Overdenking
uit de
Heilige Schrift
Vlinderexcursie op Hellegatsplaten
Krtf/stocftt
ftaar LeffHigrad
Subsidie
Kleine Kernen
weer
besciiiifbaar
Kerii Diriisiand
te beziciitigen
U zoekt iets special
voor uw drukwerk
EllfHIDBi-IIIEUWS
HET
KIJKVENSTER
VERVOLGVERHAAL
MWT 'MET'
HOOFOZaKEN
MOO IHOROT GROEN
KLEUENOE CUUia
yiRM MOET OE MEOICIIN ZIIN7
Zuid-Afrikaanse Leisteen,
Tegels en dakbedekking
www.Groennatuursteen.tk
Blijdschap die blijft! (2)
Gebr. de Waal
Drukkerij
1fa.iga.-<rilogie deel l
JOH. G. VEENHOF
PAGINA 5
i^-^'.ii^i-i.iéiïittÈiÈfe.jpjigi^^
VRIJDAG 9 JULI 2004
Blik op kerk ^^y
en samenleving cj
- Kindermoordenaars
- Tot alle boosheid geneigd
- Buiten- en binnenkant
Eindelijk is het proces tegen Mare Dutroux
afgerond. Wat iedereen van tevoren kon uit
rekenen is dat hij levenslang heeft gekregen
en zijn ex-vrouw en andere beklaagden vele
jaren gevangenisstraf. De verkrachte en ver
moorde meisjes zijn daarmee niet terug,
maar hun families en de samenleving mogen
in zekere zin voldaan zijn dat er eindelijk
vergelding is geschied. Eindelijk, schrijf ik
bewust, want ik heb er te weinig verstand
voor om te kunnen begrijpen waarom het
allemaal zo lang moest duren.
Maar goed, nog maar nèt bekomen van de
zaak-Dutroux wordt weer voor een nieuw
schandaal de aandacht gevraagd. De Franse
lustmoordenaar Michel Foumiret heeft eerst
zes, later acht moorden bekend. Maar zijn
voormalige vrouw zegt dat het er tien moe
ten zijn. Het wachten is dus op dit moment
nog op een bekentenis ten aanzien van de
laatste twee...
Hoewel het jaren geleden is, wist de moor
denaar zich nog precies te herinneren waar
hij destijds zijn slachtoffers heeft begraven.
Op grond daarvan is er rondom het kasteel
tje dat de moordenaar bewoonde, gegraven
en na enig speurwerk zijn de resten van twee
lichamen gevonden. Daarbij toonde de ver
dachte, die er voortdurend bij was, geen
spoor van enige emotie. Hij heeft zichzelf al
getypeerd als 'erger dan Dutroux', maar ook
in dat opzicht is de overeenkomst met de
Belgische verkrachter en moordenaar evi
dent.
Foumiret, die in zijn land al was veroor
deeld, en zijn straf had uitgezeten, kon naar
België verhuizen en daar zijn duistere prak
tijken voortzetten.
De buren en die hem van dichtbij gekend
hebben, hebben nooit iets aan hem gemerkt.
Integendeel, ze vonden hem een aardige,
vriendelijke man, die ze tot zoiets vreselijks
niet in staat hadden geacht.
De ontvoering en verkrachting van kinderen,
en zeker het vermoorden, vindt in de samen
leving nog grote afkeuring. Zelfs onder
gedetineerden, die meestal een grote saam
horigheid aan de dag leggen, zijn kinderver
krachters een groep 'out-casts'. Wie daar
voor veroordeeld is en z'n straf uitzit, hoeft
niet op het begrip van mede-gevangenen te
rekenen. Andere vergrijpen vallen daarbij in
het niet.
Nu heeft niemand het recht om uit de hoog
te op mensen als Dutroux en Foumiret neer
te zien. De mens van nahire is totaal verdor
ven en tot alle boosheid in staat. Ik heb wel-
eens gelezen van de beroemde Boerhaave
die in Leiden woonde aan het Galgenwater.
De naam zegt al genoeg. Het was de weg
waarlangs de gestraften naar de plaats van
hun executie werden geleid. Kwam er zo'n
stoet voorbij, dan was Boerhaave gewend de
luiken te sluiten en z'n knieën te buigen, en
dan sprak hij: 'O God, wat een wonder dat ik
het niet ben.Dat getuigt in ieder geval van
zelfkennis.
Dat laat onverlet dat een 'normaal' mens met
afgrijzen wordt vervuld als hij kennis neemt
van dergelijk perverse zaken. Je kunt je ook
niet indenken wat er in het hoofd van zo'n
lustmoordenaar moet omgaan. Naar buiten
toe de aardigheid en de verstandigheid zelf,
en intussen bezig zijn met zulke onvoorstel
bare zaken. Maar dat geldt ook van de mis
dadigers van het Hitler-regiem, die 's avonds
gezellig thuis waren, genoten van vrouw en
kinderen en van de omgang met vrienden en
die overdag de wreedheid zelf waren in het
mishandelen en doden van onschuldige
mensen. Dat wil zeggen dat je er niet als een
boef hoeft uit te zien, maar gewoon als eer
zaam burger kunt leven, terwijl je stiekem de
grootste misdaden begaat. Zo ergens, dan is
hier wel een illustratie van het Schriftwoord:
'De mens ziet aan wat voor ogen is, maar de
Heere ziet het hart aan'.
Waarnemer
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Hoe komt het, dat sommige mensen dik wor
den van aardappels?
Antwoord: Dat ligt niet aan de aardappels,
want die maken niet dik, maar vermoedelijk
aan een (te) vette jus, of aan de mayonaise of
frietsaus bij de patat. Meer water bij de
vlee.sjus en bijv. minder vet sausje of dieet-
dressing bij de patates frites kan een flinke
verbetering betekenen.
Als je derde-wereldlanden op de TV ziet,
lopen de vrouwen daar altijd met allerlei
vrachten op het hoofd. Waarom op 't hoofd
en niet in hun handen? En waarom zijn het
daar de vrouwen die zo sjouwen
Antwoord: Niet alle inwoners van de zgn.
derde wereld dragen hun bagage op het
hoofd. Bij een aantal volkeren heeft men
ondervonden, dat deze manier van dragen na
enige oefening en gewenning lang kan wor
den volgehouden en dat is van groot belang
als er goederen te voet en over grote afstan
den moeten worden vervoerd. Het heeft
bovendien z'n voordelen: je houdt de han
den vrij, bijvoorbeeld om takken weg te bui
gen of te kappen; je bent niet breder en dat is
gemakkelijk op smalle paden; de last
bevindt zich ver van de grond en blijft dus
droog bij het doorwaden van beekjes en
rivieren; je gaat niet scheef lopen maar blijft
beter in balans; een flink voorwerp op het
hoofd beschermt dat tegen de intensieve
zonnestraling; slechts een klein oppervlak
van de huid die nodig is voor de tempe
ratuurregeling van het lichaam, 'verstikt' bij
het dragen. Dat we bij die volkeren meer
vrouwen dan mannen lasten zien torsen,
heeft te maken met de taakverdeling en daar
ligt weer een eeuwenlange cultuur aan ten
grondslag.
Onze tuinmuur van rode baksteen wordt
gedeeltelijk groen. Wat valt daar tegen te
doen?
De betere woninginrichting sinds 1920
Zandpad 36. Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84
Vanaf 1 juli kunnen projecten die een
bijdrage leveren aan de versterking
van de vitaliteit en de leefbaarheid in
kleine kernen een beroep doen op de
subsidieregeling Sociale Infrastruc
tuur in Kleine Kernen. Het gaat hier
bij om projectsubsidies voor initiatie
ven die een effectieve bijdrage leveren
aan de verbetering van de leefbaar
heid en het voorzieningenniveau in
kleine kernen in Zuid-Holland.
In veel kleine kemen verdwijnen sociaal
maatschappelijke voorzieningen die voor de
leefbaarheid van de gemeenschap vaak van
vitaal belang zijn. Investeringen in de socia
le en fysieke infrastructuur zijn nodig om de
kleine kemen vitaal te houden. Met deze
subsidieregeling biedt de provincie Zuid-
Holland randvoorwaarden om zorg-, socia
le-, culturele- en winkelvoorzieningen voor
kleine kemen te behouden. Per jaar is ruim
anderhalf miljoen euro subsidie beschik
baar.
Voorwaarden
Een subsidieaanvraag moet aan een aantal
voorwaarden voldoen. Zo is er alleen geld
beschikbaar voor projecten in kemen met
minder dan 5.000 inwoners. Ingediende pro
jecten moeten een bijdrage leveren aan het
behoud en de bereikbaarheid van sociaal
infrastructurele en leefbaarheidvoorzienin-
gen. Daarbij is betrokkenheid en steun van
de plaatselijke bevolking, maar ook afstem
ming op bovenlokaal niveau van groot
belang. Het gaat hierbij om eenmalige pro-
Antwoord: Er hebben zich algen genesteld.
Die zijn niet schadelijk voor stenen en
cement. U kunt ze na vijf dagen droogte, als
de wortels weinig houvast meer hebben,
wegboenen met een oude borstel die u een
beetje vochtig (maar niet erg nat) maakt in
lauw water met een flinke scheut chloor. Die
chloor doet uw planten geen kwaad, dit in
tegenstelling tot~vele andere algendodende
middelen.
De bloem van onze clivia blijft tussen het
blad kleven. Toch krijgt ze volop licht, water
en mest. Wat doen we fout?
Antwoord: U geeft haar te veel water en
mest. Zodra de knop zichtbaar wordt, moet u
zo krap mogelijk water toedienen, tot de
bovenkant van de knop gelijk staat met de
top van het blad. Pas daarna mag u haar iets
je royaler laten drinken, waarna u ruim een
maand kunt genieten van de bloei. Clivia's
moeten echter in 't algemeen vrij droog wor
den gehouden.
Wat is de beste plaats voor een medicijnkast
je? In badkamer en keuken vind ik het te
vochtig hangen.
Antwoord: Medicijnen kunnen inderdaad
worden aangetast door vocht, daarom hangt
zo'n kastje beter in een dagelijks goed
geluchte slaapkamer en dan zo hoog, dat de
kinderhandjes er niet bij kunnen.
diverse kleureti, ook zwart, te zien op:
Tel. 0187 - 483983 o6 - 25063232
"En er werd grote blijdschap in
die stad" (Handelingen 8: 8)
Vorige keer zagen we hoe deze blijdschap
ontstaat. Daar is iemand die gaat inzien dat
hij verloren is buiten God, maar niet weet
hoe het ooit nog goed kan komen. En dan
bood hij verkondigen dat er Eén is, die hem
wijs wil maken tot zaligheid! Is dat alleen al
geen oorzaak van vreugde? Nee, dan ben je
nog niet zalig, maar zie je wel dat er de
mogelijkheid is om zalig te worden. Er werd
grote blijdschap. Die blijdschap heeft een
begin, maar krijgt ook een vervolg. Want
juist zo kregen ze Hem nodig die Filippus
verkondigde: de Heere Jezus Christus. En
weet u, als de HeiUge Geest zo vanuit het
Woord laat zien Wie deze Zaligmaker is en
ook metterdaad leidt op de weg tot deze
Zaligmaker, dan is er aan de ene kant het
gemis, het verdriet vanwege onze eigen
dwaasheid. Maar des te meer vreugde geeft
het als we Hem mogen leren kennen.
Gróte blijdschap. Want het gaat om een
gróót wonder! Als iemand die ter dood ver
oordeeld is gratie wordt verleend, is hij dan
een beetje blij? Nee, zo iemand kent grote
blijdschap! Als iemand dagelijks de toren
hoge schuld voelt drukken en hem wordt een
gift geschonken zodat de schuld voldaan kan
worden, is hij dan een beetje blij? Nee, gro
te blijdschap! Grote blijdschap, omdat we
gaan zien dat we grote zondaren zijn.
Nee.dat is inderdaad geen reden tot grote
blijdschap, maar tot groot verdriet! Maar als
een grote zondaar zijn geworden, omdat God
groot werd in ons leven, dan wordt Gods
genade ook echt groot! Dan wordt de Zalig
maker voor ons zo groot! Daarom de vraag:
kent u iets van deze grote blijdschap in uw
leven?
Nee, dat is niet zo als u nog nooit een grote
zondaar bent geworden in Gods oog. U
waant uzelf groot, hebt grote gedachten over
uzelf en daarom zeer kleine gedachten - als u
ze al hebt - over God. Dan leidt u nog dat
trieste leven van "laten we eten, drinken
en...vrolijk zijn, want morgen sterven wij!".
Wat een toekomst: een eeuwigheid - einde
loos- zonder enige blijdschap. Ieder moment
zal dan u doen klagen over uw eigen dwaas
heid, uw verzet en onwil om te buigen voor
uw Schepper.
En dat, terwijl u geweten hebt dat er een
Zaligmaker is met de naam Christus?!
De schaterlach van de lol zal verstommen en
overgaan in gekerm. O, bént u dan niet
dwaas?
Juist in dit licht nodigen deze woorden om
déze blijdschap te zoeken. Ze is te vinden,
omdat er een gewillige Zaligmaker is.
Toch is het ook mogelijk dat we wel een
zekere blijdschap kennen als we deze Naam
horen verkondigen, maar toch geen 'grote'-
blijdschap. Als dat zo is, dienen we ons af te
vragen hoe dat komt. Natuurlijk is de één uit
bundiger in het uiten van blijdschap dan een
ander. Maar daar gaat het ook niet om. Een
stille man of vrouw kan veel meer en dieper
vreugde beleven dan iemand die heel uitbun
dig is. Maar afgezien van karakter en aanleg
zijn er ook andere oorzaken aan te wijzen.
Laat ik me beperken tot de ene aanwijzing
die in dit gedeelte van Gods Woord gegeven
wordt.
Hoe kregen ze deel in Samaria aan deze 'gro-
te'blijdschap? Ze hoorden het Woord en.
Ze letten nauwkeurig op wat gezegd werd, zo
staat er. Daar waren ze helemaal door het
Woord in beslag genomen. Terwijl Filippus
preekte vergaten ze heel hun omgeving. Ter
wijl ze in huis uit Gods Woord aan het lezen
waren en dat biddend onderzochten, letten ze
nergens anders meer op. Zo neemt Gods
Woord zondaarsharten in beslag. Dat is het
werk van de Heilige Geest? Zeker! Maar dat
neemt niet weg dat als we wel horen, maar
het ontbreekt in het leven van Gods kinderen
aan 'nauwkeurig letten op wat de Heere
gezegd heeft en nog spreekt' ze dan niet
moge rekenen op grote blijdschap. Geestelij
ke luiheid en traagheid kan de oorzaak zijn
van weinig vreugde in het leven van Zijn
Kerk.
Het heeft ook te maken met die akelige zon
de van de gewenning. En dan wordt alles
even flets. We zijn dan een beetje zondaar (al
zegt onze mond het misschien heel anders)
en daarom hebben we Christus ook ten diep
ste maar 'een beetje'nodig. We kennen maar
een beetje droefheid en daarom ook maar een
beetje blijdschap. Wat is dat erg, juist als de
Heere ons heeft opgezocht. Laat dan Samaria
voor u een krachtige aansprong zijn tot beke
ring.
"Er werd grote blijdschap in die stad". En die
blijft, ondanks alle moeite en verdriet. Die
blijft, omdat het blijdschap in God is. Daar
om zingen ze 'verheugd in God, naar waarde
nooit te danken'. Maar het is nog maar het
begin. 'Het bezit van de zaak, is het begin
van het vermaak'. Deze weg loopt uit op de
eeuwige vreugde. Dan zal die blijdschap
geen belemmeringen meer kennen. Dan is er
geen zonde meer, geen ongeloof, geen ogen
blik scheiding meer tussen de Heere en Zijn
kinderen. Wat zal de reden zijn dat de blijd
schap dan zo groot zal zijn dat we zingen:
'hun blijdschap zal dan onbepaald, door het
licht dat van Zijn aangezicht straalt, ten
hoogste toppunt stijgen'? Ze zullen Hém
zien. Die hen hier opzocht. Die Zijn leven gaf
en als Koning hen regeerde en beschermde.
Grote, niet uit te zeggen hóe groot: God zal
zijn alles en in allen.
Dan ga ik op tot Gods altaren
Tot God, mijn God, de bron van vreugd'
Die, na kortstondig ongeneugt.
Mij eindeloos verlïeugt
MJK
jecten met een kleinschalig karakter. Subsi
die wordt verleend op basis van tenminste
50% cofinanciering door de aanvrager of
derden. Voor de subsidies worden maximale
bedragen per project gehanteerd, afhankelijk
van het type project. Voor kleinschalige pro
jecten gericht op een aspect van leefbaarheid
maximaal 25.000, voor projecten gericht
op het combineren van voorzieningen maxi
maal 100.000.
Aanvragen
Voor een informatiebrochure en aanvraag
formulier kunt u schriftelijk contact opne
men met het Informatiepunt Leefbaarheids-
ubsidie Kleine Kemen: provincie Zuid-Hol
land, kamer A 071, postbus 90602, 2509 LP
in Den Haag. U kunt ook bellen met tele
foonnummer 070-441 77 17. Aanvraagfor
mulieren moeten vóór 1 oktober 2004 inge
diend zijn
Ook deze zomer zal het kerkgebouw van
de Hervormde gemeente in Dirksland
weer te bezichtigen zijn. In de periode van
3 juli t/m 4 september zal iedere zaterdag
morgen van 10:00 tot 12:00 het kerkge
bouw open zijn, en zijn belangstellenden
welkom in het mooie kerkgebouw. Tijdens
deze uren zullen er vrijwilligers in de kerk
aanwezig zijn die u het nodige kunnen ver
tellen over de historie en het interieur van
de kerk.
Op deze zaterdagen zal ook het mooie
Künckel-orgel worden bespeeld door wis
selende organisten uit de regio (waarbij af
en toe ook trompetbegeleiding is). Het
orgel werd bijna 200 jaar geleden
gebouwd, en heeft vorig jaar een uitge
breide restauratie ondergaan.
Voor meer informatie over de kerk, de his
torie van het kerkgebouw, en het histori
sche Künckel-orgel, verwijzen we u naar
onze website:
http://www.herv-gem-dirksland.net/
De di.stelvhuder-
In het kader van het vijfentwintigjarig bestaan van de vereniging voor Natuur en Land
schapsbescherming Goeree Overflakkee vind er op 17 juli een vlinderexcursie plaats.
Onder leiding van 'vUnderkenner' Esther Linnartz brengt u een bezoek aan de Helle
gatsplaten. Tijdens deze wandeling door dit mooie natuurgebied kan zij u van alles ver
tellen over de vlinders die u onderweg te zien krijgt. De excursie begint om 15.00 uur en
het verzamelpunt is aan het eind van de Rietveldseweg te Ooltgensplaat. Voor deze
excursie is aanmelden verplicht. Deelname is gratis. U kunt zich opgeven bij Esther Lin
nartz, tel. 0187 632239 of een e-mail sturen naar apissunteamnet.nl
Bel (0187) 47 10 20 of maU naar aIgenrecn®giWaÜ
-53-
Als hij vertrokken is staat luitenant WoUweber op,
loopt naar het raam en kijkt naar buiten. Er hangt een
loodgrijze lucht boven het Leningradfront en de koude
priemt gemeen door kieren en gaten. Hij zucht en kijkt
in de verte, waar ergens het front moet zijn, dat nu
geheel aan het oog onttrokken is. Nog steeds is er geen
winterkleding gekomen voor de troepen en de tempe
ratuur is gedaald tot beneden de dertig graden.
Hij vreest dat er meer slachtoffers zullen komen door
bevriezing, dan door aanvallen van de Russen. Deze
houden zich kalm en van het front komen geen ver
ontrustende berichten. In de voorposten zijn er sol
daten die een spelletje kaart spelen. Luisterposten
melden eveneens een ongewone stilte. Voor zo'n
belangrijk front is dat iets dreigends; het is niet nor
maal.
Wollweber voelt zich niet op zijn gemak. Dat de Rus
sen zijn doodgebloed en geen potentieel meer bezitten
om aan te vallen, zoals de berichten melden, daarvan
gelooft hij geen zier.
Er hangt een gespannen dreiging in de lucht. Vandaag
of morgen barst het los, dan is er geen Duits soldaat die
het Russische geweld kan stuiten. En eenmaal uit de
nog enigszins beschermende stellingen verdreven, zal
het leger een prooi worden van de Russische winter,
die meedogenloos zal toeslaan en meer vernietigen dan
de meest geraffineerde Russische wapens.
Het staat voor hem onomstotelijk vast: de oorlog is
verloren. Het is een miserabel geval. Waarom houden
ze er niet mee op, zodat niet nog meer onnodig bloed
wordt vergoten? Het is een ten top gestegen dwaas
heid, tegen beter weten in deze slachting voort te zet
ten.
Luitenant Wollweber wordt uit zijn gepeins opge
schrikt als de deur van de hut openvliegt en serge
ant Schreijer vloekend en tierend naar binnen
stormt.
'Hier en ginter, de Russen zijn er tussenuit geknepen.
Die kerels zijn in geen velden of wegen meer te zien.
Die zitten ergens in het bos, waar geen hond hen meer
uit krijgt.'
'Hoe kan dat nou?' vraagt Wollweber werkelijk ver
baasd, 'ik sta hier voor het raam en zie hen enkele
minuten geleden nog helpen met het lossen van de
wagens en nu zijn ze weg? Onbegrijpelijk, werkelijk
onbegrijpelijk.'
Schreijer hijgt verontwaardigd: 'Ze zijn hem niet voor
niets gesmeerd. Die lui zijn partizanen, dat heb ik van
het begin af aan al vermoed.'
'Maar hoe wil je hen dan krijgen? Ze zijn nergens meer
te vinden, zegje.'
'Ze moeten hier nog in de buurt zijn. Je kunt niet
zomaar in het niets verdwijnen, dat lukt zelfs een Rus
niet.'
'Nee, maar als je hen nu al niet meer kunt vinden, zal
zoeken niet veel meer helpen vrees ik.'
'Zijn er geen mensen die kunnen helpen zoeken, luit?'
'Waar moet ik die dan halen?"
'U kunt een peloton van het front laten komen.'
'Wat, van het front?'
'Ja, de Russen zitten ingevroren, die zullen ons voor
lopig geen last bezorgen.'
'Ben je nou helemaal.Het front is al ver onderbezet
en dan wou jij er nog mannen weg gaan halen. Als de
Iwans in de peiling krijgen dat er een gaatje zit, dan
komen ze daar doorheen. Geloof me beste kerel, van
het front kan geen mens komen.'
'Ja, maar we moeten die kerels hebben, wie weet wat
er gebeurt als ze gaan praten: ze hebben meer gezien
dan verantwoord is.'
'Ik geef toe, dat het mooi zou zijn als we hen in hun
kraag konden pakken, maar ik ben overtuigd, dat dit
nooit zal lukken. Ze zitten nu al ergens diep in het bos.
daar zal niemand hen vinden.'
'Wilt u dit dan op z'n beloop laten luitenant?'
'Weetje een andere oplossing?'
'Ja, zoals ik heb gezegd: een peloton van het front
halen en hen laten zoeken.'
'Sergeant, luister eens: er komt van het front geen
mens. Jij hebt van de kapitein de opdracht gekregen
om voor die kerels te zorgen. Doe dat dan ook en val
mij niet lastig met dingen die ik niet kan reahseren. Je
kunt gaan.'
Als Schreijer rood van woede naar buiten gaat om als
nog de Russen op te sporen, loopt luitenant Wollwe
ber naar het raam en staart met nietsziende ogen in de
grijze mist die als een hjkwade over het front hangt.
Kapitein Wellerhöffer zit bij de bataljonscommandant
om de strategie te bespreken. Zijn optimisme wordt
hier volledig de kop ingedrukt als hij tegenover deze
ervaren frontrot zit. De grote beloften die hij vanuit het
vaderland heeft meegekregen, blijken hier aan het
front niet zoveel indrek te maken. Zijn eerdere wan
trouwen tegen alle officieren begint te wankelen nu hij
van zijn directe superieur een gelijkluidende uiteenzet
ting krijgt als van zijn luitenant. Zou hij dan toch be
drogen zijn? Is dan alles wat de Führer gezegd heeft
een leugen?
'Wat denkt u dan van deze ongewone stilte in de sec
tor Leningrad kolonel?'
Kolonel Ludwig Reithmeyer krabt zich nadenkend
over zijn kalende schedel: 'Kapitein, ik weet niet wat
er aan de hand is, maar vertrouwen doe ik het niet. Ik
vrees dat het een stilte voor de storm is, die spoedig zal
losbarsten.'
'Maar volgens de berichten zijn de Russen totaal uit
geput en kunnen wij
De kolonel wuift met een breed gebaar de woorden van
de kapitein weg: 'Mijn beste Wellerhöffer, die berich
ten waarover u het hebt, kunnen mij geen zier schelen.
Ik ga slechts af op wat ik constateer en dat is, dat ons
leger harde klappen krijgt. Zoals men zegt, volgens de
berichten zouden ze hier de pantsertroepen weg halen
omdat er voor hen hier niets te doen is. Kapitein, dat
zijn de grofste leugens. We zitten hier te springen om
die tanks. Als de Russen aanvallen lopen ze door onze
stellingen alsof er in het geheel geen verdedigingsstel
sel bestaat.'
Hij zucht en strijkt zich vermoeid langs het voorhoofd.
'Kapitein, de toestand is werkelijk zo precair, dat ze
hier onze krachtigste wapens weg halen om er elders
weer een gat mee te dichten. Om ons wat wijs te maken
vertellen ze dat de Russen uitgeput zijn en binnenkort
door ons op de knieën gedwongen zullen worden. Bes
te man, het is de grootste onzin die je je maar kunt
indenken. De Duitse soldaat en eveneens de burgers,
worden door hun leiders in de maling genomen op een
manier, zoals er nog nooit een volk misleid is. Als één
dezer dagen de aanval van de Russen komt, dan zult u
een leger zien waarvan wij in onze gloriedagen zelfs
niet durfden dromen.'
'U wilt dus zeggen: Wij zijn verraden?'
'Ja!'
De kapitein laat zijn hoofd op z'n handen rusten en
kijkt de kolonel niet begrijpend aan. Zijn rotsvast ver
trouwen in de Führer en de eindoverwinning heeft hier
een gevoelige knak gekregen.
'Ik wilde dat het niet waar was. Zijn dan al onze offers
voor niets geweest?"
'Helaas, het is zo.'
'Dus alles was vergeefs?' (wordt vervolgd)
K