Jongerenreis door Israël maakt diepe indruk... Oorlog 4eeft' bij toeristen Kruistocht Maar Leningrad Gesprek met overlevende terroristische aanslag EIIAIIElBI-tllEUWS Organist Herman van Vliet geeft concert in St. Catharijnekerk PV De Reisduif Sommelsdijic EiiAnDEn-niEuws VERVOLGVERHAAL Het Zeeuwse volk schonk een unieke kinderwagen Lezers van weten het BETER. Zestig jaar herdenking Market Garden en Bevrijding •3fa.ic[a.-<rilogie deel 1 JOH. G. VEENHOF PAGINA 5 DINSDAG 20 JULI 2004 In februari van dit jaar stond in liet Eilanden Nieuws een aankondiging dat ds. C.G. Kant, predikant van de Gereformeerde Kerken van Stellen- dam en Ouddorp een jongerenreis door Israël zou gaan ondernemen. Die reis is inmiddels achter de rug en van zijn belevenissen doet de predi kant verslag in Eilanden Nieuws: "Samen met Ron Beitier van Christenen voor Israël heb ik een week lang met 48 jon geren door Israël getrokken. Een reis die heel bijzondere indrukken bij de jongeren heeft achtergelaten. Van ons eiland zijn er drie jongeren meegegaan: Matthijs Guijt uit Nieuw Tonge, Annemarie van den Bos uit Sommelsdijk en Gertjan Kant uit Ouddoip. Veel jongeren vonden het op zich al een belevenis om op de plekjes te zijn waar Jezus ook was, zoals op het meer van Gali- lea, in Kapemaüm, op de Olijfberg en in Jeruzalem. Tijdens een rondrit over de Golan-hoogvlak- te zaigen we de berg Hermon en de grens met Syrië en Libanon. Een voettocht door de prachtige natuur bracht ons bij de bronnen van de Jordaan, waar het water met een enorm gedreun uit de voet van het Hermon- gebergte stroomt. Terroristische aanslag De stad Jeruzalem was een belevenis op zich. We hadden er een ontmoeting met zes Israëliërs die een Palestijnse terroristische aanslag hadden overleefd. De jongeren wer den in zes groepen verdeeld en aan een tafel tje konden ze met een overlevende in gesprek. Een jonge vrouw vertelde dat ze bijna een jaar in het ziekenhuis is geweest, terwijl ze thuis een kind van 11 jaar had. Een jonge man vertelde hoe hij in een bus zat en de dader zichzelf opblies op nog geen 6 meter van hem vandaan. Hij raakte door de explosie meteen buiten bewustzijn. Enkele minuten later werd hij wakker temidden van een smeulende puinhoop en temidden van afgerukte voeten, handen en zelfs het hoofd je van een baby. De bus bleek in tweeën te zijn gescheurd en door de puinhopen wor stelde hij zich naar buiten om aan de hulp verleners te laten merken dat zijn lichaam nog in leven was. Zeven maanden duurde zijn revalidatie en samen met lotgenoten zijn ze naar Engeland geweest om het vertrou wen in het leven weer terug te krijgen. Nu durft hij in Jeruzalem weer dagelijks in een bus te zitten, maar hij gaat wel bij de ingang zitten. Als hij een bepaalde passagier dan niet vertrouwt kan hij meteen wegrennen. De stichting 'Hineni' die deze overlevenden begeleidt wordt door Christenen voor Israël ondersteund. Ook hebben we de gaarkeu kens van rabbijn Abraham Israels bezocht. Deze rabbijn geeft dagelijks zo'n 8000 gra tis maaltijden aan mensen die door de intifa da en de daarbij komende recessie en werke loosheid zelf niet voldoende voedsel kunnen betalen. In Israël leven door de Palestijnse aanslagen en het weggevallen toerisme hon derdduizenden mensen beneden de armoede grens. Bij velen is gas, licht en water afge sloten en de bijstandsuitkering is te laag. De jongeren hebben een ochtend meegeholpen met het klaarmaken van de maaltijden en met het opscheppen van rijst, aardappelen en kip op bordjes en schaaltjes, terwijl buiten al een rij van meer dan 100 meter wachtenden stond. Tussen de middag hebben we zelf ms- sen de armen ons bordje leeggegeten. Het was indrukwekkend en ook goed om dit zo eens mee te maken en in de praktijk te zien wat aanslagen teweegbrengen. Ook deze gaarkeukens worden door Christenen voor Israël financieel ondersteund. Op zondag hebben we een Engelstalige kerkdienst meegemaakt in de Christ- Church. Een mooie dienst met Kathoheke, Protestantse en ook Evangelische onderde len in één liturgie. Die middag hadden we een ontmoeting met een Palestijn, die als drugsverslaafde is opgevangen en tot geloof in Jezus is gekomen. Door die bekering ont dekte hij dat hij zijn haat jegens de Joden is kwijtgeraakt. Nu is hij actief in Jeruzalem De klaagmuur was hel hoogtepunt bij het bezoek aan Jeruzalem. als evangelist onder Palestijnen in de oude stad. Een groot aantal jongeren vond het bezoeken van de Klaagmuur een hoogtepunt in Jeruzalem. We hebben nog veel meer gezien en veel tochten en wandelingen gemaakt. Wat te denken van een wandeling bij meer dan 40° in de woestijn van Judea tussen rotskloven en watervallen, en van heerlijk drijven in de Dode Zee? We hebben met deze jongeren tijdens de reis enkele mooie bijbelstudies gedaan en we mochten ze goede achter grondinformatie meegeven over onze ver bondenheid met Israël en het Joodse volk. Deze 48 jongeren, waarvan er 12 uit het bui tenland, en van uiteenlopende kerkelijke achtergrond, hebben veel plezier gehad en ze zijn met onvergetelijke ervaringen en indrukken weer naar huis gegaan. De mees ten willen volgend jaar weer terug. Waar schijnlijk organiseren we D.V. volgend jaar weer een jongerenreis naar Israël". Op maandagavond 26 juli vindt in de serie zomerconcerten het vierde orgelconcert plaats in de St. Catharij nekerk, te Brielle. Het thema van deze avond is "Aus der Tiefe-In der Höhe". De organist Herman van Vliet zal onder andere werken spelen van Bach, Bartholdy en Guilmant. Herman van Vliet (1941) ontving zijn eerste orgellessen van zijn onderwijzer op school en vervolgens van Wim van der Panne. Hij studeerde aan het Utrechts Conservatorium bij Stoffel van Viegen, Cor Kee, Willem Mudde en Herman Strategier en behaalde in 1965 het einddiploma solospel orgel. Daarna volgde Van Vliet, met name voor de grote romantische werken, verschillende keren een interpretatiecursus bij zowel Peike Asma als Jean Guillou. Het koraalspel ligt hem na aan het hart, zowel in creatieve als uitvoerende zin. Her man van Vliet hield een warm pleidooi voor Charles-Marie Widor, wiens tien orgelsym- fonieën hij in 1983 en in 1987 uitvoerde op de grote Nederlandse orgels in de cyclus 'Widoriade'. Dit groeide uit tot een project met de integrale opname van deze werken op CD, uitgevoerd op bekende Cavaillé-Coll orgels in Frankrijk. Als hommage aan Feike Asma speelde hij in 1992 op één dag in tien concerten diens gehele uitgegeven orgeloeuvre op het orgel Het leven van Juliana Door dr. Pieter Vis 30aprill910 't Is 30 april, een vrolijke dag, Zie, huis aan huis wappert de Neêrlandse vlag; De schooljeugd heeft vrij en juicht ook het meest, Maar wie viert vandaag wel heerlijk feest? 'Daarginds in 't paleis, is een moedertje blij, Zij juicht er in stilte nog luider dan wij In 't paleis, onbewust nog van hulde en gezag. Daar lacht een jong kind haar onschuldige lach. S.H.H. Adelaar-Uo Na Juliana's geboorte werden vanuit het hele land, en van onze voormalige rijksdelen overzee, vele geschenken aan het paleis Lan ge Voorhout afgegeven. Een heel bijzondere actie was die van de 'Vrouwen van Provin cie Zeeland"Zij gaven een opdracht aan de kinderwagenfabriek Van Delft in Tilburg om een originele kinderwagen te maken. Dit bijna 200 kilo zware geschenk werd aan moeder Wilhelmina onder grote belangstel ling van de groep Zeeuwse Vrouwen plech tig in de maand mei als cadeau aangeboden met het volgende versje dat destijds in de pers werd gepubliceerd; de muziek was van Willem Andriessen (1887-1964), de tekst was van een zekere J.C. Wijk. Het wiegje stond ledig te wachten. Veel jaren zijn troostloos vergaan. Jong-vrouwtje bedwong hare klachten, Wanneer zij in droeve gedachten Gebogen bij 't wiegje bleef staan. Zoals het volk Juultje leerde kennen. Nu heeft ze met innig verblijen Haar kindeke welkom gekust, En schikt ze de donzige spreien Wanneer ze haar kindje hoort schreien. Jong-moedertjes hart klopt gerust. Een danklied rijst boven de daken, En 't jubelt langs gracht en langs straat: Wil ooit aan dat kindje iemand raken, Dan zullen wij allen bewaken. De plek waar het wiegje nu .itaat. Wilhelmina gebruikte dit Zeeuwse geschenk destijds alleen bij bijzondere gele genheden zodat Prinses Juliana af en toe als zuigeling toch in deze kostbare wieg heeft Doornik, 17 juli; gelost: 7.45 uur; deelne mers: 14; duiven 466; weer: zuidwest. J.K. Hoekman 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16,17, 19, 24, 26, 28, 29, 35, 36, 39, 40, 45, 75, 76, 84; P. v.d. Boogert 4, 18, 34, 44, 55, 56, 61, 62, 65, 87, 88, 89, 92, 100, 101, 102, 107, 111, 112; M.A. van Nimwe- gen 7, 25, 41, 46, 48, 68, 69, 71, 72, 80, 90; J. de Blok 15, 81; A. v.d. Linde 20, 22, 60, 63, 66, 91, 99, 108, 113, 114. P. van Moert 21, 27, 37, 42, 70, 82, 115, 116; Appel Vis van Heemst 23, 3147,50,53,54,59,67,79, 85, 86, 94,95, 96, 97, 103, 104, 105, 110; D. Maliepaard 30, 32, 38, 64, 77, 78, 93, 106; A. van Alphen 33, 43, 58, 98, 117; C. Looy 49, 51, 52; P. de Jong 57; Comb. v.d. sluys 73;C. Kleijnjr.74, 83, 109. van de Evangelisch Lutherse kerk te Den Haag. Herman van Vliet heeft een goede reputatie als concertorganist en geeft jaarlijks vele concerten in Nederland. Ook concerteerde hij in het buitenland, zoals Duitsland, Frank rijk, Zwitserland, Oostenrijk, Canada en de Verenigde Staten. Hij was organist te Bodegraven, Oudewater, Woerden en vanaf 1990 van de St. Joriskerk te Amersfoort. Wegens zijn verdiensten voor de Franse orgelkunst werd Herman van Vliet onder scheiden door de Société Académique 'Arts, Sciences, Lettres' te Parijs met drie medail les; brons in 1983, zilver in 1991 en verguld in 1998. Hij werd benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau in 2001. Het orgelconcert begint om 20.15 uur en de toegangsprijs bedraagt 5 euro, inclusief kof fie. Voorafgaand aan dit orgelconcert vindt er om 19.00 uur een beiaardconcert plaats. Het beiaardconcert kunt u beluisteren op de luisterplaats bij het Merulahuis. Argenton, 17 juli; gelost: 6.50 uur; deel nemers: 8; duiven 86; weer: zuidwest. J.K. Hoekman 1,3,5, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 17, 20, 21; C. Kleijn jr. 2,7, 18; P. van Moort 4, 11; M.A. van Nimwegen 6, 16, 19, 22; J. de Blok 15. gelegen. Het ware pronkstuk was geheel belegd met ivoor, de binnenkant was gevoerd met wit satijn en de kap was uitge voerd in wit chroomieder omgeven met echt kant. De metalen delen waren met uitzondering van het onderstel, zwaar verzilverd. De bei de zijkanten van de wagen waren versierd met drie dimensionale kroontjes, terwijl op het hoofdeinde het wapen van Zeeland was aangebracht. Oorspronkelijk had deze bijzondere kinder wagen ook een baldakijn van handgekloste Zeeuws kant, maar die is in de loop der tij den spoorloos verdwenen. Na verscheidene jaren van intensief gebruik verdween de wagen naar de zolder van paleis Het Loo. Daar stond het prachtig kunstwerk onopgemerkt tot het voorjaar van 1994 totdat mevrouw Van Noort deze kin derwagen in 1993 aantrof tijdens haar bezoek aan Paleis Het Loo in Apeldoorn. De opgetogen directrice van het Kinderwagen- museum in Nieuwolda (Oost-Groningen) vertelde 'Het was voor ons een absolute klapper'. Zij was zeer verheugd dat tijdens de tentoonstelling in Nieuwolda van 30 april tot juli 1994, deze kinderwagen in bruikleen aan duizenden belangstellenden mocht worden getoond. Het was ook voor het eerst dat de koninklijke familie deze oude kinderwagen van prinses Juliana op deze wijze had uitgeleend. De kinderwagen is nu weer opgeslagen in het koninklijk huis archief te 's-Graven- hage. Of zou de kleine Amalia, het eerste kind van kroonprins Willem-Alexander en van prinses Maxima - en tevens de achterkleindochter van onze voormalige vorstin Juliana - daar nu vorstelijk in sla pen? j Het Prinsesje. Maandblad voor meisjes en jongens, nr. 1 - Ie Jrg. 8 mei 1909. Over twee maanden is het 60 jaar geleden dat operatie Market Garden (de Slag bij Arnhem) plaatsvond en in mei 2005 viert Nederland 60 jaar bevrijding. Beide historische momenten zullen worden omgeven door tal van herdenkingsevenemen ten en -activiteiten. Dat betekent veel extra drukte op militaire erebegraafplaatsen, in voormalige concen tratiekampen en in de WOII-musea. Niet alleen komen er duizenden Canadezen en Engelsen, ook veel Nederlanders zijn nog steeds op zoek naar 'oorlogssporen'. Uit respect of uit historische belangstelling. In Frankrijk en België trekken jaarlijks vele (buitenlandse) toeristen naar locaties die een rol hebben gespeeld in de militaire geschie denis, voornamelijk de Tweede en Eerste Wereldoorlog. De term 'battlefield tourism" staat allang in de officiële woordenboeken. Ook WOII-toerisme wordt wel gebruikt. Maar ook Nederland kent een groot aantal oorlogsmonumenten waar jaarlijks niet alleen buitenlandse maar ook veel binnen landse bezoekers naar toe gaan. De best bezochte locaties die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog zijn de diverse musea en voormaUge concentratiekampen, zo blijkt uit nieuw onderzoek naar de interesse in het thema 'Oorlogssporen' van het Nederlands Bureau voor Toerisme Congressen (NBTC). En die belangstelling is al groot: 85 procent van alle Nederlanders heeft weleens een oor logslocatie bezocht. Uitgesplitst betekent dat dat zes van de tien ondervraagde mensen wel eens zo'n (herdenkings- of oorlogs)- museum, een militaire begraafplaats of een concentratiekamp gaat. Ruim de helft (56%) heeft daarnaast ook een of meer keren een oorlogsmonument (bij voorbeeld met dodenherdenking op 4 mei) bezocht. Men sen van 65 jaar en ouder gaan overigens vaker naar dit soort oorlogslocaties. Jonge ren trekken massaal naar de bevrijdingsfesti vals. "Ongeveer de helft van al die battlefield- toeristen bezoekt die plaatsen vanuit een belangstelling voor geschiedenis, erfgoed en musea. Zo'n 48 procent van alle geën quêteerden bezoekt deze plaatsen om respect te betuigen aan slachtoffers en bevrijders van de Tweede Wereldoorlog", aldus Rien van den Anker van het NBTC. Ongeveer 46 procent van de mensen die wel eens een oorlogslocatie bezoeken, doet dit als een uitje tijdens de vakantie in eigen land of als onderdeel van een dagtocht. Jongeren tussen de 18 en 24 jaar zijn iets minder geïn teresseerd in geschiedenis (41%); zij bezoe ken oorlogslocaties meestal in groepsver band met school of bedrijf. Bijna driekwart van de ruim drieduizend ondervraagden vindt het geen probleem om te betalen voor een bezoek aan een plek die herinnert aan de Tweede Wereldoorlog; 24 procent heeft daar moeite mee. -56- Jij en allen van jouw soort hebben nog het merkwaar dige idee, datje bepaalde dingen op de hogere scholen of universiteit moet leren. Levenservaring, zoals ik die heb opgedaan, missen jullie omdat je stuk voor stuk papkinderen bent. Dat ik niet op een hogere school ben geweest, hgt niet aan m'n hersens. Ik ben in het stro geboren, jij waarschijnlijk in het pronkbed tussen de witte lakens. Jou hebben ze vol kennis gestopt, je her sens zitten vol met denkbeelden en waarheden die anderen voor jou hebben ontwikkeld. Jij bent een wetenschapsman of hoe dat ook mag heten. Jij bent een kerel die het zal maken. Je hebt zeker een mooie vrouw die snort als een kat, die voor jou lekkere dingen klaar maakt en waarmee je samen door het leven gaat. Je woont in een villa met een grote tuin en je kunt ande ren laten doen wat jij wilt. Bij mij is dat allemaal even anders gegaan. Niet omdat ik dat heb gewild of er ook maar iets aan kon doen. Ik ben geboren in een grote stad, in een woonwagen op het kennisterrein. M'n moeder, die ik maar tot mijn kinderjaren heb gekend, werkte als kaartjesverkoop ster in een draaimolen. Wie m'n vader is, daar ben ik nooit achter gekomen. Moeder en ik huisden in een woonwagen die bij de draaimolen hoorde. De baas van het spul had een gruwelijke hekel aan mij! 'Dat jong van jou moet ik ook te vreten geven', zei hij altijd en soms kreeg ik ongenadig van hem op m'n lichaam. Ik moest als kind altijd helpen bij het opbouwen en afbre ken van de molen. Het was beulswerk, waarbij ik meer slaag dan eten kreeg. Toen ik tien jaar was, stierf moeder. Daarna had ik helemaal geen leven meer bij de molenbaas. Geld kreeg ik niet, slapen deed ik bij de paarden. Dat waren mijn beste vrienden. De kon er mee praten en ze ver stonden mij. Ja, daar lach jij om hè. Kijk, jij snapt dat niet, daarvoor ben je nou net te stom. De kan met dieren praten. Ze begrijpen mij.' Karl is kwaad geworden en windt zich meer en meer op. 'Als ik op de molen hielp, kreeg ik soms een paar cen ten fooi en dan moest ik nederig dank u wel meneer, mevrouw zeggen. Dat waren net zulke kale luizen als jij. Stinkers die je gewoonweg niet zagen staan. Vuil nis was je voor hen. Een hoop die je op de mesthoop gooit. Begrijp je dat ik een hekel had aan dat dank je wel zeggen? Begrijp je dat ik een hekel had aan lieden van jouw soort, die me aankeken als een hond die schurft heeft? Ze waren net als de molenbaas. Alleen sloegen ze je niet op je falie. Maar ik heb me altijd afgevraagd wat er erger was, een pak slaag van de molenbaas of de manier waarop die kale neten je aan keken. Want weet je, ik heb hier ook een hart dat klopt. Dat is jammer, je moest een pantser om je lijf hebben, dan deden de dingen niet zo'n pijn. Maar ik heb een hart, het klopt net als bij een mens die dik in z'n poen zit. Alleen gelooft men niet dat zoiets waar is. Het is echter zo, werkelijk, het is zo. En je hebt er bijzonder veel last van. Ons soorten mensen behoort geen hart te hebben. Een instrument in je borst waar de boel op draait is goed genoeg. Maar je smacht naar een vrien delijk woord. Die fijne knapen weten dat niet. Ze zijn van je af door je een fooi in je hand te stoppen. Dat noemt men liefdadigheid. Om als je barst van de cen ten, er iets van aan een gesjochte jongen te geven. In werkelijkheid hebben ze niets gegeven; ze merken het niet eens. Ze stoppen je wat in je vingers om van je af te zijn. Dat is nou liefdadigheid in de praktijk. Dat kun nen jullie je allemaal permitteren. Je geeft van een hoe veelheid die je eigenlijk zelf niet kent. Besef je eigen lijk wel wat een goedkoop mannetje je bent?' Franz heeft zijn pen neergelegd: 'Karl, houd op, je hebt niet het recht te generaliseren. Je beschuldigt mij van dingen, waar ik part noch deel aan heb.' 'Ach kerel, met jullie deftigheid zijn jullie toch alle maal hetzelfde. Als je iemand nodig hebt, ben je aar dig; anders trap je hem in de hoek. Ergens ben ik gek dat ik me nog druk maak om jullie. Maar weet je, een mens heeft vaak behoefte aan een vriendelijk woord. Vergelijk het maar eens met een hond, die kun je een trap geven, maar hij komt later kwispelstaartend bij je terug. Soms voel ik mij net zo'n getrapte hond. Jullie hebben mij je vriend genoemd. Een vriend is iemand waarmee je door dik en dun gaat. Maar als ik iets zeg, lachen juUie, en waarom? Omdat ik Karl-Heinz ben, een vent die geen moraal heeft. Een schurk die je vriendschap eigenlijk niet waard is. Jullie zeggen: Natuurlijk deugt die kerel niet, maar hij is een mens die er eigenlijk niets aan kan doen dat hij zo is. Daar moetje begrip voor opbrengen en hem een beetje opvangen, dan is hij nog wel wat in goede banen te leiden. Ja, dat zeggen jullie. Dat is nou de liefdadig heid waarover ik het had. Daar moet ik nou net niks van hebben. De spuug op jullie liefdadigheid. Dat is gemaakte liefde, soms nog erger dan de molenbaas die mij van dik hout zaagt men planken gaf. Maar ik heb met hem de rekening vereffend. De laatste dag dat ik bij hem was heb ik het hem betaald gezet wat hij mij en moeder altijd had aangedaan. We waren de molen aan het afbreken. Toen vond ik een mark. De kerel zag dat en ik moest hem afgeven omdat de mark mij niet toekwam. Gevonden voorwerpen behoor je aan de eigenaar terug te geven. Hij pakte mij het geld stuk af, wat niet zo gemakkelijk ging. De had een mark, een rijkdom die ik nog nooit had gekend. Toen kwak te hij me tegen een tentpaal, zo hard dat m'n hersens kraakten. Wel een uur heb ik toen als een vod op de grond gelegen. Toen heb ik besloten om het niet langer te nemen. Ik was voor m'n leeftijd geweldig sterk en toen hij 's avonds kwam kijken of de paarden goed waren verzorgd, stond ik hem in het donker op te wachten met een ijzeren staaf Ik heb hem daarmee z'n hersens ingeslagen. Van toen af heeft deze jongen geleerd lak aan liefdadigheid te hebben. Je moet hard zijn. Alles wat voor je leomt, loop je tegen de grond. Wie vriendelijk is, wil beter van je worden, en wat erger is, je hebt de kans dat je er intrapt en dan is het te laat. Alleen ik, dat is belangrijk, de rest kan mij niks schelen. Jullie meent koppie koppie te hebben. Zie maar dat je jezelf hier uitredt. Op mij hoeven jullie niet meer te rekenen. Ik pas op mezelf, jullie gaan hier naar de haaien.' Franz en Franck kijken elkaar aan. Nog nooit hebben ze Karl zo te keer horen gaan. Hij is woedend en het is raadzaam hem niet nog meer op te winden, want als het helemaal uit de hand loopt en Karl zijn vuisten gaat gebruiken, zal het gevaarlijk zijn. Hij bezit de kracht van een oerdier. Franck piekert er over om Karl weer op andere gedachten te brengen. Hij voelt in z'n zak ken en zegt met een verongelijkt gezicht: 'Verdraaid, ik heb niets meer te roken.' Opvallend zoekt hij nog eens, klopt op z'n zakken: 'Nee, ik ben er door, alles is op. Hoe zit jij met je roker tjes Franz?' 'Nou, erg zuinig.' 'Karl, kun jij me aan een sigaret helpen?' Karl zit met een van woede vertrokleen gezicht in een hoek van de bunker. 'Ik heb je net gezegd dat je naar de maan kunt lopen. Ik heb genoeg, maar van mij krijg je geen moer.' 'O, da's niet veel!' 'Zullen we er één delen, dan hebben we allebei wat', stelt Franz voor. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2004 | | pagina 5