Overdenking uit de Heilige Schrift Vlinderexcursie op Hellegatsplaten Krtf/stocftt ftaar LeffHigrad Subsidie Kleine Kernen weer besciiiifbaar Kerii Diriisiand te beziciitigen U zoekt iets special voor uw drukwerk EllfHIDBi-IIIEUWS HET KIJKVENSTER VERVOLGVERHAAL MWT 'MET' HOOFOZaKEN MOO IHOROT GROEN KLEUENOE CUUia yiRM MOET OE MEOICIIN ZIIN7 Zuid-Afrikaanse Leisteen, Tegels en dakbedekking www.Groennatuursteen.tk Blijdschap die blijft! (2) Gebr. de Waal Drukkerij 1fa.iga.-<rilogie deel l JOH. G. VEENHOF PAGINA 5 i^-^'.ii^i-i.iéiïittÈiÈfe.jpjigi^^ VRIJDAG 9 JULI 2004 Blik op kerk ^^y en samenleving cj - Kindermoordenaars - Tot alle boosheid geneigd - Buiten- en binnenkant Eindelijk is het proces tegen Mare Dutroux afgerond. Wat iedereen van tevoren kon uit rekenen is dat hij levenslang heeft gekregen en zijn ex-vrouw en andere beklaagden vele jaren gevangenisstraf. De verkrachte en ver moorde meisjes zijn daarmee niet terug, maar hun families en de samenleving mogen in zekere zin voldaan zijn dat er eindelijk vergelding is geschied. Eindelijk, schrijf ik bewust, want ik heb er te weinig verstand voor om te kunnen begrijpen waarom het allemaal zo lang moest duren. Maar goed, nog maar nèt bekomen van de zaak-Dutroux wordt weer voor een nieuw schandaal de aandacht gevraagd. De Franse lustmoordenaar Michel Foumiret heeft eerst zes, later acht moorden bekend. Maar zijn voormalige vrouw zegt dat het er tien moe ten zijn. Het wachten is dus op dit moment nog op een bekentenis ten aanzien van de laatste twee... Hoewel het jaren geleden is, wist de moor denaar zich nog precies te herinneren waar hij destijds zijn slachtoffers heeft begraven. Op grond daarvan is er rondom het kasteel tje dat de moordenaar bewoonde, gegraven en na enig speurwerk zijn de resten van twee lichamen gevonden. Daarbij toonde de ver dachte, die er voortdurend bij was, geen spoor van enige emotie. Hij heeft zichzelf al getypeerd als 'erger dan Dutroux', maar ook in dat opzicht is de overeenkomst met de Belgische verkrachter en moordenaar evi dent. Foumiret, die in zijn land al was veroor deeld, en zijn straf had uitgezeten, kon naar België verhuizen en daar zijn duistere prak tijken voortzetten. De buren en die hem van dichtbij gekend hebben, hebben nooit iets aan hem gemerkt. Integendeel, ze vonden hem een aardige, vriendelijke man, die ze tot zoiets vreselijks niet in staat hadden geacht. De ontvoering en verkrachting van kinderen, en zeker het vermoorden, vindt in de samen leving nog grote afkeuring. Zelfs onder gedetineerden, die meestal een grote saam horigheid aan de dag leggen, zijn kinderver krachters een groep 'out-casts'. Wie daar voor veroordeeld is en z'n straf uitzit, hoeft niet op het begrip van mede-gevangenen te rekenen. Andere vergrijpen vallen daarbij in het niet. Nu heeft niemand het recht om uit de hoog te op mensen als Dutroux en Foumiret neer te zien. De mens van nahire is totaal verdor ven en tot alle boosheid in staat. Ik heb wel- eens gelezen van de beroemde Boerhaave die in Leiden woonde aan het Galgenwater. De naam zegt al genoeg. Het was de weg waarlangs de gestraften naar de plaats van hun executie werden geleid. Kwam er zo'n stoet voorbij, dan was Boerhaave gewend de luiken te sluiten en z'n knieën te buigen, en dan sprak hij: 'O God, wat een wonder dat ik het niet ben.Dat getuigt in ieder geval van zelfkennis. Dat laat onverlet dat een 'normaal' mens met afgrijzen wordt vervuld als hij kennis neemt van dergelijk perverse zaken. Je kunt je ook niet indenken wat er in het hoofd van zo'n lustmoordenaar moet omgaan. Naar buiten toe de aardigheid en de verstandigheid zelf, en intussen bezig zijn met zulke onvoorstel bare zaken. Maar dat geldt ook van de mis dadigers van het Hitler-regiem, die 's avonds gezellig thuis waren, genoten van vrouw en kinderen en van de omgang met vrienden en die overdag de wreedheid zelf waren in het mishandelen en doden van onschuldige mensen. Dat wil zeggen dat je er niet als een boef hoeft uit te zien, maar gewoon als eer zaam burger kunt leven, terwijl je stiekem de grootste misdaden begaat. Zo ergens, dan is hier wel een illustratie van het Schriftwoord: 'De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan'. Waarnemer Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Hoe komt het, dat sommige mensen dik wor den van aardappels? Antwoord: Dat ligt niet aan de aardappels, want die maken niet dik, maar vermoedelijk aan een (te) vette jus, of aan de mayonaise of frietsaus bij de patat. Meer water bij de vlee.sjus en bijv. minder vet sausje of dieet- dressing bij de patates frites kan een flinke verbetering betekenen. Als je derde-wereldlanden op de TV ziet, lopen de vrouwen daar altijd met allerlei vrachten op het hoofd. Waarom op 't hoofd en niet in hun handen? En waarom zijn het daar de vrouwen die zo sjouwen Antwoord: Niet alle inwoners van de zgn. derde wereld dragen hun bagage op het hoofd. Bij een aantal volkeren heeft men ondervonden, dat deze manier van dragen na enige oefening en gewenning lang kan wor den volgehouden en dat is van groot belang als er goederen te voet en over grote afstan den moeten worden vervoerd. Het heeft bovendien z'n voordelen: je houdt de han den vrij, bijvoorbeeld om takken weg te bui gen of te kappen; je bent niet breder en dat is gemakkelijk op smalle paden; de last bevindt zich ver van de grond en blijft dus droog bij het doorwaden van beekjes en rivieren; je gaat niet scheef lopen maar blijft beter in balans; een flink voorwerp op het hoofd beschermt dat tegen de intensieve zonnestraling; slechts een klein oppervlak van de huid die nodig is voor de tempe ratuurregeling van het lichaam, 'verstikt' bij het dragen. Dat we bij die volkeren meer vrouwen dan mannen lasten zien torsen, heeft te maken met de taakverdeling en daar ligt weer een eeuwenlange cultuur aan ten grondslag. Onze tuinmuur van rode baksteen wordt gedeeltelijk groen. Wat valt daar tegen te doen? De betere woninginrichting sinds 1920 Zandpad 36. Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84 Vanaf 1 juli kunnen projecten die een bijdrage leveren aan de versterking van de vitaliteit en de leefbaarheid in kleine kernen een beroep doen op de subsidieregeling Sociale Infrastruc tuur in Kleine Kernen. Het gaat hier bij om projectsubsidies voor initiatie ven die een effectieve bijdrage leveren aan de verbetering van de leefbaar heid en het voorzieningenniveau in kleine kernen in Zuid-Holland. In veel kleine kemen verdwijnen sociaal maatschappelijke voorzieningen die voor de leefbaarheid van de gemeenschap vaak van vitaal belang zijn. Investeringen in de socia le en fysieke infrastructuur zijn nodig om de kleine kemen vitaal te houden. Met deze subsidieregeling biedt de provincie Zuid- Holland randvoorwaarden om zorg-, socia le-, culturele- en winkelvoorzieningen voor kleine kemen te behouden. Per jaar is ruim anderhalf miljoen euro subsidie beschik baar. Voorwaarden Een subsidieaanvraag moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo is er alleen geld beschikbaar voor projecten in kemen met minder dan 5.000 inwoners. Ingediende pro jecten moeten een bijdrage leveren aan het behoud en de bereikbaarheid van sociaal infrastructurele en leefbaarheidvoorzienin- gen. Daarbij is betrokkenheid en steun van de plaatselijke bevolking, maar ook afstem ming op bovenlokaal niveau van groot belang. Het gaat hierbij om eenmalige pro- Antwoord: Er hebben zich algen genesteld. Die zijn niet schadelijk voor stenen en cement. U kunt ze na vijf dagen droogte, als de wortels weinig houvast meer hebben, wegboenen met een oude borstel die u een beetje vochtig (maar niet erg nat) maakt in lauw water met een flinke scheut chloor. Die chloor doet uw planten geen kwaad, dit in tegenstelling tot~vele andere algendodende middelen. De bloem van onze clivia blijft tussen het blad kleven. Toch krijgt ze volop licht, water en mest. Wat doen we fout? Antwoord: U geeft haar te veel water en mest. Zodra de knop zichtbaar wordt, moet u zo krap mogelijk water toedienen, tot de bovenkant van de knop gelijk staat met de top van het blad. Pas daarna mag u haar iets je royaler laten drinken, waarna u ruim een maand kunt genieten van de bloei. Clivia's moeten echter in 't algemeen vrij droog wor den gehouden. Wat is de beste plaats voor een medicijnkast je? In badkamer en keuken vind ik het te vochtig hangen. Antwoord: Medicijnen kunnen inderdaad worden aangetast door vocht, daarom hangt zo'n kastje beter in een dagelijks goed geluchte slaapkamer en dan zo hoog, dat de kinderhandjes er niet bij kunnen. diverse kleureti, ook zwart, te zien op: Tel. 0187 - 483983 o6 - 25063232 "En er werd grote blijdschap in die stad" (Handelingen 8: 8) Vorige keer zagen we hoe deze blijdschap ontstaat. Daar is iemand die gaat inzien dat hij verloren is buiten God, maar niet weet hoe het ooit nog goed kan komen. En dan bood hij verkondigen dat er Eén is, die hem wijs wil maken tot zaligheid! Is dat alleen al geen oorzaak van vreugde? Nee, dan ben je nog niet zalig, maar zie je wel dat er de mogelijkheid is om zalig te worden. Er werd grote blijdschap. Die blijdschap heeft een begin, maar krijgt ook een vervolg. Want juist zo kregen ze Hem nodig die Filippus verkondigde: de Heere Jezus Christus. En weet u, als de HeiUge Geest zo vanuit het Woord laat zien Wie deze Zaligmaker is en ook metterdaad leidt op de weg tot deze Zaligmaker, dan is er aan de ene kant het gemis, het verdriet vanwege onze eigen dwaasheid. Maar des te meer vreugde geeft het als we Hem mogen leren kennen. Gróte blijdschap. Want het gaat om een gróót wonder! Als iemand die ter dood ver oordeeld is gratie wordt verleend, is hij dan een beetje blij? Nee, zo iemand kent grote blijdschap! Als iemand dagelijks de toren hoge schuld voelt drukken en hem wordt een gift geschonken zodat de schuld voldaan kan worden, is hij dan een beetje blij? Nee, gro te blijdschap! Grote blijdschap, omdat we gaan zien dat we grote zondaren zijn. Nee.dat is inderdaad geen reden tot grote blijdschap, maar tot groot verdriet! Maar als een grote zondaar zijn geworden, omdat God groot werd in ons leven, dan wordt Gods genade ook echt groot! Dan wordt de Zalig maker voor ons zo groot! Daarom de vraag: kent u iets van deze grote blijdschap in uw leven? Nee, dat is niet zo als u nog nooit een grote zondaar bent geworden in Gods oog. U waant uzelf groot, hebt grote gedachten over uzelf en daarom zeer kleine gedachten - als u ze al hebt - over God. Dan leidt u nog dat trieste leven van "laten we eten, drinken en...vrolijk zijn, want morgen sterven wij!". Wat een toekomst: een eeuwigheid - einde loos- zonder enige blijdschap. Ieder moment zal dan u doen klagen over uw eigen dwaas heid, uw verzet en onwil om te buigen voor uw Schepper. En dat, terwijl u geweten hebt dat er een Zaligmaker is met de naam Christus?! De schaterlach van de lol zal verstommen en overgaan in gekerm. O, bént u dan niet dwaas? Juist in dit licht nodigen deze woorden om déze blijdschap te zoeken. Ze is te vinden, omdat er een gewillige Zaligmaker is. Toch is het ook mogelijk dat we wel een zekere blijdschap kennen als we deze Naam horen verkondigen, maar toch geen 'grote'- blijdschap. Als dat zo is, dienen we ons af te vragen hoe dat komt. Natuurlijk is de één uit bundiger in het uiten van blijdschap dan een ander. Maar daar gaat het ook niet om. Een stille man of vrouw kan veel meer en dieper vreugde beleven dan iemand die heel uitbun dig is. Maar afgezien van karakter en aanleg zijn er ook andere oorzaken aan te wijzen. Laat ik me beperken tot de ene aanwijzing die in dit gedeelte van Gods Woord gegeven wordt. Hoe kregen ze deel in Samaria aan deze 'gro- te'blijdschap? Ze hoorden het Woord en. Ze letten nauwkeurig op wat gezegd werd, zo staat er. Daar waren ze helemaal door het Woord in beslag genomen. Terwijl Filippus preekte vergaten ze heel hun omgeving. Ter wijl ze in huis uit Gods Woord aan het lezen waren en dat biddend onderzochten, letten ze nergens anders meer op. Zo neemt Gods Woord zondaarsharten in beslag. Dat is het werk van de Heilige Geest? Zeker! Maar dat neemt niet weg dat als we wel horen, maar het ontbreekt in het leven van Gods kinderen aan 'nauwkeurig letten op wat de Heere gezegd heeft en nog spreekt' ze dan niet moge rekenen op grote blijdschap. Geestelij ke luiheid en traagheid kan de oorzaak zijn van weinig vreugde in het leven van Zijn Kerk. Het heeft ook te maken met die akelige zon de van de gewenning. En dan wordt alles even flets. We zijn dan een beetje zondaar (al zegt onze mond het misschien heel anders) en daarom hebben we Christus ook ten diep ste maar 'een beetje'nodig. We kennen maar een beetje droefheid en daarom ook maar een beetje blijdschap. Wat is dat erg, juist als de Heere ons heeft opgezocht. Laat dan Samaria voor u een krachtige aansprong zijn tot beke ring. "Er werd grote blijdschap in die stad". En die blijft, ondanks alle moeite en verdriet. Die blijft, omdat het blijdschap in God is. Daar om zingen ze 'verheugd in God, naar waarde nooit te danken'. Maar het is nog maar het begin. 'Het bezit van de zaak, is het begin van het vermaak'. Deze weg loopt uit op de eeuwige vreugde. Dan zal die blijdschap geen belemmeringen meer kennen. Dan is er geen zonde meer, geen ongeloof, geen ogen blik scheiding meer tussen de Heere en Zijn kinderen. Wat zal de reden zijn dat de blijd schap dan zo groot zal zijn dat we zingen: 'hun blijdschap zal dan onbepaald, door het licht dat van Zijn aangezicht straalt, ten hoogste toppunt stijgen'? Ze zullen Hém zien. Die hen hier opzocht. Die Zijn leven gaf en als Koning hen regeerde en beschermde. Grote, niet uit te zeggen hóe groot: God zal zijn alles en in allen. Dan ga ik op tot Gods altaren Tot God, mijn God, de bron van vreugd' Die, na kortstondig ongeneugt. Mij eindeloos verlïeugt MJK jecten met een kleinschalig karakter. Subsi die wordt verleend op basis van tenminste 50% cofinanciering door de aanvrager of derden. Voor de subsidies worden maximale bedragen per project gehanteerd, afhankelijk van het type project. Voor kleinschalige pro jecten gericht op een aspect van leefbaarheid maximaal 25.000, voor projecten gericht op het combineren van voorzieningen maxi maal 100.000. Aanvragen Voor een informatiebrochure en aanvraag formulier kunt u schriftelijk contact opne men met het Informatiepunt Leefbaarheids- ubsidie Kleine Kemen: provincie Zuid-Hol land, kamer A 071, postbus 90602, 2509 LP in Den Haag. U kunt ook bellen met tele foonnummer 070-441 77 17. Aanvraagfor mulieren moeten vóór 1 oktober 2004 inge diend zijn Ook deze zomer zal het kerkgebouw van de Hervormde gemeente in Dirksland weer te bezichtigen zijn. In de periode van 3 juli t/m 4 september zal iedere zaterdag morgen van 10:00 tot 12:00 het kerkge bouw open zijn, en zijn belangstellenden welkom in het mooie kerkgebouw. Tijdens deze uren zullen er vrijwilligers in de kerk aanwezig zijn die u het nodige kunnen ver tellen over de historie en het interieur van de kerk. Op deze zaterdagen zal ook het mooie Künckel-orgel worden bespeeld door wis selende organisten uit de regio (waarbij af en toe ook trompetbegeleiding is). Het orgel werd bijna 200 jaar geleden gebouwd, en heeft vorig jaar een uitge breide restauratie ondergaan. Voor meer informatie over de kerk, de his torie van het kerkgebouw, en het histori sche Künckel-orgel, verwijzen we u naar onze website: http://www.herv-gem-dirksland.net/ De di.stelvhuder- In het kader van het vijfentwintigjarig bestaan van de vereniging voor Natuur en Land schapsbescherming Goeree Overflakkee vind er op 17 juli een vlinderexcursie plaats. Onder leiding van 'vUnderkenner' Esther Linnartz brengt u een bezoek aan de Helle gatsplaten. Tijdens deze wandeling door dit mooie natuurgebied kan zij u van alles ver tellen over de vlinders die u onderweg te zien krijgt. De excursie begint om 15.00 uur en het verzamelpunt is aan het eind van de Rietveldseweg te Ooltgensplaat. Voor deze excursie is aanmelden verplicht. Deelname is gratis. U kunt zich opgeven bij Esther Lin nartz, tel. 0187 632239 of een e-mail sturen naar apissunteamnet.nl Bel (0187) 47 10 20 of maU naar aIgenrecn®giWaÜ -53- Als hij vertrokken is staat luitenant WoUweber op, loopt naar het raam en kijkt naar buiten. Er hangt een loodgrijze lucht boven het Leningradfront en de koude priemt gemeen door kieren en gaten. Hij zucht en kijkt in de verte, waar ergens het front moet zijn, dat nu geheel aan het oog onttrokken is. Nog steeds is er geen winterkleding gekomen voor de troepen en de tempe ratuur is gedaald tot beneden de dertig graden. Hij vreest dat er meer slachtoffers zullen komen door bevriezing, dan door aanvallen van de Russen. Deze houden zich kalm en van het front komen geen ver ontrustende berichten. In de voorposten zijn er sol daten die een spelletje kaart spelen. Luisterposten melden eveneens een ongewone stilte. Voor zo'n belangrijk front is dat iets dreigends; het is niet nor maal. Wollweber voelt zich niet op zijn gemak. Dat de Rus sen zijn doodgebloed en geen potentieel meer bezitten om aan te vallen, zoals de berichten melden, daarvan gelooft hij geen zier. Er hangt een gespannen dreiging in de lucht. Vandaag of morgen barst het los, dan is er geen Duits soldaat die het Russische geweld kan stuiten. En eenmaal uit de nog enigszins beschermende stellingen verdreven, zal het leger een prooi worden van de Russische winter, die meedogenloos zal toeslaan en meer vernietigen dan de meest geraffineerde Russische wapens. Het staat voor hem onomstotelijk vast: de oorlog is verloren. Het is een miserabel geval. Waarom houden ze er niet mee op, zodat niet nog meer onnodig bloed wordt vergoten? Het is een ten top gestegen dwaas heid, tegen beter weten in deze slachting voort te zet ten. Luitenant Wollweber wordt uit zijn gepeins opge schrikt als de deur van de hut openvliegt en serge ant Schreijer vloekend en tierend naar binnen stormt. 'Hier en ginter, de Russen zijn er tussenuit geknepen. Die kerels zijn in geen velden of wegen meer te zien. Die zitten ergens in het bos, waar geen hond hen meer uit krijgt.' 'Hoe kan dat nou?' vraagt Wollweber werkelijk ver baasd, 'ik sta hier voor het raam en zie hen enkele minuten geleden nog helpen met het lossen van de wagens en nu zijn ze weg? Onbegrijpelijk, werkelijk onbegrijpelijk.' Schreijer hijgt verontwaardigd: 'Ze zijn hem niet voor niets gesmeerd. Die lui zijn partizanen, dat heb ik van het begin af aan al vermoed.' 'Maar hoe wil je hen dan krijgen? Ze zijn nergens meer te vinden, zegje.' 'Ze moeten hier nog in de buurt zijn. Je kunt niet zomaar in het niets verdwijnen, dat lukt zelfs een Rus niet.' 'Nee, maar als je hen nu al niet meer kunt vinden, zal zoeken niet veel meer helpen vrees ik.' 'Zijn er geen mensen die kunnen helpen zoeken, luit?' 'Waar moet ik die dan halen?" 'U kunt een peloton van het front laten komen.' 'Wat, van het front?' 'Ja, de Russen zitten ingevroren, die zullen ons voor lopig geen last bezorgen.' 'Ben je nou helemaal.Het front is al ver onderbezet en dan wou jij er nog mannen weg gaan halen. Als de Iwans in de peiling krijgen dat er een gaatje zit, dan komen ze daar doorheen. Geloof me beste kerel, van het front kan geen mens komen.' 'Ja, maar we moeten die kerels hebben, wie weet wat er gebeurt als ze gaan praten: ze hebben meer gezien dan verantwoord is.' 'Ik geef toe, dat het mooi zou zijn als we hen in hun kraag konden pakken, maar ik ben overtuigd, dat dit nooit zal lukken. Ze zitten nu al ergens diep in het bos. daar zal niemand hen vinden.' 'Wilt u dit dan op z'n beloop laten luitenant?' 'Weetje een andere oplossing?' 'Ja, zoals ik heb gezegd: een peloton van het front halen en hen laten zoeken.' 'Sergeant, luister eens: er komt van het front geen mens. Jij hebt van de kapitein de opdracht gekregen om voor die kerels te zorgen. Doe dat dan ook en val mij niet lastig met dingen die ik niet kan reahseren. Je kunt gaan.' Als Schreijer rood van woede naar buiten gaat om als nog de Russen op te sporen, loopt luitenant Wollwe ber naar het raam en staart met nietsziende ogen in de grijze mist die als een hjkwade over het front hangt. Kapitein Wellerhöffer zit bij de bataljonscommandant om de strategie te bespreken. Zijn optimisme wordt hier volledig de kop ingedrukt als hij tegenover deze ervaren frontrot zit. De grote beloften die hij vanuit het vaderland heeft meegekregen, blijken hier aan het front niet zoveel indrek te maken. Zijn eerdere wan trouwen tegen alle officieren begint te wankelen nu hij van zijn directe superieur een gelijkluidende uiteenzet ting krijgt als van zijn luitenant. Zou hij dan toch be drogen zijn? Is dan alles wat de Führer gezegd heeft een leugen? 'Wat denkt u dan van deze ongewone stilte in de sec tor Leningrad kolonel?' Kolonel Ludwig Reithmeyer krabt zich nadenkend over zijn kalende schedel: 'Kapitein, ik weet niet wat er aan de hand is, maar vertrouwen doe ik het niet. Ik vrees dat het een stilte voor de storm is, die spoedig zal losbarsten.' 'Maar volgens de berichten zijn de Russen totaal uit geput en kunnen wij De kolonel wuift met een breed gebaar de woorden van de kapitein weg: 'Mijn beste Wellerhöffer, die berich ten waarover u het hebt, kunnen mij geen zier schelen. Ik ga slechts af op wat ik constateer en dat is, dat ons leger harde klappen krijgt. Zoals men zegt, volgens de berichten zouden ze hier de pantsertroepen weg halen omdat er voor hen hier niets te doen is. Kapitein, dat zijn de grofste leugens. We zitten hier te springen om die tanks. Als de Russen aanvallen lopen ze door onze stellingen alsof er in het geheel geen verdedigingsstel sel bestaat.' Hij zucht en strijkt zich vermoeid langs het voorhoofd. 'Kapitein, de toestand is werkelijk zo precair, dat ze hier onze krachtigste wapens weg halen om er elders weer een gat mee te dichten. Om ons wat wijs te maken vertellen ze dat de Russen uitgeput zijn en binnenkort door ons op de knieën gedwongen zullen worden. Bes te man, het is de grootste onzin die je je maar kunt indenken. De Duitse soldaat en eveneens de burgers, worden door hun leiders in de maling genomen op een manier, zoals er nog nooit een volk misleid is. Als één dezer dagen de aanval van de Russen komt, dan zult u een leger zien waarvan wij in onze gloriedagen zelfs niet durfden dromen.' 'U wilt dus zeggen: Wij zijn verraden?' 'Ja!' De kapitein laat zijn hoofd op z'n handen rusten en kijkt de kolonel niet begrijpend aan. Zijn rotsvast ver trouwen in de Führer en de eindoverwinning heeft hier een gevoelige knak gekregen. 'Ik wilde dat het niet waar was. Zijn dan al onze offers voor niets geweest?" 'Helaas, het is zo.' 'Dus alles was vergeefs?' (wordt vervolgd) K

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2004 | | pagina 5