eiiaudbi-iiieuws
Zestig jaren geleden, op 6 juni 1944 om 00.15 uur, begon de geallieerde
invasie van Europa bij Normandië. Parachutisten van de Amerikaanse
Luchtlandingstroepen sprongen uit hun toestellen om speciale doelen te
veroveren. D-Day was begonnen. Deze landingen werden ondersteund
door circa 3000 vaartuigen en omvatten ruim 200.000 manschappen. Uit
eindelijk vormde deze invasievloot één van de grootste armada's uit de
moderne geschiedenis. In de middag van deze historische 6e juni ver
trokken de sleepboten vanuit Engeland richting de Franse kust. Een aan
tal van deze sleepboten nam deel aan het verslepen van de Phoenix-cais-
sons van Engeland naar de kust van Frankrijk voor de aanleg van de
kunstmatige haven bij Arromanches. Over de activiteiten van de Neder
landse sleepboten tijdens de Tweede Wereldoorlog is maar weinig gepu
bliceerd. Boeken die bijna een compleet beeld geven van de oorlogserva
ringen die werden beleefd aan geallieerde zijde, worden duidelijk en eer
lijk verhaald, maar over het algemeen is er weinig aandacht besteed aan
de sleepvaart, welke toch een heel belangrijke rol heeft gespeeld in deze
periode.
Nederlandse sleepboten bij
de invasie van Normandië
PAGINA 11
VRIJDAG 25 JUNI 2004
r
Slepen voor de vrijheid
(1)
De 'Lauwerzeegebouwd in 1930 bij J. K. Smit te Kinderdijk was 35,76 m lang,
7.04 meter breed, uitgerust met een 3 cil stoommachine J. K. Smit en leverde
een vermogen van 550 PK. In 1939 in dienst van de Kon. Marine als bewakingsx'oartuig
'BV39'. Op 17 mei 1940 vertrokken van Vlissingen naar Engeland en ingedeeld bij Rescue
Tug Section. Op 3 oktober 1940 tijdens de reis van Falmouth naar Plymouth
met op sleeptouw het kabelschip 'Lady of the Isleop een mijn gelopen en gezonken.
Het driedelig standaardwerk van K.W.L.
Bezemer 'De Geschiedenis van de Neder
landse Koopvaardij in de Tweede Wereld
oorlog' - welke delen resp. verschenen in
de jaren 1984,1986 en 1990 - geeft heel
wat informatie over de sleepboten in oor
logstijd, maar in het algemeen genomen is
de Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog
toch altijd onderbelicht geweest. Uitzonde
ring hierop mag het boek zijn van de heer
L.L. von Munching 'De Nederlandse Koop
vaardijvloot in de Tweede Wereldoorlog'
Van de twaalf Nederlandse sleepboten die
eind 1940 in de Britse wateren waren, wer
den er negen ingedeeld bij de 'Rescue Tug
Section' van de Britse Admiraliteit; de res
terende drie sleepboten waren gecharterd
door het Ministerie of War Transport. Het
is heel moeilijk om zich een compleet beeld
te vormen van hetgeen door deze sleepbo
ten is gepresteerd. Evenmin zijn veel gege
vens beschikbaar over hetgeen de bezetter
met onze sleepboten heeft gedaan. Zeker is,
dat zij ook voor andere doeleinden werden
De 'Witte Zee' werd gebouwd in 1914 bij J.&.K. Smit te Kinderdij l .'m.
8,75 meter breed, uitgerust met een stoommachine van J.& K. Smit en leverde
een vermogen van 1000IPK. In 1940 gerekwireerd door de Kon. Marine en onder de naam
'BV5' gebracht. In mei 1940 uitgeweken naar Engeland en 12 november in Engeland
bij Overton Mere gestrand en verloren gegaan.
De Roode Zeewerd gebouwd in I93ti bij Smit Zn in Kinderdijk, was 48 meter lang
en 8.10 meter breed, en uitgerust met een motorvermogen van 1250 PK. Op 24 april 1944
getorpedeerd nabij Dungeness door de Duitse Schnellboote 'S 100'.
gebruikt. Sleepboten zijn ook bij de Marine
voor veel taken geschikt, zoals het leggen
van mijnen, het escorteren van schepen in
de kustwateren en ook als boeienschip,
patrouille- of bewakingsvaartuig. Het is dus
voor de hand liggend dat de Koninklijke
Marine bij het afkondigen van de mobilisa
tie een aantal sleepboten van de rederijen
vorderde voor het verrichten van diverse
taken.
Zo werden eind augustus 1939 niet minder
dan 18 sleepboten gerekwireerd om dienst
te doen als 'bewakingsvaartuig' (BV). Hier
van behoorden er tien toe aan L. Smit
Co. Internationale Sleepdienst, twee aan
Bureau WijsmuUer, twee aan de Scheep
vaart Maatschappij G. Doeksen Zonen,
drie aan Stoomsleepdienst v/h P. Smit Jr. en
één havensleepboot van L. Smit Co. Al
deze sleepboten werden in verschillende
Nederlandse havens gestationeerd. Zij
lagen toen in West Terschelling, Den Hel
der, Hellevoetsluis, Vlissingen, Wemeldin-
ge en Delfzijl. Voor IJmuiden en Hoek van
Holland had men resp. vier en vijf bewa
kingsvaartuigen, doch dat waren voormali
ge stoomloodsboten en bewapende traw
lers.
Als bewakingsvaartuig stonden de sleepbo
ten als regel onder bevel van een luitenant
ter zee Ie klasse of 2e klasse, maar de kapi
tein bleef wel aan boord. Vrijwel de gehele
bemanning werd gemilitariseerd door het
aangaan van een verbintenis bij de Vrijwil
lige Marine Reserve. Bovendien was het
noodzakelijk om het personeel uit te brei
den met twee matrozen, nl een kanonnier
en een seiner-telegrafist. Ook werden de
sleepboten van bewapening voorzien, en
wel een kanon van 5 cm op de bak.
Naast de sleepboten die waren gevorderd
om dienst te doen als bewakingsvaartuig,
waren er nog enkele sleepboten voor andere
doeleinden gerekwireerd. Zo stonden de
'Utrecht' en de 'Hector' van Bureau Wijs
muUer ter beschikking van de Commandant
der Koninklijke Marine te Willemsoord en
deden de sleepboten 'Texel' en 'Volhar
ding' van Doeksen dienst als communica
tievaartuig te West-Terschelling. De sleep
boot 'Zweden' van de Stoomsleepdienst v/h
P. Smit Jr. uit Rotterdam fungeerde als
havensleepboot in Vlissingen.
Nederlandse sleepboten waren in de perio
de voorafgaande aan het tijdstip waarop
Nederland in de oorlog werd betrokken,
voor de Koninklijke Marine werkzaam. In
de meidagen van 1940 gingen twee zee
sleepboten die als bewakingsvaartuig fun
geerden, door vijandelijke acties verloren.
Dat waren de 'Noordzee' (BV 34) en de
'Oceaan' (BV 4) van Rederij Doeksen. De
sleepboot 'Zwarte Zee' van L. Smit Co's
Internationale Sleepdienst, die in die dagen
in de haven van Temeuzen op station lag,
werd op 10 mei 1940 door de Koninklijke
Marine gevorderd om de in afbouw zijnde
torpedobootjager 'Isaak Sweers', die bij de
werf van de Koninklijke Maatschappij De
Schelde in Vlissingen lag, naar Engeland te
slepen.
De 'Indus' (BV 36) heeft op 17 mei nog
getracht het casco van de torpedobootjager
'Philips van Almonde', die bij dezelfde
werf op de helling stond, van de helling te
trekken. Deze poging leverde evenwel niet
het gewenste resultaat op en toen de 'Indus'
deze poging staakte en naar buiten wilde
stomen om naar Engeland uit te wijken,
werd vlak voor het schip de zeesluis ver
nield, waardoor de 'Indus' in de binnenha
ven van Vlissingen lag opgesloten.
In IJmuiden werden in de meidagen van
1940 zes sleepboten als blokschip tot zin
ken gebracht. Dit waren de 'Nestor' en
'Stentor' van Bureau WijsmuUer, de 'Annie
Goedkoop' en 'Elisabeth Goedkoop' van de
reederij v/h Gebr. Goedkoop, en de binnen
vaartsleepboten 'Gloria' en 'Mars', die daar
allen voorlopig hun einde vonden.
De 'Lauwerzee' week op 17 mei 1940 van
Vlissingen naar Engeland uit en had gedu
rende de mobiUsatieperiode dienst gedaan
als Bewakingsvaarmig (BV 39), maar werd
in Engeland al spoedig door de KoninHijke
Marine vrij gegeven en ingedeeld bij de
Rescue Tug Section van de Admiraliteit. Zo
vertrok op 3 oktober 1940 de 'Lauwerzee'
in konvooi van Falmouth naar Plymouth
met het Britse kabelschip 'Lady of the
Isles' van de Admiralty Cable Service op
sleeptouw, om in de laatstgenoemde plaats
te worden hersteld. Om 13.50 uur van deze
dag liep de 'Lady of the Isle' op ongeveer 3
mijl ten oosten van St. Antony Point bij
Falmouth op een mijn en zonk onmiddel-
Ujk. De 'Lauwerzee' kreeg daarop orders
om koers te zetten naar Plymouth. Even
voordat deze koers werd uitgezet, had
onder het voorschip een zware ontploffing
plaats. De voormast en de schoorsteen van
de 'Lauwerzee' gingen overboord, de sleep
boot kreeg direct zware slagzij en verdween
weldra in de golven. Twaalf van de dertien
opvarenden kwamen bij deze ramp om het
leven.
Op 9 november 1940 vertrok de sleepboot
'Witte Zee' van L.Smit Co's Internatio
nale Sleepdienst uit Falmouth. Nog dezelf
de dag werd Kaap Lizard gepasseerd en om
16.45 uur werd een grote drijvende schiet
schijf van de Britse Marine overgenomen
van een Engelse sleepboot, die naar Lam-
bash moest worden gesleept. Op 10 novem
ber ging de sleep in de Mounts Bay voor
anker, waar men de gehele dag moest blij
ven liggen omdat Duitse vliegtuigen gedu
rende de nacht mijnen hadden uitgeworpen.
Pas op 11 november om 10.45 uur kon de
reis worden vervolgd. Het weer werd gaan
deweg slechter, wat tot gevolg had dat de
'Witte Zee' de volgende morgen vroeg bij
Overton Mere (Wales) aan de grond Uep.
Bij het aanbreken van de dag werd door de
kustwacht een lijn uitgebracht, waardoor de
opvarenden de vaste wal konden bereiken.
Het schip lag over haar SB zijde en moest
als verloren worden beschouwd.
De 'Roode Zee' behoorde niet tot de sleep
boten die in 1939 of 1940 door de Konink-
üjke Marine waren gevorderd. Begin mei
1940 was dit schip onderweg naar haar sta
tion op de Bermuda Eilanden. Gegevens
van deze sleepboot over 1940 en 1941 zijn
echter zeer schaars en onvolledig en het is
niet meer na te gaan wat de 'Roode Zee' in
die jaren heeft gedaan. Naar verluid zou dit
schip in september 1941 moeten worden
vrij gemaakt om ter beschikking te worden
gesteld van de Commander in Chief East
Indies om dienst te doen in Nederlands-
Indië. Het bleek evenwel onmogelijk de zo
krachtige 'Roode Zee', met haar motorver
mogen van 1250 PK, op de Bermuda Eilan
den te vervangen. Pogingen om een Cana
dese sleepboot voor dit doel te krijgen, mis
lukten. Ook de Amerikaanse sleepboot
'American' bleek niet beschikbaar. Zo bleef
de 'Roode Zee' voorlopig op de Bermuda
Eilanden gestationeerd. Van daaruit ver
leende zij op 17 januari 1942 assistentie aan
het Britse hulpvliegkampschip 'Archer', dat
bij een aanvaring met een schip uit het kon
vooi op 13 januari was beschadigd. Begin
februari 1942 nam de 'Roode Zee' deel aan
de berging van het Portugese ss Sines'. In
die tijd kwam nogmaals het terugtrekken
van deze sleepboot van de Bermuda Eilan
den ter sprake, doch zij was de enige grote
bergingsboot in dit gebied en derhalve
onmisbaar.
Zoals reeds eerder werd vermeld, was de
'Zwarte Zee' medio juni 1942 uit Engeland
vertrokken ter aflossing van de 'Roode
Zee', die voor de aankomst van de 'Zwarte
Zee' al naar Trinidad was vertrokken. Op
20 juli voer de 'Roode Zee' uit om een door
de bemanning verlaten tanker op sleeptouw
te nemen. Dat was de 'San Gaspar', die op
18 juli was getorpedeerd door de 'U 575'
Men slaagde erin de tanker behouden bin
nen te brengen. Op 29 augustus 1942 ver
trok de 'Roode Zee' met konvooi
'T.A.G.r, waarna er weer grote lacunes
vallen in de bewegingen van deze sleep
boot. Pas op 8 oktober 1943 wordt, zoals
beschreven, de 'Roode Zee' in gezelschap
van de 'Zwarte Zee' aangetroffen met een
Frans dok in Algiers. Vanuit deze haven
werd koers gezet naar Gibraltar, waar van
daan met het Amerikaanse ss 'Cape Mohi
can' aan de tros de reis naar Engeland werd
gemaakt. Na een dokbeurt te hebben onder
gaan zou de 'Roode Zee' worden gebruikt
voor het verslepen van de zogenaamde
■Phoenix-caissons', die bestemd waren
voor de aanleg van de kunstmatige havens
te Arromanches en Quistreham bij de inva-
,sie van Frankrijk,
In de nacht van 23 op 24 april 1944 hadden
sleepboten met caissons en een groep lan
dingsvaartuigen, die op de rede van Dunge
ness lagen, zich aangesloten achter een
konvooi dat in westelijke richting door het
Kanaal zou gaan. Tijdens een aanval van
Duitse TM-boten op Britse eenheden beliep
het konvooi geen schade, maar om 04.45
uur had onverwacht een explosie plaats
nabij de D-Boei. Het bleek dat de 'Roode
Zee', op weg naar Portmouth door een tor
pedo was getroffen. De gehele bemanning,
inclusief kapitein Jacob Klinge, kwam bij
de ondergang van de 'Roode Zee' om het
leven. De 'Roode Zee" werd getroffen door
een torpedo in de bunkerruimte; na een gro
te steekvlam explodeerde de sleepboot en er
werd niets meer van gevonden.
De 'S 100' was een houten TM-boot, die
was gebouwd op de werf van Fr. Lürsen in
Vegesack en was op 5 mei 1943 in dienst
gesteld. Deze boot behoorde tot het vijfde
flottielje 'Schnellboote' en werd op 15 juni
1944, liggende in Le Havre, tezamen met
de 'S 84', 'S 87', 'S 138', 'S 142' en 'S
169' t/m 'S 171' door een geallieerde lucht
aanval vernield.
Aan de grote geallieerde invasie, die op die
historische 6e juni 1944 in Normandië
begon en die de geschiedenis is ingegaan
als de grootste amfibische operatie uit de
Tweede Wereldoorlog, waren uiteraard zeer
veel voorbereidende werkzaamheden ver
bonden.
Behalve de reusachtige invasievloot van
honderden schepen die de troepen vervoer
den voor de operaties te land, moest ook
voor de bescherming hiervan worden
gezorgd tegen de aanvallen van oppervlak-
teschepen, onderzeeboten en vliegtuigen.
Er moesten mijnenvrije geulen worden
geveegd en er moesten oorlogsschepen zijn
die met hun zware en middelbare artillerie
de troepen, die aan land gingen tijdens de
opmars, dekten met artillerievuur. Eén van
de belangrijkste facetten van deze operatie
was de aanleg van de kunstmatige havens,
zodat bij eUce weersgesteldheid de operatie
De 'Zwedenwerd gebouwd in 1920 bij Scheepswerf Machinefabriek Burgerhout
in Rotterdam onder de naam 'Drecht' voor rekening van Phs. Van Ommeren.
In 1936 overgenomen door P.Smit Jr en onder de naam 'Zwedenin de vaart gebracht.
In 1939 naar de Kon. Marine voor haven sleepdiensten in Vlissingen. In mei 1940
op de Westerschelde tot zinken gebracht. Later gelicht en gesloopt.
De 'Isaac Sweers (G 83).
kon doorgaan zonder van de weersomstan
digheden afhankelijk te zijn.
Het duurde tot januari 1944 alvorens de
plannen en alle mogelijke details daarvan
waren vastgesteld en met de bouw hiervan
kon worden begonnen. Om dit voor de vij
and zoveel mogelijk geheim te houden, gaf
men het de naam 'Muilberries'. Schout bij
Nacht Tennant werd belast met de Operatie
MuUberry en tevens met de bevoorrading
van benzine voor de invasiemacht, die
bekend stond onder de naam 'Pluto' (Pipe
Line Under The Ocean).
De belangrijkste bestanddelen van de Mul-
Iberries, waarvan er twee zouden worden
aangelegd, bestonden uit 146 caissons, die
bekend stonden onder de naam 'Phoenix'
en die elk 61 meter lang waren, doch ver
schillende afmetingen hadden, afhankelijk
van de diepte van het water waar zij tot zin
ken zouden worden gebracht. De grootste
caissons hadden een waterverplaatsing van
6.044 ton waarvoor 250.000 m3 cement
voor werd gebruikt en 31.000 ton staal.
Deze caissons waren voorzien van ballast-
kamers, die men met water kon laten vollo
pen, waardoor men hem op de voorgeschre
ven plaats tot zinken kon brengen. Aange
zien tijd één van de belangrijkste factoren
was en men niet over voldoende hellingca
paciteit en dokken beschikte als gevolg van
een overbelasting van de scheepsbouw en
reparatiewerven, had men de toevlucht
genomen tot de aanleg van twaalf diepe
putten nabij de Thames, waarin de bodem
secties konden worden gebouwd. Nadat de
bodem was gelegd, werden die caissons in
wording naar buiten gesleept en drijvend
afgebouwd. Op deze wijze werden 48 cais
sons gebouwd, en verder nog 57 caissons in
dokken, 18 in drijvende dokken en nog 23
op scheepshellingen.
Bij het aanvaarden van zijn taak twijfelde
Schout bij Nacht Tennant aan de bruikbaar
heid van deze 'Mulberries', want het was
de vraag of deze betonnen dozen het wel
zouden houden bij een middelmatige
storm,laat staan een zware storm. Zijn
voorstel was dan ook om 70 verouderde
schepen gereed te maken als blokschip met
de bedoeling deze af te laten zinken, die
dan als golfbreker zouden dienen. Zij wer
den 'Gooseberries' genoemd. Er werden 59
schepen uitgezocht, waaronder de Neder
landse kruiser Hr. Ms. 'Sumatra'.
Niet minder dan 12 sleepboten onder
Nederlandse vlag waren opgenomen in de
sleepbootpool voor de Operatie 'Overlord',
zoals de codenaam luidde voor de land- en
zeemacht. Deze sleepboten waren:
Ss 'Schelde', met kapitein A.J. Vlielan-
der
Ss'Antic', met kapitein A. Slijp
Ss 'Amsterdam', met kapitein M. de Koe
Ss 'Dexterous', met kapitein J. Kalkman
Ss 'Goliath", met kapitein C. Heykoop
Ms 'Roode Zee', met kapitein J. Klinge
Ms 'Thames', met kapitein B. 't Hart
Ms 'Zwarte Zee', met kapitein T. Vet
Ss 'Donau', met kapitein J. Penning
Ss 'Ebro', met kapitein L. Jansma
Ss'Seine', met kapitein M. Becker
Ms 'Hudson', met kapitein B.C. Welte
vreden.
Van deze 12 sleepboten waren de 'Antic'
en de 'Dexterous' tijdens de oorlog in
Engeland gebouwd en hadden een Neder
landse bemanning. De 'Goliath' was een
Belgische sleepboot en ook door Nederlan
ders bemand. Zoals reeds vermeld, is het
moeilijk uit te zoeken wat deze 12 sleepbo
ten nog meer hebben gedaan dan het versle
pen van materieel naar de Franse kust.
In een volgend artikel zullen wij één sleep
boot gaan behandelen uit deze periode, die
dan model zal staan voor alle twaalf sleep
boten: de stoomsleepboot 'Schelde'.
Schiedam, Maarten Bezuijen
«SUS**
De 'Hudson'