De kinderen van de visser Wasbeurt bij autowasbedrijf verlengt levensduur auto EIIAriDEn-IIIElJWS Verloving, HuweHjk. Jubileum Emmer en borstel hebben afgedaan Ouderen en jongeren Verkeerde zuinigheid of een ancferfeestje? Wij zorgen wel Vöór de kaarten! Gebr. de Waal Drukkerij Iedereen vfeeti je kunt geen trein naar het verleden nemen. Maar terugstappen in de tijd is soms nog mogelijk. In Stad aan het Haring vliet bijvoorbeeld, dat aan de Voor straat een kapperszaak heeft waar de tijd gestold is. Het interieur ervan is decennia ongerept gebleven, al vanaf vóór de Tweede Wereldoorlog. Kapper P. C. Bakelaar, op Goeree- Overflakkee beter bekend als 'Kap per Pietje', knipt en scheert niet meer,* zijn gezondheid deed hem stoppen op 1 juni 2001. Maar zijn legendarische pand is nog altijd te bezoeken, nu als snoep- en cosmeti- cawinkel én als wonderbaarlijk museum. Elke werkdag zitten Bake laar en zijn vrouw Marietje gedien stig klaar om nieuwsgierigen en klanten te helpen, van 8 uur 's och tends tot maar liefst 8 uur 's avonds. Bakelaar heeft tijdens zijn werkza me leven niet alleen regionale naamsbekendheid opgebouwd, naar hem is zelfs een kort toneelstuk genoemd: 'Het verhaal van Kapper Pietje'. En dat stuk is notabene in zijn zaak opgevoerd, tot groot ver maak van de aanwezigen. In deze reportage, gewijd aan een winkel die zich niet door de tijd heeft laten sleu ren, worden die opzienbare feiten voor het eerst onthuld. Bejaardenhuis Muts PAGINA 7 DINSDAG 30 DECEMBER 2003 1Zij waren met hun drieën thuis. Twee zusjes en een broeder, De vader zwalkt op 't ruime sop. Op 't kerkhof rustte moeder. 2. De lucht betrok; de wind stak op. Al had hij lang gezwegen. En eer de nacht kwam was de storm Tot een orkaan gestegen. 3. Hij zwiept de golven hemelhoog. Niets kan zijn vaart vermind'ren. Hij jaagt de schrik in menig hart, In 't hart ook van die kind'ren. 4. Ach, was toch vader niet gegaan. Snikt Lies, en wringt de haruien. Staat niet de wind vlak op de kust? Dat geeft gevaar van stranden. 5. De pink is oud, zucht Toon en vreest Bijna nog erger dingen. Licht dat zij, eer 't tot stranden komt. Met man en muis vergingen. 6. Klein Mieke lag al lang te bed. Doch voelt het hutje kraken. Zij hoort ook wat die and're twee Daar vol bezorgdheid spraken. 7. Zij richt zich op en denkt aan Hem, Die heerst ook op de baren. Zij vouwt haar handjes saam en bidt: Och Heere! wil hem bewaren. 8. O, Heere! och! behoed hem toch. Onze eigen lieve vader! Wij hebben ook geen moeder meer, En niemand is ons nader. 9. Gij zult het toch wel zeker doen Wij kunnen hem niet missen. Want wij zijn allemaal nog klein En Toon kan nog niet vissen. 10. Toen stak zij 't hoofdje buiten 't bed En zei: "Heb maar geen zorgen! Ik heb 'gebid' en vader komt. Hij komt gewis wel morgen. 11Toen dook zij in de kussens neer. Diep onder 't geen haar dekte. En sliep door storm en noodweer heen. Totdat de zon haar wekte. 12. Des morgens was d'orkaan bedaard. Hoewel de zee nog bruiste. En meen'ge arme vissersvrouw, 't Beklemde hart doorruiste. 13. Zij zaten uren lang aan 't strand En tuurden langs de golven. Ach, lag misschien de man, de zoon, In 't zilte nat bedolven? 14. Doch menig scheepje keerde weer. Met de overdierb 're panden. Gered uit dreigend doodsgevaar. Een wonder van Gods handen. 15. Maar wie er keerde, de oude pink Zag men niet wederkomen. En waar men zocht en wie men vroeg. Geen die haar had vernomen. 16. De dag verliep, de nacht brak aan. Weer was de zon in 't Oosten En Lize en Toon - wie kent hun smart? Wie zal de weesjes troosten? 17. Maar kleine Mieke heeft geen traan. Zij wendt de wagg 'Ie schreden Ras zeewaarts weer - want vader komt! Heeft zij het niet gebeden? 18. Daar staathet drietalweer aan't strand. Ver, eind'loos ver te turen. Maar ach, men geeft een schijn van hoop Veel lange bange uren. 19. Maar eind'lijkja, daar rijst een zeil. Een pink is 't. Zij komt nader! En Mieke strekt haar handjes uit En jubelt: daar komt Vader! 20. En 't was de Vader en weldra, Met 't drietal in zijn armen, Prees hij met vrienden en gebuur Gods wondervol erbarmen. 21. En sprak ontroerd: Dat de oude pink Deez' noodstorm kon trotseren En niet aan duizend spaanders vloog, Dat is de hand des Heeren! 22. Mijn kleine Mieke heeft gebeên. God wou haar niet beschamen. Een biddend kirul temt zelfs d 'orkaan! En al het volk zei: 'Amen Een regelmatige wasbeurt verlengt de levensduur van uw auto. Zo krijgt het vuil geen kans de lak aan te tasten. Een wasbeurt bij een autowasbedryf verdient daarbij de voorkeur. Auto mobilisten die uit zuinigheidsoverwe- glngen toch de emmer en de borstel pakken, maken een verkeerde keus. Zü lopen de kans op beschadigingen aan hun auto en vergeten bovendien dat veel autowasbedr^ven tjjdens de rustige uren aantrekkelijke kortingen bieden. En, niet onbelangrijk, het milieu lijdt onder een wasbeurt bij u op straat. De autowasbedrijven timmeren aan de weg. De resultaten van een onlangs afgenomen enquête onder 5500 klanten van 22 bij WAS, een afdeling van BOVAG, aangesloten auto wasbedrijven laten daarover geen onduide lijkheid bestaan. Tevredenheid alom. Zo vindt zeventig procent van de klanten de waskwaliteit goed, 27 procent zelfs zeer goed. Daarnaast gaven de klanten hun mening over het programma-aanbod, de droogkwaliteit en de prijzen. Ook de service, het uiterlijk van het wasbedrijf en de was- en wachttijd kwamen aan de orde. De enquête leverde enkele opmerkelijke fei ten op. Zo bestaat ruim 50 procent van het klantenbestand uit consumenten tussen de 25 en 44 jaar. Erik de Vries, secretaris van de BOVAG-afdeling WAS is verbaasd dat rela tief weinig jongeren en ouderen hun auto bij een autowasbedrijf laten wassen: "Slechts 6,4 procent van het klantenbestand bestaat uit jongeren tussen 18 en 24 jaar. Van de mensen van 55 jaar en ouder behoort iets meer dan 21 procent tot de vaste klanten kring van het autowasbedrijf. Waarschijnlijk heeft deze minder grote belangstelling te maken met drempelvrees en onbekendheid." Veel jongeren kennen het autowasbedrijf nog niet en een behoorlijk aantal ouderen voelt zich minder op hun gemak bij de uit gebreide keuzemenu's en het geraas van de wasborstels. Een rij wachtende automobilis ten maakt het er niet plezieriger op. De Vries raadt hen daarom aan voor de rustige momenten te kiezen: 'Ten eerste beschikken de medewerkers dan over tijd om oudere klanten te adviseren en te helpen. Daarnaast biedt menig autowasbedrijf op de rustige uren een aantrekkelijke korting." De Vries denkt niet dat ouderen uit zuinig- heidsoverwegingen voor het emmertje en de borstel kiezen. Maar waarom dan wel? Hij benadrukt dat de meeste Nederlanders besef fen dat door de wasbeurt langs de kant van de weg de kans op lakbeschadigingen toe neemt. Sommige mensen denken ten onrechte dat de borstels van het autowasbe drijf de lak beschadigen. De Vries ontkent dit. Hij beaamt dat iedere wasbeurt sporen achterlaat, maar het patroon van de borstels van een autowasbedrijf vindt hij onverge lijkbaar met de krassen en beschadigingen die de thuiswasser aanricht. De prijs van een wasbeurt bij een autowas bedrijf speelt geen doorslaggevende rol. De resultaten van de enquête wijzen dit ook uit; 76 procent van de klanten beoordeeh de prij zen voor een wasbeurt bij het professionele autowasbedrijf als goed tot zeer goed. De Vries stelt dat er bij ieder prijsniveau men sen blijven bestaan die een bepaald bedrag te hoog vinden: "Wel wijzen we er vaak op dat mensen vergeten dat een wasbeurt met de emmer en de borstel veel meer tijd kost dan een wasbeurt bij een autowasbedrijf." Tevens noemt hij de kwaliteit van de was beurt. Een professioneel autowasbedrijf rei nigt een auto stukken beter dan de particu- Uere eigenaar. Hij neemt vogelpoep als voorbeeld. De consument die met zijn sponsje de restanten van vogelmaaltijden te lijf gaat, komt bedrogen uit. De kans is levensgroot aanwezig dat hij het vuil in de lak wrijft in plaats van verwijdert. De Vries: "Dit leidt uiteindelijk tot beschadigingen aan de lak met op langere termijn allerlei nare gevolgen." Daarnaast vergeten ook veel consumenten dat in de meeste programma's van autowasbedrijven het aanbrengen van een waslaag tot het standaardprogramma behoort. Door steekproeven controleert WAS de kwaliteit van de aangesloten bedrij ven. Ook wijst De Vries erop dat professio nele wasbeurten de veiligheid en het milieu dienen. Waar de thuiswasser zijn afvalwater in het riool spoelt vindt bij de autowasbe drijven een scheiding van de afvalstoffen plaats Daarnaast is een goed gewassen auto vooral tijdens winterse omstandigheden beter zichtbaar. De Vries: "Kwaliteit staat bij onze bedrijven voorop. De bij BOVAG aangesloten bedrijven stellen alles in het werk om hun lidmaatschap waar te maken." bel: (0187) 47 10 20 of mail naar: algemeen@gebr-dewaal.com Kapper Piet nog volop bij de tijd door Gert van Engelen In de Voorstraat wordt het oog er vanzelf naar toe getrokken - naar dat zichtbaar antieke, emaillen bord met het woord 'Kap per', Open de deur en een bel rinkelt. Loop door de gang naar de achterkamer en plotse ling wordt de hedendaagse bezoeker over rompeld. Je knippert met je ogen van onge loof, maar het is toch werkelijk waar: in een paar voetstappen ben je van 2003 naar 1938 gelopen. Alles is stokoud aan deze zaak - de reclame, de stoelen, de houten banken, de spiegels, het kappersgerei. Het is een welda dige ervaring om ergens te kunnen zijn waar de tijd is stil blijven staan. Je wordt er op slag vrolijk van. Pieter Cornells Bakelaar (1922) en zijn echt genote Marietje van der Plaat (1923) zijn het wel gewend: voorbijgangers die zich met open mond vergapen aan hun vooroorlogse interieur. Vooral in de zomermaanden ont vangen zij er dagelijks velen, en dat 'ontvan gen' moet letterlijk worden genomen. Het echtpaar ziet passanten graag komen, leidt ze welwillend rond, biedt koffie aan en zo nodig trekt Bakelaar zijn oude kappersjas aan om in stijl te kunnen poseren voor de camera's. Hij en zijn vrouw zijn trots op het museum, dat hun zaak onbedoeld is geworden, en dat wil len ze persé delen met nieuwsgierigen - hoe oud ze zelf irmiiddels ook zijn. Bakelaar nam de kapperszaak in 1945 over van Louis Toppers, die Stad aan het Haring vliet in februari 1944 moest ontvluchten, nadat de Duitse bezetter het gebied onder water had gezet. Toppers kwam in Den Briel terecht, later in Velp. Bakelaar, zelf afkom stig uit Den Bommel, veranderde niets aan de winkel van zijn voorganger en het dat zo, tot op de dag van vandaag. "De zaak is altijd zo gebleven. De heb de winkel de winkel gelaten. En zo werd het vanzelf een muse um, doordat alles was zoals het was." Op 1 juni 2001 stopte hij met knippen en scheren. "Om gezondheidsredenen", zegt Bakelaar, op zijn hart kloppend. Hij had er als kapper 56 jaar opzitten, een imponerende tijdspanne. Van drie vaste klanten die zich elke zaterdagochtend lieten scheren, kregen hij en zijn vrouw een onderscheiding. Ze Kapper Piet met zijn echtgenote in de Voorstraat. Elke werkdag van acht uur 's morgens tot acht uur 's avonds is hun curieuze winkel open voor voorbijgangers, varensgasten en recreanten. werden benoemd tot 'Ridder in de Orde van de Geschoren Klant'. 'Deze prijs', luidt de tekst op de oorkonde, 'is bedacht en uitge bracht uit dank voor alle jaren van goede ser vice en gezelligheid die we van jullie hebben mogen ontvangen.' Tegelijk met zijn kappersloopbaan kwam er ook een einde aan de bezoeken die Bakelaar trouw aflegde aan bejaardenhuizen in Som- melsdijk, Middelhamis en Goedereede. Op de maandagochtend reisde hij steevast naar oude klanten die vroeger in Middelhamis hadden gewoond, maar inmiddels om leef tijdsredenen waren verhuisd. Hij trok ze ach terna en knipte en scheerde ze ter plekke. "Maar toen ik stopte, was ook dat over." De tarieven die hij hanteerde, bleven overigens tot het laatst buitengewoon mild: scheren 3,25, knippen 6,95, kinderen 5,95. Niemand zou ervan hebben opgekeken als het echtpaar, dat vier kinderen kreeg, zich hierna had teruggetrokken, om te genieten van hun verlate pensioen. Maar Bakelaar moest er niet aan denken om in een bejaar denhuis te gaan zitten. "Alsjeblieft niet." Het echtpaar besloot de zaak gewoon open te houden, niet meer als kapperszaak, maar nu als museum. En als winkel: men kan er terecht voor tabak, snoep, cosmetica en par fumerieën. Vanwaar toch die ongebroken wil om tot op hoge leeftijd dienstbaar te willen blijven? "Voor het sociale contact", zegt Bakelaar zonder omhaal van woorden. Hij schetst de aanloop: "De één komt hier binnen voor een pakje sigaretten of een tube tandpasta, de andere voor een babbeltje. En als het 's avonds regent, komt de jeugd even schui len." Hij en zijn vrouw hebben nooit anders gekend, en willen ook niet anders meer. "Zo houd je tenminste nog contact. Da's belang rijk, vinden wij. Want je hebt veel van de mensen die hier komen, vijftig jaar gehol pen. Je bent ermee groot en oud geworden." Het zijn met name de oudere inwoners van Stad aan het Haringvliet die de winkel nog aandoen. Oud-klanten uit de omtrek komen er nog maar 'heel weinig'. Bakelaar begrijpt dat wel. "Wat moeten ze hier doen? Je kunt ze niet meer helpen. Ik kan ze niet meer knippen of scheren." In de zomermaanden trekt het aantal bezoe kers fors aan. Recreanten die door Stad aan het Haringvliet dwalen, varensgasten die hun bootjes afmeren in de haven - allemaal ontdekken ze op enig moment die curieuze winkel aan de Voorstraat. Of anders krijgen ze van bewoners wel het vrijblijvende advies om er eens te gaan kijken. Al deze voorbij gangers raken onveranderlijk in de ban van het interieur en allemaal grijpen ze naarstig naar hun fototoestel. Bakelaar laat glimmend de afdrukken zien die hem vanuit allerlei buitenlanden worden toegestuurd, met een bedankbriefje. In de stapel enveloppen zitten ook foto's die bruidsparen in zijn zaak hebben laten maken, nóg zo'n bewijs dat het museum gro te aantrekkingskracht heeft. "Mensen vinden het fantastisch hier", zegt Bakelaar. "Het is dan ook hartstikke oud." Zó oud dat de argeloze bezoeker bijna zou vergeten dat zich intussen twee radicale omwentelingen hebben voorgedaan: het ver bod op tabaksreclame en de komst van de euro. In de kapperszaak is alle reclame nog volop aanwezig. Maar dat heeft een reden, laat H.P. Maas van de Werkgroep Historisch Besef Goeree-Overflakkee weten op een A4-tje dat op de toegangsdeur van het 'Piet de Kapper Museum' is geplakt: 'Deze winkel is een historisch monument, waarop we erg trots zijn. Alle afbeeldingen aan de muur dienen niet als reclame, maar laten de jeugd zien hoe hun grootouders van vroeger een kapperszaak zagen. De afbeel dingen, die naar de letter van de wet (tabaks reclame is per 1 november 2002 verboden) eigenlijk niet meer toegestaan zijn, zijn daarom op mijn verzoek niet verwijderd.' En de euro? Was het verdwijnen van de gul den niet mede aanleiding voor Bakelaar om te stoppen als kapper? "Nee echt, de gezond heid gaf de doorslag", zegt hij, alhoewel hij destijds wel even heeft overwogen er eerder mee te kappen. "De eerste twee maanden van 2001 waren moeilijk. Toen waren er zowel guldens als euro's in omloop, en het omrekenen viel zwaar. 'Ik schei ermee uit', dacht ik, maar mijn vrouw zei dat we toch gewoon door moesten." Intussen is Bakelaar aan de euro gewend geraakt. "Er is niets anders, dus je moet, je gaat gewoon mee. Je kunt niet anders." Dan is er nog die heuglijke dag dat er ineens een toneelspeelster in zijn zaak stond, enige Piet Bakelaar in zijn kapperszaak, die vanzelf een museum is geworden. "Zo houd je tenminste nog contact. tijd geleden, die een uiterst toepasselijke monoloog speelde, In Dordrecht had Peter Marijnissen een serie korte stukken geschre ven voor het WAI-Theater, gebaseerd op de verhalen over koning Midas van de Romein se schrijver Ovidius, Eén ervan heette 'Het verhaal van Kapper Pietje'. Het is een grap pige, korte monoloog van zo'n acht minuten, gespeeld door Ineke Nobelen. In het stuk blikt Kapper Pietje, ook wel genoemd 'Coiffeur Pierre' en 'Barber Pete', terug op een bijzonder en eervol bezoek van koning Midas. Die wilde zich bepaald niet zomaar laten knippen, en dat had als achtergrond dat hij een muts draagt, een kokervormig hoofddeksel in de vorm van een kachelpijp. Onder die muts verborg hij zijn ezelsoren. Die had hij als straf gekregen van Apollo. Bij een muziekwed- strijd tussen ApoUo en Pan had koning Midas als jurylid nietsvermoedend zijn waardering laten blijken voor de vrolijke Pan, waarna Apollo hem boos voorzag van ezelsoren. De enige die de oren te zien kreeg, was onvermijdelijk de kapper en die had moeite zijn mond te houden tegenover zijn klanten. Hij móest zijn verhaal kwijt. Natuurlijk, sprak de actrice, had de kapper wel naar de oever van de rivier kunnen ren nen, daar een kuil graven, in de kuil het ver haal vertellen en hem dan weer dichtgooi en. Maar dan groeit er over een halfjaar riet en als het dan waait, ruist dat riet zijn ver haal in het rond. En dan zou er zeker wat gezwaaid hebben. Het stuk, dat bij gelegenheid nog steeds wordt opgevoerd, is nadrukkelijk naar Bake laar genoemd. Dat heeft hij te danken aan de regisseur, de Dordtenaar Anne Beek. En die vertelt: "een vriend van mij. Mar Aalders, heeft ooit het oude stadhuis van Stad aan het Haringvliet gekocht. Dat staat naast de kap perszaak. Zijn vriendin Lenie ging daar wel eens een sigaretje roken, voor de gezellig heid. Dat deden er wel meer. Ze kwamen niet alleen om zich te laten knippen, maar ook om even bij te praten. De zaak was een vermaarde ontmoetingsplek. Zo leerde Aal ders de kapper kennen, en ik ook. Geduren de zo'n twintig jaar kwam ik er regelmatig en fietste ook dikwijls over het eiland. Ik vond de kapperszajüc fantastisch, schitte rend. Het is een monument." Zijn vriend is inmiddels verhuisd naar Middelburg, maar toen Beek het verhaal van koning Midas ging regisseren, had hij 'associaties' met de zaak van Kapper Pietje. Zo kwam het dat hij het stuk naar Bakelaar liet vernoemen, en zo ontstond ook het idee om Ineke Nobelen de monoloog in een speciale opvoering in de zaak te laten spelen. "Zij speelde de kapper", herinnert Bake laar's echtgenote Marietje zich de voorstel ling, "en in de zaak zaten wat klanten. Het was geweldig. Die toneelspeelster was zo in trance, door dat uitbeelden van de kapper. Dat vrouwtje deed dat zo prachtig. We heb ben zó zitten lachen." Haar man vult aan: "Voor ons was zoiets heel gewoon. Dat is geen opschepperij, ik bedoel dat we het gewend zijn dat er bijzondere dingen in de winkel gebeuren. Als je weet hoeveel foto's hier worden gemaakt, en wat voor mensen er allemaal langskomen." Maar dat was tóen. U had nog een kappers zaak. Heeft u er spijt van dat u ermee moest stoppen? "Dat kan niet", reageert Bakelaar ferm. "Daar kun je geen spijt van krijgen. Want ik móest stoppen. Ik vind het alleen jammer dat ik niet meer kan knippen en scheren. Maar wij maken het goed en met de mensen heb ben we nog steeds contact. Dat is waarde vol." Zodra hij hoort dat op website van de Stich ting Toendra, waarvan het WAI-Theater een onderdeel is, foto's staan van de voorstelling in zijn zaak, vraagt hij enthousiast het adres op: www.toendra.org (kijk onder het kopje 'Archief). Bakelaar, opgewonden: "Mijn buiuman heeft een computer, dan kan ik de foto's bekijken," Kapper Pietje aan de pc: hij mag dan in het verleden leven, hij is volop bij de tijd.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 7