door Corn. Q. uumv der Shujóy
EIIAI1DB1-I1IEUW5
PAGINA H
DINSDAG 23 DECEMBER 2003
15 september was het acht jaar geleden dat wij afscheid moesten
nemen van de 63-jahge Rien Poortviiet, die bijzijn ievenjong en oud
wist tepiezieren metz'n prachtige 'illustraties' (zoals hij het zelf eens
noemde). Dat hij een kunstenaar was van 'de bovenste planl<'
hebben ook zijn criticasters allang moeten erkennen.
'tis zo'n Stille en lome zomeravond als
twee jagers op enige afstand van elkaar
zitten op een van de mooiste plekjes
van de Dirkslandse polder.
Na enige tijd schraapt een der jagers
z'n keel wat kort daarop gevolgd wordt
door een langgerekte piepende gaap
van de oude jachthond die lui de kop
opsteekt om met half geknepen ogen
over het water van de 'toedracht' te kij
ken naar een ritselende watervogel in
hetriël.
Rechts van de jagers zakt langzaam de
rode bol van de ondergaande zon achter
de dijk en kleurt de hemel in een gam
ma van rode, gele en blauwe kleuren.
"Als je het zo zou schilderen zijn er
altijd stadsmensen die zich hardop
afvragen of het niet te rood is voor de
werkelijkheid."
"Niet gezien is niet geloven" oreert de
ander om daarna weer in stilte naar de
lucht te turen.
Als we veel later het dan laatste boek
van Rien Poortviiet doorkijken is het
'een feest der herkenning' zoals er
velen zijn die al bladerend door Rien's
boeken en kalenders, de plekken en
plaatsen, maar soms vooral 'zich
zelf herkennen' in de fraai gepen
seelde illustraties die bij honderden
aan ons oog voorbij gaan.
Rien was een uitzonderlijk gelukkig
mens, vond hij zelf, daar hem de gave
was toebedeeld om vooral in verwon
dering stil te staan bij al het moois
van onze Schepping en vooral om
wat de goede God aan de mensen in
bruikleen heeft gegeven.
"Als rentmeester hebben wij de
taak er goed voor te zorgen
en soms regelend
op te treden als de ene soort de andere
dreigt te laten verdwijnen. Want ook
iedere soort heeft z'n rechten in de
natuur.
Kleine Rien was al jong bezig om van
alles te onderzoeken en zijn fantasie
hielp hem om weg te glijden in zijn
gefantaseerde natuur waar de mens
klein en nietig is ten opzichte van de
dieren.
Zo luisterde hij aan de wang van de
zware trekpaarden van ome Dirk, wan
neer de dieren stonden te eten, en
genoot van de rust in de stal. Kwakende
kikkers of het gedrag van stekelbaarsjes
hadden op den duur geen geheimen
meer voor Rien. Zijn ogen kwamen te
kort om alles in zich op te nemen en
vooral zijn handen jeukten om al deze
indrukken uit te tekenen zodat hij die
gelukzalige momenten vast kon houden
of om later dezelfde gevoelens weer op
te roepen die hij in z'n jonge jaren had
ervaren.
Rien heeft z'n gaven in de loop der jaren
steeds meer ontwikkeld door te tekenen,
te tekenen en nog eens te tekenen. Want
zegt Vincent van Gogh: 'tekenen is
schilderen!'
Het stoorde Rien dat de baas van het
reclamebureau waar hij eens werkte,
het deed voorkomen of hij hem alles
aangeleerd zou hebben.
Vooral de zgn. 'moderne kunstenaars'
en hun leraren hebben voor Rien niet de
goede mentaliteit om te voldoen aan
wat kunst zou moeten zijn, waar het het
vakmanschap aangaat. Kop en schotel
of een doosje lucifers, kunnen en hoe
ven ze niet te kunnen uitbeelden.
Zelf heeft hij het echter anders ervaren
en de moeilijkheden voor het tekenen
van kop en schotel of een doos lucifers
kent hij maar al te goed en 'een rood
met blauwe vlek' 'een vlaamse gaai'
noemen had geen enkele koper van zijn
boeken geaccepteerd.
Gelukkig heeft Rien ons deelgenoot
gemaakt van zijn zienswijze en strijden
de boeken stuk voor stuk om de mooi
ste tekeningen.
Het is de kunstenaar, financieel gezien,
niet altijd zo goed gegaan zoals wij
hem van de laatste jaren kennen. Vooral
toen hij er genoeg van had om de ver
plichte reclame-tekeningen van bUje
moeders en kinderen te maken voor het
aangewezen produkt, was het niet
gemakkelijk om voor zijn gezin te zor
gen.
Maar Rien geloofde in zijn gave en
toen hij door zijn hef de voor de natuur
en de jagers die die natuur beheerden,
dat in zijn tekeningen terugzagen,
begon kunstenaars bekendheid te groei
en en werd de vraag naar 'een schilde
rij' steeds frequenter. Natuurlijk heeft
hij wel eens wat voor zo'n vrienden
geschilderd maar "meestal gaan de
schilderijen in de kluis, want dat is de
verzekering en oude-dagvoorziening
voor mijn nabestaanden", aldus Rien.
Toen hij eens een bezoek bracht aan
een bevriende tekenende en schilderen
de jager, werd deze op zijn vraag uitge
legd hoe Rien werkte.
"Ja, begon Rien, het is toch niet belang
rijk waarmee en hoe je een werk tot
stand brengt. Ik maak ook geen aqua
rellen zoals Vogelaar bijvoorbeeld, nee
ik gebruik van alles dat nodig is om een
goede weergave te geven van wat ik
bedoel 'te zeggen'Ik poets de verf
soms door elkaar met een oude onder
broek van de kinderen of ik lik aan m'n
vingers om daarmee een bepaald effect
in de tekening te bereiken. Ik schilder
soms ook met de lange haren uit de nek
van een wild zwijn of werk met een
sponsje of druk daarmee een bepaalde
structuur af. Dat alles om maar te berei
ken wat ik denk dat het zijn moet."
Als ik zijn boek 'Niet alleen voor
jagers' wat eerder 'Alleen voor jagers'
heette, doorblader, herken ik wat hij
bedoelde te zeggen want wat zijn die
tekeningen raak getypeerd: Dat zijn
schilderijen en tekeningen veel gebruikt
werden als 'illustratie voor de Neder
landse jager' is nogal begrijpelijk daar
hij zelf een gepassioneerde jager was.
Rien weet de jager, die dan nog staat
voor 'wildbeheer en natuurkennis', raak
en herkenbaar uit te beelden en geeft de
natuur zo geëigend weer, dat iedere
natuurbeheerder zich daar in kan her
kennen.
Door de duizenden studies die de kun
stenaar maakte van alles wat 'zijn oog
trof en zijn hand vond om te doen',
weet hij de meest uiteenlopende onder
werpen volkomen 'echt' te verbeelden.
Men 'voelt' als het ware wat de kunste
naar bedoeld en vooral de rake typering
van mens en dier is
in het oog springend.
De herkenbaarheid
van de Flakkeese
bevolking die hem zo
na aan het hart lag,
de oude gewoonten,
de oude dorpen en
boerderijen of de kle
derdrachten die in
zijn boeken 'de revue
passeren'roepen
heel wat herinnerin
gen op bij zowel jong
als oud.
Zijn 'kabouter die
niet met vakantie
wil', geeft een auto
biografisch beeld van
de kunstenaar die het
liefst alleen maar
doet waar hij goed in
is en die geen
behoefte heeft aan 'al dat gedoe', zoals
hij dat zelf eens typeerde!
Rien Poortviiet was zonder meer 'de
beste onder zijn gelijken' niet alleen
met één onderwerp, nee hij was zonder
meer 'de Rembrandt van de twintigste
eeuw', omdat hij werkelijk alles zo kon
verbeelden alsof het ieder moment van
het doek of papier 'af kon lopen'
Wie heeft ooit, de blik vol doodsang
sten van de gekruisigde Christus realis
tischer uitgebeeld zoals in het boek 'Hij
was een van ons' dat hij tekende en
schilderde als zijn geloofsbelijdenis?
l^mi TmrUdiel
'De Toedracht'.
Uit: Van de hak op de tak
De ploeg wentelen.
Doodsangsten staat Hij uit...
Uit: Niet alleen voor jagers.
Uit: Hij was een van ons.
'Den trem
'De Tremboot'.
Uit: Van de hak op de tak.