Overdenking
Jong Kamerkoor
Tiori Musical!' in première!
Zendingsavond
uit de
Heilige Schrift
EiuyncEii-raEuws
HET
"^KUkVENSTER
Blik op kerk ^^y.
en samenleving ij
OF mnH VM Ot 9TEKEIB00U
SINT? aOOlfUINO
ECHTE HUTiPOT
te Ooltgensplaat
KNOFLOOK EN KIINKEU
OUT l/E£
Uitdelers van de genade...
PAGINA 5
VRIJDAG 17 OKTOBER 2003
- Geen toestemmingswet
- Onvolledig en onjuist
- Het verleden
Wat vorige week op deze plaats stond, werd
dezelfde dag door de feiten achterhaald. Ik
had geschreven dat het voor alle partijen
beter zou zijn wanneer de toestemming voor
het huwelijk van Prins Friso en Mabel Wis
se Smit maar niet aan het parlement zou
worden gevraagd. Wat dat betreft werd ik op
mijn wenken bediend, want op een perscon
ferentie kwam premier Balkenende met de
mededeling dat de toestemmingswet er niet
zou komen. Het huwelijk zal, zoals het er nu
bij staat, op 24 april gewoon doorgaan, maar
Prins Friso ziet dan af van het recht op even
tuele troonopvolging.
Nu is dat laatste niet veel meer dan een for
maliteit. Wanneer zich niets bijzonders
voordoet zal Prins Friso naar alle waar
schijnlijkheid geen koning worden. Zijn
broer Willem-Alexander is de kroonprins en
de vermoedelijke troonopvolger. Daarna
komen diens kinderen eerst aan bod. De
kans dat zijn broer tot de troon wordt geroe
pen is dus niet zo groot.
Daarmee zijn echter niet alle problemen
opgelost. Want Friso behoort dan niet meer
tot het Koninklijk Huis, maar hij blijft wel
lid van het Huis van Oranje. En zijn toekom
stige vrouw zal dan geen koningin worden,
maar zij staat, gezien de familierelatie, toch
wel dicht bij de troon. En de vraag blijft: Kan
dat, in aanmerking genomen haar vroegere
contacten met figuren uit de onderwereld?
Daar komt bij, dat die contacten diepgaander
waren dan zij voor waar wilde houden. Pre
mier Balkenende heeft scherpe woorden
gebruikt: zij heeft de Koningin en de rege
ring onvolledig en onjuist ingelicht. Dat wil
in gewoon Nederlands zeggen: zij heeft
gelogen. Dat, en niet zozeer haar verleden, is
het wat haar zal achtervolgen.
Er zijn aan deze kwestie al zoveel woorden
gewijd dat ik er verder het zwijgen aan toe
zal doen. Eén ding moet me echter nog van
het hart, en dat betreft de reacties van het
grote publiek. Mabel Wisse Smit werd door
de meesten daarop afgerekend dat zij had
gelogen. De avontuurtjes met andere man
nen - ach, wie zou haar dat kwalijk nemen?
We doen in onze jeugd allemaal wel eens
iets waaraan we later liever niet willen wor
den herinnerd...
Ik zie daarin toch een symptoom van de ver
voortgeschreden secularisatie. Wat voor
leven iemand ook heeft geleid, dat is uitein
delijk eigen keuze. Daar heeft niemand iets
mee te maken.
Mijn slotopmerking ligt in de lijn van die
van vorige week. Wat moet deze affaire
betekend hebben, en nog betekenen, voor
onze Koningin, die dit alles alleen moet ver
werken... Zij heeft meer dan ooit onze voor
bede nodig!
Waarnemer
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Ongeveer 25 jaar f;eleden heb ik twee kleine
boompjes geplant, welke inmiddels onge
veer 10 meter hoog zijn geworden. Ze wor
den wel apenterg of slangenboom genoemd.
In één van de bomen zitten zaadbollen zo
groot als kokosnoten. Weet u de naam van
deze bomen Hoe hoog kunnen deze bomen
worden? Is er iemand die belangstelling
heeft voor de zaden?
Antwoord: De volksnaam van uw Arauca-
ria araucana is apenboom omdat apen
(begrijpelijkerwijs) zo'n hekel hebben aan
de stugge en stekelige driehoekige naalden,
die ook langs de stam het klimmen beletten.
Slangenden is een andere bijnaam voor de
soort vanwege de vorm van de horizontale
takken. Uit de aanvankelijke piramide ont
staat geleidelijk een koepelvorm, maar dat
kan wel tien jaar duren. Deze Chileense
coniferensoort is tweehuizig: mannelijke
bomen vormen eindstandige trossen die er
uitzien als kleine gekromde bananen. In juni
komt het stuifmeel eruit en dan worden ze
donkerbruin. Vrouwelijke bomen vormen
bolvormige kegels. Deze vruchten doen er
circa 2^ jaar over om te volgroeien. Er ont
staat dan een bekleding van goudkleurige
stekels en ze bevatten een paar honderd gro
te zaden. Overigens begint de bloei na
gemiddeld dertig jaar. Uit het verhaal kunt u
aflezen dat er voor de voortplanting een
manlijke en een vrouwelijke boom nodig
zijn. Overigens is voortkweek van dergelijke
coniferen voor liefhebbers moeilijk te reali
seren en zelfs de vakman kampt dikwijls met
problemen. De zaden zijn eetbaar en vorm
den vroeger een belangrijk voedingsmiddel
van de Indianen. Deze boom wordt in Chili
tot 30 m hoog, maar in West-Europa meest
al niet hoger dan 10 m. Iemand die belang
stelling voor de zaden heeft kan zich in ver
binding stellen met de redactie van de vra
genrubriek.
Waarom schrijft men 'St. Adolfland'? het
was toch Adolf van Kleef die toestond dat die
gebieden bedijkt mochten worden? Deze
heer was geen heilige, dus waarom dat sint?
Antwoord: Ooltgensplaat is ontstaan nadat
Adolf van Kleef in 1481 toestemming gaf
om de Oeltgensplaet, zoals het toen heette,
in te polderen. Adolf was inderdaad (althans
in kerkelijke zin) geen heilige. De volks
mond heeft sint voor zijn naam geplakt
omdat de combinatie sint voornaam heel
vaak voorkomt. Denkt u maar bijvoorbeeld
aan de St. Odulphuskerk, genoemd naar de
heilige Odulpus en St. Philipsland, genoemd
naar de Philip, een discipel van Johannes de
Doper.
Toen wij in Leiden waren, kregen we héél
andere hutspot voorgeschoteld dan wij het
kennen. Niet met aardappelen, maar met
witte bonen en blanke penen. Ze zeggen
daar, dat hun recept de originele is.
Antwoord: Een aantal Leidenaren verkiest
de oorspronkelijke ingrediënten die de Span
jaarden gebruikten, want toen Leiden in
1574 werd ontzet en de uitgehongerde
bevolking in de verlaten Spaanse stellingen
de pannen met hutspot aantrof, bleek dat
16de-eeuwse soldatengerecht te zijn bereid
uit o.m. witte bonen, uien en pastinaak (de
blanke wortelen). Aardappelen konden er
niet bij gebruikt zijn, omdat die toentertijd in
heel Europa nog onbekend waren. De pasti
naak raakte geleidelijk in onbruik, maar is in
Op donderdag 23 oktober komt, op verzoek
van de commissie gemeenteopbouw van de
Gereformeerde Kerk van Ooltgensplaat, ds.
K.L. Bom vertellen over zijn zendingswerk
in Nicaragua.
Ds. Bom heeft zijn studie in Utrecht en
Parijs gevolgd en is nu, na vier jaar in de
Nicaraguaanse hoofstad Managua te hebben
gewoond, terug in Nederland.
Hij zal vooral vertellen hoe de invloed van
de economische omstandigheden en de leef-
en woonsituatie zijn op de geloofsbeleving
in het land.
De avond wordt gehouden in 'de Magneet',
de zaal van de Gereformeerde Kerk aan de
Zuid-Achterweg 15 in Ooltgensplaat, en
begint om 20.00 uur.
Vanaf 19.45 staat de deur voor u open en
staan de koffie en thee gereed. Iedereen har
telijk welkom!
Leiden in ere gehouden. Het oude recept
luidt: 500 gram witte bonen met 500 gram in
dobbelsteentjes gesneden mager spek 20
minuten laten koken in het weekwater van
de bonen. Afzonderlijk 1,5 kg winterwortels
en 500 g pastinaken met 500 gram uien klein
snijden en zo'n 45 minuten laten koken. Dan
alles goed door elkaar roeren en op smaak
brengen met wat peper.
Ik hoorde van verscheidene kanten, dat knof-
lookcapsules, zouden helpen ter voorkoming
van kanker. Is dat werkelijk waar?
Antwoord: Bij wetenschappelijk onderzoek
is geconstateerd, dat knoflook het
cholesterolgehalte in het bloed verlaagt. De
werkzame stoffen maken het bloed duimer.
De plasmaviscositeit neemt af en daardoor
wordt de kans op stolsels en verstopping van
de bloedaders kleiner. Een te hoge bloed
druk kan er ook mee verlaagd worden. Dat is
allemaal van groot belang voor patiënten
met hart- en vaatziekten of personen die daar
aanleg voor hebben. In de capsules bevinden
zich slechts enkele druppels sap van een uit
geperst teentje. U kunt goedkoper zelf een
knoflookpersje ter hand nemen en dagelijks
een paar druppels over het middagmaal
sprenkelen. Alleen als u de lucht niet ver
draagt, kunt u beter naar de capsules grijpen,
want die zijn reukloos. Dat knoflook ook
kanker kan voorkomen of genezen is echter
(nog) niet aangetoond.
Waaruit bestaat eigenlijk dat vlies op de
melk? En waarom ontstaat dat alleen bij
afkoeling na het koken?
Antwoord: Het vel op de melk bestaat uit
eiwitten en melkvet. Bij het koken verdampt
er namelijk water, vooral aan de oppervlakte
van de melk. Daardoor concentreren zich de
melkbestanddelen daar meer dan onder de
oppervlakte. Veel voedingsdeskundigen
raden het koken van melk ook af, want bij
het bereiken van de 100° Celsius verandert
de samenstelling en daardoor de smaak.
Bovendien worden de meeste vitaminen
gedood. Die smaakverandering treft u ook
aan bij gesteriliseerde melk, omdat die op
hogere temperatuur (110 120° C) geschikt
wordt gemaakt voor een langere bewaartijd
of gebruik in de tropen. Louis Pasteur
bewees al meer dan een eeuw geleden, dat
bij een temperatuiu- van 72°C in een tijds
duur van 15 seconden alle schadelijke bacte
riën en ziektekiemen onschadelijk worden
gemaakt. Dat is de zgn. laagpasteurisatie.
Indien u melk niet kookt, maar tot ongeveer
80°C verhit, behoudt men dus de juiste
samenstelling en smaak, en blijven de vita
minen die wij zo hard nodig hebben in onze
voeding, termiinste werkzaam. Wij raden u
aan de melk voortaan bij ca, 80° a 85° C. of
als zich belletjes vormen, van het vuur te
nemen en even door te roeren. Er zal zich
dan bij af koeling geen vel vormen.
Op de T.V. zie je vaak programma's van
SIMAVI. Wat betekent dat?
Antwoord: SIMAVI is de afkorting van
Steun In Medische Aangelegenheden Voor
Inheemsen, of: Succurrens In Mundo Afflic-
tis Viribus lunctis.
"Een ieder gelijk hij gave ontvan
gen heeft, alzo bediene hij dezelve
aan de anderen.als goede uitde
lers van de menigerlei genade
Gods.
Als ik met de deur in huis mag vallen; Wan
neer u denkt dat Petrus met deze aansporing
alleen de ambtsdragers in de gemeenten op
het oog heeft, moet u uw mening bijstellen.
Hij heeft hier het oog op élk lid van de
gemeente, die een band van geloof aan
Christus heeft.
Een ieder, gelijk hij gave ontvangen heeft,
lezen we. Letterlijk staat er: een ieder die een
charisma, een genadegave, heeft ontvangen.
Dat zijn er niet zo maar een paar in de
gemeente van God. Het gaat hier niet om
hoge uitzonderingen. Nee, de Heilige Geest
schenkt elke gelovige één of meer genadega
ven om die te bedienen aan anderen. Aan
elkaar!
De Bijbel spreekt duidelijk over een ambt
van alle gelovigen. Ieder is op eigen plaats
verantwoordelijk voor wat hij of zij doet in
de gemeente.
Wel moeten we zeggen dat de ambtsdragers
geroepen zijn om aan de gemeente leiding te
geven. Ze hebben erop toe te zien dat de
gave die ieder ontvangen heeft ook goed
besteed zal worden. Ook dienen ze op te let
ten of er in de gemeente verborgen gaven
aanwezig zijn. Of er mensen zijn die een
gave van God ontvangen hebben, die niet
langer verborgen mag blijven.
Daarom mag een kerkenraad ook voortdu
rend een beroep op u en jou doen en dringend
vragen mee te werken aan de opbouw van de
gemeente. Zo kan het gebeuren dat er opeens
gevraagd 'wordt: Zou u of jij niet eens bij
iemand op bezoek willen gaan? Zou je niet
eens een tijdlang willen meewerken in het
jeugdwerk? Wilt u, wil jij meewerken aan het
evangelisatiewerk?
Een ieder gelijk hij gave ontvangen heeft,
bediene dezelve aan anderen. U leest het
goed. Het gaat hier niet om wat wij talenten
noemen: aangeboren of aangeleerde eigen
schappen, maar gaven van omhoog, genade
gaven, geschenken van Christus Die aan de
rechterhand van zijn Vader zit. Hij heeft ze
voor ons verdiend en Zijn Geest deelt ze in en
aan de gemeente uit. Samen met de genade
van het geloof! Waar de Geest in het leven
komt, verschijnt Hij niet met lege handen.
Hij draagt Christus de harten binnen, maar
ook Zijn gaven, bekwaamheden, waardoor u
en jij in staat gesteld wordt tot het vervullen
van één of meer taken. Wat dat betreft is de
Heilige Geest de eigenlijke uitdeler van de
menigerlei genade van God.
MenigerleiDat betekent: veelkleurig, geva
rieerd. God is niet eenzijdig in Zijn gaven. Er
is grote verscheidenheid. Vs. 11 zegt daar
meer over. Er is een geweldige rijkdom in
God!
Die kan nooit aan één mens tegelijk gegeven
worden. Elke gelovige ontvangt iets. De één
dit en de ander dat. Daarom heb je elkaar in
de gemeente ook nodig. Want watje zelf niet
hebt, heeft een ander! Vandaar Gods
opdracht: Een ieder gelijk hij gave ontvangen
heeft, alzo bediene hij dezelve aan anderen.
Nooit mogen we ontvangen gaven voor ons
zelf houden. Genadegaven zijn niet voor
privé-gebruik bedoeld. Gods geven verplicht
ons om elkaar met de ontvangen gaven te
dienen. Zo vult de een de ander aan. Wat de
een mist, heeft de ander.
En wat de ander ontving, daarin mag de
medebroeder of zuster delen. Zo wil de
Heere het.
Ziet u: niemand kan gemist worden? Ieder
christen heeft iets wat de ander nodig heeft.
Met andere woorden: wie zijn gaven niet
gebruikt, onthoudt anderen waar zij om Gods
wil recht op hebben! Wat denken we vaak dat
we klaar zijn als ieder voor zich maar God
dient. Daardoor verliezen we elkaar uit het
oog. Maar in de gemeente van Christus staat
niemand op zichzelf. Ieder lid is aan de ander
verbonden.
Als dat niet zo is, zijn we een afschuwelijk
verminkt lichaam.
Net zo sterk als we ons bezighouden met de
vraag: Hoe krijg ik een genadig God, even
sterk dienen we ons bezig te houden met de
vraag: Wie kan ik zijn tot een hand en een
voet? We kunnen soms klagen over liefde
loosheid, maar hoeveel liefde geven we zelf?
Dienen we elkaar in liefde? Want zo alleen
leeft de gemeente van God, in de verscheide
nheid van al die gaven, toch als een eenheid,
omdat je op elkaar aangewezen bent.
En dat betekent tegelijk: er is niemand meer
of minder in dat ene lichaam van Christus. In
de wereld tellen capaciteiten, prestaties. Daar
wordt je status aan afgemeten en je hogere of
lagere plaats aan beoordeeld.
Binnen de gemeente van God is dat ondenk
baar. Eén is uw Meester en gij zijt allen
dienstknechten. De één met deze genadega
ven, de ander met die. Het enige is: elkaar
dienen. „Dient elkaar door de liefde"
J.A.B.
Jong Kamerkoor 'Fiori Musicali' bereidt zich voor op haar premièreconcert, 25 jonge mensen gaan een fantastische uitvoering
geven van Bach-cantates, werk van Purcell en Mozart. Het geheel wordt begeleidt door een instrumentaal ensemble o.I.v. Sietse
van Wijgerden. De concerten zijn op 25 oktober 20.00 uur in de Hervormde Kerk te Dreischor, en op 1 november 20.00 uur in de
Hervormde Kerk te Dirksland. De toegang bedraagt 4 euro, jongeren t/m 18 jaar betalen 2 euro. Er is geen voorverkoop van de
kaarten. Kerken zijn van af een uur voor aanvang van de concerten geopend.
-46-
Ze zetten hun fiets in de schuur. Daar staan ze droog,
als er buien komen.
"Kom binnen", noodt Toke hartelijk vanuit de deur
opening.
In één oogopslag heeft ze de vrouw van Rob opgeno
men. Een knappe, lange vrouw met een hart vol ver
driet, denkt ze.
"Is jullie dochter er niet bij?" vraagt ze.
"Nee", antwoordt Rob. "Ze is bij een vriendinnetje
spelen."
"Jammer", zegt Toke enkel.
Ze weet niet dat Rob er juist blij om is, dat hij haar niet
meegenomen heeft. Hij ziet de ogen van zijn kind weer
voor zich, toen ze angstig vroeg of hij toch niet weer
weg ging. Nee, Elske heeft al genoeg gehoord. Veel te
veel naar zijn zin. En hij hoopt, dat Heleen zich eens uit
zal spreken.
Het gesprek wil in het begin niet vlotten. Heleen is
gespaiinen en dat heeft zijn weerslag op de anderen.
"Is uw man er niet?" vraagt Rob.
"Nee, hij moest nog even weg. Ik verwacht hem zo
terug."
Weer valt er een stilte. Toke zit ijverig te denken waar
ze het eens over zal hebben, maar ze weet het niet. Ze
voeh, dat er wat broeit. Dat ziet ze aan de soms wat sta
rende blik van de vrouw.
"Elske was zeker wel blij, dat haar vader weer terug
was?" vraagt ze dan opeens.
Ze ziet de vrouw ontwaken.
"Ja, maar ik ook", antwoordt ze zacht.
"U zeker", zegt Toke en ze kiükt tegen Heleen, als om
haar te bemoedigen.
"Maar 't was mijn schuld", zegt Heleen zo zacht, dat
Toke het amper verstaan kan.
Rob luistert gespannen. Zal ze dan nu eindelijk gaan
praten? Of zal het alleen de mededeling zijn, dat ze die
krenkende opmerking nooit had moeten maken?
"Ik vind het heel erg, dat Rob weggegaan is. U zuh
misschien denken, dat hij vreemd is. Maar dat is niet
zo. Ik.ik ben vreemd.
Ze is harder gaan praten en haar blauwe ogen worden
donkerder.
"Dat hebben ze altijd tegen me gezegd. Dat ik.dat ik
een vreemd kind was."
Gelukkig, dat Elske er niet bij is. Laat er nu ook nie
mand komen, denkt Rob. Zodat Heleen haar hart eens
kan uitstorten bij deze vrouw.
Het wordt donkerder buiten, maar ze zien het niet. De
regen valt eerst zacht, maar dan klettert het opeens
tegen de ruiten.
"Ik was raar, die anderen niet. Die waren normaal.
Hoewel ze..."
Het blijft een poosje stil.
"Ziet u wel, dat ik raar ben", vervolgt ze heftig. "Ik
begin opeens over mezelf te praten. Dat doet een nor
maal mens toch niet?"
"Juist wel", zegt Toke en legt haar hand beschermend
over de lange, smalle hand van de jonge vrouw. "Het
is goed om je eens uit te praten."
"Dat mocht ik nooit. Nooit!"
Ze praat hard en haar ogen zijn donkere poelen van
ellende.
Het vuur in de kachel vlamt hoog op. Zo brandt het
vuur in het binnenste van deze vrouw, denkt Toke. Als
een felle gloed, die haar pijnigt en verteert. Dat zie je
aan haar ogen, dat hoor je aan de nu wat rauwe stem.
Ook haar gebogen schouders laten je dat zien. Die drei
gen te bezwijken onder een loden last.
Zij heeft diep medelijden met de vrouw, maar ook met
haar man en kind. En nu weet ze eigenlijk nog niets.
De vrouw moet praten, anders zal het vuur alles ver
woesten. Niet alleen haar, maar ook haar man en kind.
Maar ze voelt hoe moeilijk dat voor haar moet zijn en
ze hoeft enkel maar te luisteren. Luisteren naar het
relaas van een eenzaam mensenkind. Dat liefde, gebor
genheid zocht in haar jeugd. Aandacht waar het meest
stoere kind behoefte aan heeft, zeker zo'n gevoehg
kind. Ze krijgt het koud, als ze de ellende hoort, die het
kind heeft ondergaan.
Het is steeds donkerder in de keuken geworden, maar
ze steekt het licht niet aan. Ze durft zich niet te verroe
ren om het verhaal niet te onderbreken. De schemer zal
het de vrouw bovendien makkelijker maken om te
spreken.
Ze hoort de klacht van het jonge kind tegen de moeder,
die niets opmerkt. Het kind aan haar lot overlaat. Zelfs
als ze wat tegen haar vertelt, haar niet serieus neemt.
Het zal allemaal wel meevallen. Ze moet normaal
doen!
Ze ziet de klink langzaam naar beneden gaan en ze
krijgt het ijskoud van de spanning, als de deur open
gaat en het kind dingen hoort, die zij niet bevatten kan,
maar waar ze bang voor is.
Ze voelt de ellende van het kind om de plaatjes en de
praat, die het moet zien en aanhoren. Ze voelt onder dat
alles door het schreeuwende verlangen van het kind
naar aandacht, wat de ouders, altijd druk met hun werk
en zorgen, niet opmerken.
Ze voelt het als het ware mee, als zich handen naar het
jonge kind uitsteken. Handen, die zoveel vernielen.
Die alles vernietigen. Lichamelijk en geestelijk.
Ook andere handen laten het kind niet met rust. En
degenen die haar moeten beschermen laten het afwe
ten. Als de buitenwacht maar tegen een keurig, net
gezin aankijkt, is immers alles in orde. En de buiten
kant is goed. De kleding is keurig, de haardracht is per
fect. Er is een geregelde kerkgang, maar... Gods
Woord wordt niet aan het hart gelegd. Het kind hoort
niet, dat het een nieuw hart nodig heeft. Er mee lezen
en bidden gebeurt niet. Want moeder moet de keuken
nog opruimen en vader leest de krant. Het wereld
nieuws is immers belangrijk.
Alleen schuifelt het 's avonds de donkere gang door
naar het kamertje, waar dan een poosje later soms toch
iemand naar haar toe komt, van wie ze wel aandacht
krijgt. Die vriendelijk en lief probeert te doen, maar
voor wie ze doodsbang is. Die zegt, dat het normaal is,
waar ze van gruwt, maar die ook zegt dat ze niets tegen
haar vader en moeder mag vertellen. Ook niet over zijn
vrienden, die steeds vaker over de vloer komen, als
haar vader en moeder weer eens weg moeten en haar
alleen laten. Ze is immers niet alleen thuis. Haar broer
is er toch. En och, het helpt niets, al zegt ze het. Ze luis
teren toch niet naar haar! Zij is immers een vreemd
kind, dat zich maar dingen verbeeldt.
HOOFDSTUK 24
Toke luistert zo gespannen, dat ze niet merkt, dat
er iemand in de gang gekomen is. Iemand, die
moe en nat is, maar toch niet naar binnen gaat,
omdat hij een mens hoort spreken, die in nood is. De
man steunt tegen de muur. Hij wil niet luisteren, maar
hij moet. De ruige hond tolt van blijdschap om hem
heen. Als de man niet reageert blijft hij aan diens voe
ten liggen.
Het dier is blij, dat zijn vriend er weer is. Misschien
gaan ze straks wel een eind wandelen. Maar waarom
gaat hij nu niet naar binnen? de hond duwt de ruige
kop tegen de broekspijpen om hem als het ware een
duwtje te geven, maar het helpt niet. (wordt vervolgd)