ELIEZER BEN YEHUDA (1858-1922) Het Ivriet Met Harten Minnende je geeft om elkaar Historisch hoekje Opvoeden: in moeilijke tijden staat u er niet alleen voor! s Woordi I Xu, Daad De Luchtbode Her kingen Giro 26000 Een persoonlijke ontmoeting MET OUD-Dirksland EIIMlDi^t-tllEUWS Goeree A Overf lakkee Goeree Overf lakkee Uit de bundel Winterstraat ;fc*!&^i^wSift^ w^m&iÊj%'mummmmmmswi,i rj,-H^:iiiSi!S'^il^ll^ïS!t^SrillfSëjiiHSi%'-:&ü'iv^^^^ VRUDAG 18 JULI 2003 De taal die de Joden spraken toen ze in 536 voor Clir. uit Babel terugkeer den, was niet het Hebreeuws, maar het Aramees. Het Aramees is aan het Hebreeuws verwant, en bleef de offi ciële omgangstaal tot aan het eind van de derde eeuw. Jezus en zijn apostelen spraken ook Aramees. Het Nieuwe Testament is niet in het Hebreeuws maar in het Grieks geschreven. Het Hebreeuws was de heilige taal, de taal van de tempel, de synagoge, de gebe den en de heilige geschriften, zoals later het Latijn de taal van de Rooms Katholieke kerk bleef. Voor de oorsprong van het Hebreeuws moe ten we ver in de geschiedenis terug. Ver moedelijk hebben de Israëlieten de taal bij hun intocht in het Beloofde Land van de Kanaanieten overgenomen en is het Hebreeuws ontstaan uit het dialect dat bin nen de stam van Juda gesproken werd: het Joods (2 Koningen 18:26 en 28; 2 Kronieken 32:18 en Nehemia 13:24). Na de balling schap in de zesde eeuw werd het Hebreeuws door het Aramees vervangen. Het Aramees was in de eerste eeuw de belangrijkste taal van het Midden-Oosten. Maar omdat de Tenach (het Oude Testa ment) in het Hebreeuws geschreven was, bleef het voor de Joden de heilige taal. De belangrijkste rabbijnse geschriften, zoals de Misjna, talloze bijbelcommentaren en ande re religieuze geschriften zijn in deze taal geschreven. Het Hebreeuws als spreektaal Na zo'n 2400 jaar vond de wedergeboorte van het Hebreeuws als spreektaal van de Joden plaats. Het is ronduit een wonder dat deze taal - temidden van de vele talen door de komst van duizenden immigranten uit wel meer dan 100 landen - een dominante positie heeft weten te verkrijgen. Het volk kan nu de oude Joodse Bijbel weer lezen in zijn eigen taal. Nog nooit eerder in de geschiedenis kwam het voor dat een taal die niet meer gesproken werd, opnieuw werd ingevoerd. Het Hebreeuws is nu de taal van de universiteit, de media, de boeken en de kranten. De won derlijke herleving van deze taal was niet het resultaat van een of andere onder wijsbeweging, maar is te danken aan het ini tiatief en de volharding van één man; Eliëzer Ben Yehuda. Een eigen taal Eliëzer Ben Yehuda werd in 1858 als EUëzer Perlman in Luzhky (Litouwen) geboren. Al vroeg ontwikkelde zich in hem de liefde voor het onderwijs en de Uteratuur. Als tee nager las hij Robinson Crusoe in het Hebreeuws. Dat was een product van de Haskalah-beweging (1770-1880), eenbewe ging die enkele vergeefse pogingen onder nam om het Hebreeuws voor wereldse en literaire doeleinden te doen herleven. Het lezen van dit boek bracht Ben Yehuda ertoe om zich voor de ontwikkeling van het Hebreeuws als volkstaal in te zetten. Dat streven stond in nauw verband met zijn overtuiging die hij als op-en-top-zionist had, namelijk dat de Joden weer een eigen land met een eigen cultuur zouden krijgen. Hij ging ervan uit dat de naar Palestina terugke rende Joden door het spreken van de oude taal weer één volk zouden worden. In 1880 schreef hij aan het meisje dat later zijn vrouw zou worden: "Met het oog op het bezit van ons eigen land en ons politieke leven, acht ik het noodzake lijk dat we een eigen taal hebben die ons samenbindt. Die taal is Hebreeuws, maar niet het Hebreeuws van rabbijnen en geleer den. We moeten een Hebreeuwse taal heb ben die we voor het dagelijkse leven kunnen gebruiken. Het zal niet gemakkelijk zijn om een taal te doen herleven, die zo lang dood is geweest". Aan de slag Hij veranderde zijn naam in de meer Israë- Usch klinkende naam Ehezer Ben Yehuda. Als de vader van het moderne Hebreeuws, fcjsHpB?!)!! ,-,<ait'WMrii^'i* ,^>ii^^^ '.i -^•■' V '.- "■"■'■«fir het Ivriet, ging hij onder die naam de geschiedenis in. Zijn levensideaal was om de taal te doen herleven, die eeuwenlang dood geweest was. En hij is daarin geslaagd. Hij mocht het meemaken dat de Engelse gene raal Allenby bij zijn intocht te Jeruzalem (1917) de staat van beleg in het Hebreeuws liet afdrukken. Ook dat het Hebreeuws, naast het Engels en Arabisch, als één van de drie officiële talen van Palestina werd erkend. Nog voor zijn dood in 1922 mocht hij het melodieuze Hebreeuws horen spreken in de straten en op de scholen. Van jongsaf aan leed hij aan tbc. Zijn leven lang was hij bang dat hij het einde van de taak die hem voor ogen stond, niet beleven zou. Hij werkte alsof hij nog een paar uur te leven had. In 1881 emigreerde hij naar Palestina. Debo rah Yonas, zijn verloofde, vergezelde hem. Tijdens deze reis zijn ze getrouwd. Ze beloofden elkaar dat ze vanaf het moment dat ze aan boord van het schip gingen, geen andere taal meer spreken zouden dan Hebreeuws. De kinderen die uit het huwelijk geboren werden, spraken bij het opgroeien uitsluitend Hebreeuws. Een druk bestaan Ben Yehuda besteedde zijn tijd aan het schrijven van schoolboeken, aan het geven van lessen in het Hebreeuws, aan het houden van spreekbeurten voor de zionistische zaak en aan het uitgeven van kranten in de Hebreeuwse taal. Niet één van die kranten haalde een oplage van meer dan 200 exem plaren. Hij gebruikte ze om nieuwe woorden te publiceren en te introduceren. De artikelen die hij schreef waren eenvoudig en populair van stijl. Hij verdedigde in alle toonaarden het gebruik van het Hebreeuws als omgangstaal. Ook kwam hij in zijn arti kelen óp voor het stichten van kibboetsim (nederzettingen) door pioniers die het land binnenkwamen. Hij verzette zich fel tegen het zogenaamde Halukkah-systeem: het systeem waarbij men van overzee geld stuurde om Joodse immi granten te ondersteunen. Dat verhinderde hen, zo zei hij, om neder zettingen te stichten en land te ontginnen en bracht hen ertoe om van liefdadigheid te leven. Een boek over veldnamen, boerderijen en de mens als eigenaar of bewoner. In het verle den is de sociale bewogenheid met de mede mens, voor enkele vermogende personen reden geweest hun vermogen beschikbaar te stellen aan de gemeenschap. Gelukkig zijn de woon- en leefomstandigheden en de maatschappelijke voorzieningen nu goed en is een vergelijking met het verleden onmo gelijk. Toch worden deze bestemrningsboer- derijen nog steeds beheerd en worden de baten eigentijds besteed. Een kleine impres sie uit het hoofdstuk Dirk Bos, geschreven door J. J van Nimwegenj Dirk Bos, weldoener van de armen Hij was de enige zoon van Willem Bos en Rosetta de Rooij. Zijn hele leven bleef hij ongehuwd. Aanvankelijk was hij horloge maker. Uit hoofde van dit beroep kon voort vloeien dat hij houder werd van de goud- en zilverkas te Sommelsdijk. Later begaf hij zich in het zakenleven. Waarschijnlijk was hij betrokken bij de visserij- belangen die destijds in Middelhamis van grote betekenis waren. Hij werd een welgesteld zakenman. Sociale bewogenheid met geloofsgenoten Kerkelijk sloot de heer Bos zich aan bij de Christelijk Afgescheiden Gemeente Over- flakkee en Goedereede. Dit was in de jaren 1840-1841. Uit deze gemeente kwam in 1869 de Christelijk Gereformeerde Kerk voort. Niet te verwarren met de huidige Christelijk Gereformeerde Kerk te Middel hamis. De afgescheidenen werd het leven vaak moeilijk gemaakt. En juist de minder bedeelden hadden het zwaarst te verduren. Tussen Dirksland en Stellendam bevonden zich buitendijks veel domeingronden. Deze gorzen waren voor het grootste gedeelte in pacht bij de heer Bos, te weten ruim 111 bunders. Zij strekten zich uit van het punt waar de dijken van de Scharrezee- en de Halspolder te samen komen tot de eerste draai van de Halsdijk, gerekend vanaf de Dirkslandse haven. Van de door de heer Bos geboden gelegenheid tot het hierop inscha- ren van vee maakten ook nogal wat afge scheidenen (leden van de Christelijk Gere formeerde Kerk) gebruik. Namen Veldnamen, boerderijnamen we hebben ze voor u geïnventariseerd. Als het boek in oktober gepresenteerd wordt, zuUeri alle bekende namen niet vermeld zijn, omreden dat niet iedere naam aan ons is meegedeeld. Op de vraag, weet u nog buurtnamen uit de bebouwde kom die geen officiële straatnaam zijn? Vertel het ons! ISRAëL - Het land van de Bijbel Ben Yehuda kwam al spoedig in conflict met de orthodoxe Joden, die diep verontwaar digd waren over het gebruik van het Hebreeuws voor wereldse zaken. In hun ogen stond dat gelijk aan godslastering. Ze gooiden stenen door de ramen van zijn kan toor. Ze klaagden hem aan bij de Turkse autoriteiten. Rabbijnen excommuniceerden hem. Ze weigerden zelfs zijn vrouw op de Ashkenasische begraafplaats te begraven, toen ze in 1891 aan tuberculose overleed en vijf kinderen achteriiet. Maar Ehëzer Ben Yehuda zette zijn werk voort. Hij trouwde met Hemda, de zuster van zijn overleden vrouw. Om het Hebreeuws voor iedereen toeganke lijk te maken waren spellingregels en duizenden nieuwe woorden nodig. Voor elk nieuw voorwerp en voor elk nieuw begrip dat zich gedurende de laatste 2000 jaar had ontwikkeld, moest een nieuw woord gevon den worden. Ben Yehuda pakte de zaak bijzonder nauw gezet aan. Twee factoren beheersten zijn werk: 1Hij wilde de taal zuiver houden, met ande re woorden: hij wilde voorkomen dat voor een eenmaal eerder gevormd Hebreeuws woord een nieuw woord ingevoerd zou worden. Om dit te bereiken, las hij talloze boeken. 2. Hij wilde de taal vrijwaren van scherpe en knarsende geluiden. Ook de melodie had daarom zijn volle aandacht. Hij streefde ernaar de taal te doen herleven in de melodi euze uitspraak van de Sefardische Joden (de Joden die afkomstig waren uit het Middel landse Zeegebied) en niet in de onaange naam klinkende uitspraak van de Ashkenasi sche Joden (de Joden uit Midden- en Oost- Europa). Veel van de nieuwe woorden ontleende hij aan de zustertalen van het Hebreeuws, namelijk het Arabisch, Kop tisch, Aramees of Ethiopisch. Elk nieuw woord werd via de krant aan de lezers bekend gemaakt. Rond 1890 begon hij met het samenstellen van een Hebreeuws woordenboek. Hij riep rond die tijd een taal- comité (Va'ad ha-Lashon) in het leven dat nieuwe woorden moest beoordelen, geschil len moest oplossen en dat erop moest toezien dat de taal zuiver bleef. Het eerste woordenboek werd na zijn dood gepubUceerd. Het telt nu - mede dank zij zijn tweede vrouw - zeventien delen. Ben Yehu da had voortdurend te kampen met financië le tekorten. Zijn gezin leefde op de armoede grens. Hemda ging naar Europa om fondsen te werven. Zij had daarmee succes, maar het ging ten koste van veel tijd en energie. Muizen! Ben Yehuda's studeerkamer puilde uit van kleine stukjes papier, die vaak niet groter waren dan een postzegel. Daarop maakte hij in keurig handschrift zijn notities. Niemand kreeg toestemming zijn paperassen te orde nen uit vrees voor beschadiging. Hemda maakte zich steeds meer zorgen over de cha os in zijn studeervertrek. Opeens ontdekte ze muizen in de oude boe ken en papierhoop. "Eliëzer", zei ze, "als er Oudenaarde, 12 juli; gelost: 8.40 uur; Deelnemers: 11; Duiven: 295; Weer: Noorden wind. A. Riedijk 1, 6, 8, 15, 19, 22, 34, 39, 41, 56, 58; C. Logmans 2, 3,5, 10, 12, 23 24, 26, 32* 33, 46; A. het Jonk 4, 29, 37, 54; J. den Boer 7, 27, 43, 48, 49; D. Kievit 9, 11, 20, 28, 35, 42, 44, 47, 51, 59; A. Molenaar en Zn. I3' 14, 17, 25, 36, 38, 40, 52; B. v.d. Ochtend 16, 53, 55, 57; P. Hogerwerf 18, 21, 31 45 50; M. Huizer 30. Ablis, 12 juli; gelost: 7.30 uur; Deelne mers: 12; Duiven: 147; Weer: Noorden wind. A. het Jonk 1, 2, 20, 26; A. Molenaar en Zn 3,4, 9, 10, 12,13, 21, 25, 28, 34; J. den Boer 5, 6, 15, 16,17,18, 19, 23,24, 31, 33,36,37- C. Logmans 7, 11, 22, 29, 35; P. Hogerwerf 8,14; A.M. Volaart 27; M. Huizer 30; T. v d Ochtend 32. Vanuit Oude Tonge en Dirksland hebben we veel namen door gekregen. Kom mensen, waar blijven de reacties uit de andere dor pen? Postadres: L van Nimwegen. Lange- weg 93 3245 KG Sommelsdijk. Telefonisch' J.P. Kastelein 0187-483058 niets in je studeerkamer verandert, zullen de muizen je geliefde taal nog opeten". Hij schafte toen een paar grote houten kisten aan om de stukjes papier op te bergen. Het werk gezegend In 1902 spraken nog maar tien Joodse fami lies Hebreeuws. Nooit heeft het ontstaan van een taal aan zo'n dunne draad gehangen. De wedergeboorte van het Hebreeuws hing in feite van één man en zijn familie af. Er moest nog één slag gewonnen worden. In 1913 stichtte een aantal rijke Joden in Haifa de technische hogeschool, het Technicum (later Technicon). Het Duits zou de taal zijn waar in gedoceerd zou worden. Ben Yehuda ver zette zich daartegen met alle macht. Ver schillende leraren schaarden zich achter hem. Het gevolg was dat niet het Frans, Duits, Engels of Jiddisch (een Duits dialect, geschreven in Hebreeuwse letters) de taal van het Joodse volk werd, maar het Hebreeuws. Daarna was de vooruitgang niet meer te stuiten. Tegen het eind van zijn leven veranderde hij het motto op de muur van zijn studeerkamer. Eerst stond er:'De dag is kort, het werk dat gedaan moet worden is groot'. Het werd: 'De dag is lang, mijn werk is gezegend'. Dank zij de man die leed aan een ongenee slijke ziekte en die van alle kanten werd aan gevallen, kregen de Joden hun tot nieuw leven gewekte nationale taal terug. In 1916 bleek dat 60 procent van de Joodse bevol king Hebreeuws als eerste taal sprak. Een heel bijzondere bekroning op zijn werk was de Balfour-declaratie. Dat was het offi ciële bericht van het Britse Ministeiie van Buitenlandse Zaken aan Rothschild, eenjaar later - op 2 november 1917. Daarin werd de stichting van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina in het vooruitzicht gesteld. Deze verklaring kondigde het eind van de eeuwenlange Joodse ballingschap aan. In 1922 stierf Ben Yehuda. Er werden drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Der tigduizend mensen volgden de kist naar zijn laatste rustplaats op de Olijfberg. Om te gedenken De herinnering aan hem blijft niet alleen op postzegels bewaard; ook veel straten, waar onder de gezellige hoofdstraat van het ver keersvrije centrum in het nieuwe deel van Jeruzalem, zijn naar hem vernoemd. In 1948 werd het Hebreeuws uitgeroepen tot de officiële taal van de staat Israël. Nieuwe immigranten gaan nu onmiddellijk naar de oelpan (de taalschool). Doordat het spreken van het Ivriet in militai re dienst vereist is, heeft deze taal het mono polie verworven temidden van de vele talen die men nog steeds in Israël hoort. In de ICnesset (het parlement) mag zowel Ivriet als Arabisch gesproken worden. Namen van straten en borden op autowegen zijn meestal in het Ivriet, Arabisch en Engels gesteld. Israëlische geleerden zetten het werk van Ben Yehuda voort. Vandaag is Hebreeuws naast de schrijftaal ook de taal die overal gesproken wordt: bij een regeringsverklaring, bij een voetbal verslag, of waar dan ook. Het Hebreeuws wordt van rechts naar links geschreven, maar niet consequent De getallen staan van Unks naar rechts genoteerd. Zo is 18 werke lijk 18 en niet 81. Het is thans mogelijk om in deze taal vanuit oeroude tijden alles te zeggen. De wedergeboorte van het Hebreeuws is moeilijk te verklaren. Het is één van de won deren van Israël. We moeten het ontstaan van Israël zoeken in de God van wonderen. Dat geldt ook voor de taal. V.H. ■*^/:iyji*a%?t:5Sli Het Hebreeuws, aangewezen met een Yadje (handje). Uw gift is in het belang van iedereen die u dierbaar is. Wat^t kanker raakt ons allemaal! NEDERLANDSE KANKERBESTRIIDING KONINGIN WILHELMINA FONDS Nederlandse Kankerbestrijding Koningin Wilhelmina Fonds (KWF), Postbus 75508, 1070 AM Amsterdam. E-mail: info@kankerbestrilding.nl Vragen over kanker? Bel gratis KWF Hulp- en Informatielijn: 0800 - 022 66 22. KWF steunen? KWF Geverslijn: 0900 - 202 00 41 0,01 per min.) www.kankerbestrijding.nl Ieder ouder kan er over meepraten. Opvoe den is soms een moeilijke taak. Het begelei den van kinderen in de groei naar volwas senheid gaat niet altijd over de makkelijkste weg. Kinderen worden vanaf het begin gestuurd, gestimuleerd en gecortigeerd om later verantwoordelijke en zelfstandige vol wassenen te worden. Daarbij heerft elke ont wikkelingsfase van het kind een andere aan pak nodig. Standaardoplossingen in elke situatie zijn daarbij niet uit een la te trekken, waardoor bij veel ouders onzekerheid kan bestaan over de wijze van opvoeding. Alle ouders willen het beste voor hun kinde ren. Maar opvoeding is best een hele klus, waarbij ook rekening gehouden moet wor den met invloeden van buitenaf. Kinderen gaan naar school, hebben vrienden of vrien- diimen en zien op de televisie situaties die erg kunnen afwijken van de bekende thuissi tuatie. Kinderen van 'nu' worden al reeds op vroege leeftijd beschouwd als mondige, nadenkende personen die binnen gestelde grenzen een eigen invloed mogen uitoefenen binnen het gezin. De harde ouderwetse machtsmiddelen als straf worden niet meer zo frequent ingezet om het kind in het gareel te houden. Opvoedbureau Voor opvoeders kan dit twijfels en zorgen oproepen. Waarom gedraagt mijn kind zich zo? Wat kan ik het beste doen in een bepaal de situatie? In het geval dat opvoeders of ouders op deze vragen niet zelf een ant woord vinden kan het Opvoedbureau een uitkomst bieden. Het Opvoedbureau is er voor opvoeders van kinderen in de leeftijd van O tot 18 jaar. Iedereen die vragen of problemen heeft omtrent de opvoeding kan hier terecht. Het Opvoedbureau is een laagdrempelige pedagogische voorziening, wat betekent dat de medewerkers een luisterend oor bieden en praktische adviezen geven. Indien de medewerkers samen met de ouders geen passend advies kunnen geven, zullen zij de opvoeders doorverwijzen naar een gerichte instantie. Storm op komst Vroeg of laat komt elke opvoeder een situ atie tegen die geheel nieuw is. Of het nu gaat om een kind dat gepest wordt, een kind dat al langere tijd slecht luistert of een puber die niet kan wennen aan de nieuwe school. Het is dan belangrijk om in een zo vroeg moge lijk stadium advies te vragen. Hierdoor wordt voorkomen dat alledaagse opvoe- dingsvragen zware problemen bij de opvoe ding gaan opleveren. De gevolgen blijven zo dan ook beter beheersbaar en het kind wordt niet gestoord in de ontwikkeling. Samen met de medewerkers van het Opvoedbureau kunnen dingen op een rijtje gezet worden, waardoor meestal wel een antwoord of een oplossing gevonden wordt. Voor consultatie bij het Opvoedbureau zijn geen wachtlijsten. Daarbij is het dicht bij huis en kosteloos. Het Opvoedbureau wordt dan ook gefinancierd door subsidie van gemeenten. Meestal wordt er in maximaal vijf tot zes gesprekken een goede oplossing gevonden. Het opvoedbureau begint zijn werkzaamheden waar het consultatiebureau en de jeugdverpleging van de GGD stopt en houdt op waar instanties als de Riagg of maatschappelijk werk begint. Niet alleen ouders zijn opvoeders. Het Opvoedbureau kan dan ook door iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met kin deren, zoals leraren, peuter- en kleuterleid sters of artsen, geconsulteerd worden. Op één van de volgende manieren kunt u met het bureau in contact komen: Per e-mail: opvoedbureau@zwg.nl; via de Zorglijn 0181 626226; of via het directnum- mer tijdens de spreekuren: voor Goeree- Overflakkee op maandag: 0187 482400. t- DOOR Werner Bloemendaal 15 Op de kromte van de oude krekenloop -op de zandige oeverwai- legde men de Winterstraat. En ook de huisjes, pal tegen elkaar aan gebouwd. Schouder aan schouder, zij aan zij. Keurig In het gelid; evenals de mensen met hun schorten-wit. De straat versteend. Blinkend de schoon gewassen stoep. 't Leek er altijd winter, als je er kwam voor snoep. Rechts het bebouwde Hof; met tegenover 't Achterdorp nog aarzelend een boom. Rond 1900 nog de rand van de bebouwde kom. Hier begon de landelijke zoom. Als stenen konden spreken -versierd met paardenvijgen- zou de historie van 't dorp dan verbleken; of Is het beter dat ze zwijgen!

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 6