^cnslMci
G^2p^
EIIAtlDBI-niEUWS
(ly^D^èo^is)
Vriendelijke groeten van ons allen.
Verder wensen we iedereen gezegende paasdagen.
Verticaal:
Zet de volgende letters van deze genunimerde vakjes over (wat lees je
dan?) De schuine strepen markeren de verschillende woorden.
29-87-5/ 74-8-35-80-282-28-15-111/ 231-63-286-42/
74-137-52-279-137-13-190-119/ 22-65/ 77-137-74/
74-73-179-206/1-2-3-4-5!
PAGINA 22
VRUDAG 9 APRIL 2004
Puzzelreglement
1. Stuur je oplos.singen
aan het eind
van de maand naar
Oom Ko,
p/a Eilanden-Nieuws,
Postbus 8,
3240 AA
Middelharnis.
Per maand zijn er
100 120 punten te
verdienen.
Zelfgemaakte raad
sels voorzien van
oplo,ssing leveren
15 extra punten op.
Stuur alen toe een
briefje, dat vcordt
beantwoord.
Bij 500 punten ont
vang je een boeken-
bon van
10,-.
best!
Vandaag slechts één puzzelfiguur waar jullie je krachten op kunnen meten. Doe je
Een kruiswoordraadsel voor Pasen in de vorm van een reusachtig groot ei. Vanzelfsprekend
heeft het qua figuur er niets mee te maken. De opstanding is veel groter. Ik besef dat deze
opgave een hele klus is. Je kunt er bij wijze van spreken wel een heel weekend voor gaan zit
ten. We houden het deze maal dan ook bij dit ene raadsel. Er zitten naast Bijbelse vragen, ook
gewone vragen in. Soms zelfs meer dan één per nummer. Wie de letters over weet te zetten
in de oplossingsrij onderaan en die zin opschrijft krijgt hiervoor maar liefst 30 punten! Het
levert dus wel wat op.
Horizontaal:
1.
op
Aanstaande zondag hopen wij dit feest
te vieren.
De gelijkenis van de farizeeër en de
Verleden tijd van win.
Klein soort hert, komt veel voor
Goeree-Oveiflakkee.
Daar vangt een visser vis mee.
Zus van Maria.
Koning van Israël (1 Kon. 22:52).
Als de Heere de ingedoopt had, gaf
Jezus die aan Judas. (Joh. 13:26)
Boomsoort -t- Koning van Juda (2 Kron.
14:1).
Land van de gevallen dictator Saddam
Hussein.
Luisteren Zoon van Juda (Gen. 38:3).
Enkelvoud van de eerste groep
genoemd in Ezra 4:9.
Papa.
Plaats waar Méfiboseth vandaan kwam.
Ouderwets woord voor naar beneden.
Golven of kinderen krijgen.
36. Aanlegplaats voor schepen.
37. Psalmdichter van Ps. 73.
Niet ervoor, maar er.. Neef van Abra
ham.
Laan met bomen erlangs.
Hoofdstad van Italië.
Meervoud van ski.
Plaats waar veel baby' s
gedood zijn na Jezus geboorte.
Lichaamsdeel waardoor
wij praten.
Koe.
Zuster die de jongetj
van Israël niet in
de Nijl wilde
gooien.
6.
10.
11.
12.
14.
16.
19.
20.
22.
24.
26.
29.
30.
33.
35.
41
42
44
46
48.
49.
52. Vrouw van Jacob.
53. Uit Ierland afkomstig.
55. Profeteerde in het leger. (Num. 11:26)
57. Plaats die in Neh. 3:1 voorkomt.
59. Ouderwets voor zo meteen.
60. Onderdeel van een voertuig waarmee je
kunt stoppen.
61haï)Joz. 1:1)
62. Wormpje.
Plaats waar Jozua vocht.
Plaaggeest.
Bevel om te eten.
Uitroep van kou.
Tegenovergestelde van ja -h 19-e letter
van het alfabet.
Oppervlaktemaat -h Boomsoort.
Iemand waar velen van houden is
Waardeloos iemand die niets doet.
Broer van Abel.
Waterflesje van een wielrenner.
Vertrek in een huis.
Nakomeling van Benjamin zonder de
eerste letter (1 Kron. 8:22).
Zwart snoepje.
63.
65.
67.
68.
69.
71.
74.
77.
79.
80.
82.
83.
84.
86. Dochter van Lamech.
87. Brandrest -i- Evangelische omroep
(afkorting)
88. Zwartwitte walvisachtige.
90. Niet mis, maar
92. Automerk.
94. Voorzetsel.
95. Papegaaiachtige.
96. Berg van de zegen in Israël.
97. Harde bergplekken.
100. Vrouw van Abraham.
102. Meisjesnaam.
104. Knecht van David (2 Sam. 19:37).
106. Koning van Hazor (Joz. 11:1).
107. Zoon van Sem (Gen. 10:21).
109. Woest, nijdig.
111. Uitroep van ontdekking.
112. Vader van Jozua.
113. Kreeg de tegenwoordige wereld lief.
114. Familielid.
116. Gokken, tot een goede oplossing probe
ren te komen.
117. Meisjesnaam.
118. Spitwerktuig.
120. Kunstmatige inseminatie (afkorting).
121. Lengtemaat kledingstuk voor om je
nek.
123. Droog.
124. Een pest.
126. Hangt onderaan de hals van een kip.
127. Oude hogepriester tijdens het lijden en
sterven van de Heere Jezus.
129. Zoon van Juda.
130. Appelras.
132. Fijne steentjes.
134. Dagon viel hier op.
136. Een van Saron (bloemsoort).
138. Sterrenbeeld genoemd in Job h- 9-e let
ter van het alfabet.
140. Evangeheschrijver (dokter).
141. Vogel.
142. Stad in Aser (Joz. 19:29).
143. Bevel om aardappels te rapen.
144. Plaats in Gelderland.
146. Gevreesde mannen tijdens de tweede
wereldoorlog mak,
147. De dato (afk.) persoonlijk voornaam
woord.
148. Oppervlaktemaat plaaggeest.
150. Vrouw van David (1 Kron. 3:5).
153. Laatste plaats genoemd in Rich. 21:19.
156. Meisjesnaam.
157. Andere naam van Simson (zie Hebr.
11:32).
159. Woord voor zoon.
161. Oma van Timotheüs -f 11-e letter van
het alfabet.
162. Kant van een rivier.
163. VanDabar.
165. Mij.
167. Dienares van de gemeente (Rom. 16:1).
168. Stroomleveraars voorbv. auto's.
170. Muil van een dier.
171. Water in Friesland -h zit middenin een
wiel uitroep van schrik.
173. Daar veranderde de Heere water in
wijn.
174. Uitroep van verbazing.
175. Meisjesnaam.
177. Zware sloophamer.
179. Profeet.
181. Voor een korte tijd.
182. Fries gebouw.
184. De 23-ste letter van het alfabet -¥ afkor
ting van neon.
185. Ziener (2 Kron. 9:29).
187. Kijk bij nr. 113.
189. Voor hen moest de Heere verschijnen,
de raad.
192. Ouderwets woord voor verlegen -i-
afkorting voor en andere.
193. Muzieknoot -¥ water in Noord-Brabant.
194. Saul ging daar naar een tovenares om
Samuel te raadplegen.
196. Valse profetes. (Neh. 6:14).
198. Vader van Nahor (Gen. 11:20).
199. Hij let niet op, maar
201. Actie met voordelige producten.
202. in zijn dag en begon voor het eerst de
naam des Heeren openlijk aan te roe
pen.
204. Bedenker van de Afsluitdijk.
205. Koning van Edom. (Gen. 36:32).
206. Nieuwe Testament (afk.) -i- jongens-
naam.
207. Persoonlijk voornaamwoord -h dit doe
je tijdens je slaap.
210. Een tuttig, ouderwets iemand.
211. Maandblad met diverse artikelen.
214. Witte vulling in snoep.
216. Mannetjeseenden.
218. Signaal, hulproep om redding.
219. Rentmeester (Rom. 16:23).
221. Diepte tussen de bergen hier ving
men vroeger de verbrandde kolen in op.
223. God.
225. Bus- en trammaatschappij.
227. Broer van Mozes.
228. Broertje van een hartaanval.
229. Meisjesnaam.
231. Nul.
233. Dominee (afk.) uitroep.
236. Kom.
237. Groeit onder de kin van een man.
239. Geestelijk lied.
241. Meisjesnaam.
242. Eerste man.
244. Kon zomaar niet geloven dat de Heere
opgestaan was.
246. Zout (frans).
247. Afgod in Efeze.
249. Zo werd Herodes wel genoemd.
251. Overblijfsels.
253. Broer van Mirjam.
254. Smeer je op je brood.
256. Voor.
257. Kjijgsoverste (Rich. 4:6).
259. Nieuwe Testament (afk.) -i- schip van
Noach.
260. Dubbel stel.
261. Sluis -(■ 8-ste letter van het alfabet niet
droog.
263. Geneigd tot.
265. zij God in de hoogste hemelen.
266. Stad in Juda. (Joz. 15: 39).
268. Papa eerste letter van het alfabet
bloem.
271Schenker.
273. Hier hangt een gordijn aan.
274. Op deze berg ging de Heere vaak bid
den
275. Eerste martelaar.
276. Lichaamsdeel -l- 7-de alfabetletter.
278. Ontkenning.
279. Jongensnaam.
280. Verbrandingsrest daar doe je de
boodschappen in.
282. Zit middenin een wiel -t- boomsoort.
284. Geld (later moet je rente betalen).
286. Zoon van Seir (Gen. 36:20) heet
(geschreven zonder klinkers).
285. Naam van de Heere uit Jesaja.
289. Opstootje.
290. Nier ervoor, maar er., -f muzieknoot.
291Vrucht -i- Land in Azië (Zach. 10:11)
1 Polen (afk.)
2. Vlug.
3. De 20-ste letter van het alfabet -f water
in Friesland.
4. Man die acht jaar op bed gelegen had
(Hand. 9:33).
5. Niet ervoor, maar er..
6. Hoog gebouw bij een kerk.
7. .vellen (wil zeggen dat je het vel eraf
doet).
8. Zoon van Seïr (Gen. 36:20).
9. Koning van Syrië (Jes. 9:10).
10. Drinken.
13. Wreed vorst.
14. Plassen.
15. Koning die de Heere liet verkleden,
zodat zijn soldaten Hem konden
bespotten.
17. Andere naam van Esther.
18. Strelen.
19. Boodschappers.
21. Oppervlakte.
23. De tenten daarvan zijn zwart. (Hoogl.
1:5).
24. Plaats (Num. 33:24).
25. Zoon van Sem (Gen. 10:22),
27. Perzië.
28. Saul telde daar zijn voetvolk (1 Sam.
15:4).
29. Banier.
32. Uitroep als teken dat je iets vies vindt.
34. Van de Romeinen.
35. Er komt steeds wondvocht uit.
36. Koning, werktuig van God (Jes. 45:1).
38. American(smeer je op een cracker
of je brood).
40. Uitdagend.
42. Mannetjesschaap.
43. Zoon van Jozef.
45. Zoon van Noach.
47. Elfde letter van het alfabet -i- Moeder
die bij het kruis stond te kijken.
50. Idem (afk.).
51Onderdeel van de mast.
54. Vis die kaviaar heeft Twintigste letter
van het alfabet.
56. Zat in de leeuwenkuil in Babel.
58. Nieuwsgierig meisje.
60. Bevel om te redden.
61. Oppervlaktemaat-h lokmiddel.
62. Moeder -h meisjesnaam -^ negende let
ter van het alfabet.
64. Persoon uit 1 Kon. 4:14.
66. Stellages om iets op te leggen.
67. Landstreek bij Bethlehem (min eind-a).
ZiePs. 132:6.
68. Achterwerk.
70. Bevel om te storen -i- 20ste alfabetletter.
72. Vijfde kind van Thola min de eerste let
ter (1 Kron. 7:2).
73. Evangelische omroep (afk.).
75. Weg met bomen.
76. Lof vijftiende letter van het alfabet.
77. Nederlandse spoorwegen (afk.).
78. Twintigste alfabetletter kier.
79. Wagen -i- uitroep.
81. Nederlandse onderwijs tentoonstelling
(afk.) erg.
83. Persoonlijk voornaamwoord berg van
de zegen.
85. Zestiende alfabetletter duivenhok 4-
Twintigste letter.
87. Rivier bij Damaskus (2 Kon. 5:12).
89. Jongensnaam.
91. Zoon van Jacob.
93. Kleur.
95. Vader van Josafat (2 Sam. 8:16).
96. -Riehter-f-4-e letter.
97. Paulus voer daar recht op af( Hand.
16:11).
98. Mensen die brouwen kunne deze letter
niet goed zeggen grootmoeder -h
management team -i-daar Zoon van
Juda (Gen. 38).
99. Tegen de grond klappen (Gen. 25:18).
101. Plaats in Num. 34:11 engels voor nee.
103. Overste van de kamerlingen (Dan. 1:3
105. Met name (afk.) verleden tijd van
lees.
106. Ziener uit 2 Kron. 9:29.
108. Opstootje -f uitroep.
110. Koe.
111. Bloedakker die van Judas'verraders
geld gekocht werd Naam van de
Gekruisigde.
114. Roept men om een stier op te hitsen.
115. Salomo hield deze grappige dieren.
119. In de tuin van deze Jozef werd de Heere
in een nieuw graf gelegd, -h kampeer-
huisje.
121. Tertoristische groep waardeloos
overblijfsel van koren.
122. Afk. van soortelijk gewicht eerste
getal.
124. Pracht.
125. Mazzel.
127. Fihstijnse stad.
128. Krijgsoverste die door een vrouw
gedood werd.
131. Meervoud van ski.
133. Ezau's kleur.
134. Dominee (afk.) 2-e letter.
135. Vrouw van Jacob.
137. Schrikuitroep -i- tweede letter v.h. alfa
bet.
139. Broer van Sien De lezer heil (afk.).
141Dit droegen de priesters onder hun rok
ken.
145. Inwoner van Enak.
148. Strooide men op het hoofd als teken
van rouw -h mannetjesgeit.
149. Het alfabet.
151Land waar Jeftha woonde.
152.
154.
155.
158.
160.
162.
164.
166.
168.
169.
171.
172.
174.
176.
178.
180.
181.
183.
184.
186.
188.
190.
191.
192,
193,
195,
197
200
201
203
206,
208,
209,
210,
211
212
213,
215,
216,
217,
220,
221,
222.
224.
226.
228.
230.
232.
234.
235.
237,
238,
239,
240,
242.
243.
245.
246.
248.
250.
252.
254.
255.
257.
258.
261.
262.
263.
264.
267.
269.
270.
272.
277.
281.
283.
285.
286.
288.
290.
Gevaariijke groep in de tweede wereld
ooriog -I- elfde alfabetletter.
Boomsoort.
Rivier in Damaskus.
Oude zeur.
Zacht, korrelig -i- zout (engels daar
voor).
Verleden tijd van wenen.
Meisjesnaam.
Het paradijs of de hof van
Slee -I- water in Noord-Brabant.
Frans ja eerste letter v.h. alfabet.
Koning van Moab (Num. 31:8).
Noorse hoofdstad.
Zoon van Juda (Gen. 38).
Gevaarlijke slangen.
Struisvogel.
Meisjesnaam.
Heel ziek. ziek.
Van Tom.
Bos -t- afk. V an dokter.
Soort atoompje -i- roep je als je schrikt.
Sicherheidsdienst (afk.) bevel om te
leunen.
Plaats van de engelen.
Taal die men in Duitsland spreekt.
Middelaars.
Hemellichaam dat de weg wijs naar de
geboorteplaats van de Heere Jezus.
Daar zat Paulus aan het eind van zijn
leven gevangen.
Zoon van Rehabeam (12 Kron. 11:19).
Kleur van linzensoep.
Boerderij.
Persoon uit Gen. 46:17.
Bars, onvriendelijk.
Overleden.
Syrische generaal die melaats was.
Dertiende letter kippengeluid.
Veel mannen in Israël droegen dit.
Plager.
Opvolger van Elia.
Uitroep ezelgeluid.
Geboden.
Water in Friesland voorzetsel.
Senior (atlc.) koe.
Doe je in een projector.
Zoon van Seïr (Gen. 36:20).
Water in Friesland -^ slee.
Koning van Ammon (1 Sam. 11:1).
De discipelen spraken verschillende
met Pinksteren.
Zoon van Sobal (Gen. 36:23).
Bloedvat vijfde letter v.h. alfabet.
Bevel om te staan.
Berg in de woestijn.
Plaats genoemd in Joz. 15:6.
Korte depressieve periode.
Vul maar in: PNO.
Gebied genoemd in Jes. 43:3.
Verleden tijd van eet 4- papegaaiachti
ge-
Meisjesnaam.
Vervoermiddel.
Red onze zielen twintigste letter van
het alfabet.
Schip van Noach muzieknoot.
Legende.
Hoog.
Koning van Ammon (Jer. 40:14).
Diepte naast een bera.
Beek (1 Sam. 30:9).^
Tweede zoon van Levi (Gen. 46; 11).
Sneeuwlat -i- nier er\'oor. maar er..
Meubelstuk waar\an wij eten.
Zevende letter \'an het alfabet -i- hier
kijken wij mee.
Jerobeam de zon an die Israël zon
digen deed.
Hier worden aardappels in bewaard.
Jongensnaam -^ bevel om te eren.
Jubal uit Genesis maakte deze instru
menten.
Onderdeel van het bestek.
Evangelische Omroep (afk. een
brouwer heeft moeite met die letter.
Vul maar in: SAO.
Geen vrouw, maar een
Plaats (Joz. 19:13).
Tarwehalm.
Muzieknoot.
Heden.