeleid. Veel leer
lingen behaalden prijzen op regionale en
nationale concoursen. Als docent muziek
theorie is hij verbonden aan de Muziek
school Goeree-Overflakkee. Hij gaf vele
concerten, ook voor de radio (EO en
NCRV). Eerste prijswinnaar werd hij aan het
Nationale Orgelconcours te Leiden (1985).
Hij studeerde improvisatie, o.m. bij Klaas
Bolt aan de Internationale Zomeracademie
te Haarlem. Behalve op orgel concerteert
Paul Kieviet op clavecimbel en clavichord.
De in 1995 verschenen CD 'Paul Kieviet
speelt eigen composities' legt getuigenis af
van eigen werk.
Het concert op 4 september begint om 8 uur
's avonds en zal ongeveer een uur duren. De
toegang is uw gift aan de uitgang. U bent van
harte welkom!