Overdenking Croissants, allesbehalve Frans.... Kruistocht Maar Leningrad uit de Heilige Schrift eiiaudbi-hieuws HET "lÖjkVENSTER Dienst voor belangstellenden in Stellendam Eilanden-Nieuws: een krant die G-E-L-E-Z-E-N wordt VERVOLGVERHAAL Blik op kerk ^^y en samenleving Cj - Bevrijdingsdag - Een andere tijd - De ware vrijheid UERZmGEN KINOEHEN OFIfffFltf KllUHEH 6FFIV BRl UaN GEiNÜPT •••••••CLi^ Leven met Pasen in de rug •ifaiga-^rilogie deel l .,JOH.G.y£ENHOF PAGINA 5 VRIJDAG 7 MEI 2004 Deze regels worden geschreven op de dag waarop het Nederlandse volk de doden her denkt die in de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen, en aan de vooravond van Bevrij dingsdag. Hoe diep de jaren van de bezetting hebben ingegrepen is ieder jaar weer te mer ken aan nieuwe verhalen en herinneringen uit de tijd van de oorlog. Hoewel er in de bij na zestig jaar na de bevrijding al veel over de oorlog is gepubliceerd, zijn er blijkbaar toch altijd weer dingen die we nog niet weten! Je moet ook wel tot de ouderen behoren om enigszins te kunnen aanvoelen met welke emoties die bevrijding toen gepaard ging. Dat we weer hardop konden zeggen wat we dachten, zonder dat het gevaar bestond dat er verklikkers in de buurt waren die je woorden overbriefden, zodat je diezelfde dag nog kon worden opgepakt.en dat er weer voldoen de te eten was, nadat vele landgenoten zich in leven hadden gehouden met voedsel dat eigenlijk niet te eten was... Het zijn zomaar enkele aspecten van het bestaan, die aan de jongeren van nü eigenlijk niet meer duidelijk te maken zijn. Het is dan ook de vraag hoe lang we nog moeten doorgaan met de zogenaamde dodenherdenking en de viering van de bevrijdingsdag. Straks leven de ouderen, die de oorlog hebben meegemaakt, niet meer, en weet de jongere generatie nauwelijks wat ze zich erbij moeten voorstellen. Telkens weer horen we de vrijheid in verband brengen met discriminatie, het respecteren van eikaars mening, enzovoort. Overigens, het anti semitisme, dat in de dertiger jaren aan de oorlog voorafging, blijkt ook vandaag nog springlevend te zijn. Het was zo'n totaal andere tijd, die jaren na de oorlog! We konden onbezorgd, ook 's avonds, over de straat gaan. Er waren geen winkeldiefstallen of tasjesroof. Om aan bank- of winkelovervallen maar helemaal niet te denken. En er werden geen leraren zomaar bruut van het leven beroofd. De gro te en kleine criminaliteit - voor zover van groot en klein valt te spreken! - wés er gewoon nog niet. Kwam het incidenteel voor, dan werd er nog lang over gepraat. De grote vraag is daarom of we wel zo vrij zijn als we denken! De secularisatie en de onkerkelijkheid zijn in de naoorlogse perio de sterk toegenomen en in de kerkten) werd een maatschappijkritisch en een horizonta- hstisch evangeüe verkondigd. Dat alles is ons bevrijde voUc niet ten goede gekomen. Er wordt nu allerwegen geroepen om nor men en waarden, die dikwijls niet méér zijn dan vormen van burgerlijk fatsoen, terwijl met de normen en waarden die de Heere stelt in Zijn heilige wet, door de grote massa eigenlijk geen rekening meer wordt gehou den. Dat is een vrijheid die gelijk staat met de bandeloosheid en die niets te maken heeft met de vrijheid die we op 5 mei mogen vie ren... WAARNEMER --•«-/►TL"* ■"-) Deze vraag- en antvi'oordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Ik herinner mij uit de geschiedenislessen wel zoons van Willem de Zwijger, maar niets over zijn dochters. Waar zijn die gebleven?. Antwoord: Uit het huwelijk met Anna van Egmond stanmien Philips Willem, die na zijn vrijlating uit Spaanse gevangenschap in 1606 huwde met Eleonore van Bourbon (nicht van de Franse koning Lodewijk XIII), en Maria die in 1595 in de echt werd ver bonden met generaal Filips, hertog van Hohenlohe. Dan kwam Willems natuurlijke zoon Justinus van Nassau uit een verhouding met de burgemeestersdochter Eva Elincx. Hij huwde Anna van Merode en werd luite nant-gouverneur van Zeeland. Willems tweede eega Anna van Saksen schonk het leven aan Anna, die met haar neef Willem Lodewijk trouwde, Maurits die ongehuwd bleef, en Emilia die een geheim huwelijk sloot met de prior van Crato, een bastaard zoon van de Portugese troonpretendent Antonio. Charlotte de Bourbon bracht zes dochters ter wereld: Louise Juliana huwde Frederik IV van de Palts; Maria Elisabeth werd de gade van Henri de Latour, graaf van Turenne en hertog van Bouillon; Catharine Belgica werd echtgenote van de graaf van Hanau; Charlotte Flandrina is als ziekelijk kind naar een Frans klooster gebracht, daar tot non gewijd en later abdis geworden te Saint Croix in Poitiers; Charlotte Brabantina trouwde met Claude, de hertog van Tre- mouille in Frankrijk; en Emilia Secunda werd in de echt verbonden met de hertog van Landsberg. Willems vierde vrouw, Louise de Coligny, schonk hem Tuist voor zijn dood in 1584 zijn zoon Frederik Hendrik, de latere 'stedendwinger'. De meisjes die zij later in Vlissingen gelijk met haar zoontje opvoedde, waren liefderijk opgenomen pleegdochters. Ik had een kleinkind kleurpotlodengegeven, maar nu heeft dat joch m'n deuren beklad. Hoe krijg ik die kleuren er af? Antwoord: Neem een lapje met een paar druppels pure alcohol van 96%, die bij de drogist verkrijgbaar is. Daarmee kunt u die vïeidcen gemakkelijk van de glansverf weg- wrijven. Wel gelijk de deuren met schoon water nazémen. Als ik 's morgens slagroom klop voor een taart of pudding, is ze 's middags alweer slap. In de koffie smelt ze gelijk weg. Hoe krijgen banketbakkers de slagroom zo stijf op hun taarten, dat ze dagenlang goed blijft? Antwoord: Door ze veel stijver te kloppen. Gewoon doorslaan of doordraaien tot u de kom scheef kunt houden zonder dat de room beweegt. Wel oppassen, dat het daarna geen boter wordt. En er niet aankomen om van te proeven! In mijn stefanotis groeide een vreemde bal. Dat heb ik andere jaren nog nooit meege maakt. Kan dat een vrucht zijn? Antwoord: Ja, maar het gebeurt zelden dat een stefanotis in zo'n droge zitkamer een vrucht krijgt. Het duurt zo'n 18 maanden voordat die rijp is. De groot geworden zaad- Van lieverlee komen we bij de achterste dozen op de zolder. Spullen die we al heel lang geleden opgeborgen hadden. Dozen die al een paar keer mee verhuisd zijn.Oude herinneringen. Jeugdherinne ringen. Oude schoolagenda's zijn ook zo leuk. Watje daar allemaal niet in schreef. Het lijkt soms wel een dagboek. Oude cijferlijsten. De cijfers die goed waren schreef ik heel groot.De cijfers die slecht waren schreef ik heel klein.Het jaar dat ik ben blijven zitten stonden er dus veel kleine cijfertjes.Het volgende jaar waren ze gelukkig een stuk groter.Ergens zie ik nog een hartje met een letter er in. Verliefd. Hoe zou het met die jongen gaan? Wat zou er van hem terecht gekomen zijn? Waarom vond ik hem toen zo leuk?Zou hij ooit geweten hebben dat ik toen een oogje op hem had? Ach wat leuk, mijn eerste tekenschrifqe van de lagere school. Nee hoor, ik had geen talent. Een tekening van een jon getje met oranje stekeltjeshaar, omdat de juf daarover een verhaal had voorgele zen. En mijn eerste plakboekje van de kleuterschool. Sommige bladzijden zit ten aan elkaar, omdat ik blijkbaar teveel lijm gebruikt had. De juf had steekjes getekend en daar plakte je dan de bloe metjes bij. Nog wat kleurplaten. Een kabouter, helemaal uitgeprikt, inge kleurd, en in het midden kun je een luikje open doen en daar achter zit een foto van mezelf, toen ik een jaar of 5 was. Ach, wat lief. Nog een leuk klein koffertje en daar zit ten de oudste dingen in. Mijn geboortkaartje en een klein doosje van de juwelier met mijn melktandjes er in. Nog zo'n juweliersdoosje met een piep klein armbandje en mijn eeste ringetje. Voor een ander stelt dat niks voor, maar voor jezelf heeft het toch veel waarde. Dat verhuist dus allemaal mee. De vol gende stap wordt oude foto's die nog steeds ingeplakt moeten worden. Waarschijnlijk krijg ik dat niet eens klaar voor de verhuizing. Die foto's zullen in het nieuwe huis ingeplakt moeten worden, want oude foto's bek- ijlcen kost helemaal erg veel tijd en de tijd begint te dringen. De verhuisdatum komt in zicht en er moet nog ver schrikkelijk veel gebeuren. Julia Campfens Het Binnenhuis Zondagavond 9 mei is er weer een dienst voor belangstellenden. Het thema is: "Hoe kan ik in mijn leven een discipel van Jezus zijn?" Jezus heeft als zendingsopdracht meegegeven: "Maakt alle volken tot Mijn discipel. Hij vraagt dus ook jou en mij om een discipel van "Hem te zijn. Discipel betekent gewoon leerling of volgeling. In deze dienst zal voorgaan onze eigen predi kant Ds. Kant. Dit keer zal het gospelkoor 'Rejoice' uit Zuidland een muzikale inbreng hebben. Aanvang van de dienst is om 18.30 uur in de Gereformeerd Kerk te Stellendam. We hopen op een mooie dienst. bal barst dan open, of valt eerder af. Het zaad kunt u drogen en in het voorjaar op een war me ondergrond zaaien. Doet u er zelf niets mee, dan is 't verstandiger dat vruchtje weg te nemen, want het vergt anders veel groei- stoffen van uw 'bruidsbloem' die 's zomers toch al zoveel licht, lucht, lauw water en mest nodig heeft. Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opge wekt. 2 Tim. 2:8a Paulus doet in dit woord een appèl op Timo- theüs. Een Paasappèl. Paulus laat zien dat Pasen te maken heeft met het gewone leven, met de taak die God ons geeft. Het maakt een heel verschil of je uit het wonder van Pasen leeft of niet. Er gaat van het Paasevangelie kracht uit! Dat heeft Paulus zelf ervaren. Op het moment dat hij deze brief schrijft zit hij zelf gevangen. Waarschijnlijk wordt hij bin nenkort terechtgesteld. Toch is hij geen wan hopig mens. Want Paulus kent de opgestane Christus. Hij leeft met Pasen in de rug. En dat betekent dat hij de wind van de Heilige Geest mee heeft. De aanleiding tot deze brief is de situatie waarin Timotheüs verkeert. Deze jonge col lega van Paulus is voorganger van de gemeente in Efeze. Een niet geringe taak. Efeze is een bruisende stad met allerlei reli gieuze stromingen. Binnen de gemeente van Christus is dat duidelijk te merken. Vooral aan de invloed van dwaalleraren. Timotheüs kan de simatie nauwelijks aan. Hij ervaart vooral zijn jonge leeftijd als een handicap. Maar Paulus steekt hem een hart onder de riem door Timotheüs te wijzen op de Opge stane Koning van de kerk. In de tuin van ons huis staan jonge vruchtbomen. Om te voor komen dat ze omwaaien zijn er stevige palen in de grond geslagen. En via een band zijn boom en paal met elkaar verbonden. Nu, Paulus plaatst als het ware zo'n paal naast de jonge Timotheüs, opdat hij staande zal blij ven temidden van alle stormen in Efeze. Christus staat boven alle antimachten. In Zijn opstanding heeft Hij de dood en het hele rijk van de duisternis overwonnen. Zou Hij, Timotheüs, de hindernissen niet aan kunnen, die jij in Efeze ondervindt? Zie toch op Hem, de Opgewekte Levens vorst! En zoek in Hem je kracht en je bezieling. Houdt in gedachtenis. Een wonderUjke uit drukking. Dat is meer dan nog eens terug denken aan de opstanding. Het is ook iets anders dan herdenken (zoals belangrijke figuren uit de kerkgeschiedenis worden her dacht). Paulus bedoelt dat we ons zó richten op de opgestane Heere Jezus, dat ons leven van Zijn kracht doortrokken wordt. Hier en nu. Dan is Pasen geen feit uit een ver verle den, maar dan ervaren we in het heden de zegen van Jezus' overwinning. Houdt in gedachtenis - de grondtaal laat zien dat Paulus Timotheüs opdraagt om dat dagelijks te doen. Het gaat om een levenshouding die zich oriënteert op Pasen. Alleen zo is het mogelijk om bemoedigd en gesterkt te leven. Voor Timotheüs destijds. Voor ons vandaag. Leven met Pasen in de rug. Dat gaat niet zonder strijd. Dat vraagt geloofsoefening. Er is immers zoveel wat ons neerdrukt en de werkelijkheid van Pasen weerspreekt. De vele onheilsfeiten om ons heen. De onrust in het midden-oosten. De vele vluchtelingen. De raadsels in ons eigen leven weUicht. Spanningen in het gezin. Zor gen en gebrokenheid in de kerk. Of de macht van de zonde in je eigen leven. Pasen is het feest van het nieuwe leven, maar we ervaren steeds weer hoe springlevend de oude mens is. Wat kan dat een aanvechting geven. Juist als we de Heere God dienen. Dat toch de vra gen bovenkomen. Ben ik wel met Christus opgewekt? Leven uit de opstanding is een aangevochten leven. Maar hoor - temidden van al die gedachten van ons komt Paulus met zijn Paasappèl. Hij leidt onze gedachten een andere kant uit. Omhoog! Naar Hem Die door Zijn Vader is opgewekt uit de dood. Pasen is een feit dat nooit meer ongedaan te maken is. Soms is het goed om hardop tegen jezelf en tegen elkaar te zeggen: het i's Pasen geweest! We hebben een levende Heere. Om ons zo te oefenen in het Paasleven. Dat is niet gebonden aan de tijd. De kracht van Pasen wil elke dag ons leven vervullen. Ook als de Paasdagen achter de rug zijn. Dan houden we de Paaszegen in de rug. En dan gaat het ondanks alle strijd toch de goede kant uit. Naar de dag van Jezus' wederkomst. Houdt in gedachte- Vraag Nederlanders welke typisch Franse dingen ze kunnen noemen. Gegarandeerd dat in het rijtje met ondermeer de Eiffeltoren, de alpino pet, de Camembert, de wijn en het stokbrood ook de croissant voorkomt. "Ja, want die haalden we elke ochtend bij dat kleine bakkertje in het dorp." De glanzende, goudbruine, uit gistblader- deeg gerolde en licht gekromde 'halve maantjes' zijn 's morgens niet aan te slepen in de pittoreske boulangerie. Nee, logisch. Als je heel stil bent en je oor vlak boven de nog warme bakplaat houdt, hoor je ze knis perend afkoelen. Of is het zacht gefluister "koop mij, koop mij?" Helaas, het is alle maal een vakantiedroom. Want een croissant is allesbehalve Frans. Let op, hier komt de cultuurshock: de crois sant is een Oostenrijkse vinding. Dit maan- vormige broodje werd 320 jaar geleden gemaakt in Wenen van verfijnd gistblader- deeg. In 1683 was het Koninkrijk Oostenrijk- Hongarije in oorlog met Turkije. De Turken bedachten een slim plan en groeven een tunnel onder de vestingwallen. Het verhaal gaat dat die tunnel uitkwam bij een bakke rij. De bakkers sloegen alarm en de Turken werden verslagen. Om de triomf te vieren besloten de bakkers een speciaal, luxe broodje te bakken. Naar het symbool in de Turkse vlag. Daarin prijkt de wassende, halve maan. Zo ontstond de croissant, die pas veel later in Frankrijk terechtkwam. De Weense bakker rolde en vouwde het gist- bladerdeeg in deze vorm en bakte het eerste 'Hömchen'. Want met dezelfde fantasie zie je er een hoomtje in, om op te toeteren. Het zou de Franse vorstin Marie Antoinette zijn geweest die bij haar bezoek aan het roman tische Wenen het halve maanbroodje leerde kennen. De Fransen namen het knapperige broodje over en noemde het 'wassende maan', lune croissante. Misschien hebben de Fransen het zo genoemd vanwege het in de oven sterk opbollende deeg. Korstdeeg bestaat namelijk uit vele laagjes - overdre ven gezegd: mille-feuille, duizend vouwen. Het water tussen deze laagjes (en de laagjes zelf ook door het gist) zet uit en de boter ertussen bakt ze tot ontelbare, flinterdunne korstjes. De croissant wordt op het laatst bestreken met wat losgeroerd eigeel, waar door een mooi, goudbruin glanslaagje ont staat. Niet alle croissants worden opgerold en tot een half maantje gebogen. In Nederland bestaat er naast maanvormige croissants ook een niet-gekromde versie. Inmiddels zijn er ook gedecoreerde croissants, waarop zaden en granen worden gestrooid. Omdat we door onze vakanties in Frankrijk het croissantje associëren met luxe en met genieten, is het krokante broodje vooral een product voor het weekendontbijt. Dan ont spint zich ook de eeuwige strijd tussen de absolute voorstanders van de croissant als zoet broodje, belegd met roomboter en jam, en de voorvechters van de hartige versie, die er kaas of rauwe ham op doen. De eer ste groep zweert bij het afsnijden van tel kens een schijfje, dat als een klein, een- hapsgebakje wordt gegarneerd met jam waarin de vruchten nog herkenbaar zijn. De 'tegenstanders' snijden de hele croissant overdwars door en beginnen er een luxe snack van te maken. Inmiddels wordt er heel wat afgeëxperi- menteerd met het kromme broodje. Naar Turks voorbeeld - hoe ironisch - wordt de croissant ook gevuld met spinazie en scha- penkaas. En wat te denken van een doorge sneden croissant met gekarameliseerde wit lof en zalm? Of, voor de fans van de zoete croissant, met verse abrikoos en banaan. Het moet niet gekker worden. In de Franse supermarkt vind je ook croissants met blok jes chocolade erin. Ook al hebben de Fran sen de croissant niet uitgevonden, ze heb ben er wel wat van gemaakt. Croissant met Kemhem 1 croissantje 50 g Kemhem of Port Salut kaas nectarine 1 theelepel Dijon mosterd eetlepel fijngehakte bieslook 1 volle eetlepel mayonaise 1/3 bakje tuinkers Snijd de korstjes van de kaas en snijd de kaas in plakjes. Snijd de nectarine in schijfjes. Roer de mosterd en bieslook door de mayo naise. Snijd het croissantje open en bestrijk de helften met de mayonaise. Verdeel drie kwart van de tuinkers over de onderkant en leg de plakjes kaas erop. Verdeel de rest van de tuinkers (en de schijfjes nectarine) erover en leg de bovenkant van het croissantje er weer op. Bereidingstijd: ca. 5 minuten. Croissant met verse abrikoos en banaan 1 croissantje 1 eetlepel hazelnoten eetlepel gemberjam of (citroen)marmelade eetlepel fijngehakte verse munt 25 g verse roomkaas 2 verse abrikozen of pruimen banaan Hak de hazelnoten grof en rooster ze goud bruin in een droge koekenpan. Laat de in een kommetje afkoelen. Roer de jam, munt en verse roomkaas door de hazelnoten en laat deze spread liefst een halfuurtje staan. Was de abrikozen of pruimen, halveer ze en ver wijder de pit. Snijd de banaan in plakjes. Snijd het croissantje open en bestrijk de onderkant royaal met de hazelnootspread. Leg de abrikozen en plakjes banaan er om en om dakpansgewijs op. Leg de bovenste helft van het croissantje erop. Bereidingstijd: ca. 8 minuten -36- Opgewonden kreten vertellen dat ze haast hebben. De stemmen van de gevangenen verzwakken, maar het gevreesde wapen is er nog steeds. Dan wordt de zolder opgelicht, zand en sneeuw vallen omlaag en bedekken Franz en Franck gedeeltelijk. Meteens is er een doffe explosie: een pantservuist heeft de mitrailleur uitge schakeld. De twee soldaten krabbelen onder de rom mel vandaan en trachten hun kleren wat in orde te brengen. 'Bijna een voltreffer.' Franz kijkt geschrokken. Het is nu een stuk rustiger geworden. In de verte klin ken stemmen en valt nog een schot. 'Eruit, vlug', commandeert Franck. Ze worstelen naar buiten, wat nu vrij gemakkelijk gaat. Hun eerste blik vertelt dat de pantservuistgranaat precies naast hun stelling terecht is gekomen. De bemanning van het wapen is uitgeschakeld. Drie Russen liggen star uit gestrekt in de sneeuw. Het wapen is omgevallen, maar büjkt verder nog ongeschonden. Er staat nog een kist met munitie waarvan slechts een klein gedeelte is verbruikt. Heel voorzichtig gluurt Franz over de rand van het gat. 'Verdraait, het wemelt van de Russen; ze maken zich klaar om opnieuw aan te vallen.' 'Wat!!!' 'Ja, kijk maar, de sneeuw beweegt, zoveel van die kerels zitten er in. Ze geven het nog niet op. Draai die mitrailleur om en schieten als je leven je lief is. Vlug, anders is het niet meer nodig.' Franck scheldt. Hij schuift de dode Russen achter het wapen vandaan, dat ze samen naar de andere kant van het gat slepen. 'Hier en ginder, wat is zo'n ding zwaar. Die Russen eten zeker veel berevlees; je mag wel zo sterk zijn als een stier als je met zulke wapens moet omgaan.' Ze krijgen het voor elkaar om de mitrailleur op de rand van het gat te zetten. Van een dikke pantserplaat voor zien kan het logge wapen tegen een stootje. 'Hoe werkt dat ding?' vraagt Franck zich af. Hij trekt aan een hendel en ziet dat daarmee het wapen doorge laden wordt: 'Broeder, daar gaan we, voer jij de patro nen aan, ik zal de Iwans een warme douche geven.' Hij knijpt het afvuurmechanisme in, het wapen begint te vuren. Tak-tak-tak-tak-tak. Sissend vallen de lege hulzen in de sneeuw. Franck zit op z'n knieën. Franz ügt op zijn zij en voert de patroonband aan, die lang zaam uit een houten kist rolt. Zonder ophouden trekt de kogelbaan door de sneeuw. De zware loop is water gekoeld en kan er wel tegen. De Russen krijgen door dat ze eensklaps vanaf zeer korte afstand worden be schoten. Ze willen de mitrailleur onder vuur nemen. Maar om te vuren moeten ze zich op hun knieën ver heffen. Dan is het te laat, achter elkaar, de een na de ander, laat Franck in de sneeuw bijten. 'Franz jongen, ik geloof dat we het redden. We houden Iwan van onze rug.' Tak-tak-tak-tak-tak! 'Ze gaan terug. Waarachtig, Franz, kerel, ze geven het op!' Franz geeft geen antwoord, met een schuin oog kijkt hij naar zijn vriend, die zonder onderbreking de mitrailleur laat ratelen. De uitwerking is verschrikke lijk. Bij tientallen worden de partizanen neergemaaid. De Russen krijgen haast om weg te komen. Van het lager komen nu ook mitrailleurschutters opdagen. Val lend en opstaand naderen ze. Onder het lopen geven ze vuurstoten, die door de partizanen worden beant woord. De Russen schieten rookgranaten af om zich achter een kunstmatige nevel terug te kunnen trekken. Langzaam sterft het lawaai weg, hier en daar valt nog een schot. Dan daalt een vreemde stilte over het lager. Uit de nevel duiken hier en daar schimmen op. Het res tant van de vijfde compagnie verzamelt zich. In de ver te worden de partizanen door de winterwereld opge lost. Ze trekken terug naar hun onderkomen diep in het Russische oerwoud. Ze voelen zich daar veilig, weten de dat er geen Duitser is die er durft te komen. Heel voorzichtig sluipen gebogen figuren naar de plaats waar het commandantsgebouw is veranderd in een rokende vuurzee. Slechts een paar hutten zijn gespaard gebleven. De rest van het lager brandt als een fakkel. Ergens uit het lager klinkt de schorte stem van majoor WoUweber: 'Vijfde compagnie, aantrééééééédenü!' Het is een armzaUg groepje, met wonden overdekt en stinkend naar het zweet, dat zich bij de majoor aan sluit. 'Vijfde compagnie, aantréééédenHet klinkt wat onzeker. Er komen nog een paar soldaten aanslof- fen. Een der laatste is Karl-Heinz en korporaal Schreijer verschijnt als de vijfde compagnie in het gelid staat aangetreden. Wollweber werpt een wan trouwende blik op de korporaal; hij zal kost wat het kost willen weten waar Schreijer tijdens het gevecht heeft gezeten. Nu zijn er andere dingen die de aan dacht vragen. 'Vijfde compagnie... geef acht.' De compagnie gaat stram in de houding staan. 'Tellen', beveelt de majoor met zachte stem. 'Eén', klinkt schor de stem van Schreijer: 'Twee, drie, vier.' Achter elkaar klinken de getallen. Eenenveertig, tweeënveertig, drieënveertig, dan is het stil. Drieën- veertig paar ogen kijken de majoor aan, ogen waarin geen uitdrukking is, het zijn vragende ogen, spiegels van een geest, die slechts op bevel functioneert. 'Niemand meer? Vijfde compagnie, zijn... zijn allen aanwezig?' 'Jawel majoor', klinkt een gesmoorde stem. Drieënveertig man. De rest? Driehonderd officieren, onderofficieren, kor poraals en manschappen? 'Rust', de stem van Wollweber klinkt hees. 'Mannen, wij zullen onze gesneuvelde kameraden ver zamelen en de gewonden verzorgen, zoveel als in ons vermogen hgt. De gewonden worden naar de nog intact zijnde onderkomens gebracht. De gesneuvelden brengt men hier. We zullen hen gezamenlijk een laat ste rustplaats geven. We werken met groepen van twee man. Eerst de gewonden verzorgen, begrepen?' 'Jawel majoor.' 'Vijfde compagnie.geef acht! Onmiddellijk opgedra gen werkzaamheden uitvoeren. Inrukken.marsss.' Binnen een kwartier heeft men zestig licht- en zwaar gewonden verzameld en deze in de nog overeindstaan- de hutten gebracht. Een korporaal-hospik en een sol daat-ziekenverzorger bieden de eerste hulp. Velen zijn er emstig aan toe. Binnen het uur sterven er nog een tiental. De verbandkamer heeft een voltreffer gekre gen, zodat een groot gedeelte van het materiaal verlo ren is gegaan. Er wordt gewerkt tot de mannen er haast bij neervallen. Als vroeg in de middag het duister invalt, zijn de doden verzameld en de gewonden grotendeels verzorgd. Wapens worden gereedgemaakt, wachten uitgezet. Binnen een kring van mitrailleurs zal de vijfde com pagnie de nacht doorbrengen. Wat zal de dag van mor gen hun brengen? Als het donker wordt, komen de transporten op de weg weer op gang. Een colonne tanks plet de sneeuw. Daar achter andere rupsvoertuigen en daarna lange rijen auto's, zwaar beladen met voorraden voor het firont. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2004 | | pagina 5