Aanvankelijk weinig enthousiamse
Noodweer brengt veel werk
voor KNRM boten
EiyyriDBi-niEuws
Zieke zeehond gered
m mm
PAGINA4
DINSDAG 20 JULI 2004
Een brugdeel wordt op de plaats gevaren
tijdens de bouw van de Haringvlietbrug.
p* ,:,/iiV/"V''';''''"'::-i'^ tijdens de bouw van de Haringvlietbrug.
Flakkee al 40 jaar uit
zijn isolement...!
Op 20 juli 1964 - nu 40 jaar geleden
werd de Haringvlietbrug geopend.
Het eiland Goeree-Overflakkee kreeg
daarmee zijn eerste vaste oeverver
binding. Bij de gemeente Middelhar-
nis is het archief van NV Brugverbin-
ding Haringvliet ondergebracht. Ik
ben even in dit archief gedoken en wil
in het kort ingaan op de ontstaansge
schiedenis van de brug. Over de brug
is vanzelfsprekend nog veel meer te
vertellen, maar dat is een studie op
zich.
Door: Jan Both - gemeentearchivaris
De eerste plannen
De eerste regels van het Flakkeese volkslied,
geschreven door M. van Immerzeel, gaan als
volgt;
Flakkee is een eiland en 't waeter is breed
Wie d'r weunt kan daer overpraete
Jae 't is ongelokkig mar zonder de bóót
Kanj' ons eiland onmeuglijk verlaete
Door de eeuwen heen waren de eilandbewo
ners aangewezen op boten om aan 'de over
kant' te geraken. Omdat de meeste dorpen
op het eiland over een haven beschikten, was
dit lange tijd eerder een pré als een nadeel. In
de negentiende eeuw kwamen stoomboten in
de vaart, die niet meer afhankelijk waren van
de wind en geregelde diensten onderhielden.
Ook voeren beurtschippers op Dordrecht en
Rotterdam.
Tramverbinding
In 1909 kwam de Rotterdamsche Tramweg
Maatschappij op het eiland met een tramver
binding en enkele veerverbindingen (Oolt-
gensplaat en Middelhamis-Havenhoofd).
Van een isolement was geen sprake, tenmin
ste zo voelde men dat niet. Maar in de eerste
decennia van de twintigste eeuw veranderde
er veel op het gebied van verkeer en vervoer.
De automobiel deed z'n intrede, waarna het
provinciale wegennet al snel werd uitge
breid. Met name het vervoer per as zou een
enorme vlucht gaan nemen.
In het begin van de jaren '20 werd er voor
het eerst serieus nagedacht over een eventu
ele vaste oeververbinding met 'de overkant'.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rotterdam stelde destijds een uitge
breid onderzoek in naar de veerverbindingen
van het eiland en kwam daarbij tot de con
clusie, dat zij dringend verbetering behoef
den. Op 2 juli 1929 werd door de Minister
van Waterstaat een commissie ingesteld die
moest gaan onderzoeken welke maatregelen
er nodig zouden zijn om het verkeer tussen
de eilanden in de delta zo goed mogelijk op
elkaar af te stemmen. De commissie wilde
echter niet goed op gang komen. De ener
gieke oud-burgemeester van Middelhamis,
Ulbo J. Mijs, verwachtte sowieso weinig van
het Rijk en drong er bij de gemeenten op
Goeree-Oveflakkee op aan zelf het heft in
handen te nemen. In een bijeenkomst in
Hotel Zaaijer te Middelhamis trachtte hij
belangstelling te wekken bij de Flakkeese
bestuurders, ondernemers en burgers. Op
groot enthousiasme hoefde hij niet te reke
nen. Helemaal alleen stond liij echter niet.
Enkele enthousiastelingen schaarden zich
achter hem, waaronder de Melissantse land
bouwer P.D. Sieling.
In die tijd werden ook andere alternatieven
aangedragen om het eiland uit zijn isolement
te verlossen. Zo is getracht om in Middel-
hamis-Sommelsdijk een vliegveld van de
grond te krijgen. Ook ontstond er de idee om
een kabelbaan over het Haringvliet te span
nen; dat was aanmerkelijk goedkoper dan
een brug, maar deze kabelbaan zou de toene
mende verkeersdrukte niet op kunnen van
gen.
In 1934 becijferde een Dordts constructiebe
drijf, dat een brug ongeveer f 6.000.000,-
zou gaan kosten. Intussen groeide het aantal
enkelingen, zodat op 5 november 1936 de
vereniging 'Brugcomité voor Goeree-Over
flakkee' kon worden opgericht, met als
voorzitter de inmiddels 73-jarige Ulbo J.
Mijs.
Gemeentelijk gedelegeerde
In de statuten van de vereniging was opge
nomen, dat de besturen van alle gemeenten
op het eiland een gedelegeerde mochten
benoemen, die hen op de algemene vergade
ringen van de vereniging vertegenwoordig
den en die gerechtigd zouden zijn aan de
besprekingen deel te nemen en voorstellen te
doen. Lang niet alle gemeenten traden toe,
en er werden in de verschillende gemeente
raden uitvoerige discussies gevoerd tussen
voor- en tegenstanders. Ook de vroegere
gemeente van oud-burgemeester Mijs, Mid
delhamis, trad niet toe, daar de meerderheid
van de raad er geen verwachtingen van had.
Andere tegenargumenten waren; de verdere
ontheiliging van de zondag, de verdere
onderdrukking van de plaatselijke midden
stand, de verdere achteraitgang van het
schippersbedrijf en de kosten van de contri
butie, die men zelf kon bepalen op een
bedrag van 5,-tot 25,-.
Veel raadsleden waren ervan overtuigd, dat
voor een bevolking van 30.000 zielen een
brag niet nodig was. Voorstanders conclu
deerden, dat als deze plannen niet zouden
slagen, dan had de te voeren actie vermoede-
Ujk toch wel tot resultaat dat de veerverbin
dingen verbeterd zouden worden. Het brag-
comité kwam met uitgewerkte plannen,
maar door het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog belandden deze in de ijskast.
Flakkeese Gemeenschap
Kort na de bevrijding werd de Stichting de
Flakkeese Gemeenschap opgericht, een
samenwerkingverband tussen verschillende
bestuursorganen en instanties op het eiland.
Zo bestonden er toen nog dertien afzonder
lijke gemeenten. In die tijd stond het eiland
Voor verschillende problemen en grote
vraagstukken, zoals het herstel van de oor
logsschade, de snel groeiende werkloosheid,
de gebrekkige veerverbindingen. Bovenaan
het verlanglijstje stond een brag.
De Flakkeese Gemeenschap begon voortva
rend en wist hoogwaardigheidsbekleders,
zoals de Minister-President, uit te nodigen
om het eiland te bezoeken en de noden en
wensen duidelijk te maken. Kortom, er werd
flink aan de weg getimmerd. De heer P.D.
Sieling was en bleef één van de belangrijkste
pleitbezorgers van een bragverbinding. Ook
de Provincie Zuid-Holland zou een belang
rijke rol gaan spelen. In opdracht van gede
puteerde staten werd in 1947 een commissie
in het leven geroepen om een onderzoek te
verrichten naar een vaste oeverbinding. In
1952 kwam een uitvoerig rapport uit, dat kan
worden gezien als een uitgewerkt plan com
pleet met financiële onderbouwing, ver
schillende alternatieven en tekeningen. De
brag zou komen te liggen tussen Stad aan 't
Haringvliet en Den Bommel en ging via
Tien Gemeten richting Hoekse Waard. Hier
mee was gelijk het eilandje Tien Gemeten
ontsloten. Het rapport werd enthousiast ont
vangen. De gemeentebesturen op het eiland
besloten een Naamloze Vennootschap op te
richten, die de bragplannen van de Flakkee
se Gemeenschap zou overnemen. Op 7
december 1953 werd de NV Bragverbinding
'Goeree en Overflakkee en Hoekse Waard'
definitief opgericht. Deelnemers waren de
gemeenten op Goeree-Overflakkee en de
gemeenten Zuid-Beijerland en Goudswaard
in verband met de belangen voor Tien
Gemeten.
Deltawerken
In de tussentijd had de Watersnoodramp van
1 febraari 1953 zich voltrokken. De plannen
met betrekking tot een vaste oeververbin
ding waren even naar de achtergrond
gedrongen. Aan de andere kant zorgde de
Ramp ervoor, dat de delta op de politieke
agenda kwam te staan. Niet alleen was er
oog voor veihgheid, op allerlei gebied ging
men zich met de eilanden bemoeien. De Del-
ta-conmiissie was belast met een studie naar
de afdamming van de zeegaten. Ook werd
gekeken naar een goede wijze van het ont
sluiten van de eilanden. Dat Goeree-Over
flakkee ook een brug moest hebben, daar
was een ieder het wel over eens, de vraag
was alleen: waar en waimeer? Al snel kwam
men tot de conclusie, dat de brag anders
moest gaan lopen. Bovendien had de afslui
ting van de zeegaten grotere prioriteit dan
een bragverbinding; veihgheid boven eco
nomie. Maar Goeree-Overflakkee kon niet
langer wachten. Voor de brag zou - binnen
de Deltawerken - een ander tracé worden
ontworpen. De bouw van de brag wilde men
desnoods zelf ter hand nemen. De Naamloze
Vennootschap verzocht dan ook aan het
Rijk; "sta ons toe, dat we zelf een brag bou
wen, zelf financieren en - als de tijd is aan
gebroken, waarop volgens het Deltaplan de
brug aan de beurt komt - neemt het Rijk de
brag tegen boekwaarde van de NV over."
In het nieuwe traject kwam de brag niet meer
via Tien Gemeten te lopen, dus het belang
voor de gemeenten Zuid-Beijerland en
Goudswaard kwam te vervallen. Zij stapten
daarom uit de NV. Toe traden nu de gemeen
ten op Schouwen-Duiveland. In 1965 stond
de Grevelingendam namelijk gepland, als er
dan reeds een vaste oeververbinding tussen
Goeree-Overflakkee en de Hoekse Waard
was gerealiseerd, kon men vanaf Schouwen-
Duiveland via Flakkee richting Randstad rij
den. De NV werd verder versterkt door de
provincies Zuid-Holland en Zeeland. De
naam luidde voortaan; NV Bragverbinding
'Haringvliet'.
Van de Regering kreeg men alle medewer
king en alles kwam in een stroomversnel-
hng. De NV zou zorgdragen voor het beno
digde kapitaal door onderhandse leningen af
te sluiten. Tolgelden zouden aflossingen
hiervan binnen zekere termijn mogelijk
maken. Rijkswaterstaat zou de plannen ont
werpen en toezicht houden op de bouw. Op
7 maart 1961 vond de aanbesteding plaats,
waama de bouw kon gaan beginnen.
Opening
20 Juh 1964 was een grote dag voor Goeree-
Overflakkee; de opening van de Haringvliet-
brag. De openingshandeling werd verricht
door de Minister van Verkeer en Waterstaat
mr. J. van Aartsen. Hij verkocht het eerste
kaartje aan chauffeur Bert van Leent te
Dirksland. De opening verliep niet helemaal
vlekkeloos. Het Algemeen Dagblad kopte;
"Haringvlietbrag ging open - en het werd
chaos". Het was dan ook een drakte van
belang, de toeloop was enorm. In de dorpen
op het eiland werd er op de openingsdag
volop feest gevierd. Vele vlaggen waren uit
gestoken en de plaatselijke muziekkorpsen
droegen met vrolijke klanken luister bij aan
deze voor het eiland zo belangrijke dag.
Minder bekend is het feit dat de brug eigen
lijk tweemaal is geopend. De bouwvakkers,
die bij de bouw van de brug betrokken zijn
geweest, hebben vrijdag 17 juli 1964 juist
vóór hun vakantie de brag officieus onder
elkaar geopend. Het moet nog een heel feest
geweest zijn te Numansdorp.
FLUZI
Naar aanleiding van de ontsluiting van het
eiland door een brug werd van 20 tot 29
augustus in Middelhamis een manifestatie
gehouden onder de titel; Flakkee uit zijn iso
lement (FLUZI). Op deze tentoonstelling
werd een beeld gegeven van het leven en
werken op het eiland. Er was van alles te
zien en te beleven, er traden bekende artie
sten op etc. De tentoonstelling was groots
opgezet en werd een enorm succes. Jaren
later wordt nog steeds gepraat over de FLU
ZI.
Tolheffing
Om de brug te kunnen financieren moest er
vanaf het begin tolgeld worden betaald. Hal-
Her monument bij de Haringvlietbrug.
verwege de brag stonden tolhuisjes waar een
kaartje kon worden gekocht. Over de tol
heffing is heel wat te doen geweest. Regel
matig was er weer een raadslid die pleitte
voor afschaffing van de tol. De kranten
plaatsten dit prompt en de discussie laaide
weer op. Ingezonden stukken volgden etc.
De vreugde waarmee de brag werd geopend
maakte langzaam maar zeker plaats voor
ergernis over de noodzaak om tolgeld te
moeten betalen voor een brag die kennelijk
deel uitmaakte van het Rijkswegenstelsel.
Gevolg was wel, dat de tarieven omlaag gin
gen. Dit kwam overigens niet zozeer vanwe
ge berichten in de pers, maar meer door de
grote stroom passanten, die flink wat geld in
het laatje brachten. Uiteindelijk kon de tol
heffing per 1 oktober 1973 worden beëin
digd. In nog geen tien jaar tijd had de brag
zichzelf terag verdiend.
Overdracht aan het Rijk
Op 1 juli 1975 werd de brag (tolvrij) over
gedragen aan het Rijk. Bij de overdracht aan
Minister van Verkeer en Waterstaat TjWes
terterp kwalificeerde de toenmalige Presi
dent-Commissaris W.M. van der Harst de
brag als "beroemd, beracht, bejubeld en ver
guisd". Beroemd omdat de brag bij de inge-
braikname met een lengte van 1222 meter de
langste van Europa was, gebouwd door par
ticulieren voor een bedrag van 51 miljoen
gulden. Beracht vanwege.de steeds groter
worden verkeersstromen, vooral tijdens de
weekends waardoor soms files ontstonden
tot een lengte van tientallen kilometers.
Bejubeld is de brag om de totstandkoming
als vaste oeververbinding tussen Goeree-
Overflakkee en het vasteland. De tolheffing
is een punt van ergernis geweest, voomame-
lijk voor het beroepsvervoer. De brug werd
dan ook soms wel eens verguisd. Desalniet
temin vormt de brag een mijlpaal in de
geschiedenis van Goeree-Overflakkee,
zeker de wijze van totstandkoming is uniek.
Daar mag het eiland met recht trost op zijn.
Het hevige noodweer van zaterdag 17
juli bracht veel werk voor de KNRM
boten op Goeree. Verschillende boot
jes met opvarenden werden veilig bin
nengebracht.
De reddingboot van Stellendam-buiten, de
Prinses Margriet, werd al om 15.00 uur
opgepiept door de Kustwachtpost van Oud-
dorp voor een visbootje met 2 personen, die
ongeveer 4 mijl noordelijk van de boei MW
11 te kampen kreeg met motorpech. Het
scheepje werd op sleeptouw genomen en
naar de buiteiihaven van Stellendam
gebracht. Daar werd het afgeleverd bij de
trailerhelling in de buitenhaven, vlak naast
de aanlegsteiger van de reddingboot. Het
was daarvandaan ook vertrokken.
De trossen werden net los gegooid van dat
visbootje, toen de hevige onweersbui zich
voordeed en op dat moment kwam de mel
ding binnen van een catamaran, met 2 perso
nen aan boord, in de problemen bij de Hin
der. De reddingboot voer direct weer uit naar
die plek. Het was op dat moment bar en boos
met een zicht van 20 tot 30 meter. De Prin
ses Margriet begeleidde de catamaran naar
het strand van Rockanje en leverde hem daar
af. Op dat moment kwam de volgende mel
ding binnen van de Kustwachtpost Ouddorp.
Een paar mijl van de Oosterboei was een vis
bootje met 3 personen aan boord in de pro
blemen gekomen doordat tijdens het nood
weer een drijvende tros in de schroef was
terecht gekomen. Ook dat bootje werd op
sleeptouw genomen en in de Stellendamse
buitenhaven afgeleverd.
De reddingboot van Stellendam-binnen, de
Willemtje, werd ongeveer 17.45 uur, tijdens
het hoogtepunt van de hevige bui, opgepiept
voor een zeilbootje van 5,60 meter met 3
jongens, 18 16en 15 jaar oud, aanboord. Het
werd gesleept door een visbootje bij de Bie-
ningen, de ingang van het Spui. De jongens,
die erg zomers gekleed waren, hadden het op
dat open bootje flink benauwd en waren
doomat. Zij waren blij dat de reddingboot ze
er afhaalde. Ze werden, omdat ze door en
door koud en nat waren, direct naar Zuidland
gebracht, waar ze vandaan kwamen. De
vader van één van de jongens stond ze daar
op te wachten. De Willemtje voer weer terag
naar het zeilbootje, nam de sleep over van
het visbootje, zette een opstapper over en
bracht ook het scheepje naar Zuidland.
Op weg naar deze actie hadden de opstap
pers een zeilbootje opgemerkt bij de Hoom-
se Hoofden. Het lag daar op de stenen tegen
de dijk aan en was verankerd. Op de terag-
weg naar Stellendam namen ze dit bootje op
sleeptouw en namen het mee naar hun eigen
thuishaven. Op de achtersteven stond de
plaatsnaam Hoek van Holland. Van de eige
naars ontbrak elk spoor en ook werd er nie
mand als vermist opgegeven, zodat we
mogen aannemen dat de opvarenden van
boord zijn gestapt en de dijk op zijn gelopen.
De griend
Op 17 juU, omstreeks 17.15 uur, werd de
bemanning van de reddingboot Griend door
de kustwacht post Ouddorp opgepiept. In de
omgeving van de Hals (Grevelingenmeer)
zat een zeilboot in problemen. Op het
moment van de melding was het windkracht
9 uit het ZW, zeer slecht zicht, onweer,
regen en harde windstoten. Net onderweg
naar de opgegeven positie kwam de melding
dat er meerdere schepen in problemen ver
keerden tussen de Hompelvoet en de Osse-
hoek. In overleg met de kustwacht besloten
om daar eerst naar toe te gaan. Het bergings
bedrijf Okker ging met een van zijn schepen
vanuit Brainisse naar de Hals om aldaar hulp
te verlenen. Ter hoogte van de Ossehoek zat
het zeiljacht Casablanca, met 7 personen aan
boord, aan de grond. Bij de Hompelvoet zat
het jacht Sundancer, met aan boord 2 perso
nen, aan de grond. Dit jacht zat kort bij een
stenen dammetje. Besloten werd dan ook om
eerst de Sundancer naar dieper water te sle
pen. In samenwerking met de RP 179 lukte
dat. De Sundancer is vervolgens op eigen
kracht naar de haven van Port Zélande geva
ren. Vervolgens kwam de melding dat het
zeiljacht Fililustero, met aan boord 2 perso
nen, schade had en door een ander zeilschip
werd gesleept. Aan boord van deze boten
zijn opstappers van de Griend gestapt. Onder
begeleiding van de Lourens Visser, zijnde
een reddingsboot van de Ouddorpse Red
dingsbrigade, zijn deze schepen naar de
haven van Port Zélande gevaren. In samen
werking met de RP 179 heeft de Griend ver
volgens de Casablanca naar dieper water
getrokken. Deze boot kon op eigen kracht
naar Port Zélande varen. De Griend heeft
toen de Fililustero langszij vastgemaakt en
deze de haven van Port Zélande in gesleept.
Na deze actie kwam de melding dat er in de
omgeving van de Middelplaat een zeilboot
op drift was geraakt. Deze boot, de Foxkof
met aan boord 2 personen, is ook naar dieper
water gesleept. Ook deze boot kon op eigen
kracht haar weg vervolgen. Op de teragweg
naar Ouddorp kwam de melding dat er in de
omgeving van de Stampersplaat een omge
slagen zeilboot dreef. Dit bootje, een zgn.
Laser, was aldaar aangetroffen door een
Duits motorschip. Daar er bij de kustwacht
geen melding van vermissing bekend was is
er geen zoekactie op touw gezet en is het
bootje door de Griend meegenomen richting
Ouddorp. Onderweg kwam de melding dat
het bootje afkomstig was uit de haven van
Port Zélande. Het scheepje is aldaar afgele
verd. Omstreeks 22.00 uur stond de Griend
weer in de loods in Ouddorp.
Redding zeehond
Aan de rij van reddingen door de KNRM
van afgelopen weekend kan nog een actie
van de reddingboot Prinses Margriet worden
toegevoegd. Het jacht Zeeduivel kwam zon
dagmiddag met de melding dat er een zieke
zeehond op de Hinderplaat lag. Via de kust
wachtpost Ouddorp werd contact opgeno
men met mensen van de zeehondenopvang
uit Zeeland. Die zijn naar Stellendam geko
men en werden door de reddingboot afgezet
op de Hinderplaat om het dier op te halen.
De twee vrijwilligers van de zeehondenop
vang werden weer afgezet in Stellendam en
brachten het zieke dier naar Pieterburen.
De zieke zeehond werd afgeleverd aan vrijwilligers van de zeehondenopvang van Pieterburen.