Overdenking
Croissants, allesbehalve Frans....
Kruistocht
Maar Leningrad
uit de
Heilige Schrift
eiiaudbi-hieuws
HET
"lÖjkVENSTER
Dienst
voor belangstellenden
in Stellendam
Eilanden-Nieuws: een krant die G-E-L-E-Z-E-N wordt
VERVOLGVERHAAL
Blik op kerk ^^y
en samenleving Cj
- Bevrijdingsdag
- Een andere tijd
- De ware vrijheid
UERZmGEN KINOEHEN
OFIfffFltf KllUHEH
6FFIV BRl UaN GEiNÜPT
•••••••CLi^
Leven met Pasen in de rug
•ifaiga-^rilogie deel l
.,JOH.G.y£ENHOF
PAGINA 5
VRIJDAG 7 MEI 2004
Deze regels worden geschreven op de dag
waarop het Nederlandse volk de doden her
denkt die in de Tweede Wereldoorlog zijn
gevallen, en aan de vooravond van Bevrij
dingsdag. Hoe diep de jaren van de bezetting
hebben ingegrepen is ieder jaar weer te mer
ken aan nieuwe verhalen en herinneringen
uit de tijd van de oorlog. Hoewel er in de bij
na zestig jaar na de bevrijding al veel over de
oorlog is gepubliceerd, zijn er blijkbaar toch
altijd weer dingen die we nog niet weten! Je
moet ook wel tot de ouderen behoren om
enigszins te kunnen aanvoelen met welke
emoties die bevrijding toen gepaard ging.
Dat we weer hardop konden zeggen wat we
dachten, zonder dat het gevaar bestond dat er
verklikkers in de buurt waren die je woorden
overbriefden, zodat je diezelfde dag nog kon
worden opgepakt.en dat er weer voldoen
de te eten was, nadat vele landgenoten zich
in leven hadden gehouden met voedsel dat
eigenlijk niet te eten was... Het zijn zomaar
enkele aspecten van het bestaan, die aan de
jongeren van nü eigenlijk niet meer duidelijk
te maken zijn.
Het is dan ook de vraag hoe lang we nog
moeten doorgaan met de zogenaamde
dodenherdenking en de viering van de
bevrijdingsdag. Straks leven de ouderen, die
de oorlog hebben meegemaakt, niet meer, en
weet de jongere generatie nauwelijks wat ze
zich erbij moeten voorstellen. Telkens weer
horen we de vrijheid in verband brengen met
discriminatie, het respecteren van eikaars
mening, enzovoort. Overigens, het anti
semitisme, dat in de dertiger jaren aan de
oorlog voorafging, blijkt ook vandaag nog
springlevend te zijn.
Het was zo'n totaal andere tijd, die jaren na
de oorlog! We konden onbezorgd, ook 's
avonds, over de straat gaan. Er waren geen
winkeldiefstallen of tasjesroof. Om aan
bank- of winkelovervallen maar helemaal
niet te denken. En er werden geen leraren
zomaar bruut van het leven beroofd. De gro
te en kleine criminaliteit - voor zover van
groot en klein valt te spreken! - wés er
gewoon nog niet. Kwam het incidenteel
voor, dan werd er nog lang over gepraat.
De grote vraag is daarom of we wel zo vrij
zijn als we denken! De secularisatie en de
onkerkelijkheid zijn in de naoorlogse perio
de sterk toegenomen en in de kerkten) werd
een maatschappijkritisch en een horizonta-
hstisch evangeüe verkondigd. Dat alles is
ons bevrijde voUc niet ten goede gekomen.
Er wordt nu allerwegen geroepen om nor
men en waarden, die dikwijls niet méér zijn
dan vormen van burgerlijk fatsoen, terwijl
met de normen en waarden die de Heere stelt
in Zijn heilige wet, door de grote massa
eigenlijk geen rekening meer wordt gehou
den. Dat is een vrijheid die gelijk staat met
de bandeloosheid en die niets te maken heeft
met de vrijheid die we op 5 mei mogen vie
ren...
WAARNEMER
--•«-/►TL"*
■"-)
Deze vraag- en antvi'oordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Ik herinner mij uit de geschiedenislessen wel
zoons van Willem de Zwijger, maar niets
over zijn dochters. Waar zijn die gebleven?.
Antwoord: Uit het huwelijk met Anna van
Egmond stanmien Philips Willem, die na
zijn vrijlating uit Spaanse gevangenschap in
1606 huwde met Eleonore van Bourbon
(nicht van de Franse koning Lodewijk XIII),
en Maria die in 1595 in de echt werd ver
bonden met generaal Filips, hertog van
Hohenlohe. Dan kwam Willems natuurlijke
zoon Justinus van Nassau uit een verhouding
met de burgemeestersdochter Eva Elincx.
Hij huwde Anna van Merode en werd luite
nant-gouverneur van Zeeland. Willems
tweede eega Anna van Saksen schonk het
leven aan Anna, die met haar neef Willem
Lodewijk trouwde, Maurits die ongehuwd
bleef, en Emilia die een geheim huwelijk
sloot met de prior van Crato, een bastaard
zoon van de Portugese troonpretendent
Antonio. Charlotte de Bourbon bracht zes
dochters ter wereld: Louise Juliana huwde
Frederik IV van de Palts; Maria Elisabeth
werd de gade van Henri de Latour, graaf van
Turenne en hertog van Bouillon; Catharine
Belgica werd echtgenote van de graaf van
Hanau; Charlotte Flandrina is als ziekelijk
kind naar een Frans klooster gebracht, daar
tot non gewijd en later abdis geworden te
Saint Croix in Poitiers; Charlotte Brabantina
trouwde met Claude, de hertog van Tre-
mouille in Frankrijk; en Emilia Secunda
werd in de echt verbonden met de hertog van
Landsberg. Willems vierde vrouw, Louise
de Coligny, schonk hem Tuist voor zijn
dood in 1584 zijn zoon Frederik Hendrik, de
latere 'stedendwinger'. De meisjes die zij
later in Vlissingen gelijk met haar zoontje
opvoedde, waren liefderijk opgenomen
pleegdochters.
Ik had een kleinkind kleurpotlodengegeven,
maar nu heeft dat joch m'n deuren beklad.
Hoe krijg ik die kleuren er af?
Antwoord: Neem een lapje met een paar
druppels pure alcohol van 96%, die bij de
drogist verkrijgbaar is. Daarmee kunt u die
vïeidcen gemakkelijk van de glansverf weg-
wrijven. Wel gelijk de deuren met schoon
water nazémen.
Als ik 's morgens slagroom klop voor een
taart of pudding, is ze 's middags alweer
slap. In de koffie smelt ze gelijk weg. Hoe
krijgen banketbakkers de slagroom zo stijf
op hun taarten, dat ze dagenlang goed blijft?
Antwoord: Door ze veel stijver te kloppen.
Gewoon doorslaan of doordraaien tot u de
kom scheef kunt houden zonder dat de room
beweegt. Wel oppassen, dat het daarna geen
boter wordt. En er niet aankomen om van te
proeven!
In mijn stefanotis groeide een vreemde bal.
Dat heb ik andere jaren nog nooit meege
maakt. Kan dat een vrucht zijn?
Antwoord: Ja, maar het gebeurt zelden dat
een stefanotis in zo'n droge zitkamer een
vrucht krijgt. Het duurt zo'n 18 maanden
voordat die rijp is. De groot geworden zaad-
Van lieverlee komen we bij de achterste
dozen op de zolder. Spullen die we al
heel lang geleden opgeborgen hadden.
Dozen die al een paar keer mee verhuisd
zijn.Oude herinneringen. Jeugdherinne
ringen. Oude schoolagenda's zijn ook zo
leuk. Watje daar allemaal niet in
schreef. Het lijkt soms wel een dagboek.
Oude cijferlijsten. De cijfers die goed
waren schreef ik heel groot.De cijfers die
slecht waren schreef ik heel klein.Het
jaar dat ik ben blijven zitten stonden er
dus veel kleine cijfertjes.Het volgende
jaar waren ze gelukkig een stuk
groter.Ergens zie ik nog een hartje met
een letter er in. Verliefd. Hoe zou het
met die jongen gaan? Wat zou er van
hem terecht gekomen zijn? Waarom
vond ik hem toen zo leuk?Zou hij ooit
geweten hebben dat ik toen een oogje op
hem had?
Ach wat leuk, mijn eerste tekenschrifqe
van de lagere school. Nee hoor, ik had
geen talent. Een tekening van een jon
getje met oranje stekeltjeshaar, omdat de
juf daarover een verhaal had voorgele
zen. En mijn eerste plakboekje van de
kleuterschool. Sommige bladzijden zit
ten aan elkaar, omdat ik blijkbaar teveel
lijm gebruikt had. De juf had steekjes
getekend en daar plakte je dan de bloe
metjes bij. Nog wat kleurplaten. Een
kabouter, helemaal uitgeprikt, inge
kleurd, en in het midden kun je een
luikje open doen en daar achter zit een
foto van mezelf, toen ik een jaar of 5
was. Ach, wat lief.
Nog een leuk klein koffertje en daar zit
ten de oudste dingen in. Mijn
geboortkaartje en een klein doosje van
de juwelier met mijn melktandjes er in.
Nog zo'n juweliersdoosje met een piep
klein armbandje en mijn eeste ringetje.
Voor een ander stelt dat niks voor, maar
voor jezelf heeft het toch veel waarde.
Dat verhuist dus allemaal mee. De vol
gende stap wordt oude foto's die nog
steeds ingeplakt moeten worden.
Waarschijnlijk krijg ik dat niet eens
klaar voor de verhuizing. Die foto's
zullen in het nieuwe huis ingeplakt
moeten worden, want oude foto's bek-
ijlcen kost helemaal erg veel tijd en de
tijd begint te dringen. De verhuisdatum
komt in zicht en er moet nog ver
schrikkelijk veel gebeuren.
Julia Campfens
Het Binnenhuis
Zondagavond 9 mei is er weer een dienst
voor belangstellenden. Het thema is: "Hoe
kan ik in mijn leven een discipel van Jezus
zijn?" Jezus heeft als zendingsopdracht
meegegeven: "Maakt alle volken tot Mijn
discipel. Hij vraagt dus ook jou en mij om
een discipel van "Hem te zijn. Discipel
betekent gewoon leerling of volgeling. In
deze dienst zal voorgaan onze eigen predi
kant Ds. Kant. Dit keer zal het gospelkoor
'Rejoice' uit Zuidland een muzikale
inbreng hebben. Aanvang van de dienst is
om 18.30 uur in de Gereformeerd Kerk te
Stellendam. We hopen op een mooie
dienst.
bal barst dan open, of valt eerder af. Het zaad
kunt u drogen en in het voorjaar op een war
me ondergrond zaaien. Doet u er zelf niets
mee, dan is 't verstandiger dat vruchtje weg
te nemen, want het vergt anders veel groei-
stoffen van uw 'bruidsbloem' die 's zomers
toch al zoveel licht, lucht, lauw water en
mest nodig heeft.
Houd in gedachtenis, dat Jezus
Christus uit de doden is opge
wekt. 2 Tim. 2:8a
Paulus doet in dit woord een appèl op Timo-
theüs. Een Paasappèl. Paulus laat zien dat
Pasen te maken heeft met het gewone leven,
met de taak die God ons geeft. Het maakt een
heel verschil of je uit het wonder van Pasen
leeft of niet. Er gaat van het Paasevangelie
kracht uit! Dat heeft Paulus zelf ervaren. Op
het moment dat hij deze brief schrijft zit hij
zelf gevangen. Waarschijnlijk wordt hij bin
nenkort terechtgesteld. Toch is hij geen wan
hopig mens. Want Paulus kent de opgestane
Christus. Hij leeft met Pasen in de rug. En
dat betekent dat hij de wind van de Heilige
Geest mee heeft.
De aanleiding tot deze brief is de situatie
waarin Timotheüs verkeert. Deze jonge col
lega van Paulus is voorganger van de
gemeente in Efeze. Een niet geringe taak.
Efeze is een bruisende stad met allerlei reli
gieuze stromingen. Binnen de gemeente van
Christus is dat duidelijk te merken. Vooral
aan de invloed van dwaalleraren. Timotheüs
kan de simatie nauwelijks aan. Hij ervaart
vooral zijn jonge leeftijd als een handicap.
Maar Paulus steekt hem een hart onder de
riem door Timotheüs te wijzen op de Opge
stane Koning van de kerk. In de tuin van ons
huis staan jonge vruchtbomen. Om te voor
komen dat ze omwaaien zijn er stevige palen
in de grond geslagen. En via een band zijn
boom en paal met elkaar verbonden. Nu,
Paulus plaatst als het ware zo'n paal naast de
jonge Timotheüs, opdat hij staande zal blij
ven temidden van alle stormen in Efeze.
Christus staat boven alle antimachten. In Zijn
opstanding heeft Hij de dood en het hele rijk
van de duisternis overwonnen. Zou Hij,
Timotheüs, de hindernissen niet aan kunnen,
die jij in Efeze ondervindt? Zie toch op Hem,
de Opgewekte Levens vorst! En zoek in Hem
je kracht en je bezieling.
Houdt in gedachtenis. Een wonderUjke uit
drukking. Dat is meer dan nog eens terug
denken aan de opstanding. Het is ook iets
anders dan herdenken (zoals belangrijke
figuren uit de kerkgeschiedenis worden her
dacht). Paulus bedoelt dat we ons zó richten
op de opgestane Heere Jezus, dat ons leven
van Zijn kracht doortrokken wordt. Hier en
nu. Dan is Pasen geen feit uit een ver verle
den, maar dan ervaren we in het heden de
zegen van Jezus' overwinning. Houdt in
gedachtenis - de grondtaal laat zien dat
Paulus Timotheüs opdraagt om dat dagelijks
te doen. Het gaat om een levenshouding die
zich oriënteert op Pasen. Alleen zo is het
mogelijk om bemoedigd en gesterkt te leven.
Voor Timotheüs destijds. Voor ons vandaag.
Leven met Pasen in de rug.
Dat gaat niet zonder strijd. Dat vraagt
geloofsoefening. Er is immers zoveel wat
ons neerdrukt en de werkelijkheid van Pasen
weerspreekt. De vele onheilsfeiten om ons
heen. De onrust in het midden-oosten. De
vele vluchtelingen. De raadsels in ons eigen
leven weUicht. Spanningen in het gezin. Zor
gen en gebrokenheid in de kerk. Of de macht
van de zonde in je eigen leven. Pasen is het
feest van het nieuwe leven, maar we ervaren
steeds weer hoe springlevend de oude mens
is. Wat kan dat een aanvechting geven. Juist
als we de Heere God dienen. Dat toch de vra
gen bovenkomen. Ben ik wel met Christus
opgewekt? Leven uit de opstanding is een
aangevochten leven.
Maar hoor - temidden van al die gedachten
van ons komt Paulus met zijn Paasappèl. Hij
leidt onze gedachten een andere kant uit.
Omhoog! Naar Hem Die door Zijn Vader is
opgewekt uit de dood. Pasen is een feit dat
nooit meer ongedaan te maken is. Soms is het
goed om hardop tegen jezelf en tegen elkaar
te zeggen: het i's Pasen geweest! We hebben
een levende Heere. Om ons zo te oefenen in
het Paasleven. Dat is niet gebonden aan de
tijd. De kracht van Pasen wil elke dag ons
leven vervullen. Ook als de Paasdagen achter
de rug zijn. Dan houden we de Paaszegen in
de rug. En dan gaat het ondanks alle strijd
toch de goede kant uit. Naar de dag van
Jezus' wederkomst. Houdt in gedachte-
Vraag Nederlanders welke typisch
Franse dingen ze kunnen noemen.
Gegarandeerd dat in het rijtje met
ondermeer de Eiffeltoren, de alpino
pet, de Camembert, de wijn en het
stokbrood ook de croissant voorkomt.
"Ja, want die haalden we elke ochtend
bij dat kleine bakkertje in het dorp."
De glanzende, goudbruine, uit gistblader-
deeg gerolde en licht gekromde 'halve
maantjes' zijn 's morgens niet aan te slepen
in de pittoreske boulangerie. Nee, logisch.
Als je heel stil bent en je oor vlak boven de
nog warme bakplaat houdt, hoor je ze knis
perend afkoelen. Of is het zacht gefluister
"koop mij, koop mij?" Helaas, het is alle
maal een vakantiedroom.
Want een croissant is allesbehalve Frans.
Let op, hier komt de cultuurshock: de crois
sant is een Oostenrijkse vinding. Dit maan-
vormige broodje werd 320 jaar geleden
gemaakt in Wenen van verfijnd gistblader-
deeg.
In 1683 was het Koninkrijk Oostenrijk-
Hongarije in oorlog met Turkije. De Turken
bedachten een slim plan en groeven een
tunnel onder de vestingwallen. Het verhaal
gaat dat die tunnel uitkwam bij een bakke
rij. De bakkers sloegen alarm en de Turken
werden verslagen. Om de triomf te vieren
besloten de bakkers een speciaal, luxe
broodje te bakken. Naar het symbool in de
Turkse vlag. Daarin prijkt de wassende,
halve maan. Zo ontstond de croissant, die
pas veel later in Frankrijk terechtkwam. De
Weense bakker rolde en vouwde het gist-
bladerdeeg in deze vorm en bakte het eerste
'Hömchen'. Want met dezelfde fantasie zie
je er een hoomtje in, om op te toeteren. Het
zou de Franse vorstin Marie Antoinette zijn
geweest die bij haar bezoek aan het roman
tische Wenen het halve maanbroodje leerde
kennen. De Fransen namen het knapperige
broodje over en noemde het 'wassende
maan', lune croissante. Misschien hebben
de Fransen het zo genoemd vanwege het in
de oven sterk opbollende deeg. Korstdeeg
bestaat namelijk uit vele laagjes - overdre
ven gezegd: mille-feuille, duizend vouwen.
Het water tussen deze laagjes (en de laagjes
zelf ook door het gist) zet uit en de boter
ertussen bakt ze tot ontelbare, flinterdunne
korstjes. De croissant wordt op het laatst
bestreken met wat losgeroerd eigeel, waar
door een mooi, goudbruin glanslaagje ont
staat.
Niet alle croissants worden opgerold en tot
een half maantje gebogen. In Nederland
bestaat er naast maanvormige croissants
ook een niet-gekromde versie. Inmiddels
zijn er ook gedecoreerde croissants, waarop
zaden en granen worden gestrooid. Omdat
we door onze vakanties in Frankrijk het
croissantje associëren met luxe en met
genieten, is het krokante broodje vooral een
product voor het weekendontbijt. Dan ont
spint zich ook de eeuwige strijd tussen de
absolute voorstanders van de croissant als
zoet broodje, belegd met roomboter en jam,
en de voorvechters van de hartige versie,
die er kaas of rauwe ham op doen. De eer
ste groep zweert bij het afsnijden van tel
kens een schijfje, dat als een klein, een-
hapsgebakje wordt gegarneerd met jam
waarin de vruchten nog herkenbaar zijn. De
'tegenstanders' snijden de hele croissant
overdwars door en beginnen er een luxe
snack van te maken.
Inmiddels wordt er heel wat afgeëxperi-
menteerd met het kromme broodje. Naar
Turks voorbeeld - hoe ironisch - wordt de
croissant ook gevuld met spinazie en scha-
penkaas. En wat te denken van een doorge
sneden croissant met gekarameliseerde wit
lof en zalm? Of, voor de fans van de zoete
croissant, met verse abrikoos en banaan.
Het moet niet gekker worden. In de Franse
supermarkt vind je ook croissants met blok
jes chocolade erin. Ook al hebben de Fran
sen de croissant niet uitgevonden, ze heb
ben er wel wat van gemaakt.
Croissant met Kemhem
1 croissantje
50 g Kemhem of Port Salut kaas
nectarine
1 theelepel Dijon mosterd
eetlepel fijngehakte bieslook
1 volle eetlepel mayonaise
1/3 bakje tuinkers
Snijd de korstjes van de kaas en snijd de kaas
in plakjes. Snijd de nectarine in schijfjes.
Roer de mosterd en bieslook door de mayo
naise. Snijd het croissantje open en bestrijk
de helften met de mayonaise. Verdeel drie
kwart van de tuinkers over de onderkant en
leg de plakjes kaas erop. Verdeel de rest van
de tuinkers (en de schijfjes nectarine) erover
en leg de bovenkant van het croissantje er
weer op.
Bereidingstijd: ca. 5 minuten.
Croissant met verse abrikoos en banaan
1 croissantje
1 eetlepel hazelnoten
eetlepel gemberjam of (citroen)marmelade
eetlepel fijngehakte verse munt
25 g verse roomkaas
2 verse abrikozen of pruimen
banaan
Hak de hazelnoten grof en rooster ze goud
bruin in een droge koekenpan. Laat de in een
kommetje afkoelen. Roer de jam, munt en
verse roomkaas door de hazelnoten en laat
deze spread liefst een halfuurtje staan. Was
de abrikozen of pruimen, halveer ze en ver
wijder de pit. Snijd de banaan in plakjes.
Snijd het croissantje open en bestrijk de
onderkant royaal met de hazelnootspread.
Leg de abrikozen en plakjes banaan er om en
om dakpansgewijs op. Leg de bovenste helft
van het croissantje erop.
Bereidingstijd: ca. 8 minuten
-36-
Opgewonden kreten vertellen dat ze haast hebben. De
stemmen van de gevangenen verzwakken, maar het
gevreesde wapen is er nog steeds. Dan wordt de zolder
opgelicht, zand en sneeuw vallen omlaag en bedekken
Franz en Franck gedeeltelijk. Meteens is er een doffe
explosie: een pantservuist heeft de mitrailleur uitge
schakeld. De twee soldaten krabbelen onder de rom
mel vandaan en trachten hun kleren wat in orde te
brengen.
'Bijna een voltreffer.' Franz kijkt geschrokken.
Het is nu een stuk rustiger geworden. In de verte klin
ken stemmen en valt nog een schot.
'Eruit, vlug', commandeert Franck.
Ze worstelen naar buiten, wat nu vrij gemakkelijk gaat.
Hun eerste blik vertelt dat de pantservuistgranaat precies
naast hun stelling terecht is gekomen. De bemanning van
het wapen is uitgeschakeld. Drie Russen liggen star uit
gestrekt in de sneeuw. Het wapen is omgevallen, maar
büjkt verder nog ongeschonden. Er staat nog een kist met
munitie waarvan slechts een klein gedeelte is verbruikt.
Heel voorzichtig gluurt Franz over de rand van het gat.
'Verdraait, het wemelt van de Russen; ze maken zich
klaar om opnieuw aan te vallen.'
'Wat!!!'
'Ja, kijk maar, de sneeuw beweegt, zoveel van die
kerels zitten er in. Ze geven het nog niet op. Draai die
mitrailleur om en schieten als je leven je lief is. Vlug,
anders is het niet meer nodig.'
Franck scheldt. Hij schuift de dode Russen achter het
wapen vandaan, dat ze samen naar de andere kant van
het gat slepen. 'Hier en ginder, wat is zo'n ding zwaar.
Die Russen eten zeker veel berevlees; je mag wel zo
sterk zijn als een stier als je met zulke wapens moet
omgaan.'
Ze krijgen het voor elkaar om de mitrailleur op de rand
van het gat te zetten. Van een dikke pantserplaat voor
zien kan het logge wapen tegen een stootje.
'Hoe werkt dat ding?' vraagt Franck zich af. Hij trekt
aan een hendel en ziet dat daarmee het wapen doorge
laden wordt: 'Broeder, daar gaan we, voer jij de patro
nen aan, ik zal de Iwans een warme douche geven.'
Hij knijpt het afvuurmechanisme in, het wapen begint
te vuren. Tak-tak-tak-tak-tak. Sissend vallen de lege
hulzen in de sneeuw. Franck zit op z'n knieën. Franz
ügt op zijn zij en voert de patroonband aan, die lang
zaam uit een houten kist rolt. Zonder ophouden trekt de
kogelbaan door de sneeuw. De zware loop is water
gekoeld en kan er wel tegen. De Russen krijgen door
dat ze eensklaps vanaf zeer korte afstand worden be
schoten. Ze willen de mitrailleur onder vuur nemen.
Maar om te vuren moeten ze zich op hun knieën ver
heffen. Dan is het te laat, achter elkaar, de een na de
ander, laat Franck in de sneeuw bijten.
'Franz jongen, ik geloof dat we het redden. We houden
Iwan van onze rug.'
Tak-tak-tak-tak-tak!
'Ze gaan terug. Waarachtig, Franz, kerel, ze geven het
op!'
Franz geeft geen antwoord, met een schuin oog kijkt
hij naar zijn vriend, die zonder onderbreking de
mitrailleur laat ratelen. De uitwerking is verschrikke
lijk. Bij tientallen worden de partizanen neergemaaid.
De Russen krijgen haast om weg te komen. Van het
lager komen nu ook mitrailleurschutters opdagen. Val
lend en opstaand naderen ze. Onder het lopen geven ze
vuurstoten, die door de partizanen worden beant
woord. De Russen schieten rookgranaten af om zich
achter een kunstmatige nevel terug te kunnen trekken.
Langzaam sterft het lawaai weg, hier en daar valt nog
een schot. Dan daalt een vreemde stilte over het lager.
Uit de nevel duiken hier en daar schimmen op. Het res
tant van de vijfde compagnie verzamelt zich. In de ver
te worden de partizanen door de winterwereld opge
lost. Ze trekken terug naar hun onderkomen diep in het
Russische oerwoud. Ze voelen zich daar veilig, weten
de dat er geen Duitser is die er durft te komen.
Heel voorzichtig sluipen gebogen figuren naar de
plaats waar het commandantsgebouw is veranderd in
een rokende vuurzee. Slechts een paar hutten zijn
gespaard gebleven. De rest van het lager brandt als een
fakkel.
Ergens uit het lager klinkt de schorte stem van majoor
WoUweber: 'Vijfde compagnie, aantrééééééédenü!'
Het is een armzaUg groepje, met wonden overdekt en
stinkend naar het zweet, dat zich bij de majoor aan
sluit.
'Vijfde compagnie, aantréééédenHet klinkt wat
onzeker. Er komen nog een paar soldaten aanslof-
fen. Een der laatste is Karl-Heinz en korporaal
Schreijer verschijnt als de vijfde compagnie in het
gelid staat aangetreden. Wollweber werpt een wan
trouwende blik op de korporaal; hij zal kost wat het
kost willen weten waar Schreijer tijdens het gevecht
heeft gezeten. Nu zijn er andere dingen die de aan
dacht vragen.
'Vijfde compagnie... geef acht.' De compagnie gaat
stram in de houding staan. 'Tellen', beveelt de majoor
met zachte stem.
'Eén', klinkt schor de stem van Schreijer: 'Twee, drie,
vier.' Achter elkaar klinken de getallen. Eenenveertig,
tweeënveertig, drieënveertig, dan is het stil. Drieën-
veertig paar ogen kijken de majoor aan, ogen waarin
geen uitdrukking is, het zijn vragende ogen, spiegels
van een geest, die slechts op bevel functioneert.
'Niemand meer? Vijfde compagnie, zijn... zijn allen
aanwezig?'
'Jawel majoor', klinkt een gesmoorde stem.
Drieënveertig man.
De rest? Driehonderd officieren, onderofficieren, kor
poraals en manschappen?
'Rust', de stem van Wollweber klinkt hees.
'Mannen, wij zullen onze gesneuvelde kameraden ver
zamelen en de gewonden verzorgen, zoveel als in ons
vermogen hgt. De gewonden worden naar de nog
intact zijnde onderkomens gebracht. De gesneuvelden
brengt men hier. We zullen hen gezamenlijk een laat
ste rustplaats geven. We werken met groepen van twee
man. Eerst de gewonden verzorgen, begrepen?'
'Jawel majoor.'
'Vijfde compagnie.geef acht! Onmiddellijk opgedra
gen werkzaamheden uitvoeren. Inrukken.marsss.'
Binnen een kwartier heeft men zestig licht- en zwaar
gewonden verzameld en deze in de nog overeindstaan-
de hutten gebracht. Een korporaal-hospik en een sol
daat-ziekenverzorger bieden de eerste hulp. Velen zijn
er emstig aan toe. Binnen het uur sterven er nog een
tiental. De verbandkamer heeft een voltreffer gekre
gen, zodat een groot gedeelte van het materiaal verlo
ren is gegaan. Er wordt gewerkt tot de mannen er haast
bij neervallen.
Als vroeg in de middag het duister invalt, zijn de doden
verzameld en de gewonden grotendeels verzorgd.
Wapens worden gereedgemaakt, wachten uitgezet.
Binnen een kring van mitrailleurs zal de vijfde com
pagnie de nacht doorbrengen. Wat zal de dag van mor
gen hun brengen?
Als het donker wordt, komen de transporten op de weg
weer op gang. Een colonne tanks plet de sneeuw. Daar
achter andere rupsvoertuigen en daarna lange rijen
auto's, zwaar beladen met voorraden voor het firont.
(wordt vervolgd)