Overdenking Jong Kamerkoor Tiori Musical!' in première! Zendingsavond uit de Heilige Schrift EiuyncEii-raEuws HET "^KUkVENSTER Blik op kerk ^^y. en samenleving ij OF mnH VM Ot 9TEKEIB00U SINT? aOOlfUINO ECHTE HUTiPOT te Ooltgensplaat KNOFLOOK EN KIINKEU OUT l/E£ Uitdelers van de genade... PAGINA 5 VRIJDAG 17 OKTOBER 2003 - Geen toestemmingswet - Onvolledig en onjuist - Het verleden Wat vorige week op deze plaats stond, werd dezelfde dag door de feiten achterhaald. Ik had geschreven dat het voor alle partijen beter zou zijn wanneer de toestemming voor het huwelijk van Prins Friso en Mabel Wis se Smit maar niet aan het parlement zou worden gevraagd. Wat dat betreft werd ik op mijn wenken bediend, want op een perscon ferentie kwam premier Balkenende met de mededeling dat de toestemmingswet er niet zou komen. Het huwelijk zal, zoals het er nu bij staat, op 24 april gewoon doorgaan, maar Prins Friso ziet dan af van het recht op even tuele troonopvolging. Nu is dat laatste niet veel meer dan een for maliteit. Wanneer zich niets bijzonders voordoet zal Prins Friso naar alle waar schijnlijkheid geen koning worden. Zijn broer Willem-Alexander is de kroonprins en de vermoedelijke troonopvolger. Daarna komen diens kinderen eerst aan bod. De kans dat zijn broer tot de troon wordt geroe pen is dus niet zo groot. Daarmee zijn echter niet alle problemen opgelost. Want Friso behoort dan niet meer tot het Koninklijk Huis, maar hij blijft wel lid van het Huis van Oranje. En zijn toekom stige vrouw zal dan geen koningin worden, maar zij staat, gezien de familierelatie, toch wel dicht bij de troon. En de vraag blijft: Kan dat, in aanmerking genomen haar vroegere contacten met figuren uit de onderwereld? Daar komt bij, dat die contacten diepgaander waren dan zij voor waar wilde houden. Pre mier Balkenende heeft scherpe woorden gebruikt: zij heeft de Koningin en de rege ring onvolledig en onjuist ingelicht. Dat wil in gewoon Nederlands zeggen: zij heeft gelogen. Dat, en niet zozeer haar verleden, is het wat haar zal achtervolgen. Er zijn aan deze kwestie al zoveel woorden gewijd dat ik er verder het zwijgen aan toe zal doen. Eén ding moet me echter nog van het hart, en dat betreft de reacties van het grote publiek. Mabel Wisse Smit werd door de meesten daarop afgerekend dat zij had gelogen. De avontuurtjes met andere man nen - ach, wie zou haar dat kwalijk nemen? We doen in onze jeugd allemaal wel eens iets waaraan we later liever niet willen wor den herinnerd... Ik zie daarin toch een symptoom van de ver voortgeschreden secularisatie. Wat voor leven iemand ook heeft geleid, dat is uitein delijk eigen keuze. Daar heeft niemand iets mee te maken. Mijn slotopmerking ligt in de lijn van die van vorige week. Wat moet deze affaire betekend hebben, en nog betekenen, voor onze Koningin, die dit alles alleen moet ver werken... Zij heeft meer dan ooit onze voor bede nodig! Waarnemer Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Ongeveer 25 jaar f;eleden heb ik twee kleine boompjes geplant, welke inmiddels onge veer 10 meter hoog zijn geworden. Ze wor den wel apenterg of slangenboom genoemd. In één van de bomen zitten zaadbollen zo groot als kokosnoten. Weet u de naam van deze bomen Hoe hoog kunnen deze bomen worden? Is er iemand die belangstelling heeft voor de zaden? Antwoord: De volksnaam van uw Arauca- ria araucana is apenboom omdat apen (begrijpelijkerwijs) zo'n hekel hebben aan de stugge en stekelige driehoekige naalden, die ook langs de stam het klimmen beletten. Slangenden is een andere bijnaam voor de soort vanwege de vorm van de horizontale takken. Uit de aanvankelijke piramide ont staat geleidelijk een koepelvorm, maar dat kan wel tien jaar duren. Deze Chileense coniferensoort is tweehuizig: mannelijke bomen vormen eindstandige trossen die er uitzien als kleine gekromde bananen. In juni komt het stuifmeel eruit en dan worden ze donkerbruin. Vrouwelijke bomen vormen bolvormige kegels. Deze vruchten doen er circa 2^ jaar over om te volgroeien. Er ont staat dan een bekleding van goudkleurige stekels en ze bevatten een paar honderd gro te zaden. Overigens begint de bloei na gemiddeld dertig jaar. Uit het verhaal kunt u aflezen dat er voor de voortplanting een manlijke en een vrouwelijke boom nodig zijn. Overigens is voortkweek van dergelijke coniferen voor liefhebbers moeilijk te reali seren en zelfs de vakman kampt dikwijls met problemen. De zaden zijn eetbaar en vorm den vroeger een belangrijk voedingsmiddel van de Indianen. Deze boom wordt in Chili tot 30 m hoog, maar in West-Europa meest al niet hoger dan 10 m. Iemand die belang stelling voor de zaden heeft kan zich in ver binding stellen met de redactie van de vra genrubriek. Waarom schrijft men 'St. Adolfland'? het was toch Adolf van Kleef die toestond dat die gebieden bedijkt mochten worden? Deze heer was geen heilige, dus waarom dat sint? Antwoord: Ooltgensplaat is ontstaan nadat Adolf van Kleef in 1481 toestemming gaf om de Oeltgensplaet, zoals het toen heette, in te polderen. Adolf was inderdaad (althans in kerkelijke zin) geen heilige. De volks mond heeft sint voor zijn naam geplakt omdat de combinatie sint voornaam heel vaak voorkomt. Denkt u maar bijvoorbeeld aan de St. Odulphuskerk, genoemd naar de heilige Odulpus en St. Philipsland, genoemd naar de Philip, een discipel van Johannes de Doper. Toen wij in Leiden waren, kregen we héél andere hutspot voorgeschoteld dan wij het kennen. Niet met aardappelen, maar met witte bonen en blanke penen. Ze zeggen daar, dat hun recept de originele is. Antwoord: Een aantal Leidenaren verkiest de oorspronkelijke ingrediënten die de Span jaarden gebruikten, want toen Leiden in 1574 werd ontzet en de uitgehongerde bevolking in de verlaten Spaanse stellingen de pannen met hutspot aantrof, bleek dat 16de-eeuwse soldatengerecht te zijn bereid uit o.m. witte bonen, uien en pastinaak (de blanke wortelen). Aardappelen konden er niet bij gebruikt zijn, omdat die toentertijd in heel Europa nog onbekend waren. De pasti naak raakte geleidelijk in onbruik, maar is in Op donderdag 23 oktober komt, op verzoek van de commissie gemeenteopbouw van de Gereformeerde Kerk van Ooltgensplaat, ds. K.L. Bom vertellen over zijn zendingswerk in Nicaragua. Ds. Bom heeft zijn studie in Utrecht en Parijs gevolgd en is nu, na vier jaar in de Nicaraguaanse hoofstad Managua te hebben gewoond, terug in Nederland. Hij zal vooral vertellen hoe de invloed van de economische omstandigheden en de leef- en woonsituatie zijn op de geloofsbeleving in het land. De avond wordt gehouden in 'de Magneet', de zaal van de Gereformeerde Kerk aan de Zuid-Achterweg 15 in Ooltgensplaat, en begint om 20.00 uur. Vanaf 19.45 staat de deur voor u open en staan de koffie en thee gereed. Iedereen har telijk welkom! Leiden in ere gehouden. Het oude recept luidt: 500 gram witte bonen met 500 gram in dobbelsteentjes gesneden mager spek 20 minuten laten koken in het weekwater van de bonen. Afzonderlijk 1,5 kg winterwortels en 500 g pastinaken met 500 gram uien klein snijden en zo'n 45 minuten laten koken. Dan alles goed door elkaar roeren en op smaak brengen met wat peper. Ik hoorde van verscheidene kanten, dat knof- lookcapsules, zouden helpen ter voorkoming van kanker. Is dat werkelijk waar? Antwoord: Bij wetenschappelijk onderzoek is geconstateerd, dat knoflook het cholesterolgehalte in het bloed verlaagt. De werkzame stoffen maken het bloed duimer. De plasmaviscositeit neemt af en daardoor wordt de kans op stolsels en verstopping van de bloedaders kleiner. Een te hoge bloed druk kan er ook mee verlaagd worden. Dat is allemaal van groot belang voor patiënten met hart- en vaatziekten of personen die daar aanleg voor hebben. In de capsules bevinden zich slechts enkele druppels sap van een uit geperst teentje. U kunt goedkoper zelf een knoflookpersje ter hand nemen en dagelijks een paar druppels over het middagmaal sprenkelen. Alleen als u de lucht niet ver draagt, kunt u beter naar de capsules grijpen, want die zijn reukloos. Dat knoflook ook kanker kan voorkomen of genezen is echter (nog) niet aangetoond. Waaruit bestaat eigenlijk dat vlies op de melk? En waarom ontstaat dat alleen bij afkoeling na het koken? Antwoord: Het vel op de melk bestaat uit eiwitten en melkvet. Bij het koken verdampt er namelijk water, vooral aan de oppervlakte van de melk. Daardoor concentreren zich de melkbestanddelen daar meer dan onder de oppervlakte. Veel voedingsdeskundigen raden het koken van melk ook af, want bij het bereiken van de 100° Celsius verandert de samenstelling en daardoor de smaak. Bovendien worden de meeste vitaminen gedood. Die smaakverandering treft u ook aan bij gesteriliseerde melk, omdat die op hogere temperatuur (110 120° C) geschikt wordt gemaakt voor een langere bewaartijd of gebruik in de tropen. Louis Pasteur bewees al meer dan een eeuw geleden, dat bij een temperatuiu- van 72°C in een tijds duur van 15 seconden alle schadelijke bacte riën en ziektekiemen onschadelijk worden gemaakt. Dat is de zgn. laagpasteurisatie. Indien u melk niet kookt, maar tot ongeveer 80°C verhit, behoudt men dus de juiste samenstelling en smaak, en blijven de vita minen die wij zo hard nodig hebben in onze voeding, termiinste werkzaam. Wij raden u aan de melk voortaan bij ca, 80° a 85° C. of als zich belletjes vormen, van het vuur te nemen en even door te roeren. Er zal zich dan bij af koeling geen vel vormen. Op de T.V. zie je vaak programma's van SIMAVI. Wat betekent dat? Antwoord: SIMAVI is de afkorting van Steun In Medische Aangelegenheden Voor Inheemsen, of: Succurrens In Mundo Afflic- tis Viribus lunctis. "Een ieder gelijk hij gave ontvan gen heeft, alzo bediene hij dezelve aan de anderen.als goede uitde lers van de menigerlei genade Gods. Als ik met de deur in huis mag vallen; Wan neer u denkt dat Petrus met deze aansporing alleen de ambtsdragers in de gemeenten op het oog heeft, moet u uw mening bijstellen. Hij heeft hier het oog op élk lid van de gemeente, die een band van geloof aan Christus heeft. Een ieder, gelijk hij gave ontvangen heeft, lezen we. Letterlijk staat er: een ieder die een charisma, een genadegave, heeft ontvangen. Dat zijn er niet zo maar een paar in de gemeente van God. Het gaat hier niet om hoge uitzonderingen. Nee, de Heilige Geest schenkt elke gelovige één of meer genadega ven om die te bedienen aan anderen. Aan elkaar! De Bijbel spreekt duidelijk over een ambt van alle gelovigen. Ieder is op eigen plaats verantwoordelijk voor wat hij of zij doet in de gemeente. Wel moeten we zeggen dat de ambtsdragers geroepen zijn om aan de gemeente leiding te geven. Ze hebben erop toe te zien dat de gave die ieder ontvangen heeft ook goed besteed zal worden. Ook dienen ze op te let ten of er in de gemeente verborgen gaven aanwezig zijn. Of er mensen zijn die een gave van God ontvangen hebben, die niet langer verborgen mag blijven. Daarom mag een kerkenraad ook voortdu rend een beroep op u en jou doen en dringend vragen mee te werken aan de opbouw van de gemeente. Zo kan het gebeuren dat er opeens gevraagd 'wordt: Zou u of jij niet eens bij iemand op bezoek willen gaan? Zou je niet eens een tijdlang willen meewerken in het jeugdwerk? Wilt u, wil jij meewerken aan het evangelisatiewerk? Een ieder gelijk hij gave ontvangen heeft, bediene dezelve aan anderen. U leest het goed. Het gaat hier niet om wat wij talenten noemen: aangeboren of aangeleerde eigen schappen, maar gaven van omhoog, genade gaven, geschenken van Christus Die aan de rechterhand van zijn Vader zit. Hij heeft ze voor ons verdiend en Zijn Geest deelt ze in en aan de gemeente uit. Samen met de genade van het geloof! Waar de Geest in het leven komt, verschijnt Hij niet met lege handen. Hij draagt Christus de harten binnen, maar ook Zijn gaven, bekwaamheden, waardoor u en jij in staat gesteld wordt tot het vervullen van één of meer taken. Wat dat betreft is de Heilige Geest de eigenlijke uitdeler van de menigerlei genade van God. MenigerleiDat betekent: veelkleurig, geva rieerd. God is niet eenzijdig in Zijn gaven. Er is grote verscheidenheid. Vs. 11 zegt daar meer over. Er is een geweldige rijkdom in God! Die kan nooit aan één mens tegelijk gegeven worden. Elke gelovige ontvangt iets. De één dit en de ander dat. Daarom heb je elkaar in de gemeente ook nodig. Want watje zelf niet hebt, heeft een ander! Vandaar Gods opdracht: Een ieder gelijk hij gave ontvangen heeft, alzo bediene hij dezelve aan anderen. Nooit mogen we ontvangen gaven voor ons zelf houden. Genadegaven zijn niet voor privé-gebruik bedoeld. Gods geven verplicht ons om elkaar met de ontvangen gaven te dienen. Zo vult de een de ander aan. Wat de een mist, heeft de ander. En wat de ander ontving, daarin mag de medebroeder of zuster delen. Zo wil de Heere het. Ziet u: niemand kan gemist worden? Ieder christen heeft iets wat de ander nodig heeft. Met andere woorden: wie zijn gaven niet gebruikt, onthoudt anderen waar zij om Gods wil recht op hebben! Wat denken we vaak dat we klaar zijn als ieder voor zich maar God dient. Daardoor verliezen we elkaar uit het oog. Maar in de gemeente van Christus staat niemand op zichzelf. Ieder lid is aan de ander verbonden. Als dat niet zo is, zijn we een afschuwelijk verminkt lichaam. Net zo sterk als we ons bezighouden met de vraag: Hoe krijg ik een genadig God, even sterk dienen we ons bezig te houden met de vraag: Wie kan ik zijn tot een hand en een voet? We kunnen soms klagen over liefde loosheid, maar hoeveel liefde geven we zelf? Dienen we elkaar in liefde? Want zo alleen leeft de gemeente van God, in de verscheide nheid van al die gaven, toch als een eenheid, omdat je op elkaar aangewezen bent. En dat betekent tegelijk: er is niemand meer of minder in dat ene lichaam van Christus. In de wereld tellen capaciteiten, prestaties. Daar wordt je status aan afgemeten en je hogere of lagere plaats aan beoordeeld. Binnen de gemeente van God is dat ondenk baar. Eén is uw Meester en gij zijt allen dienstknechten. De één met deze genadega ven, de ander met die. Het enige is: elkaar dienen. „Dient elkaar door de liefde" J.A.B. Jong Kamerkoor 'Fiori Musicali' bereidt zich voor op haar premièreconcert, 25 jonge mensen gaan een fantastische uitvoering geven van Bach-cantates, werk van Purcell en Mozart. Het geheel wordt begeleidt door een instrumentaal ensemble o.I.v. Sietse van Wijgerden. De concerten zijn op 25 oktober 20.00 uur in de Hervormde Kerk te Dreischor, en op 1 november 20.00 uur in de Hervormde Kerk te Dirksland. De toegang bedraagt 4 euro, jongeren t/m 18 jaar betalen 2 euro. Er is geen voorverkoop van de kaarten. Kerken zijn van af een uur voor aanvang van de concerten geopend. -46- Ze zetten hun fiets in de schuur. Daar staan ze droog, als er buien komen. "Kom binnen", noodt Toke hartelijk vanuit de deur opening. In één oogopslag heeft ze de vrouw van Rob opgeno men. Een knappe, lange vrouw met een hart vol ver driet, denkt ze. "Is jullie dochter er niet bij?" vraagt ze. "Nee", antwoordt Rob. "Ze is bij een vriendinnetje spelen." "Jammer", zegt Toke enkel. Ze weet niet dat Rob er juist blij om is, dat hij haar niet meegenomen heeft. Hij ziet de ogen van zijn kind weer voor zich, toen ze angstig vroeg of hij toch niet weer weg ging. Nee, Elske heeft al genoeg gehoord. Veel te veel naar zijn zin. En hij hoopt, dat Heleen zich eens uit zal spreken. Het gesprek wil in het begin niet vlotten. Heleen is gespaiinen en dat heeft zijn weerslag op de anderen. "Is uw man er niet?" vraagt Rob. "Nee, hij moest nog even weg. Ik verwacht hem zo terug." Weer valt er een stilte. Toke zit ijverig te denken waar ze het eens over zal hebben, maar ze weet het niet. Ze voeh, dat er wat broeit. Dat ziet ze aan de soms wat sta rende blik van de vrouw. "Elske was zeker wel blij, dat haar vader weer terug was?" vraagt ze dan opeens. Ze ziet de vrouw ontwaken. "Ja, maar ik ook", antwoordt ze zacht. "U zeker", zegt Toke en ze kiükt tegen Heleen, als om haar te bemoedigen. "Maar 't was mijn schuld", zegt Heleen zo zacht, dat Toke het amper verstaan kan. Rob luistert gespannen. Zal ze dan nu eindelijk gaan praten? Of zal het alleen de mededeling zijn, dat ze die krenkende opmerking nooit had moeten maken? "Ik vind het heel erg, dat Rob weggegaan is. U zuh misschien denken, dat hij vreemd is. Maar dat is niet zo. Ik.ik ben vreemd. Ze is harder gaan praten en haar blauwe ogen worden donkerder. "Dat hebben ze altijd tegen me gezegd. Dat ik.dat ik een vreemd kind was." Gelukkig, dat Elske er niet bij is. Laat er nu ook nie mand komen, denkt Rob. Zodat Heleen haar hart eens kan uitstorten bij deze vrouw. Het wordt donkerder buiten, maar ze zien het niet. De regen valt eerst zacht, maar dan klettert het opeens tegen de ruiten. "Ik was raar, die anderen niet. Die waren normaal. Hoewel ze..." Het blijft een poosje stil. "Ziet u wel, dat ik raar ben", vervolgt ze heftig. "Ik begin opeens over mezelf te praten. Dat doet een nor maal mens toch niet?" "Juist wel", zegt Toke en legt haar hand beschermend over de lange, smalle hand van de jonge vrouw. "Het is goed om je eens uit te praten." "Dat mocht ik nooit. Nooit!" Ze praat hard en haar ogen zijn donkere poelen van ellende. Het vuur in de kachel vlamt hoog op. Zo brandt het vuur in het binnenste van deze vrouw, denkt Toke. Als een felle gloed, die haar pijnigt en verteert. Dat zie je aan haar ogen, dat hoor je aan de nu wat rauwe stem. Ook haar gebogen schouders laten je dat zien. Die drei gen te bezwijken onder een loden last. Zij heeft diep medelijden met de vrouw, maar ook met haar man en kind. En nu weet ze eigenlijk nog niets. De vrouw moet praten, anders zal het vuur alles ver woesten. Niet alleen haar, maar ook haar man en kind. Maar ze voelt hoe moeilijk dat voor haar moet zijn en ze hoeft enkel maar te luisteren. Luisteren naar het relaas van een eenzaam mensenkind. Dat liefde, gebor genheid zocht in haar jeugd. Aandacht waar het meest stoere kind behoefte aan heeft, zeker zo'n gevoehg kind. Ze krijgt het koud, als ze de ellende hoort, die het kind heeft ondergaan. Het is steeds donkerder in de keuken geworden, maar ze steekt het licht niet aan. Ze durft zich niet te verroe ren om het verhaal niet te onderbreken. De schemer zal het de vrouw bovendien makkelijker maken om te spreken. Ze hoort de klacht van het jonge kind tegen de moeder, die niets opmerkt. Het kind aan haar lot overlaat. Zelfs als ze wat tegen haar vertelt, haar niet serieus neemt. Het zal allemaal wel meevallen. Ze moet normaal doen! Ze ziet de klink langzaam naar beneden gaan en ze krijgt het ijskoud van de spanning, als de deur open gaat en het kind dingen hoort, die zij niet bevatten kan, maar waar ze bang voor is. Ze voelt de ellende van het kind om de plaatjes en de praat, die het moet zien en aanhoren. Ze voelt onder dat alles door het schreeuwende verlangen van het kind naar aandacht, wat de ouders, altijd druk met hun werk en zorgen, niet opmerken. Ze voelt het als het ware mee, als zich handen naar het jonge kind uitsteken. Handen, die zoveel vernielen. Die alles vernietigen. Lichamelijk en geestelijk. Ook andere handen laten het kind niet met rust. En degenen die haar moeten beschermen laten het afwe ten. Als de buitenwacht maar tegen een keurig, net gezin aankijkt, is immers alles in orde. En de buiten kant is goed. De kleding is keurig, de haardracht is per fect. Er is een geregelde kerkgang, maar... Gods Woord wordt niet aan het hart gelegd. Het kind hoort niet, dat het een nieuw hart nodig heeft. Er mee lezen en bidden gebeurt niet. Want moeder moet de keuken nog opruimen en vader leest de krant. Het wereld nieuws is immers belangrijk. Alleen schuifelt het 's avonds de donkere gang door naar het kamertje, waar dan een poosje later soms toch iemand naar haar toe komt, van wie ze wel aandacht krijgt. Die vriendelijk en lief probeert te doen, maar voor wie ze doodsbang is. Die zegt, dat het normaal is, waar ze van gruwt, maar die ook zegt dat ze niets tegen haar vader en moeder mag vertellen. Ook niet over zijn vrienden, die steeds vaker over de vloer komen, als haar vader en moeder weer eens weg moeten en haar alleen laten. Ze is immers niet alleen thuis. Haar broer is er toch. En och, het helpt niets, al zegt ze het. Ze luis teren toch niet naar haar! Zij is immers een vreemd kind, dat zich maar dingen verbeeldt. HOOFDSTUK 24 Toke luistert zo gespannen, dat ze niet merkt, dat er iemand in de gang gekomen is. Iemand, die moe en nat is, maar toch niet naar binnen gaat, omdat hij een mens hoort spreken, die in nood is. De man steunt tegen de muur. Hij wil niet luisteren, maar hij moet. De ruige hond tolt van blijdschap om hem heen. Als de man niet reageert blijft hij aan diens voe ten liggen. Het dier is blij, dat zijn vriend er weer is. Misschien gaan ze straks wel een eind wandelen. Maar waarom gaat hij nu niet naar binnen? de hond duwt de ruige kop tegen de broekspijpen om hem als het ware een duwtje te geven, maar het helpt niet. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 5