KEUKEN M,v VERKOPER KEUKEN Mv MONTEUR ARDI KEUKENS BV 7\ktieMarkt Dialectdeskundige Pau Heerschap: '^afkalven van dialect is geen ramp lateraag 10 tm E Z E L L I G Hofdijksweq 34 en 36a Ouddorp EiuuraoBi-tiiEuws De voordeligste KenkeHspeclallstl rrfwr ll\ ff Ooor het succes en uitbreiding van onze nieuwe collectie 'Ardi-Kwaliteits-Keukens', hebben wij onze showroom moeten vergroten. Daarom zijn wij op zoek naar een enthousiaste en leen Ceclliaweg 4 - 4697 RV - Sint-Annaland 8aiM*'*W« PAGINA 23 =^-=«^^^èÈ?^i:.S3eS VRUDAG 9 APKIL 2004 Ardi Keukens b.v. is een jong en dynamisch bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in levering en montage van luxe inbouwkeukens. Persoonlijke aandacht klanttevredenheid en service staan bij Ardi Keukens hoog in het vaandel! Naast de uitdagende baan van verkoper bestaat deze functie tevens uit administratieve taken, zoals ordervenwerking en ordercontrole. Wij denken aan een kandidaat die: commerciële vaardigheden in de detailhandel heeft opgedaan affiniteit heeft met keukens goede contactuele eigenschappen en een prima mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid heeft flexibel is ingesteld en accuraat kan werken actief en klantvriendelijk is en die geweend is kwaliteit te leveren! een leeftijd heeft tussen de 25 en 35 jaar Wij denken aan een kandidaat die: affiniteit heeft met houtbewerking actief en flexibel is ingesteld géén 9-5 mentaliteit heeft accuraat kan wericen klantvriendelijk is en die gewend is om kwaliteit te leveren! zowel zelfstandig als in teamverband kan werken een leeftijd heeft tussen de 20 en 30 jaar Wij bieden uitdagende functies in een jong team met een open en infomiele sfeer en een salaris overeenkomstig leeftijd, capaciteiten en en/aring. Spreekt u dit aan? Stuur dan binnen 10 dagen uw handgeschreven sollicitatiebrief, voorzien van een CV, naar onderstaand adres, t.a.v. dhr. T. Aarnoudse T Acquisitie, naar aanleiding van deze advertentie, wordt niet op prijs gesteld. Op Zaterdag 10 April a.s. wordt er op het terrein van Voogd Hoveniers en Zorgboerderij de Mekkerstee te Ouddorp een gezamelijke actiemarkt georganiseerd. Gezellig de bedrijven bezoeken, genieten van diverse actieviteiten met o.a. oude ambachten, plaatselijke middenstand, kinderspelen en nog veel meer. Gewoon een paar uurtjes genieten van het goede van de kop van Flakkee! AANLEG ONDERHOUD ARCHITEKTUUR Showtuin Bestrating Beeldscherm-product-presentatie (Figuurzagen) kettingzaag-demonstratie Ontv/erpwedstrijd Oude Ambachten Plaatselijke Middenstand Oliebollen Beplanting en nog veel meer.... 'opbrengst algatidön'uirkt Calando OirkslEmd Pannenkoeken Koffie met gebak •IJs Jonge geitjes Kinderspelen Terras Oude Tractoren Cadeau artikelen Patat Snacks Tweedehands boeken Rondrit paardenkar en nog veel meer.... 'opbrengst atgehelstnarkt Tractor met grsamaatsr Fiets van Ooltgensplaat naar Ouddorp en spits onderweg de oren. Al reizende over Goeree-Overflaliltee vallen liefst vier dialecten te beluisteren. Vier ver schillende klanken, vier verschillende vvüzen van zinsbouw - en dat op één eiland. Bovendien lopen de scheidslij nen, de zogenaamde dialectgrenzen, niet eens logisch, eerder grillig. Oude- Tonge bijvoorbeeld kent twee dialec ten, en in Ouddorp en Goedereede valt hetzelfde Goerees te beluisteren, maar weer niet dezelfde klanken. Hoe komt zo'n klein plukje Nederland taalkundig zo divers? Wat heeft de verschillen veroorzaakt? Wat ken merkt die verschillen? Is het de waar heid, en niets dan de waarheid, dat de dialecten gestaag verdwijnen, zoals mopperende monden plechtig verzeke ren? Is het trouwens zo erg, dat je, al trekkend van dorp naar dorp, steeds minder de voertaal hoort spreken? Er is op Goeree-Overfiakkee één man die al die uiteenlopende dialecten nauwgezet heeft bestudeerd en er des wege gezaghebbend over kan vertel len. Dat is Pau Heerschap, docent Nederlands te Middelharnis, harts tochtelijk beoefenaar van het Oud- dorps, voorzitter van de Historische Vereniging, en nog zo veel meer. In dit interview met het Eilanden-Nieuws zet hü onderhoudend de oorsprong, groei en het karakter van de vier eilandelij- ke dialecten uiteen. Ook legt hij uit waarom hij, de expert, allerminst treurt over de teloorgang ervan. Gert van Engelen Opgeruimd betreedt Pau Heerschap de druk ke docentenkamer van de Prins Maurits- school. Hij stelt voor om naar boven te gaan, naar zijn eigen werkkamer, waar hij rustiger ,en geconcentreerder kan praten. Een uiteen zetting over dialecten heeft hij vaker gege ven, in talrijke lezingen, maar nu wordt alles genoteerd. Joyeus kletsen kan even niet, het gesproken woord wordt een geciteerd woord, en dat vereist nadenken, precieze formuleringen. De deur gaat dicht, de gelaat strekken worden serieuzer. Hij vertelt eerst over zijn eigen oorsprong. Geboren in Ouddorp, in 1945, en dat bete kende meteen al zijn eerste kennismaking met een dialect. "Ik spreek van huis uit Oud- dorps. Het was het eerste dialect dat ik boor dde. Het werd mijn moerstaal." Bijna zestig jaar later zou Heerschap herinneringen aan zijn vroege kindertijd laten vastleggen op CD's, fn - en als een ode aan - dat vertrouw de Ouddorps. Maar dat zal hij niet vermoed hebben; dat hij, de jongeman, nog eens schutsheer van zijn dorpstaai zou worden. Hij voltooide dne jaar onderwijs aan de Rijks HBS in Middefiiamis en doorliep daar na de Chr. Kweekschool in Ede. De miUtai- re dienst brak hij in Arnhem na een jaar af, omdat er in het land "een gebrek aan onder wijskrachten" was. Hij begon zijn loopbaan in Sommelsdijk, in 1967. Twee jaar later bevond hij zich in diezelfde functie in Stel- lendam. Intussen begon hij aan zijn studie Nederlands (MO A+B), aan de Nutsacade- mie in Rotterdam. Nadat hij deze had afge rond, solliciteerde hij "links en rechts" en belandde uiteindelijk op de Prins Maurits- school. Daar is Pau Heerschap - pretoogjes, een beetje molUg aanzien en zichtbaar in het bezit van bonhomie - nu alweer 23 jaar docent Nederlands en schooldecaan. Duf De Nederlandse taal heeft geen geheimen voor hem, maar hem heugt nóg die taaie grarrunatica die hij zich tijdens zijn studie eigen had te maken. Duf, suf en muf was het. Toch was het tijdens diezelfde studie dat Heerschap de dialecten ontdekte. Ze troffen hem niet als een bliksem tossen de ogen, maar er begon iets te sluimeren: een taalkun dige, later wetenschappelijke interesse voor de rijkdom van streek- en dorpstalen, én voor de geschiedenis die er onlosmakelijk mee verbonden is. Zelf zegt hij; 'Tijdens mijn studie leerden we historische grammatica. Dat was vrese lijk saai. Totdat ik doorkreeg dat die oude talen, in brokken en fragmenten doorleefden in dialecten. Tóen wilde ik weten hoe het zat." Maar die interesse was al eerder bij hem geïnjecteerd, al wist hij nog niet weUce plaats dit zou krijgen in zijn leven. "De vond taal al leuk, taal in het aigemeen; vandaar waarschijnlijk dat ik Nederlands ben gaan stoderen. Vóór mijn studie had ik namelijk al eens een proefschrift over het Ouddorps uit 1904 opgevraagd. Ik snapte er geen hout van. Alleen de woordenlijst achterin was leuk." Passie had hem aangeraakt en Heerschap begon kennis te verzamelen. In 1978 werd hij voor het eerst serieus op zijn groeiende speciaUsrae aangesproken. De Vereniging van Amateurarcheologen voor Goeree- Overflakkee vroeg hem om voor het tienja- rig-jubileumboek een artikel te schrijven over de dialecten op het eiland. Voor de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonder zoek was die publicatie weer aanleiding om hem te verzoeken mee te werken aan een regioboek over de dialecten op Goeree- Overflakkee. Hij stemde opnieuw toe en, zoals dat dan gaat: hij raakte gaandeweg en uit vrije wil Werkende agrariërs in Polder Den Bommel langs de Schaapsweg in Den Bommel: in Den Bommel wordt het Oost-Flakkees gesproken. In dit dialect wordt de 'n' niet uitgesproken. verstrikt in een netwerk van streekgebonden verenigingen. Heerschap werd bijvoorbeeld bestourslid van de Zeeuwse vereniging, voorzitter van de wetenschappelijke com missie van die vereniging en is inmiddels ook voorzitter van de amateurarcheologi- sche vereniging waarmee het allemaal begon, omgedoopt tot de Historische Ver eniging 'De Motte'. "De vind het erg leuk om breed bezig te zijn", zegt hij over de neven functies. "Je hebt historie nodig om taalkun dige verschijnselen te kunnen verklaren." Aparte eilanden Dan nu de hoofdzaak, de Goeree-Overflak- keese dialecten. Wat zijn hun onderUnge, welke hun gezamenlijke kenmerken? Heer schap trekt direct de Goereese en Flakkeese dialecten uit elkaar. "Het Goerees is wezen lijk anders dan het Flakkees. Je kunt altijd horen dat dit eiland tot 1751 twee aparte eilanden waren. Goeree en Flakkee werden daarna door een dam verbonden - de Staten dam waaraan Stellendam is ontstaan - waar door de bewoners elkaar makkelijker kon den bereiken. Uit oude bronnen weten we dat er vóórdien al enig toerisme was. Op feestdagen kwamen Flakkeeënaars naar Ouddorp, omdat er mooie natuur was, met stranden. Omgekeerd gebeurde dat overi gens nooit. "Toen al zullen de mensen gehoord hebben dat Ouddorp qua taal anders was. Wat ook klopt: in het dialect van Ouddorp zijn taal vormen uit het oud-Germaans bewaard gebleven. Ze zeggen daar bijvoorbeeld niet 'roepen', maar 'roope'. Wat ook grappig is: in het Ouddorps komt een oud-Germaanse naamvalsuitgang voor, die op tot de dag van vandaag bestaat. 'Hij stond aan mij te roe pen' luidt in het Ouddorps: 'Hie sting an mien te roopene,' met die extra e bij roope- ne. 'Het was geen doen om dat te maken' luidt: "t Was gêên doewene om dat te mae- kene.'" Vier dialecten kent het eiland, heeft Heer schap vastgesteld. De eerste groep is het Goerees. Dat wordt hoofdzakelijk op West- Goeree gesproken, in Ouddorp en in Goede reede. In beide dorpen is het stramien, het patroon hetzelfde, maar de klanken wijken in Goedereede af. Heerschap: "In Goederee de zeggen ze 'te roopen', in Ouddorp 'te roopene'.' Dan is er het West-Flakkees. Vol gens Heerschap strekt dit dialectgebied zich uit van SteUendam via Nieuwe-Tonge naar Stad aan het HaringvUet. Hij achterhaalde dit door op personen in deze gemeenten de proef van 'te roopene' en 'te roopen' los te laten. "Als je dialectgrenzen wilt bepalen, zijn er bepaalde zinnen en woordvormen die je mensen laat uitspreken." En wat zeiden ze? '"Sting te roepen', nogal een verschil met het Goerees." De derde groep is het Oost-Flakkees. Opval lende karakteristiek ervan is dat men de 'n' niet uitspreekt, waarmee 'sterke Brabantse invloeden' worden verraden. Men zegt dus 'stond te roepe'. Het Oost-Flakkees kan beluisterd worden in Den Bommel, Oolt gensplaat en Oude-Tonge, althans in het pro testantse deel ervan. Want rooms-kathoUek Oude-Tonge heeft samen met Achthuizen, zo merkte Heerschap, een apart dialect. Dat heeft óók een overeenkomstig Brabants karakter, maar verschilt in die zin dat men er de 'n' wel uitspreekt, maar inslikt. Ijzertijd Heerschap weet niet hoe lang de afzonderlij ke dialecten van Goeree-Overflakkee al bestaan. Hij heeft wel vermoedens. "Op dit eiland woonde een inheemse bevolking, misschien al vanaf het haar nul, misschien vanaf daarvóór al, de ijzertijd. Er zijn immers op de kop van het eiland archeologi sche vondsten gedaan uit de ijzertijd, de Romeinse tijd. Destijds waren de Zeeuwse en Zuid-HoÜandse eilanden geen eilanden. Het was een moerasachtige delta, met hier en daar ophogingen, waarop mensen vrij geïsoleerd woonden. Die grote zeearmen van nu, zoals het Haringvliet en de Greve- lingen, zijn pas in de vijftiende eeuw ont staan, vl^ na de Sint-Elisabethsvloed van 1421. Met andere woorden: het was een samenhangend taalgebied, zonder scheiding door brede zeearmen." Onderscheid als de dialecten keimen, ze vor men tegelijk ook een gemeenschappelijke groep. Dit heeft misschien wel juist met de afwezigheid van zeearmen te maken. "Alle dialecten van dit eiland behoren tot de Zeeuwse dialectgroep, al hebben wij niet het probleem waarmee de Zeeuwen worstelen. Zeeuwen spreken de 'h' niet uit. Als ze een goede 'h' willen produceren, op een over dreven, hypercorrecte manier, wordt het een 'g', en de 'g' wordt een 'h'. Bij hen veran dert een hoge gast in een ooge hast. Dat pro bleem kennen wij op Goeree-Overflakkee niet, behalve weer in rooms-katholiek Oude- Tonge. Daar hebben ze het niet over Acht huizen, maar o\ei hachtouzen." Zeeuws De dialecten van dit eiland schuilen onder de paraplu van het Zeeuws, maar het Zeeuws op zich is ook niet zelfstandig. Volgens Heerschap is het te vergeUjken met het West-Vlaams. En dat is ook niet zo verwon derlijk voor geschiedeniskenners. "Het zijn", doceert Heerschap, "West-Vlaamse monniken geweest die in het Deltagebied de polders bedijkt hebben. Er is zelfs een oor konde bekend van een West-Vlaams kloos ter, van vóór 1060, waaruit bUjkt dat het bezittingen had in de landen van West-Voor- ne. "Dan is het logisch dat die monniken, zodra de polders bedijkt waren, kolonisten ernaar toe hebben gestuurd, om in die nieuwe pol ders te gaan wonen. Op dat moment gaan de talen van de inheemse bevolking en de kolo nisten zich mengen. Tot op de dag van van daag treffen we die typische West-Vlaamse invloeden aan in het dialect op voormalig Goeree. Je hoort het aan een klapje in de stemband, een overslag. Pietje wordt pie'ie, hondje wordt honge'ie." Pau Heerschap signaleert dat de vier eilan- delijke dialecten nog 'vrij krachtig' aanwe zig zijn. "Het is alleen in de nieuwbouwwij ken dat het verval toeslaat, door import van allerlei soort. Het komt al voor dat oudere broers en zusters onderüng nog dialect spre ken, maar hun kinderen niet meer. Die nemen het algemeen Nederlands over van vriendjes en vriendinnetjes - op straat, op het schoolplein. Het is vooral op de nieuwe scholen in nieuwe wijken dat het verval het hevigst toeslaat, domweg omdat algemeen Nederlands daar de norm is." Het verwateren van de dialecten heeft even wel nóg een oorzaak. Heerschap: "De ach teruitgang is ook hier aan te wijten dat ouders anders zijn gaan denken over dialec ten. Zij denken dat als jij dialect spreekt, dat je dan een taalachterstand oploopt. Dus spre ken zij het dialect onderling nog wel, maar tegenover hun kinderen algemeen Neder lands. Dat is ten onrechte, vind ik. Want voor het verkrijgen van taalinzicht en taalge- voel is het juist bevorderlijk om meertalig opgevoed te worden." Tussen haakjes; hoe stelt Heerschap zich als docent dan op tegenover in dialect pratende leerüngen? Glimlachend, alsof hij betrapt is: "Als iemand op school in een dialect tegen me praat, zeg ik: 'Dat zou ik maar nalaten als je moet solliciteren.' Tja, ik ben docent Neder lands, ik wD leerlingen nu eenmaal Hollands leren." Op Schouwen-Duiveland, hervat Heer schap, verschralen de dialecten in hoger tempo. "Dat komt doordat veel woningen in de dorpjes daar in handen zijn gevallen van tweede-huisbezitters. Dat komt op Goeree- Overflakkee ook wel voor, maar in mindere mate." Dorpskarakter Iemand als David Hoogzand, auteur van meerdere streekgeschiedkundige boeken, klaagt omstandig over de teloorgang van dorpsdialecten. In de inleiding van zijn laat ste boek, 'Zoals het is gebeurd', schrijft hij: "De bevolking sprak een eigen dialect. Men kon aan de spraak horen of iemand bij voorbeeld uit Ouddorp of uit Oude-Tonge afkomstig was. De bevolkingstoename heeft als gevolg gehad dat het eigen dorpskarakter Pau Heerschap in een klaslokaal van de Prins Mauritsschool in Middelharnis, waar hij al 23 jaar lesgeeft. Op het bord heeft hij in dialect twee spotzinnen geschreven die Flakkeeënaars reserveren voor Goereeërs en die luidt: 'Ga je weg of ik sla je weg Waarop de Goereeërs zeggen 'Ga je weg of blijf je staan voor een groot deel verloren ging en dat het dialect in geen enkel dorp meer de 'voertaal' is. Zelfs kinderen aan tafel van geboren Fla- keeënaars spreken bijna geen dialect meer. In cultour-historisch opzicht betekent dit een verarming." Deelt Heerschap de verontrusting van Hoog zand? "Hoogzand verheft in dat citaat enke le persoonlijke ervaringen tot een algemeen oordeel. Maar hij zit ernaast. Ze gaan wel achteruit, maar niet zo dramatisch als hij schetst. Als ik kinderen van drie jaar, in Ouddorp, nog steeds die oude naamvalsuit gang hoor hanteren, geeft mij dat best een fijn gevoel. Kijk, naarmate je ouder wordt, denk je dat er steeds meer verdwenen is. Maar als je nuchter om je heen kijkt, blijkt er nog veel te zijn." Heerschap wil dialecten allerminst museali- seren. Sussend: "Het afkalven van dialecten is ook weer geen ramp. We moeten er niet al te dramatisch over doen. Taal is altijd in ont wikkeling. En wij moeten oppassen dat we het gevoel krijgen alsof we in een reservaat zouden moeten leven. Geen enkele boer ploegt meer met een paard. In de winkel weegt niemand producten meer af met weegschaaltjes. Niemand nog schrijft met een potlood in een notitieboekje, zoals de klerken vroeger, niemand schrijft nog aktes over, zoals voorheen de notaris. "Ik denk niet dat de dialecten volledig zullen verdwijnen. Wat wél zal verdwijnen, zijn de primaire kenmerken ervan: de gekke woor den waarom je wordt uitgelachen. Maar de secundaire kenmerken, de klanken, die zul len blijven. Die heeft iedereen gemeen; dat heb je samen." Desondanks worden dialecten al wel zo curi eus gevonden, dat in documentaires geïnter viewde mensen steeds meer van ondertite ling worden voorzien. Vindt u dat niet patro niserend? "Nee. Als het serieus wordt gedaan en de verstaanbaarheid is ermee gediend, vind ik het zelfs prima. Anders niet." Kunsttaal Heerschap grijpt de vraag aan om een mis verstand recht te zetten: dat een dialect een ordinaire variant van het Algemeen Beschaafd Nederlands is. "Het is juist andersom", schampert deze deskundige. "De dialecten zijn de natuurlijke talen die gangbaar waren voor een beperkt gebied, niet het algemeen Nederlands." Hij komt op stoom. "Wat wij nu zitten te spreken, is een kunststaai. Algemeen Nederlands is een taal die is ontworpen door de Universiteit van Leiden. Met het oog op de komst van de Sta tenbijbel moest er een taal gemaakt worden, die in alle gewesten verstaan zou kunnen worden. "Op de universiteit kwamen twee groepen professoren voor. Zij die Hollands spraken, het dialect van Holland. En professoren die het Brabantse dialect spraken. Zij waren na de val van Antwerpen, in 1585, naar Noord- Nederland gevlucht. Dus meneer, de basis van het algemeen Nederlands dat u en ik spreken, is een combinatie van het Holland se en Brabantse dialect." Hij kijkt even triomfantelijk, als een docent die ziet dat hij zijn toehoorder heeft verbaasd. Lezingen Behalve tot dialectdeskundige heeft Pau Heerschap zich ontwikkeld tot een perfect causeur. Op Goeree-Overflakkee en ver daarbuiten staat hij bekend als een genoeg lijk spreker. Men zou kunnen denken dat zijn lezingen 'gewoon' in het verlengde van zijn lessen hggen, en dat zou geen rare con statering zijn, tóch zijn die bij toeval ont staan. Heerschap: "Ik was bezig dat regio- boek te schrijven, eind jaren tachtig, toen mijn college Frans mij aanschoot. Hij zat in het bestour van de School met de Bijbel in Sommelsdijk en er was een spreker uitgeval len. 'Zou jij iets willen doen over dialecten?' vroeg die collega. De heb toen een lezing in elkaar gedraaid, met veel smakelijke en aan spreekbare voorbeelden. Die sloeg gelijk aan. De ene uitnodiging volgde daarna op de andere, en sindsdien heb ilé misschien wel honderd lezingen gegeven, ook op de Zeeuwse eilanden en zelfs in Dordrecht, bij de Vereniging van Binnenvaartschippers. "Lezingen vind ik leuk om te doen. Het levert bij de aanwezigen blije taalherkenning op. Ik probeer mijn verhaal met humor te brengen en de mensen vinden de voorbeel den prachtig. De vind het ook leuk omdat de mensen het leuk vinden." CD's Met zijn lezingen verspreidt Heerschap zijn expertise. Tegelijk maakt hij de toehoorders ook bewuster van belang en karakteristiek van dialecten. Indirect maakt ze zo deelge noot van een missie: koester het dialect. In datzelfde hcht kunnen de twee CD's beschouwd worden die hij tot nog toe heeft uitgebracht, samen met Piet Westhoeve. Pau Heerschap vertelt daarop in het Ouddorps verhalen uit zijn kindertijd. Westhoeve begeleidt hem met zelf gecomponeerde pianomuziek. De eerste CD, die een oplage had van 500 exemplaren, was in 2002 in zes weken tijd compleet uitverkocht. De tweede, 'In 't voorbiegóón' geheten, ligt voor 14,95 te koop in boekhandels en bij de VW-Ouddorp. Hij maakte de CD's, vertelt Heerschap, "om mensen te kunnen laten genieten van kleine belevenissen, van een dialect." Maar hij heeft er evenzeer iets anders mee voor, iets verheveners. "Door die verhalen vast te leg gen, worden de CD's ook een cultaurmonu- mentje voor het Ouddorpse dialect." Dat is nobel, maar hoe verklaart u dat de CD's, hoewel gesproken in authentiek Oud dorps, over het hele eiland aftrek vinden, tot zelfs in Zeeland toe? "Het Ouddorps is redehjk te verstaan. En op deze manier merken we dat we toch bij die ene grote Zeeuwse taalgroep horen. Eenheid in verscheidenheid."

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2004 | | pagina 23