Jongerenreis door Israël
maakt diepe indruk...
Oorlog 4eeft' bij toeristen
Kruistocht
Maar Leningrad
Gesprek met overlevende terroristische aanslag
EIIAIIElBI-tllEUWS
Organist Herman van
Vliet geeft concert in
St. Catharijnekerk
PV De Reisduif
Sommelsdijic
EiiAnDEn-niEuws
VERVOLGVERHAAL
Het Zeeuwse volk schonk een unieke kinderwagen
Lezers van
weten het BETER.
Zestig jaar herdenking Market Garden en Bevrijding
•3fa.ic[a.-<rilogie deel 1
JOH. G. VEENHOF
PAGINA 5
DINSDAG 20 JULI 2004
In februari van dit jaar stond in liet
Eilanden Nieuws een aankondiging
dat ds. C.G. Kant, predikant van de
Gereformeerde Kerken van Stellen-
dam en Ouddorp een jongerenreis
door Israël zou gaan ondernemen.
Die reis is inmiddels achter de rug en
van zijn belevenissen doet de predi
kant verslag in Eilanden Nieuws:
"Samen met Ron Beitier van Christenen
voor Israël heb ik een week lang met 48 jon
geren door Israël getrokken. Een reis die
heel bijzondere indrukken bij de jongeren
heeft achtergelaten. Van ons eiland zijn er
drie jongeren meegegaan: Matthijs Guijt uit
Nieuw Tonge, Annemarie van den Bos uit
Sommelsdijk en Gertjan Kant uit Ouddoip.
Veel jongeren vonden het op zich al een
belevenis om op de plekjes te zijn waar
Jezus ook was, zoals op het meer van Gali-
lea, in Kapemaüm, op de Olijfberg en in
Jeruzalem.
Tijdens een rondrit over de Golan-hoogvlak-
te zaigen we de berg Hermon en de grens met
Syrië en Libanon. Een voettocht door de
prachtige natuur bracht ons bij de bronnen
van de Jordaan, waar het water met een
enorm gedreun uit de voet van het Hermon-
gebergte stroomt.
Terroristische aanslag
De stad Jeruzalem was een belevenis op
zich. We hadden er een ontmoeting met zes
Israëliërs die een Palestijnse terroristische
aanslag hadden overleefd. De jongeren wer
den in zes groepen verdeeld en aan een tafel
tje konden ze met een overlevende in
gesprek. Een jonge vrouw vertelde dat ze
bijna een jaar in het ziekenhuis is geweest,
terwijl ze thuis een kind van 11 jaar had. Een
jonge man vertelde hoe hij in een bus zat en
de dader zichzelf opblies op nog geen 6
meter van hem vandaan. Hij raakte door de
explosie meteen buiten bewustzijn. Enkele
minuten later werd hij wakker temidden van
een smeulende puinhoop en temidden van
afgerukte voeten, handen en zelfs het hoofd
je van een baby. De bus bleek in tweeën te
zijn gescheurd en door de puinhopen wor
stelde hij zich naar buiten om aan de hulp
verleners te laten merken dat zijn lichaam
nog in leven was. Zeven maanden duurde
zijn revalidatie en samen met lotgenoten zijn
ze naar Engeland geweest om het vertrou
wen in het leven weer terug te krijgen. Nu
durft hij in Jeruzalem weer dagelijks in een
bus te zitten, maar hij gaat wel bij de ingang
zitten. Als hij een bepaalde passagier dan
niet vertrouwt kan hij meteen wegrennen.
De stichting 'Hineni' die deze overlevenden
begeleidt wordt door Christenen voor Israël
ondersteund. Ook hebben we de gaarkeu
kens van rabbijn Abraham Israels bezocht.
Deze rabbijn geeft dagelijks zo'n 8000 gra
tis maaltijden aan mensen die door de intifa
da en de daarbij komende recessie en werke
loosheid zelf niet voldoende voedsel kunnen
betalen. In Israël leven door de Palestijnse
aanslagen en het weggevallen toerisme hon
derdduizenden mensen beneden de armoede
grens. Bij velen is gas, licht en water afge
sloten en de bijstandsuitkering is te laag. De
jongeren hebben een ochtend meegeholpen
met het klaarmaken van de maaltijden en
met het opscheppen van rijst, aardappelen en
kip op bordjes en schaaltjes, terwijl buiten al
een rij van meer dan 100 meter wachtenden
stond. Tussen de middag hebben we zelf ms-
sen de armen ons bordje leeggegeten. Het
was indrukwekkend en ook goed om dit zo
eens mee te maken en in de praktijk te zien
wat aanslagen teweegbrengen. Ook deze
gaarkeukens worden door Christenen voor
Israël financieel ondersteund.
Op zondag hebben we een Engelstalige
kerkdienst meegemaakt in de Christ-
Church. Een mooie dienst met Kathoheke,
Protestantse en ook Evangelische onderde
len in één liturgie. Die middag hadden we
een ontmoeting met een Palestijn, die als
drugsverslaafde is opgevangen en tot geloof
in Jezus is gekomen. Door die bekering ont
dekte hij dat hij zijn haat jegens de Joden is
kwijtgeraakt. Nu is hij actief in Jeruzalem
De klaagmuur was hel hoogtepunt bij het bezoek aan Jeruzalem.
als evangelist onder Palestijnen in de oude
stad. Een groot aantal jongeren vond het
bezoeken van de Klaagmuur een hoogtepunt
in Jeruzalem.
We hebben nog veel meer gezien en veel
tochten en wandelingen gemaakt. Wat te
denken van een wandeling bij meer dan 40°
in de woestijn van Judea tussen rotskloven
en watervallen, en van heerlijk drijven in de
Dode Zee? We hebben met deze jongeren
tijdens de reis enkele mooie bijbelstudies
gedaan en we mochten ze goede achter
grondinformatie meegeven over onze ver
bondenheid met Israël en het Joodse volk.
Deze 48 jongeren, waarvan er 12 uit het bui
tenland, en van uiteenlopende kerkelijke
achtergrond, hebben veel plezier gehad en ze
zijn met onvergetelijke ervaringen en
indrukken weer naar huis gegaan. De mees
ten willen volgend jaar weer terug. Waar
schijnlijk organiseren we D.V. volgend jaar
weer een jongerenreis naar Israël".
Op maandagavond 26 juli vindt in de
serie zomerconcerten het vierde
orgelconcert plaats in de St. Catharij
nekerk, te Brielle. Het thema van deze
avond is "Aus der Tiefe-In der Höhe".
De organist Herman van Vliet zal
onder andere werken spelen van
Bach, Bartholdy en Guilmant.
Herman van Vliet (1941) ontving zijn eerste
orgellessen van zijn onderwijzer op school
en vervolgens van Wim van der Panne. Hij
studeerde aan het Utrechts Conservatorium
bij Stoffel van Viegen, Cor Kee, Willem
Mudde en Herman Strategier en behaalde in
1965 het einddiploma solospel orgel.
Daarna volgde Van Vliet, met name voor de
grote romantische werken, verschillende
keren een interpretatiecursus bij zowel Peike
Asma als Jean Guillou.
Het koraalspel ligt hem na aan het hart,
zowel in creatieve als uitvoerende zin. Her
man van Vliet hield een warm pleidooi voor
Charles-Marie Widor, wiens tien orgelsym-
fonieën hij in 1983 en in 1987 uitvoerde op
de grote Nederlandse orgels in de cyclus
'Widoriade'. Dit groeide uit tot een project
met de integrale opname van deze werken op
CD, uitgevoerd op bekende Cavaillé-Coll
orgels in Frankrijk.
Als hommage aan Feike Asma speelde hij in
1992 op één dag in tien concerten diens
gehele uitgegeven orgeloeuvre op het orgel
Het leven van Juliana
Door dr. Pieter Vis
30aprill910
't Is 30 april, een vrolijke dag,
Zie, huis aan huis wappert
de Neêrlandse vlag;
De schooljeugd heeft vrij en juicht
ook het meest,
Maar wie viert vandaag wel heerlijk feest?
'Daarginds in 't paleis, is een moedertje blij,
Zij juicht er in stilte nog luider dan wij
In 't paleis, onbewust nog van hulde
en gezag.
Daar lacht een jong kind haar
onschuldige lach.
S.H.H. Adelaar-Uo
Na Juliana's geboorte werden vanuit het
hele land, en van onze voormalige rijksdelen
overzee, vele geschenken aan het paleis Lan
ge Voorhout afgegeven. Een heel bijzondere
actie was die van de 'Vrouwen van Provin
cie Zeeland"Zij gaven een opdracht aan de
kinderwagenfabriek Van Delft in Tilburg
om een originele kinderwagen te maken. Dit
bijna 200 kilo zware geschenk werd aan
moeder Wilhelmina onder grote belangstel
ling van de groep Zeeuwse Vrouwen plech
tig in de maand mei als cadeau aangeboden
met het volgende versje dat destijds in de
pers werd gepubliceerd; de muziek was van
Willem Andriessen (1887-1964), de tekst
was van een zekere J.C. Wijk.
Het wiegje stond ledig te wachten.
Veel jaren zijn troostloos vergaan.
Jong-vrouwtje bedwong hare klachten,
Wanneer zij in droeve gedachten
Gebogen bij 't wiegje bleef staan.
Zoals het volk Juultje leerde kennen.
Nu heeft ze met innig verblijen
Haar kindeke welkom gekust,
En schikt ze de donzige spreien
Wanneer ze haar kindje hoort schreien.
Jong-moedertjes hart klopt gerust.
Een danklied rijst boven de daken,
En 't jubelt langs gracht en langs straat:
Wil ooit aan dat kindje iemand raken,
Dan zullen wij allen bewaken.
De plek waar het wiegje nu .itaat.
Wilhelmina gebruikte dit Zeeuwse
geschenk destijds alleen bij bijzondere gele
genheden zodat Prinses Juliana af en toe als
zuigeling toch in deze kostbare wieg heeft
Doornik, 17 juli; gelost: 7.45 uur; deelne
mers: 14; duiven 466; weer: zuidwest.
J.K. Hoekman 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12,
13, 14, 16,17, 19, 24, 26, 28, 29, 35, 36, 39,
40, 45, 75, 76, 84; P. v.d. Boogert 4, 18, 34,
44, 55, 56, 61, 62, 65, 87, 88, 89, 92, 100,
101, 102, 107, 111, 112; M.A. van Nimwe-
gen 7, 25, 41, 46, 48, 68, 69, 71, 72, 80, 90;
J. de Blok 15, 81; A. v.d. Linde 20, 22, 60,
63, 66, 91, 99, 108, 113, 114. P. van Moert
21, 27, 37, 42, 70, 82, 115, 116; Appel Vis
van Heemst 23, 3147,50,53,54,59,67,79,
85, 86, 94,95, 96, 97, 103, 104, 105, 110; D.
Maliepaard 30, 32, 38, 64, 77, 78, 93, 106;
A. van Alphen 33, 43, 58, 98, 117; C. Looy
49, 51, 52; P. de Jong 57; Comb. v.d. sluys
73;C. Kleijnjr.74, 83, 109.
van de Evangelisch Lutherse kerk te Den
Haag.
Herman van Vliet heeft een goede reputatie
als concertorganist en geeft jaarlijks vele
concerten in Nederland. Ook concerteerde
hij in het buitenland, zoals Duitsland, Frank
rijk, Zwitserland, Oostenrijk, Canada en de
Verenigde Staten.
Hij was organist te Bodegraven, Oudewater,
Woerden en vanaf 1990 van de St. Joriskerk
te Amersfoort.
Wegens zijn verdiensten voor de Franse
orgelkunst werd Herman van Vliet onder
scheiden door de Société Académique 'Arts,
Sciences, Lettres' te Parijs met drie medail
les; brons in 1983, zilver in 1991 en verguld
in 1998. Hij werd benoemd tot ridder in de
Orde van Oranje-Nassau in 2001.
Het orgelconcert begint om 20.15 uur en de
toegangsprijs bedraagt 5 euro, inclusief kof
fie. Voorafgaand aan dit orgelconcert vindt
er om 19.00 uur een beiaardconcert plaats.
Het beiaardconcert kunt u beluisteren op de
luisterplaats bij het Merulahuis.
Argenton, 17 juli; gelost: 6.50 uur; deel
nemers: 8; duiven 86; weer: zuidwest.
J.K. Hoekman 1,3,5, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 17,
20, 21; C. Kleijn jr. 2,7, 18; P. van Moort 4,
11; M.A. van Nimwegen 6, 16, 19, 22; J. de
Blok 15.
gelegen. Het ware pronkstuk was geheel
belegd met ivoor, de binnenkant was
gevoerd met wit satijn en de kap was uitge
voerd in wit chroomieder omgeven met echt
kant.
De metalen delen waren met uitzondering
van het onderstel, zwaar verzilverd. De bei
de zijkanten van de wagen waren versierd
met drie dimensionale kroontjes, terwijl op
het hoofdeinde het wapen van Zeeland was
aangebracht.
Oorspronkelijk had deze bijzondere kinder
wagen ook een baldakijn van handgekloste
Zeeuws kant, maar die is in de loop der tij
den spoorloos verdwenen.
Na verscheidene jaren van intensief gebruik
verdween de wagen naar de zolder van
paleis Het Loo. Daar stond het prachtig
kunstwerk onopgemerkt tot het voorjaar van
1994 totdat mevrouw Van Noort deze kin
derwagen in 1993 aantrof tijdens haar
bezoek aan Paleis Het Loo in Apeldoorn. De
opgetogen directrice van het Kinderwagen-
museum in Nieuwolda (Oost-Groningen)
vertelde 'Het was voor ons een absolute
klapper'. Zij was zeer verheugd dat tijdens
de tentoonstelling in Nieuwolda van 30
april tot juli 1994, deze kinderwagen in
bruikleen aan duizenden belangstellenden
mocht worden getoond. Het was ook voor
het eerst dat de koninklijke familie deze
oude kinderwagen van prinses Juliana op
deze wijze had uitgeleend.
De kinderwagen is nu weer opgeslagen in
het koninklijk huis archief te 's-Graven-
hage. Of zou de kleine Amalia, het eerste
kind van kroonprins Willem-Alexander
en van prinses Maxima - en tevens de
achterkleindochter van onze voormalige
vorstin Juliana - daar nu vorstelijk in sla
pen?
j Het Prinsesje. Maandblad voor meisjes en
jongens, nr. 1 - Ie Jrg. 8 mei 1909.
Over twee maanden is het 60 jaar
geleden dat operatie Market Garden
(de Slag bij Arnhem) plaatsvond en
in mei 2005 viert Nederland 60 jaar
bevrijding. Beide historische
momenten zullen worden omgeven
door tal van herdenkingsevenemen
ten en -activiteiten.
Dat betekent veel extra drukte op militaire
erebegraafplaatsen, in voormalige concen
tratiekampen en in de WOII-musea. Niet
alleen komen er duizenden Canadezen en
Engelsen, ook veel Nederlanders zijn nog
steeds op zoek naar 'oorlogssporen'. Uit
respect of uit historische belangstelling.
In Frankrijk en België trekken jaarlijks vele
(buitenlandse) toeristen naar locaties die een
rol hebben gespeeld in de militaire geschie
denis, voornamelijk de Tweede en Eerste
Wereldoorlog. De term 'battlefield tourism"
staat allang in de officiële woordenboeken.
Ook WOII-toerisme wordt wel gebruikt.
Maar ook Nederland kent een groot aantal
oorlogsmonumenten waar jaarlijks niet
alleen buitenlandse maar ook veel binnen
landse bezoekers naar toe gaan. De best
bezochte locaties die herinneren aan de
Tweede Wereldoorlog zijn de diverse musea
en voormaUge concentratiekampen, zo blijkt
uit nieuw onderzoek naar de interesse in het
thema 'Oorlogssporen' van het Nederlands
Bureau voor Toerisme Congressen
(NBTC).
En die belangstelling is al groot: 85 procent
van alle Nederlanders heeft weleens een oor
logslocatie bezocht. Uitgesplitst betekent
dat dat zes van de tien ondervraagde mensen
wel eens zo'n (herdenkings- of oorlogs)-
museum, een militaire begraafplaats of een
concentratiekamp gaat. Ruim de helft (56%)
heeft daarnaast ook een of meer keren een
oorlogsmonument (bij voorbeeld met
dodenherdenking op 4 mei) bezocht. Men
sen van 65 jaar en ouder gaan overigens
vaker naar dit soort oorlogslocaties. Jonge
ren trekken massaal naar de bevrijdingsfesti
vals.
"Ongeveer de helft van al die battlefield-
toeristen bezoekt die plaatsen vanuit een
belangstelling voor geschiedenis, erfgoed en
musea. Zo'n 48 procent van alle geën
quêteerden bezoekt deze plaatsen om respect
te betuigen aan slachtoffers en bevrijders
van de Tweede Wereldoorlog", aldus Rien
van den Anker van het NBTC.
Ongeveer 46 procent van de mensen die wel
eens een oorlogslocatie bezoeken, doet dit
als een uitje tijdens de vakantie in eigen land
of als onderdeel van een dagtocht. Jongeren
tussen de 18 en 24 jaar zijn iets minder geïn
teresseerd in geschiedenis (41%); zij bezoe
ken oorlogslocaties meestal in groepsver
band met school of bedrijf.
Bijna driekwart van de ruim drieduizend
ondervraagden vindt het geen probleem om
te betalen voor een bezoek aan een plek die
herinnert aan de Tweede Wereldoorlog; 24
procent heeft daar moeite mee.
-56-
Jij en allen van jouw soort hebben nog het merkwaar
dige idee, datje bepaalde dingen op de hogere scholen
of universiteit moet leren. Levenservaring, zoals ik die
heb opgedaan, missen jullie omdat je stuk voor stuk
papkinderen bent. Dat ik niet op een hogere school ben
geweest, hgt niet aan m'n hersens. Ik ben in het stro
geboren, jij waarschijnlijk in het pronkbed tussen de
witte lakens. Jou hebben ze vol kennis gestopt, je her
sens zitten vol met denkbeelden en waarheden die
anderen voor jou hebben ontwikkeld. Jij bent een
wetenschapsman of hoe dat ook mag heten. Jij bent een
kerel die het zal maken. Je hebt zeker een mooie vrouw
die snort als een kat, die voor jou lekkere dingen klaar
maakt en waarmee je samen door het leven gaat. Je
woont in een villa met een grote tuin en je kunt ande
ren laten doen wat jij wilt.
Bij mij is dat allemaal even anders gegaan. Niet omdat
ik dat heb gewild of er ook maar iets aan kon doen. Ik
ben geboren in een grote stad, in een woonwagen op
het kennisterrein. M'n moeder, die ik maar tot mijn
kinderjaren heb gekend, werkte als kaartjesverkoop
ster in een draaimolen. Wie m'n vader is, daar ben ik
nooit achter gekomen. Moeder en ik huisden in een
woonwagen die bij de draaimolen hoorde. De baas van
het spul had een gruwelijke hekel aan mij! 'Dat jong
van jou moet ik ook te vreten geven', zei hij altijd en
soms kreeg ik ongenadig van hem op m'n lichaam. Ik
moest als kind altijd helpen bij het opbouwen en afbre
ken van de molen. Het was beulswerk, waarbij ik meer
slaag dan eten kreeg.
Toen ik tien jaar was, stierf moeder. Daarna had ik
helemaal geen leven meer bij de molenbaas. Geld
kreeg ik niet, slapen deed ik bij de paarden. Dat waren
mijn beste vrienden. De kon er mee praten en ze ver
stonden mij. Ja, daar lach jij om hè. Kijk, jij snapt dat
niet, daarvoor ben je nou net te stom. De kan met dieren
praten. Ze begrijpen mij.' Karl is kwaad geworden en
windt zich meer en meer op.
'Als ik op de molen hielp, kreeg ik soms een paar cen
ten fooi en dan moest ik nederig dank u wel meneer,
mevrouw zeggen. Dat waren net zulke kale luizen als
jij. Stinkers die je gewoonweg niet zagen staan. Vuil
nis was je voor hen. Een hoop die je op de mesthoop
gooit. Begrijp je dat ik een hekel had aan dat dank je
wel zeggen? Begrijp je dat ik een hekel had aan lieden
van jouw soort, die me aankeken als een hond die
schurft heeft? Ze waren net als de molenbaas. Alleen
sloegen ze je niet op je falie. Maar ik heb me altijd
afgevraagd wat er erger was, een pak slaag van de
molenbaas of de manier waarop die kale neten je aan
keken. Want weet je, ik heb hier ook een hart dat klopt.
Dat is jammer, je moest een pantser om je lijf hebben,
dan deden de dingen niet zo'n pijn. Maar ik heb een
hart, het klopt net als bij een mens die dik in z'n poen
zit. Alleen gelooft men niet dat zoiets waar is. Het is
echter zo, werkelijk, het is zo. En je hebt er bijzonder
veel last van. Ons soorten mensen behoort geen hart te
hebben. Een instrument in je borst waar de boel op
draait is goed genoeg. Maar je smacht naar een vrien
delijk woord. Die fijne knapen weten dat niet. Ze zijn
van je af door je een fooi in je hand te stoppen. Dat
noemt men liefdadigheid. Om als je barst van de cen
ten, er iets van aan een gesjochte jongen te geven. In
werkelijkheid hebben ze niets gegeven; ze merken het
niet eens. Ze stoppen je wat in je vingers om van je af
te zijn. Dat is nou liefdadigheid in de praktijk. Dat kun
nen jullie je allemaal permitteren. Je geeft van een hoe
veelheid die je eigenlijk zelf niet kent. Besef je eigen
lijk wel wat een goedkoop mannetje je bent?'
Franz heeft zijn pen neergelegd: 'Karl, houd op, je
hebt niet het recht te generaliseren. Je beschuldigt mij
van dingen, waar ik part noch deel aan heb.'
'Ach kerel, met jullie deftigheid zijn jullie toch alle
maal hetzelfde. Als je iemand nodig hebt, ben je aar
dig; anders trap je hem in de hoek. Ergens ben ik gek
dat ik me nog druk maak om jullie. Maar weet je, een
mens heeft vaak behoefte aan een vriendelijk woord.
Vergelijk het maar eens met een hond, die kun je een
trap geven, maar hij komt later kwispelstaartend bij je
terug. Soms voel ik mij net zo'n getrapte hond. Jullie
hebben mij je vriend genoemd. Een vriend is iemand
waarmee je door dik en dun gaat. Maar als ik iets zeg,
lachen juUie, en waarom? Omdat ik Karl-Heinz ben,
een vent die geen moraal heeft. Een schurk die je
vriendschap eigenlijk niet waard is.
Jullie zeggen: Natuurlijk deugt die kerel niet, maar hij
is een mens die er eigenlijk niets aan kan doen dat hij
zo is. Daar moetje begrip voor opbrengen en hem een
beetje opvangen, dan is hij nog wel wat in goede banen
te leiden. Ja, dat zeggen jullie. Dat is nou de liefdadig
heid waarover ik het had. Daar moet ik nou net niks
van hebben. De spuug op jullie liefdadigheid. Dat is
gemaakte liefde, soms nog erger dan de molenbaas die
mij van dik hout zaagt men planken gaf.
Maar ik heb met hem de rekening vereffend. De laatste
dag dat ik bij hem was heb ik het hem betaald gezet wat
hij mij en moeder altijd had aangedaan. We waren de
molen aan het afbreken. Toen vond ik een mark. De
kerel zag dat en ik moest hem afgeven omdat de mark
mij niet toekwam. Gevonden voorwerpen behoor je
aan de eigenaar terug te geven. Hij pakte mij het geld
stuk af, wat niet zo gemakkelijk ging. De had een mark,
een rijkdom die ik nog nooit had gekend. Toen kwak
te hij me tegen een tentpaal, zo hard dat m'n hersens
kraakten. Wel een uur heb ik toen als een vod op de
grond gelegen. Toen heb ik besloten om het niet langer
te nemen. Ik was voor m'n leeftijd geweldig sterk en
toen hij 's avonds kwam kijken of de paarden goed
waren verzorgd, stond ik hem in het donker op te
wachten met een ijzeren staaf Ik heb hem daarmee z'n
hersens ingeslagen. Van toen af heeft deze jongen
geleerd lak aan liefdadigheid te hebben. Je moet hard
zijn. Alles wat voor je leomt, loop je tegen de grond.
Wie vriendelijk is, wil beter van je worden, en wat
erger is, je hebt de kans dat je er intrapt en dan is het te
laat. Alleen ik, dat is belangrijk, de rest kan mij niks
schelen. Jullie meent koppie koppie te hebben. Zie
maar dat je jezelf hier uitredt. Op mij hoeven jullie niet
meer te rekenen. Ik pas op mezelf, jullie gaan hier naar
de haaien.'
Franz en Franck kijken elkaar aan. Nog nooit hebben
ze Karl zo te keer horen gaan. Hij is woedend en het is
raadzaam hem niet nog meer op te winden, want als het
helemaal uit de hand loopt en Karl zijn vuisten gaat
gebruiken, zal het gevaarlijk zijn. Hij bezit de kracht
van een oerdier. Franck piekert er over om Karl weer
op andere gedachten te brengen. Hij voelt in z'n zak
ken en zegt met een verongelijkt gezicht: 'Verdraaid,
ik heb niets meer te roken.'
Opvallend zoekt hij nog eens, klopt op z'n zakken:
'Nee, ik ben er door, alles is op. Hoe zit jij met je roker
tjes Franz?'
'Nou, erg zuinig.'
'Karl, kun jij me aan een sigaret helpen?'
Karl zit met een van woede vertrokleen gezicht in een
hoek van de bunker.
'Ik heb je net gezegd dat je naar de maan kunt lopen.
Ik heb genoeg, maar van mij krijg je geen moer.'
'O, da's niet veel!'
'Zullen we er één delen, dan hebben we allebei wat',
stelt Franz voor.
(wordt vervolgd)