Overdenking uit de Heilige Schrift Moeder EIIAtlDBI-IIIEUWS^ HET ^KIJkVENSTER SGP en de kerken: een gemiste kans!!! Dodenherdenking met Mannenkoor Ons Koor Blik op kerk ^^y en samenleving CJ EENS BREEKT HET KOORO... OIERLIIKE VOORHUIDEN N.i.e.-RELECT STROOPÊROKKEN ROVIENKINi OORREHBROEKEn ONiaiSTE nrRRaaK ONIE UMNOEN Een troon voor overwinnaars PLaNTEN IN OE VHKIINTIE VMTERMEES ECco PAGINA i VRUDAG 2 MEI 2003 - SöUe overleden - Linkse activiste - Strovuur De laatste jaren deed zij niet meer zoveel van zich spreken, maar zo'n dertig, veertig jaar geleden was haar naam in de kerken een begrip. Ik bedoel de Duitse theologe Doro- thée Sölle, zondag plotseling overleden op de leeftijd van 73 jaar. Zij stond eigenlijk voor alles wat kerkelijk en politiek 'links' was. Haar belangrijkste publicatie was het boek 'Plaatsbekleding', waarin zij afrekende met het Paulinische ge geven dat Jezus Christus heeft geleden en is gestorven in de plaats van zondaren. In brede lagen van de kerken werd dit geluid opge vangen als volkomen nieuw, terwijl het niets alnders was dan een oude ketterij, die hoog- s tens werd gepresenteerd in een nieuwe ver- f akking. Om slechts één voorbeeld te noe- r len, de oude vrijzirmigheid van de 19e eeuw lad eigenlijk niets anders gedaan dan zich Il eren tegen deze kern van het christelijk ge- Ipof, verzoening door voldoening. Deze linkse stellingname op het veld van de theologie ging gepaard met linkse ideeën op maatschappelijk en politiek terrein. Sölle was vredesactiviste en nam scherp stelling tegen oorlog, onderdrukking, uitbuiting en armoede. Daarbij botste zij met wat in haar ogen 'burgerlijk' was. Vooral de Verenigde Staten konden bij haar geen genade vinden, en uiteraard was president Bush de grote oor logsophitser, die het alleen om de olie te doen was. Merkwaardig genoeg beperkte zij haar acti viteit niet tot het terrein van de politiek en de ethiek, maar had zij ook affiniteit tot de mys tiek. Zij schreef vele gebeden en gedichten waar een bepaald soort vroomheid doorheen speelt. We zouden zeggen een bevindelijke ondertoon, die minder herkenbaar zal zijn bij de mensen van de Reformatie en de Nadere Reformatie, maar wel bij zogenaamde 'erva ringstheologen' Waarom het overlijden van deze theologe hier gememoreerd? Allereerst omdat zij in haar tijd grote invloed heeft gehad in kerke lijke kringen. Vele theologen, ook in ons land, waaraan zij vele maJen een bezoek bracht, gingen in haar spoor. Wat Sölle vóór- stond, daar kon men niet omheen. Maar ook omdat een theologie van dit soort niet meer is dan een strovuur. Even zet het alles in hchterlaaie, maar als het uitgebrand is, is er weinig meer van te merken. Dat is toch opvallend, dat over theologen van dit type al spoedig niet meer wordt gesproken, en dat de klassieken, zoals Augustinus, Lu ther, Calvijn, Kohlbrugge, en vele anderen, de eeuwen verduren. Waarnemer Deze vraag- en antvfoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuvt's, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Kunt u achterhalen wie de maker is van het gedicht dat begint met de regel: "Eens breekt het koord en niets voorkomt de val". Antwoord: Dit gedicht is van Enny IJskes- Kooger uit de bundel 'Een fluit van riet'. Dit is haar meest gelezen bundel. Velen putten troost uit gedichten van haar. Oude en jonge mensen zieken, eenzamen voelen zich be moedigd door het begrip voor de naaste en de overwinning op twijfel en zorgen. De bundel is uitgegeven door uitgeverij Buijten en Schipperheijn en telt 94 pagina's. Het ISBN is 90-6064-236-8, de bundel kost 5,75. In de Bijbel spreekt men van besnijden. Mijn vraag is: zijn er ook mannelijke dieren die een voorhuid hebben? Zo ja, welke? Antwoord: Jazeker: onder andere honden, katten, koeien, geiten en schapen. Op een rommelmarkt vond mijn zoon een herenring met de inscriptie: 'N.S.B. '40 goud om staal'. Wat was de betekenis van deze ring Antwoord: Dit is een N.S.B, verering ge maakt van staal en die werd uitgereikt aan lieden die zich op de één of andere manier verdienstelijk hadden gemaakt voor deze nazibeweging. Kunt u mij nog een recept verstrekken van die ouderwetse stroopbrokken? Antwoord: Zulke oude recepten vinden we niet in de nieuwe kookboeken. Een ervaren banketbakker kon het ons nog precies vertel len hoe hij ze maakte, want in zijn tijd waren stroopbrokken voor menigeen een traktatie. U dient suiker en stroop met water te laten inkoken in de verhouding drie delen suiker, drie delen stroop en één deel water, wat azijn en een snufje zout. Maar let op: tijdens dat inkoken moet u telkens met een lang mes of spatel een klein beetje uit de kokende massa halen en laten afkoelen. Wanneer zo'n stuk je suiker zich nog laat buigen, moet u de massa laten doorkoken, maar zodra een vol gende klont bij het buigen breekt (in de bak kerswereld 'kraak' genoemd), is uw product geschikt voor de bereiding van stroopbrok ken. Giet de ingekookte massa dan op een plaat uit en geef tijdens het afkoelen met een plaatmes de gewenste vorm aan. Daarna kunt u met dat mes de insnijdingen maken, zodat uw brokken de gewenste grootte krij gen en na afkoeling langs de juiste lijnen afbreken. Tegen het kleven kunt u ze be strooien met wat bloem. De speciale smaak is gewoon een kwestie van het toevoegen naar smaak van kruiden, bijv. kaneel, of van kandij. Graag ontvang ik zoveel mogelijk persoons gegevens van de inmiddels overleden Britse politicus Roy Jenkins. Antwoord: Roy Jenkins werd geboren in Abersychan, Monmouthshire, een mijnge- bied in Zuidoost Wales, als zoon van een mijnwerker die later lid van het Engelse par lement werd. Hij bezocht het University College van Cardiff en het Balliol College in Oxford waar hy politieke wetenschapen, filosofie en economie studeerde. Medestu denten van hem waren o.a. Denis Healy en Edward Heath. Gedurende de Tweede Wereldoorlog diende hij als kapitein bij de Royal Artillery en later bij de Britse geheime dienst in Bletchley Park waar hij meehielp met het kraken van de code van het welbe kende Duitse Enigma coderingsapparaat. In die tijd werd hij één van de eerste echte aan hangers van de gedachte van een verenigd Europa. In 1945 trouwde hij met Jennifer Morris. Al op jeugdige leeftijd hield hij zich bezig met de politiek van Labour. Vlak na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog kwam hij in het parlement. Hoewel hij aan- vankeüjk flirtte met de linkervleugel van de Labour Party werd hij uiteindelijk een toe gewijd aanhanger van de charismatische rechtervleugelleider, Hugh Gaitskell. Toen Gaitskell aartsrivaal, Harold Wilson, in 1964 de macht overnam maakte Jenkins snel pro motie en maakte naam als een radicale minister van Binnenlandse zaken. Abortus en homoseksualiteit werden gelegaliseerd, het werd gemakkelijker gemaakt om te scheiden en de theagercensuur werd afge schaft. Hij zag zich zelf als een verdediger van de individuele rechten tegen de staat, maar zou door de aanhangers van de rechter vleugel de schuld krijgen van de vele pro blemen van de Engelse samenleving. In 1967 werd hij minister van Financiën. Hij bleek een strenge, volgens sommigen een overijverige minister van Financiën te zijn die probeerde de ziekelijke Britse economie te herstellen en weigerde grote belastingver lagingen door te voeren. Links gaf Jenkins de schuld van het verliezen van de algemene verkiezingen in 1970. Jenkins was van 1977 tot 1981 voorzitter van de Europese Com missie. In 1981 had Jenkis genoeg van de naar zijn mening niet goede ontwikkelingen in de Labour Party en richtte met o.a. David Owen de Social Democratie Party op. De partij werd geen succes en fuseerde uiteinde lijk met Liberal Party. Roy Jenkins werd in 1987 in de adelstand (Lord) verheven. Na zijn vertrek uit de actieve politiek begon Jenkins met het schrijven van biografieën, o.a. die van Winston Churchill. Hij overleed in januari 2(X)2 op 82-jarige leeftijd. Enige jaren geleden kochten wij een heren broek van het merk Dobben. Weet u mis schien waar we bij ons in de buurt (Den Bommel) nog een broek van dit merk kunnen kopen? Antwoord: Tot onze spijt konden we dit merk, laat staan een winkel niet voor u trace ren. Misschien weet een medelezer(es) meer? Kunt u me uitleggen, hoe bijgaande woorden moeten worden afgebroken? Ik liep al eens stuk met kwart/slagen i.p.v. kwartsAagen! Antwoord: Bioscoop moet worden gesplitst in bio van het Griekse 'leven' en scoop ('kij ken', 'bespieden'). Zo komt pro/gnose van pro voor) en gnosis (geschrift), en sy/steem van het Griekse su samen) en histémi (stellen). Waar komen de namen van de 12 maanden toch vandaan en hoe komt het, dat ze niet even lang zijn gemaakt? Antwoord: Onze kalender is ons door de Romeinen thuisbezorgd. Zij verdeelden hun jaar oorspronkelijk in tien maanden. Numa Pompilius maakte er in 672 voor Christus twasdf van door toevoeging achteraan van januari en februari. Elke maand duurde toen 29 dagen, 12 uur, 44 minuten en 3 seconden. Julius Caesar vond dat te lastig en maakte er gehele dagen van, door de eerste, derde en verdere oneven maanden 31 dagen te geven en de even maanden 2 t/m 12 dertig dagen. Dat kwam niet goed uit met de omloop van (de aarde rondom) de zon, want we zijn na 365,2422 dagen op hetzelfde lentepunt terug en de seizoenen mogen niet verschuiven. Daarom gaf Caesar in 46 v. Chr. zijn laatste maand, februari, om de vier jaar een dag meer. De meeste maanden waren genum merd, doch keizer Augustus noemde Quinti- lis (de vijfde maand) naar zijn voorganger JuUus en Sextilus (de zesde) naar zichzelf. Toen moest die maand augustus evenveel dagen tellen als juli, want de keizer wilde niet onderdoen voor zijn voorganger. Om het schema toch in stand te houden, kregen september en november toen 30 dagen, en oktober, december en januari 31Dat bracht het totaal op 367 dagen. Ook daar vond deze rekenmeester wat op: hij haalde twee dagen weg bij de sluitpost, de schrikkelmaand. En wat de overige namen betreft: de eerste maand was genoemd naar de Romeinse oor logsgod Mars, de tweede naar het Latijnse woord aperire openen, en dat werd vanwe ge de ontluikende natuur aprili, aldus Ovi- Die overwint. Ik zal hem geven met Mij te zitten in Mijn troon, gelijk als Ik overwonnen heb en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon. (Openbaring 3:21) Wat een belofte vai) de verhoogde Christus: met Hem zitten op Zijn troon! Tronen waren in de Oudheid breed, er was plaats voor meer dan één persoon. En dat wordt nu beloofd, niet aan een paar mensen, maar aan een schare die niemand tellen kan. Zij zullen eeuwig met Hem over alle schepselen rege ren. Daarmee hebben ze hun bestemming weer bereikt. Want daarvoor waren we immers INGEZONDEN: Janmier dat de Gemeenteraad van Middel harnis, onder druk van verschillende politie ke partijen en kerkelijke instellingen, heeft besloten om de dodenherdenking te ver plaatsen van 4 mei naar 3 mei. Mijns inziens is dat een gemiste kans. De gezamenlijke kerken hadden hier de handen ineen moeten slaan. Wat was het mooi geweest om eerst een kerkdienst om 18.00 uur te houden, ieder afzonderlijk daarin herdenken en gedenken, daar je geloof te belijden en te bedenken hoe mooi deze wereld is zonder oorlog. Oorlogen die ontstaan mede door verschillende geloven Wat was het mooi geweest om gezamenlijk, na de kerkdiensten, met alle gemeenteleden, met alle kerkgangers, met alle inwoners naar de plaats van herdenking te gaan. Samen herdenken, of je nu christen, moslim of atheist bent: het had een heel mooi ontroe rend moment kunnen zijn. Ik denk dat de Heer glimlachend had meegekekenü Nu is het een gemiste kans. LOUIS WAGENAAR Halsjuk 50 Sommelsdijk dius. Mei komt van Jupiter Mains, de god van de groeikracht, Junius van Juno, be- schermgodin van de vrouw, huwelijk en ge boorte. September betekent zevende, okto- ber achtste, november negende, december tiende. Januari dankt zijn naam aan lanus, eerst zonnegod, en later wachter aan de hemelpoort. Februarius stamt van reini gingsmaand, want dan vonden de reinigings- offers plaats. Het Romeinse nieuwjaarsfeest werd ter ere van hun jaargodin Aima Peren- na op 15 maart gevierd. Kunnen wij onze kamerplanten op het bal kon zetten als we drie weken met vakantie gaan? Antwoord: Het wordt wel gedaan, omdat ze daar van de regen kunnen profiteren. U moet ze wel een dag tevoren onderdompelen in handlauw water, zodat ze zich helemaal vol kunnen zuigen. Borrelt het water in de bak niet meer, dan plaatst u de bloempotten tegen elkaar in een kist of krat die wordt aan gevuld met turfmolm. Zet die op een beschut plekje, dus zoveel mogelijk u it de wind en in de schaduw. Ons drinkwater werd onbetrouwbaar door giflozingen bij de bron. Wat is nu beter: fles sen bronwater van elders, frisdrank of gedestilleerd water? Antwoord: In gedestilleerd water zijn alle organismen (ook de vele goede) vernietigd en dat kunt u dus beter niet drinken. Fris dranken zijn duur. Het veiligste zijn flessen bronwater van de bekende merken. geschapen? Om God te dienen en te eren, heer over Zijn goede schepping te zijn. Maar dat recht hebben we verspeeld. We hebben onze plaats op de troon verkwanseld. En nu krijgen mensen dat recht en die plaats terug. Alle mensen? Nee, alleen de overwin naars. Dat zegt Christus duidelijk: die over wint. Dat wil zeggen dat er strijd aan vooraf is gegaan. Strijd tegen alleriei vijanden, en het meest nog tegen onszelf. Wie de strijd ervoor over had, wie de oorlog heeft ver klaard aan de duivel en de wereld en de zon de, die krijgt een plaatsje op die troon. Dan is het niet voor mij, zegt u, want ik lijd de ene nederlaag na de andere. Overwinnaar? De ben de grote verliezer. Ik lig in die strijd telkens onder. Hoort u goed wat Christus zegt? De zal hem geven. Niet omdat u het verdiend hebt. Niet omdat u zo dapper gestreden hebt. De zal hem geven. Weet u wat het geheim is? Gelijk De over wonnen heb. Hij heeft de strijd gestreden en de overwiiming behaald, dwars door de nederlaag heen. Hij heeft de vijanden besUs- send verslagen. En nu zit Hij op de troon, als de grote Overwiimaar. Nu heeft Hij de stoel der ere gekregen in het huis van Zijn Vader. Maar die ereplaats is niet voor Hem alléén. Allen over wie Hij Koning is geworden, die onder Zijn banier gestreden hebben, mogen in die overwinning delen. Gij, Heer, alleen. Gij zijt Verwinnaar in de strijd En geeft'Uw volk de zegen. Dkt is een vooruitzicht voor mensen die nederlaag op nederlaag hebben geleden! Die de strijd soms zo moe waren dat ze niet meer verder konden! Met Christus zitten op Zijn troon en eeuwig met Hem leven en regeren. Dat is een belofte om het vol te houden. Om de moed niet te verliezen. Om opnieuw de strijd aan te binden tegen al Zijn en onze vij anden. Want er wordt niemand gekroond dan die wettig heeft gestreden. Zoals Hij Zelf, om de vreugde die Hem voor gesteld was, het kruis heeft verdragen en de schande veracht, zo mogen wij in het strijd perk van dit leven het hoofd omhoog steken en zeggen: Wij zullen de eerkroon dragen. Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen. W. van Gorsel Soms treilt het f^l<é°f- 'Eve.npe.mzm over woeker tijden, even degedacfiteti concen treren op Het voorgeslacht Op wat was en niet tervg^mt. Il(he6 iemand geldend die dat regdmati0 rfm£ !Hij l(eel(dm ool(Jezvust vooruit: Zo god het geeft, mijn graf. 'Bereid uW huis... Een èegraafpbats is jneestdeen oase van rust engroai, ool<:jdCigt hij midden in ten dn^stai&wijk^ Soms tre^ dat ool^ 'Even uitstappen. !Het was prachtig najaarsweer. iHier werden moeder, vader, grootouders Begraven. 9üer sta if:^ hij de Cijn der geslach ten^ 'Even stil, daarna een wandelingetje. Hier ligt, hier wacht, hier. Ml 'Deze l(eer trefil(het niet Op eenmndepadenscharrelt een tweetalmanmn. Zwaar- géouwd sjofelgel<fejed, getatoeëerd. Vet petje, wat onrustig gedrag, zenuwachtig soms? ll^zou ze liever niet tegad<gmen in het don^r. In het licht eigenlij^oolQiiet, zelfs niet op een Begraafplaats. 'Wat doen ze daar eigerdijkl llQnoet er wel langs. 'We ^/(^n eO(sar eens aan. lie een staat met tranen in z'n ogen te 1(^1^ naar zijn Broer, die met een versleten stoffer een rozerode marmeren grafsteen sck)onVeegt. Een soBere telqt, vier woorden, een wereld op zich. Hier ügt onze. moeder. Schaamte. Schaamte over het vooroordeel. (B^raafpCaats. "Even uitstappen. "Even naar Birmen ((ij^n. Zaterdagavond 3 mei zal het Maimenkoor Ons Koor traditiegetrouw weer meewerken aan de dodenherdening te Middelharnis, georganiseerd door Stichting Evenementen Middelharnis, bij het monument aan de Hoflaan. Dit jaar heeft het mannenkoor gekozen voor het lied 'De achttien Dooden', naar een gedicht van Jan Campert en op muziek gezet door Jos Vranken. Het lied is gewijd aan een groep van 18 Vlaardingers en Schiedammers, de Geuzen genoemd, die ter dood werden veroordeeld en op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte door de bezetters ter dood werden gebracht. De tekst van de liederen is als volgt: Een cel is maar twee meter lang en maar twee meter breed maar kleiner nog is het stuk grond, dat ik nu nog niet -weet Maar waar ik naamloos rusten zal mijn makkers bovendien, wij waren achttien in getal, geen zal de avond zien. Ik zie hoe 't eerste morgenlicht door 't hoge venster daalt, mijn God maak mij het sterven licht, en zo ik heb gefaald. Gelijk een elk wel falen kan, schenk mij dan Uw gena, opdat ik heenga als een man, als 'k voor de lopen sta. Na het klokgelui zal het mannenkoor 'Blijf, met mij Heer' zingen, een vierstemmige bewerking voor mannenkoor. -42- De man knikt en zijn gezicht krijgt een vreemde uit drukking. Vol verwachting turen ze nu allen door de beslagen ramen naar buiten. Het is al laat in de middag en de boterhammen, die haar tante voor hen had meege nomen, zijn al lang op. Iedereen is de bootreis beu en overal aan boord klinkt het gejengel van kleine, vermoeide kinderen. Ondertussen ronken de motoren van de boot mono- toom verder en Marieke heeft moeite om haar ogen open te houden. Het vroege opstaan eist nu zijn tol en ze vecht tegen haar slaap. "Daar!" gilt Elske ineens, "daar is een haven... Is dat Stavenisse oom Gerard?" Oom Gerard drukt zijn neus tegen het raam en knikt verrast. Ineens is Marieke klaarwakker en snel veegt ze het beslagen raam schoon. In de verte ontwaart ze enke le kleurloze vissersboten. "Je hebt gelijk Elske, dat is onze eindbestemming, vooruit... laten we vast onze koffers pakken, dan kunnen we naar het dek lopen." Er ontstaat een grote bedrijvigheid en de meesten beginnen hun bezittingen bij elkaar te zoeken. Stave nisse is de laatste haven waar de boot zal aaimieren, om vervolgens weer terug te varen naar Rotterdam. Beschermend houdt Marieke haar broertje tegen zich aangeklemd, wanneer ze op de wiebelende loopplank naar de kade loopt. Onder haar beukt het zeewater met geweld tegen de kademuur en even krijgt ze het vreseüjk benauwd. "Doorlopen!" schreeuwt een stem achter haar en hevig triUend loopt ze verder, totdat ze eindelijk haar voeten op de vaste wal zet. Cor, die iimiiddels op haar staat te wachten, legt zijn hand op haar schouder en hij heeft als enige de angst op haar gezicht gezien. "Gaat het Marieke?" vraagt hij zacht, als hij voelt hoe ze trilt. Marieke is krijtwit, maar ze wil niet flauw doen. "De plank was wat wiebeüg", zegt ze dapper en zet haar broertje op de grond. "Eindelijk terug", fluistert ze nauwelijks hoorbaar en plotseUng is ze haar moe heid vergeten. Iedereen gaat van boord en onzeker drommen de mensen op de kade bij elkaar. "De burgemeester wil nog iets tegen ons zeggen voordat we naar ons nieuwe huis worden gebracht", zegt oom Gerard, nadat hij wat informatie heeft ingewonnen. Marieke zucht geïrriteerd. Ze heeft geen zin om lan ger te wachten want ze rammeh van de honger en bovendien is het behooriijk fris op de kade. Het liefst wil ze zo snel mogelijk naar hun nieuwe woning en ze kan nauwelijks haar ongeduld bedwin gen. Na een aantal minuten verschijnt er een deftig geklede man in slipjas, met een ambtsketting om. VriendeUjk verzoekt hij om stilte. In een korte toe spraak verwelkomt hij de nieuwe bewoners en wenst hen veel geluk. Een oude bus staat al te wachten om iedereen naar de plaats van bestemming te brengen en gespaimen, nerveus pratend met elkaar, gaan de meesten vlug zitten. Overal worden koffers en plunjezakken neer gezet en wanneer het vehikel zich in beweging zet, klinkt er een opgewonden gemompel. Weldra zullen ze dien de nieuwe Noorse huizen zien, waar men al zolang op heeft gewacht. HOOFDSTUK 19 De oude bus rijdt door de straten van Stave nisse en velen turen nieuwsgierig naar bui ten. Voor oom Ge-rard zijn dit moeilijke momenten en Marieke ziet, dat hij onopvallend in zijn ogen wrijft. Gelukkig rijdt de bus niet door de Kerkstraat, waar zijn huisje heeft gestaan. Het oude voertuig slaat een zijweg in naar de polder en plotseUng ontwaart Marieke aan de horizon leuke, pas geschilderde hui zen. Oom Gerard ziet ze ook en zegt met een duidelijk hoorbare opluchting in zijn stem: "Dat moeten de huizen zijn die Noorwegen aan Stavenisse heeft geschonken!" Tante Bep drukt nu ook haar neus tegen het raam en haar gezicht begint te stralen. "Jammer, dat we niet een week eerder konden komen", zucht Janus, "ik las in de krant, dat konin gin JuUana samen met de Noorse koning Stavenisse heeft bezocht." Elske kijkt haar tante verbaasd aan. "Was de koningin echt hier?" Tante Bep knikt, want ook zij heeft dit bericht in de krant gelezen. "Misschien heeft ze wel langs ons nieuwe huis gelopen, Elske!" De huizen komen steeds dichterbij en gespannen voelt iedereen hoe de bus vaart minder. Oom Gerard kijkt opgewonden naar de huisnummers, wanneer ze langs de eerste woningen rijden. "Volgens mij is dat tweede huis van ons", zegt hij opgewekt en hij blijkt gelijk te hebben. Wanneer ze allemaal vermoeid uit de bus stappen, controleert oom Gerard het nummer van zijn sleutel, om hem vervolgens weer zenuwachtig in zijn zak te stoppen. "Hier is het hoor!" roept hij enthousiast en Marieke slaakt een zucht van verlichting. Gevoelsmatig weet ze dat ze hier opnieuw gelukkig zal kunnen worden. Het huis is klein en de wanden zijn van hout, maar het ziet er heel gezeUig uit. Er hangen al gordijntjes voor de ramen en er is zelfs een nieuwe stoep voor hun huis gelegd. Oom Gerard kijkt naar tante Bep en vervolgens naar de kinderen. "Nou, wat vinden juUie ervan?" vraagt hij opgeruimd. Marieke kijkt haar broers en Cor aan. Het is duide lijk te zien dat ze het huisje prachtig vinden. Arme- chien en Elske zijn al naar de voordeur gerend, maar oom Gerard heeft hem nog niet geopend, "'t Is schitterend", straalt tante Bep, "onze oude woning was lang niet zo mooi hoor, maar.dit huis lijkt me wel wat klein voor ons allemaal." "Daar valt wel wat aan te doen", antwoordt oom Ge rard lachend, "onze handen zitten op de juiste plaats en we kutmen er makkehjk nog een kamertje aan bouwen." Met trillende handen steekt hij dan de sleutel in het slot en opent bijna plechtig de voordeur. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 5