1.
Gertjan de Zoete: "In verleden viel Goeree-Overflakkee tussen wal en schip''
EIIAt1D01-l1IEUlia
Goeree-Overflakkee staat bij binnen- en buitenlandse vogelaars al jaren
lang bekend als het eiland dat "bol staat van de vogels". Maar een 'avi
fauna', een compleet overzicht van alle gesignaleerde en getelde vogels,
ontbrak tot voor kort merkwaardig genoeg. Die leemte wordt nu aange
vuld. Deze dagen is door de vogelwerkgroep van de jubilerende Vereni
ging voor Natuur en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee
(VNGLO) het allereerste, allesomvattende boek gepresenteerd van alle
vogels op het eiland, nu en ver terug. TYissen Haringvliet en Greveiingen,
is de titel ervan. De avifauna is niet slechts bedoeld voor fanatieke vogel-
tuurders, eerder integendeel. Uiteraard is de publicatie geschreven con
sequent vanuit vogelperspectief. Maar de teksten zijn toegankelijk, leer
zaam en verrassend en de scheutige foto's prachtig. Meteen al bij ver
schijnen is het boek een gezaghebbend standaardwerk geworden dat
eigenlijk in het bezit hoort te zijn van elke betrokkene bij Goeree-Over
flakkee, natuurliefhebber of niet. Het samenstellen van 'Tbssen Haring
vliet en Greveiingen' was een titanenklus: het duurde vijf jaar. In een
exclusief interview met Eilanden-Nieuws legt één van de redacteuren,
Gertjan de Zoete uit Melissant, uit waarom Goeree-Overflakkee een avi
fauna ontbeerde - als een van de zeldzame streken in Nederland. Ook ver
telt hij welke problemen de redactie hinderden bij de totstandkoming van
het degelijke boekwerk.
Vogelwerkgroep
Blinde vlek
'0!if§i0iM:
Avifaunistische lijst
Opgeschoven
PAGINA 8
DONDERDAG 29 APRIL 2004
'Tussen Haringvliet en Greveiingen
compleet overzicht van vogels op het eiland
Gert van Engelen
Bij de voordeur van De Zoete's woning aan
de Nieuweweg hangt een curieus bordje. Het
meldt dat hier het kantoor is gevestigd van
'Nature Photo Lease'. Dat is een fenomeen
dat hoogUjk verbaast. Natuurfotografie
pleegt gepubliceerd te worden in veelal oog
strelende boeken, maar natuurfotografie die
wordt verhuurd, als een soort kunstuitleen?
Met een vragende uitdrukking op zijn
gezicht, drukt de verslaggever op de bel.
Gertjan de Zoete (1957), afkomstig uit
Naaldwijk, was niet voorbestemd om
natuurfotograaf te worden, laat helemaal
staan redacteur van een vogelboek. Op jon
ge leeftijd raakte hij weliswaar al hevig
"geïnteresseerd in de natuur, in vogels, bees
ten en planten", maar hij kneedde die voor
liefde niet tot een beroep. Hij werd onder
wijzer, in het speciaal onderwijs, en hield dat
achttien jaar vol. Fotograferen deed hij er
slechts bijEn hoewel vogels hem begeester
den, werd hij niet zo'n gedreven vogelaar,
die dag en nacht, semafoon en later mobiel
tje bij de hand, paraat stond om met de auto
uit te rukken zodra in Noord-Friesland de
oehoe was gesignaleerd. Hij wist "behoor
lijk wat" van vogels, maar ze vormden niet
de ruggengraat van zijn professionele
bestaan.
Alles veranderde toen hij zich noodgedwon
gen afkeerde van het uitputtende onderwijs.
Hij woonde inmiddels, sinds 1983, in Mehs-
sant, samen met zijn vrouw Elly Schipper,
die is geboren in Middelharnis en opge
groeid in Rotterdam. Hij sloeg een richting
in, waarin al zijn sluimerende passies
samenvielen. Uiteindelijk werd hij daardoor
de ideale redacteur van de avifauna. Hij was
betrokken, maar bleef op afstand, en wist zo
te bereiken dat het unieke vogelboek dat de
vogelwerkgroep van de VNGLO aan het
voorbereiden was, een bredere opzet kreeg,
interessanter voor een breder lezerspubliek.
Fotografie werd na zijn omschakeling zijn
beroep, met als specialisme natuurfotogra
fie. Niet dat hij ging proberen natuurfoto's
uit te venten bij tijdschriften en boekenuit-
gevers, want "met natuurfotografie valt in
Nederland geen brood te verdienen", ont
dekte hij al snel. "De markt is te klein, en het
aanbod - ook van amateurs - te groot." Hij
legde zich daarom toe op esthetische natuur
fotografie, met meer aandacht voor het lij
nenspel, het ritme en romantische kleuren
dan voor het vastleggen van een bloeiend
Madeliefje, en reist daartoe de wereld af De
oogst, foto's op groot formaat die hij in zijn
atelier zelf inlijst, verhuurt hij sinds 1997
aan bedrijven, overheden en particulieren.
Gertjan de Zoete, een van de redacu^ureii van de
avifauna: "Ik wilde geen dorre opsomming,
maar een boek dat een breder publiek
aanspreekt. (Foto: Gert van Engelen)
Vandaar dat bedrijfje, Nature Photo Lease.
Samen met schrijfwerk en andersoortige
foto-opdrachten verdient hij er zijn inkomen
mee.
Zijn band met de vogelwerkgroep ontstond
al vrij kort nadat hij naar Goeree-Overflak
kee was verhuisd. "Omdat ik grote belang
stelling heb voor de natuur, ging ik rondkij
ken 'wat er op het eiland aan natuurvereni
gingen was. Ik kwam terecht bij de
vogelwerkgroep en werd er lid van." De
vogelwerkgroep is opgericht op 20 juli 1978,
de overkoepelende VNLGO op 27 juni 1979
(eerder was er een stichting). In de volks
mond is de VNLGO 'de vereniging met die
lange naam' gaan heten, pas zeer onlangs is
daar er een iets kortere naam voor in de
plaats gekomen: de NGLO. Behalve de
vogelwerkgroep omgordt de vereniging ook
een plantenwerkgroep, een terreinbeheer-
groep en een werkgroep planologie. Zij telt
vierhonderd leden, verspreid over het eiland,
verstrooid over Nederland.
In 1998 was Gertjan de Zoete algemeen
bestuurslid geworden van de VNLGO, en
het gebeurde in die functie dat hij in eenjaar
later werd benaderd om mee te werken aan
het vogelboek. De 'aanstichter' van deze
avifauna was werkgroeplid Ger Maatkamp.
Hij stelde voor om de gegevens van de win-
tervogeltellingen die sinds 1979 worden
gehouden voor de Provincie Zuid-Holland,
te bundelen en in boekvorm uit te geven.
Doel was om zo "meer bekendheid te geven
WSil!WiïB!^ÊÊïUK$SS:"'r :"'V:"
aan de vogelrijkdom van Goeree-Overflak
kee". Maatkamp betrok De Zoete bij het pro
ject, omdat die immers fotograaf is.
De Zoete stemde toe, en moet er achteraf om
glimlachen hoe hij er "steeds verder" in rol
de. "Eerst was het de bedoehng dat ik wat
foto's beschikbaar stelde, daarna kwam ik in
de redactie, vervolgens werd ik redacteur
van het boek." Gedurende vijf lange jaren
zou hij in beslag worden genomen door het
belangeloze redactiewerk, maar hij treurt er
niet om: De Zoete heeft namelijk deels het
karakter van het uitzonderlijke vogelboek
kunnen bepalen.
"Ik had", vertelt hij, "een uitgesproken idee
hoe het boek eruit zou moeten zien. En dat
kon ik hebben, doordat ik afstand nam.
Vogels intrigeren me, maar ik ben geen
fanatieke vogelaar. Ik wilde geen pure avi
fauna. Geen dorre opsomming van wat er
aan vogels te zien was en is, met aantallen en
grafieken. Geen boek dat er wetenschappe
lijk uitzag, wél een publicatie die weten
schappelijk verantwoord was." Hem stond
voor ogen - en de overige vijf redactieleden
deelden dat uitgangspunt - een boek dat een
groter publiek aansprak dan alleen de voge
laars.
"Mijn aandeel is geweest: het boek op een
iets andere leest te schoeien dan de gemid
delde avifauna die elders in Nederland is
verschenen. Iemand die meer belang stelt in
het landschap dan in vogels, vindt veel in het
boek, al zijn de vogels de leidraad geble
ven." De Zoete meent dat de redactie in die
bredere opzet is geslaagd. Het boek is verlei
delijke genoeg voor elke Goeree-Overflak-
keeër om het ter hand te nemen. De Zoete
geeft toe dat de opzet óók uit de verfis geko
men doordat het de redactie aan "voldoende
betrouwbare gegevens ontbrak om een gede
gen boek" te maken. "Al wil ik daarmee niet
zeggen dat het geen gedegen boek is, ik
bedoel ermee: geen saaie wetenschappelijke
avifauna."
Het samenstellen van het boek verliep uiterst
moeizaam. Hoofdoorzaak was het volkomen
gebrek aan 20ste eeuwse feiten over de aan
wezigheid van vogels op Goeree-Overflak
kee. Nooit was er op het eiland gericht
onderzoek geweest, wat ook de reden was
dat Goeree-Overflakkee zo'n beetje als eni
ge Nederlandse streek geen avifauna kende.
Vogels waren er eeuwenlang om te eten, of
juist te verdelgen, vond men. Dat gold voor
de plattelandsbevolking van héél Nederland,
maar wat Goeree-Overflakkee eruit deed
springen was dat niemand er stelselmatig en
eilanddekkend de broedvogelpopulatie in
kaart bracht. Omithologisch was het eiland
een blinde vlek.
Enkele gegevens waren voorhanden. Arie
Blokland, opzichter van het reservaat de
Scheelhoek, noteerde nauwgezet vanaf de
jaren dertig van de vorige eeuw zijn waarne
mingen van soorten en aantallen broedvo-
gels. Maar deze bewaard gebleven notities
betroffen alleen de Scheelhoek. Hetzelfde
ging op voor de rapportages van Jan Vliet-
land, opzichter van de Kwade Hoek. Het
Wetenschappelijk Genootschap Goeree-
Overflakkee betrok de natuur in zijn 'aan
dachtsveld', maar wijdde er geen publicaties
aan. Eigenlijk is het boekje Goeree, paradijs
voor bloemen, vogels en mensen, dat Kees
Hana begin jaren zestig uitbracht de eerste
houtsnijdende studie over wat het eiland aan
natuur bood, maar pas vanaf diezelfde jaren
zestig. De broedbevolking tussen omstreeks
1900 en 1950 was een mysterie.
Bij het uitwerken van het weinige aanwezi
ge materiaal - de wintervogeltellingen -
bleek bovendien dat vooral in de binnendijks
gelegen gebieden, de akkerlanden en
bebouwde kommen, onvoldoende was
geteld. Dit tekort heeft de redactie ertoe
genoodzaakt zich te concentreren op ken
merkende gebieden op het eiland, en de rest
te laten vervallen.
Het schrijnende gebrek aan gegevens
beperkte de redactie nogal, en veroorzaakte
'mmmmmmi^mt!!,^:^.
^HÊlf^&^iftiiltsii,:.
Vrouwen bespieden mei ,j.
oy de Kwade Hoek. Vogelaars weten al jaren dat Goeree-Ovetflakkee rijk aan honderden soorten vogels;
niet-ingewijden kunnen dat nu ook ontdekken, aan de hand van het vogelboek. (Foto: Gert van Engelen)
Ganzen in een polder langs de Romeinse weg ten noorden van Goedereede. De overwinterende ganzen op Goeree-Overflakkee trekken elk jaar opnieuw
belangstellenden uit binnen- en biütenland. die precies weten welke wegen en dijken het beste uitzicht bieden. (Foto: Gertjan de Zoete)
de lange voorbereidingstijd, zegt De Zoete.
"Er is veel onderzoek gedaan om gegevens
boven water te krijgen over vogels op Goe
ree-Overflakkee vanaf het begin van de
20ste eeuw. We kwamen er op den duur ach
ter dat ze er gewoon niet waren. Weliswaar
beschikten we over de gegevens van 'dï^
vogelwerkgroep - van vogeltellingen, broed-
vogeltellingen, wintertellingen - maar die
waren te summier om er een boek van te
maken. Die gegevens zijn nu de basis van
het boek geworden."
De redactie heeft geconstateerd dat Goeree-
Overflakkee omithologisch werd genegeerd
tijdens een groot deel van de vorige eeuw,
maar weet zij ook waaróm dat het geval
was?
"Dat heeft een historische oorzaak", reageert
Gertjan de Zoete. "Mijn interpretatie is dat
Goeree-Overflakkee altijd tussen wal en
schip is gevallen, tussen het vasteland en
Zeeland. Het eiland hoort eigenlijk niet echt
bij Zuid-Holland, maar ook niet bij Zeeland.
Het was een niemandsland, tot ver in de
jaren zestig, en daarbij een eiland dat echt
geïsoleerd was: alleen bereikbaar via pon
ten. Er viel heel wat te ontdekken hier, maar
het bleef grotendeels onontdekt.
"Een tweede reden is dat Goeree-Overflak
kee nooit een voortrekker is geweest op het
gebied van natuur en vogels. Omstreeks
1900 kende Nederland prominente figuren
als Jac. P. Thijsse, E. Heimans, Jan P. Strij-
bos en Joh. Vijverberg - mensen die het
natuurbewustzijn hebben ontwikkeld, die de
natuur populariseerden. Zij schreven veel,
maar niet over Goeree-Overflakkee. Zij zijn
zelfs nooit op het eiland geweest. Daardoor
is de natuur een beetje achtergesteld geble
ven. Het eiland miste een omithologische
baanbreker die vastlegde wat hij waarnam.
Wil je wat weten van de natuur van vroeger,
dan kon je alleen nog te rade gaan bij hoog
bejaarde jagers, vissers, stropers en boeren."
Armoede speelde evenzeer een rol, denkt De
Zoete. Toen in de vorige eeuw de economi
sche omstandigheden voor de bevolking ver
beterden, groeide, zoals het boek signaleert,
"in bredere kring het besef dat natuur er niet
alleen is om de mensen in materiaal opzicht
dienstbaar te zijn". Maar Goeree-Overflak
kee bleef door zijn isolement lang "een
betrekkelijk arm gebied". De natuur en daar
mee de vogels waren er om te consumeren,
niet om te registreren. De Zoete: "Je ziet die
armoede terug in het landschap. Rijd in
Nederland door vruchtbare kleigebieden en
je ziet grote boerderijen. In de Hoeksche
Waard, in Oost-Groningen, in Noord-Hol
land. Niet op Goeree-Overflakkee. Boven
dien was er in de Tweede Wereldoorlog een
inundatie en in 1953 de watersnoodramp.
Zout water overspoelde de vruchtbare
bodem en het duurde lang voordat dat her
steld was."
Met andere woorden, veronderstelt De Zoe
te, juist het harde bestaan' op het eiland,
voorkwam misschien dat er iemand opstond
om een eilandavifauna samen te stellen. Nu,
in 2004, is "die schade ingehaald". Met
'Tussen Haringvliet en Greveiingen'
beschikt Goeree-Overflakkee als laatste
Nederlandse streek over een eigen avifauna.
Hoezeer de redactie ook worstelde met het
ontbreken van onderzoeksgegevens, het
boek is allerminst schraal uitgevallen. In het
tweede deel van 'Tussen Haringvliet en Gre
veiingen' staat de avifaunistische lijst van
het hele eiland. Daarin zijn de waarnemin
gen en broedgegevens verwerkt van alle
vogels van heden en verleden. Het is de
allereerste, en meest complete lijst ooit
gepubliceerd, met een indrukwekkende hoe
veelheid informatie over honderden vogel
soorten. Deze "omvangrijke en arbeidsinten
sieve" beschrijving is gemaakt door André
van Dam en Dick Wilbrink.
Het eerste deel bestaat uit hoofdstukken,
overvloedig ge'ïllustreerd, over 'representa
tieve' landschappen en de daarin thuishoren
de vogels. Beginnend met de Voordelta gaat
de lezer met de klok mee langs de noord
grens en daarna via de zuidkant weer terug
naar de kust. Tussen deze artikelen zijn
hoofdstukken opgenomen over de polders,
de kreken en welen, de dijken, het ontstaan
van Goeree-Overflakkee en de voor het
eiland belangrijke vogelsoorten.
Verder zijn er acht korte, menselijke inter
views in dit deel te vinden, waarin lokale
personen vertellen over hun relatie met
vogels. Over een jager die vogelaar werd,
over hoe een Ivoormeeuw bij Stellendam
vogelkijkend West-Europa op stelten zette.
Ten slotte bevat het boek verhaaltjes in de
verschillende dialecten van het eiland.
Het merendeel van de auteurs is afkomstig
van buiten Goeree-Overflakkee, meldt de
redactie, maar allen hebben onveranderlijk
"een sterke band" met het eiland. "De redac
tie heeft het schrijven uitbesteed aan mensen
die op het eiland wonen of er bekend zijn, en
in ieder geval veel kennis hebben van Goe
ree-Overflakkee. Die auteurs zijn door de
redactie voorzien van boeken, tijdschriften,
artikelen en gegevens, en daarna hebben wij
ze de vrij hand gelaten. De hoofdstukken
verschillen daardoor van stijl en inhoud,
maar dat draagt bij aan de charme van het
boek."
De honderden foto's in het boek, verreweg
de meeste in kleur, de historische in zwart
wit, zijn afkomstig van zo'n vijftien fotogra
fen. Gertjan de Zoete leverde het leeuwen
deel. Niet alle foto's, bekent hij, zijn auten-
thiek Goeree-Overflakkees.
"De landschapsfoto's zijn werkelijk van
Goeree-Overflakkee, de vogelfoto's zoveel
mogelijk. Het was niet mogelijk alle vogel
foto's hier te maken, althans niet in de hoge
kwaliteit die wij eisten. Maar ja, aan een kie
vit in het water zie je heus niet af of ie in
Tietjerksteradeel, Goedereede of Timboek-
toe staat,"
Aanvankelijk zou het boek worden gepre
senteerd in 2003, als "cadeautje van de
vogelwerkgroep" aan de 25-jarige VNLGO.
Onderzoek bracht echter aan het licht dat de
vereniging officieel pas in 1979 is opgericht.
Daarop werd de publicatie opgeschoven
naar april 2004. De oplage is duizend exem
plaren, de prijs 29,50 euro. "En dat is", zegt
De Zoete onomwonden, "vijftig percent te
goedkoop." 'Tussen Haringvliet en Greve
iingen' is te bestellen bij de VNGLO (Post
bus 170, 3240 AD Middelhamis)en via
internet (vnglo@hetnet.nl) en te koop bij
boekhandel Vroegindeweij in Middelharnis.
Lezers kunnen het nu zelf vaststellen: omi
thologisch is Goeree-Overflakkee zeer de
moeite waard. Ingewijden wisten dat al, bij
voorbeeld de vogelaars die tijdens het win
terhalfjaar massaal naar het eiland reizen om
de ganzen te bespieden. Maar niet-vogelaars
kunnen het nu ook aan weet komen: de avif
aunistische lijst bewijst onwrikbaar dat de
vogelstand ongekend rijk is. "Rijk", beaamt
De Zoete, "maar ook aan verandering onder
hevig. Wij wonen in een deltagebied en
daarin wisselen altijd de omstandigheden,
waar vogels weer op inspelen. Vogels zoe
ken nu eenmaal de prettigste gebieden op om
te broeden."
Alsof het zo moet zijn, wordt op dat moment
het bewijs geleverd. In het huis van De Zoe
te klinkt een soort telefoongeluid. "Dat is de
groene specht", veilelt De Zoete opgewon
den. "Die maakt een lachend geluid. Tien
jaar geleden kwam die vogel op het eiland
nauwelijks voor, domweg omdat er nergens
bos was, alleen geriefhout bij boerderijen.
Tegenwoordig heeft elk dorp wel een stukje
productiebos, en daar is de groene specht op
afgekomen."
Er zijn ook vogels, besluit Gertjan de Zoete,
die het eiland juist verlaten. De grote stem is
er een voorbeeld van. Toen het natuurgebied
De Beer bij de monding van de Nieuwe
Waterweg moest plaatsmaken voor de
Maasvlakte, verdween daarmee een broed
plaats van de grote stem. Ze trokken weg en
doken, tot verrassing van lokale vogelaars,
op op Hompelvoet, een eiland in de Greve
iingen. Goeree-Overflakkee kon zich er nu
op beroepen de tweede broedpopulatie van
de grote stern te 'herbergen'naast het eiland
Griend in de Waddenzee. Vorig jaar even
wel zijn de grote stems van Hompelvoet ver
dwenen. Teleurstelling alom bij de leden van
de vogelwerkgroep. Maar ze blijven hoop
koesteren; het vertrek hoeft niet definitief te
zijn. "Het is vaker voorgekomen dat vogels
het eiland verlieten en na enkele jaren weer
terugkwamen."
De grote sterns koos de Hompelvoet in de uit als nieuwe broedpiuui.\ ot grote
verrassing van vogelaars, maar is er sinds vorig jaar verdwenen. De vogelwerkgroep blijft evenwel
hopen dat de grote stern terugkeert naar het eiland. (Foto: Gertjan de Zoete)