KEUKEN M,v
VERKOPER
KEUKEN Mv
MONTEUR
ARDI KEUKENS BV
7\ktieMarkt
Dialectdeskundige Pau Heerschap:
'^afkalven van dialect is geen ramp
lateraag 10 tm
E Z E L L I G
Hofdijksweq 34 en 36a Ouddorp
EiuuraoBi-tiiEuws
De voordeligste KenkeHspeclallstl rrfwr ll\
ff
Ooor het succes en uitbreiding van onze nieuwe collectie 'Ardi-Kwaliteits-Keukens', hebben
wij onze showroom moeten vergroten. Daarom zijn wij op zoek naar een enthousiaste
en
leen
Ceclliaweg 4 - 4697 RV - Sint-Annaland
8aiM*'*W«
PAGINA 23
=^-=«^^^èÈ?^i:.S3eS
VRUDAG 9 APKIL 2004
Ardi Keukens b.v. is een jong en dynamisch bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in levering en montage van
luxe inbouwkeukens. Persoonlijke aandacht klanttevredenheid en service staan bij Ardi Keukens hoog in het vaandel!
Naast de uitdagende baan van verkoper bestaat deze
functie tevens uit administratieve taken,
zoals ordervenwerking en ordercontrole.
Wij denken aan een kandidaat die:
commerciële vaardigheden in de detailhandel heeft opgedaan
affiniteit heeft met keukens
goede contactuele eigenschappen en een prima
mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid heeft
flexibel is ingesteld en accuraat kan werken
actief en klantvriendelijk is en die geweend is kwaliteit te leveren!
een leeftijd heeft tussen de 25 en 35 jaar
Wij denken aan een kandidaat die:
affiniteit heeft met houtbewerking
actief en flexibel is ingesteld
géén 9-5 mentaliteit heeft
accuraat kan wericen
klantvriendelijk is en die gewend is om
kwaliteit te leveren!
zowel zelfstandig als in teamverband kan werken
een leeftijd heeft tussen de 20 en 30 jaar
Wij bieden uitdagende functies in een jong team met een open en infomiele sfeer en een salaris overeenkomstig leeftijd, capaciteiten en en/aring.
Spreekt u dit aan? Stuur dan binnen 10 dagen uw handgeschreven sollicitatiebrief,
voorzien van een CV, naar onderstaand adres, t.a.v. dhr. T. Aarnoudse
T
Acquisitie, naar aanleiding van deze advertentie, wordt niet op prijs gesteld.
Op Zaterdag 10 April a.s. wordt er op het terrein van Voogd Hoveniers en Zorgboerderij de
Mekkerstee te Ouddorp een gezamelijke actiemarkt georganiseerd. Gezellig de bedrijven
bezoeken, genieten van diverse actieviteiten met o.a. oude ambachten, plaatselijke middenstand,
kinderspelen en nog veel meer.
Gewoon een paar uurtjes genieten van het goede van de kop van Flakkee!
AANLEG
ONDERHOUD
ARCHITEKTUUR
Showtuin Bestrating
Beeldscherm-product-presentatie
(Figuurzagen) kettingzaag-demonstratie
Ontv/erpwedstrijd
Oude Ambachten
Plaatselijke Middenstand
Oliebollen
Beplanting
en nog veel meer....
'opbrengst algatidön'uirkt Calando OirkslEmd
Pannenkoeken
Koffie met gebak
•IJs
Jonge geitjes
Kinderspelen
Terras
Oude Tractoren
Cadeau artikelen
Patat Snacks
Tweedehands boeken
Rondrit paardenkar
en nog veel meer....
'opbrengst atgehelstnarkt Tractor met grsamaatsr
Fiets van Ooltgensplaat naar Ouddorp
en spits onderweg de oren. Al reizende
over Goeree-Overflaliltee vallen liefst
vier dialecten te beluisteren. Vier ver
schillende klanken, vier verschillende
vvüzen van zinsbouw - en dat op één
eiland. Bovendien lopen de scheidslij
nen, de zogenaamde dialectgrenzen,
niet eens logisch, eerder grillig. Oude-
Tonge bijvoorbeeld kent twee dialec
ten, en in Ouddorp en Goedereede valt
hetzelfde Goerees te beluisteren, maar
weer niet dezelfde klanken.
Hoe komt zo'n klein plukje Nederland
taalkundig zo divers? Wat heeft de
verschillen veroorzaakt? Wat ken
merkt die verschillen? Is het de waar
heid, en niets dan de waarheid, dat de
dialecten gestaag verdwijnen, zoals
mopperende monden plechtig verzeke
ren? Is het trouwens zo erg, dat je, al
trekkend van dorp naar dorp, steeds
minder de voertaal hoort spreken?
Er is op Goeree-Overfiakkee één man
die al die uiteenlopende dialecten
nauwgezet heeft bestudeerd en er des
wege gezaghebbend over kan vertel
len. Dat is Pau Heerschap, docent
Nederlands te Middelharnis, harts
tochtelijk beoefenaar van het Oud-
dorps, voorzitter van de Historische
Vereniging, en nog zo veel meer. In dit
interview met het Eilanden-Nieuws zet
hü onderhoudend de oorsprong, groei
en het karakter van de vier eilandelij-
ke dialecten uiteen. Ook legt hij uit
waarom hij, de expert, allerminst
treurt over de teloorgang ervan.
Gert van Engelen
Opgeruimd betreedt Pau Heerschap de druk
ke docentenkamer van de Prins Maurits-
school. Hij stelt voor om naar boven te gaan,
naar zijn eigen werkkamer, waar hij rustiger
,en geconcentreerder kan praten. Een uiteen
zetting over dialecten heeft hij vaker gege
ven, in talrijke lezingen, maar nu wordt alles
genoteerd. Joyeus kletsen kan even niet, het
gesproken woord wordt een geciteerd
woord, en dat vereist nadenken, precieze
formuleringen. De deur gaat dicht, de gelaat
strekken worden serieuzer.
Hij vertelt eerst over zijn eigen oorsprong.
Geboren in Ouddorp, in 1945, en dat bete
kende meteen al zijn eerste kennismaking
met een dialect. "Ik spreek van huis uit Oud-
dorps. Het was het eerste dialect dat ik boor
dde. Het werd mijn moerstaal." Bijna zestig
jaar later zou Heerschap herinneringen aan
zijn vroege kindertijd laten vastleggen op
CD's, fn - en als een ode aan - dat vertrouw
de Ouddorps. Maar dat zal hij niet vermoed
hebben; dat hij, de jongeman, nog eens
schutsheer van zijn dorpstaai zou worden.
Hij voltooide dne jaar onderwijs aan de
Rijks HBS in Middefiiamis en doorliep daar
na de Chr. Kweekschool in Ede. De miUtai-
re dienst brak hij in Arnhem na een jaar af,
omdat er in het land "een gebrek aan onder
wijskrachten" was. Hij begon zijn loopbaan
in Sommelsdijk, in 1967. Twee jaar later
bevond hij zich in diezelfde functie in Stel-
lendam. Intussen begon hij aan zijn studie
Nederlands (MO A+B), aan de Nutsacade-
mie in Rotterdam. Nadat hij deze had afge
rond, solliciteerde hij "links en rechts" en
belandde uiteindelijk op de Prins Maurits-
school. Daar is Pau Heerschap - pretoogjes,
een beetje molUg aanzien en zichtbaar in het
bezit van bonhomie - nu alweer 23 jaar
docent Nederlands en schooldecaan.
Duf
De Nederlandse taal heeft geen geheimen
voor hem, maar hem heugt nóg die taaie
grarrunatica die hij zich tijdens zijn studie
eigen had te maken. Duf, suf en muf was het.
Toch was het tijdens diezelfde studie dat
Heerschap de dialecten ontdekte. Ze troffen
hem niet als een bliksem tossen de ogen,
maar er begon iets te sluimeren: een taalkun
dige, later wetenschappelijke interesse voor
de rijkdom van streek- en dorpstalen, én
voor de geschiedenis die er onlosmakelijk
mee verbonden is.
Zelf zegt hij; 'Tijdens mijn studie leerden
we historische grammatica. Dat was vrese
lijk saai. Totdat ik doorkreeg dat die oude
talen, in brokken en fragmenten doorleefden
in dialecten. Tóen wilde ik weten hoe het
zat." Maar die interesse was al eerder bij
hem geïnjecteerd, al wist hij nog niet weUce
plaats dit zou krijgen in zijn leven. "De vond
taal al leuk, taal in het aigemeen; vandaar
waarschijnlijk dat ik Nederlands ben gaan
stoderen. Vóór mijn studie had ik namelijk
al eens een proefschrift over het Ouddorps
uit 1904 opgevraagd. Ik snapte er geen hout
van. Alleen de woordenlijst achterin was
leuk."
Passie had hem aangeraakt en Heerschap
begon kennis te verzamelen. In 1978 werd
hij voor het eerst serieus op zijn groeiende
speciaUsrae aangesproken. De Vereniging
van Amateurarcheologen voor Goeree-
Overflakkee vroeg hem om voor het tienja-
rig-jubileumboek een artikel te schrijven
over de dialecten op het eiland. Voor de
Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonder
zoek was die publicatie weer aanleiding om
hem te verzoeken mee te werken aan een
regioboek over de dialecten op Goeree-
Overflakkee.
Hij stemde opnieuw toe en, zoals dat dan
gaat: hij raakte gaandeweg en uit vrije wil
Werkende agrariërs in Polder Den Bommel langs de Schaapsweg in Den Bommel: in Den Bommel
wordt het Oost-Flakkees gesproken. In dit dialect wordt de 'n' niet uitgesproken.
verstrikt in een netwerk van streekgebonden
verenigingen. Heerschap werd bijvoorbeeld
bestourslid van de Zeeuwse vereniging,
voorzitter van de wetenschappelijke com
missie van die vereniging en is inmiddels
ook voorzitter van de amateurarcheologi-
sche vereniging waarmee het allemaal
begon, omgedoopt tot de Historische Ver
eniging 'De Motte'. "De vind het erg leuk om
breed bezig te zijn", zegt hij over de neven
functies. "Je hebt historie nodig om taalkun
dige verschijnselen te kunnen verklaren."
Aparte eilanden
Dan nu de hoofdzaak, de Goeree-Overflak-
keese dialecten. Wat zijn hun onderUnge,
welke hun gezamenlijke kenmerken? Heer
schap trekt direct de Goereese en Flakkeese
dialecten uit elkaar. "Het Goerees is wezen
lijk anders dan het Flakkees. Je kunt altijd
horen dat dit eiland tot 1751 twee aparte
eilanden waren. Goeree en Flakkee werden
daarna door een dam verbonden - de Staten
dam waaraan Stellendam is ontstaan - waar
door de bewoners elkaar makkelijker kon
den bereiken. Uit oude bronnen weten we
dat er vóórdien al enig toerisme was. Op
feestdagen kwamen Flakkeeënaars naar
Ouddorp, omdat er mooie natuur was, met
stranden. Omgekeerd gebeurde dat overi
gens nooit.
"Toen al zullen de mensen gehoord hebben
dat Ouddorp qua taal anders was. Wat ook
klopt: in het dialect van Ouddorp zijn taal
vormen uit het oud-Germaans bewaard
gebleven. Ze zeggen daar bijvoorbeeld niet
'roepen', maar 'roope'. Wat ook grappig is:
in het Ouddorps komt een oud-Germaanse
naamvalsuitgang voor, die op tot de dag van
vandaag bestaat. 'Hij stond aan mij te roe
pen' luidt in het Ouddorps: 'Hie sting an
mien te roopene,' met die extra e bij roope-
ne. 'Het was geen doen om dat te maken'
luidt: "t Was gêên doewene om dat te mae-
kene.'"
Vier dialecten kent het eiland, heeft Heer
schap vastgesteld. De eerste groep is het
Goerees. Dat wordt hoofdzakelijk op West-
Goeree gesproken, in Ouddorp en in Goede
reede. In beide dorpen is het stramien, het
patroon hetzelfde, maar de klanken wijken
in Goedereede af. Heerschap: "In Goederee
de zeggen ze 'te roopen', in Ouddorp 'te
roopene'.' Dan is er het West-Flakkees. Vol
gens Heerschap strekt dit dialectgebied zich
uit van SteUendam via Nieuwe-Tonge naar
Stad aan het HaringvUet. Hij achterhaalde
dit door op personen in deze gemeenten de
proef van 'te roopene' en 'te roopen' los te
laten. "Als je dialectgrenzen wilt bepalen,
zijn er bepaalde zinnen en woordvormen die
je mensen laat uitspreken." En wat zeiden
ze? '"Sting te roepen', nogal een verschil
met het Goerees."
De derde groep is het Oost-Flakkees. Opval
lende karakteristiek ervan is dat men de 'n'
niet uitspreekt, waarmee 'sterke Brabantse
invloeden' worden verraden. Men zegt dus
'stond te roepe'. Het Oost-Flakkees kan
beluisterd worden in Den Bommel, Oolt
gensplaat en Oude-Tonge, althans in het pro
testantse deel ervan. Want rooms-kathoUek
Oude-Tonge heeft samen met Achthuizen,
zo merkte Heerschap, een apart dialect. Dat
heeft óók een overeenkomstig Brabants
karakter, maar verschilt in die zin dat men er
de 'n' wel uitspreekt, maar inslikt.
Ijzertijd
Heerschap weet niet hoe lang de afzonderlij
ke dialecten van Goeree-Overflakkee al
bestaan. Hij heeft wel vermoedens. "Op dit
eiland woonde een inheemse bevolking,
misschien al vanaf het haar nul, misschien
vanaf daarvóór al, de ijzertijd. Er zijn
immers op de kop van het eiland archeologi
sche vondsten gedaan uit de ijzertijd, de
Romeinse tijd. Destijds waren de Zeeuwse
en Zuid-HoÜandse eilanden geen eilanden.
Het was een moerasachtige delta, met hier
en daar ophogingen, waarop mensen vrij
geïsoleerd woonden. Die grote zeearmen
van nu, zoals het Haringvliet en de Greve-
lingen, zijn pas in de vijftiende eeuw ont
staan, vl^ na de Sint-Elisabethsvloed van
1421. Met andere woorden: het was een
samenhangend taalgebied, zonder scheiding
door brede zeearmen."
Onderscheid als de dialecten keimen, ze vor
men tegelijk ook een gemeenschappelijke
groep. Dit heeft misschien wel juist met de
afwezigheid van zeearmen te maken. "Alle
dialecten van dit eiland behoren tot de
Zeeuwse dialectgroep, al hebben wij niet het
probleem waarmee de Zeeuwen worstelen.
Zeeuwen spreken de 'h' niet uit. Als ze een
goede 'h' willen produceren, op een over
dreven, hypercorrecte manier, wordt het een
'g', en de 'g' wordt een 'h'. Bij hen veran
dert een hoge gast in een ooge hast. Dat pro
bleem kennen wij op Goeree-Overflakkee
niet, behalve weer in rooms-katholiek Oude-
Tonge. Daar hebben ze het niet over Acht
huizen, maar o\ei hachtouzen."
Zeeuws
De dialecten van dit eiland schuilen onder de
paraplu van het Zeeuws, maar het Zeeuws
op zich is ook niet zelfstandig. Volgens
Heerschap is het te vergeUjken met het
West-Vlaams. En dat is ook niet zo verwon
derlijk voor geschiedeniskenners. "Het
zijn", doceert Heerschap, "West-Vlaamse
monniken geweest die in het Deltagebied de
polders bedijkt hebben. Er is zelfs een oor
konde bekend van een West-Vlaams kloos
ter, van vóór 1060, waaruit bUjkt dat het
bezittingen had in de landen van West-Voor-
ne.
"Dan is het logisch dat die monniken, zodra
de polders bedijkt waren, kolonisten ernaar
toe hebben gestuurd, om in die nieuwe pol
ders te gaan wonen. Op dat moment gaan de
talen van de inheemse bevolking en de kolo
nisten zich mengen. Tot op de dag van van
daag treffen we die typische West-Vlaamse
invloeden aan in het dialect op voormalig
Goeree. Je hoort het aan een klapje in de
stemband, een overslag. Pietje wordt pie'ie,
hondje wordt honge'ie."
Pau Heerschap signaleert dat de vier eilan-
delijke dialecten nog 'vrij krachtig' aanwe
zig zijn. "Het is alleen in de nieuwbouwwij
ken dat het verval toeslaat, door import van
allerlei soort. Het komt al voor dat oudere
broers en zusters onderüng nog dialect spre
ken, maar hun kinderen niet meer. Die
nemen het algemeen Nederlands over van
vriendjes en vriendinnetjes - op straat, op het
schoolplein. Het is vooral op de nieuwe
scholen in nieuwe wijken dat het verval het
hevigst toeslaat, domweg omdat algemeen
Nederlands daar de norm is."
Het verwateren van de dialecten heeft even
wel nóg een oorzaak. Heerschap: "De ach
teruitgang is ook hier aan te wijten dat
ouders anders zijn gaan denken over dialec
ten. Zij denken dat als jij dialect spreekt, dat
je dan een taalachterstand oploopt. Dus spre
ken zij het dialect onderling nog wel, maar
tegenover hun kinderen algemeen Neder
lands. Dat is ten onrechte, vind ik. Want
voor het verkrijgen van taalinzicht en taalge-
voel is het juist bevorderlijk om meertalig
opgevoed te worden."
Tussen haakjes; hoe stelt Heerschap zich als
docent dan op tegenover in dialect pratende
leerüngen?
Glimlachend, alsof hij betrapt is: "Als
iemand op school in een dialect tegen me
praat, zeg ik: 'Dat zou ik maar nalaten als je
moet solliciteren.' Tja, ik ben docent Neder
lands, ik wD leerlingen nu eenmaal Hollands
leren."
Op Schouwen-Duiveland, hervat Heer
schap, verschralen de dialecten in hoger
tempo. "Dat komt doordat veel woningen in
de dorpjes daar in handen zijn gevallen van
tweede-huisbezitters. Dat komt op Goeree-
Overflakkee ook wel voor, maar in mindere
mate."
Dorpskarakter
Iemand als David Hoogzand, auteur van
meerdere streekgeschiedkundige boeken,
klaagt omstandig over de teloorgang van
dorpsdialecten. In de inleiding van zijn laat
ste boek, 'Zoals het is gebeurd', schrijft hij:
"De bevolking sprak een eigen dialect.
Men kon aan de spraak horen of iemand bij
voorbeeld uit Ouddorp of uit Oude-Tonge
afkomstig was. De bevolkingstoename heeft
als gevolg gehad dat het eigen dorpskarakter
Pau Heerschap in een klaslokaal van de Prins Mauritsschool in Middelharnis, waar hij al 23 jaar
lesgeeft. Op het bord heeft hij in dialect twee spotzinnen geschreven die Flakkeeënaars
reserveren voor Goereeërs en die luidt: 'Ga je weg of ik sla je weg
Waarop de Goereeërs zeggen 'Ga je weg of blijf je staan
voor een groot deel verloren ging en dat het
dialect in geen enkel dorp meer de 'voertaal'
is. Zelfs kinderen aan tafel van geboren Fla-
keeënaars spreken bijna geen dialect meer.
In cultour-historisch opzicht betekent dit een
verarming."
Deelt Heerschap de verontrusting van Hoog
zand? "Hoogzand verheft in dat citaat enke
le persoonlijke ervaringen tot een algemeen
oordeel. Maar hij zit ernaast. Ze gaan wel
achteruit, maar niet zo dramatisch als hij
schetst. Als ik kinderen van drie jaar, in
Ouddorp, nog steeds die oude naamvalsuit
gang hoor hanteren, geeft mij dat best een
fijn gevoel. Kijk, naarmate je ouder wordt,
denk je dat er steeds meer verdwenen is.
Maar als je nuchter om je heen kijkt, blijkt er
nog veel te zijn."
Heerschap wil dialecten allerminst museali-
seren. Sussend: "Het afkalven van dialecten
is ook weer geen ramp. We moeten er niet al
te dramatisch over doen. Taal is altijd in ont
wikkeling. En wij moeten oppassen dat we
het gevoel krijgen alsof we in een reservaat
zouden moeten leven. Geen enkele boer
ploegt meer met een paard. In de winkel
weegt niemand producten meer af met
weegschaaltjes. Niemand nog schrijft met
een potlood in een notitieboekje, zoals de
klerken vroeger, niemand schrijft nog aktes
over, zoals voorheen de notaris.
"Ik denk niet dat de dialecten volledig zullen
verdwijnen. Wat wél zal verdwijnen, zijn de
primaire kenmerken ervan: de gekke woor
den waarom je wordt uitgelachen. Maar de
secundaire kenmerken, de klanken, die zul
len blijven. Die heeft iedereen gemeen; dat
heb je samen."
Desondanks worden dialecten al wel zo curi
eus gevonden, dat in documentaires geïnter
viewde mensen steeds meer van ondertite
ling worden voorzien. Vindt u dat niet patro
niserend?
"Nee. Als het serieus wordt gedaan en de
verstaanbaarheid is ermee gediend, vind ik
het zelfs prima. Anders niet."
Kunsttaal
Heerschap grijpt de vraag aan om een mis
verstand recht te zetten: dat een dialect een
ordinaire variant van het Algemeen
Beschaafd Nederlands is. "Het is juist
andersom", schampert deze deskundige.
"De dialecten zijn de natuurlijke talen die
gangbaar waren voor een beperkt gebied,
niet het algemeen Nederlands." Hij komt op
stoom. "Wat wij nu zitten te spreken, is een
kunststaai. Algemeen Nederlands is een taal
die is ontworpen door de Universiteit van
Leiden. Met het oog op de komst van de Sta
tenbijbel moest er een taal gemaakt worden,
die in alle gewesten verstaan zou kunnen
worden.
"Op de universiteit kwamen twee groepen
professoren voor. Zij die Hollands spraken,
het dialect van Holland. En professoren die
het Brabantse dialect spraken. Zij waren na
de val van Antwerpen, in 1585, naar Noord-
Nederland gevlucht. Dus meneer, de basis
van het algemeen Nederlands dat u en ik
spreken, is een combinatie van het Holland
se en Brabantse dialect." Hij kijkt even
triomfantelijk, als een docent die ziet dat hij
zijn toehoorder heeft verbaasd.
Lezingen
Behalve tot dialectdeskundige heeft Pau
Heerschap zich ontwikkeld tot een perfect
causeur. Op Goeree-Overflakkee en ver
daarbuiten staat hij bekend als een genoeg
lijk spreker. Men zou kunnen denken dat
zijn lezingen 'gewoon' in het verlengde van
zijn lessen hggen, en dat zou geen rare con
statering zijn, tóch zijn die bij toeval ont
staan. Heerschap: "Ik was bezig dat regio-
boek te schrijven, eind jaren tachtig, toen
mijn college Frans mij aanschoot. Hij zat in
het bestour van de School met de Bijbel in
Sommelsdijk en er was een spreker uitgeval
len. 'Zou jij iets willen doen over dialecten?'
vroeg die collega. De heb toen een lezing in
elkaar gedraaid, met veel smakelijke en aan
spreekbare voorbeelden. Die sloeg gelijk
aan. De ene uitnodiging volgde daarna op de
andere, en sindsdien heb ilé misschien wel
honderd lezingen gegeven, ook op de
Zeeuwse eilanden en zelfs in Dordrecht, bij
de Vereniging van Binnenvaartschippers.
"Lezingen vind ik leuk om te doen. Het
levert bij de aanwezigen blije taalherkenning
op. Ik probeer mijn verhaal met humor te
brengen en de mensen vinden de voorbeel
den prachtig. De vind het ook leuk omdat de
mensen het leuk vinden."
CD's
Met zijn lezingen verspreidt Heerschap zijn
expertise. Tegelijk maakt hij de toehoorders
ook bewuster van belang en karakteristiek
van dialecten. Indirect maakt ze zo deelge
noot van een missie: koester het dialect. In
datzelfde hcht kunnen de twee CD's
beschouwd worden die hij tot nog toe heeft
uitgebracht, samen met Piet Westhoeve. Pau
Heerschap vertelt daarop in het Ouddorps
verhalen uit zijn kindertijd. Westhoeve
begeleidt hem met zelf gecomponeerde
pianomuziek. De eerste CD, die een oplage
had van 500 exemplaren, was in 2002 in zes
weken tijd compleet uitverkocht. De tweede,
'In 't voorbiegóón' geheten, ligt voor
14,95 te koop in boekhandels en bij de
VW-Ouddorp.
Hij maakte de CD's, vertelt Heerschap, "om
mensen te kunnen laten genieten van kleine
belevenissen, van een dialect." Maar hij
heeft er evenzeer iets anders mee voor, iets
verheveners. "Door die verhalen vast te leg
gen, worden de CD's ook een cultaurmonu-
mentje voor het Ouddorpse dialect."
Dat is nobel, maar hoe verklaart u dat de
CD's, hoewel gesproken in authentiek Oud
dorps, over het hele eiland aftrek vinden, tot
zelfs in Zeeland toe?
"Het Ouddorps is redehjk te verstaan. En op
deze manier merken we dat we toch bij die
ene grote Zeeuwse taalgroep horen. Eenheid
in verscheidenheid."