Overdenking
uit de
Heilige Schrift
Moeder
EIIAtlDBI-IIIEUWS^
HET
^KIJkVENSTER
SGP en de kerken:
een gemiste kans!!!
Dodenherdenking met Mannenkoor Ons Koor
Blik op kerk ^^y
en samenleving CJ
EENS BREEKT HET KOORO...
OIERLIIKE VOORHUIDEN
N.i.e.-RELECT
STROOPÊROKKEN
ROVIENKINi
OORREHBROEKEn
ONiaiSTE nrRRaaK
ONIE UMNOEN
Een troon voor overwinnaars
PLaNTEN IN OE VHKIINTIE
VMTERMEES
ECco
PAGINA i
VRUDAG 2 MEI 2003
- SöUe overleden
- Linkse activiste
- Strovuur
De laatste jaren deed zij niet meer zoveel van
zich spreken, maar zo'n dertig, veertig jaar
geleden was haar naam in de kerken een
begrip. Ik bedoel de Duitse theologe Doro-
thée Sölle, zondag plotseling overleden op de
leeftijd van 73 jaar.
Zij stond eigenlijk voor alles wat kerkelijk en
politiek 'links' was. Haar belangrijkste
publicatie was het boek 'Plaatsbekleding',
waarin zij afrekende met het Paulinische ge
geven dat Jezus Christus heeft geleden en is
gestorven in de plaats van zondaren. In brede
lagen van de kerken werd dit geluid opge
vangen als volkomen nieuw, terwijl het niets
alnders was dan een oude ketterij, die hoog-
s tens werd gepresenteerd in een nieuwe ver-
f akking. Om slechts één voorbeeld te noe-
r len, de oude vrijzirmigheid van de 19e eeuw
lad eigenlijk niets anders gedaan dan zich
Il eren tegen deze kern van het christelijk ge-
Ipof, verzoening door voldoening.
Deze linkse stellingname op het veld van de
theologie ging gepaard met linkse ideeën op
maatschappelijk en politiek terrein. Sölle
was vredesactiviste en nam scherp stelling
tegen oorlog, onderdrukking, uitbuiting en
armoede. Daarbij botste zij met wat in haar
ogen 'burgerlijk' was. Vooral de Verenigde
Staten konden bij haar geen genade vinden,
en uiteraard was president Bush de grote oor
logsophitser, die het alleen om de olie te doen
was.
Merkwaardig genoeg beperkte zij haar acti
viteit niet tot het terrein van de politiek en de
ethiek, maar had zij ook affiniteit tot de mys
tiek. Zij schreef vele gebeden en gedichten
waar een bepaald soort vroomheid doorheen
speelt. We zouden zeggen een bevindelijke
ondertoon, die minder herkenbaar zal zijn bij
de mensen van de Reformatie en de Nadere
Reformatie, maar wel bij zogenaamde 'erva
ringstheologen'
Waarom het overlijden van deze theologe
hier gememoreerd? Allereerst omdat zij in
haar tijd grote invloed heeft gehad in kerke
lijke kringen. Vele theologen, ook in ons
land, waaraan zij vele maJen een bezoek
bracht, gingen in haar spoor. Wat Sölle vóór-
stond, daar kon men niet omheen.
Maar ook omdat een theologie van dit soort
niet meer is dan een strovuur. Even zet het
alles in hchterlaaie, maar als het uitgebrand
is, is er weinig meer van te merken. Dat is
toch opvallend, dat over theologen van dit
type al spoedig niet meer wordt gesproken,
en dat de klassieken, zoals Augustinus, Lu
ther, Calvijn, Kohlbrugge, en vele anderen,
de eeuwen verduren.
Waarnemer
Deze vraag- en antvfoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuvt's, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Kunt u achterhalen wie de maker is van het
gedicht dat begint met de regel: "Eens
breekt het koord en niets voorkomt de val".
Antwoord: Dit gedicht is van Enny IJskes-
Kooger uit de bundel 'Een fluit van riet'. Dit
is haar meest gelezen bundel. Velen putten
troost uit gedichten van haar. Oude en jonge
mensen zieken, eenzamen voelen zich be
moedigd door het begrip voor de naaste en
de overwinning op twijfel en zorgen. De
bundel is uitgegeven door uitgeverij Buijten
en Schipperheijn en telt 94 pagina's. Het
ISBN is 90-6064-236-8, de bundel kost
5,75.
In de Bijbel spreekt men van besnijden. Mijn
vraag is: zijn er ook mannelijke dieren die
een voorhuid hebben? Zo ja, welke?
Antwoord: Jazeker: onder andere honden,
katten, koeien, geiten en schapen.
Op een rommelmarkt vond mijn zoon een
herenring met de inscriptie: 'N.S.B. '40
goud om staal'. Wat was de betekenis van
deze ring
Antwoord: Dit is een N.S.B, verering ge
maakt van staal en die werd uitgereikt aan
lieden die zich op de één of andere manier
verdienstelijk hadden gemaakt voor deze
nazibeweging.
Kunt u mij nog een recept verstrekken van
die ouderwetse stroopbrokken?
Antwoord: Zulke oude recepten vinden we
niet in de nieuwe kookboeken. Een ervaren
banketbakker kon het ons nog precies vertel
len hoe hij ze maakte, want in zijn tijd waren
stroopbrokken voor menigeen een traktatie.
U dient suiker en stroop met water te laten
inkoken in de verhouding drie delen suiker,
drie delen stroop en één deel water, wat azijn
en een snufje zout. Maar let op: tijdens dat
inkoken moet u telkens met een lang mes of
spatel een klein beetje uit de kokende massa
halen en laten afkoelen. Wanneer zo'n stuk
je suiker zich nog laat buigen, moet u de
massa laten doorkoken, maar zodra een vol
gende klont bij het buigen breekt (in de bak
kerswereld 'kraak' genoemd), is uw product
geschikt voor de bereiding van stroopbrok
ken. Giet de ingekookte massa dan op een
plaat uit en geef tijdens het afkoelen met een
plaatmes de gewenste vorm aan. Daarna
kunt u met dat mes de insnijdingen maken,
zodat uw brokken de gewenste grootte krij
gen en na afkoeling langs de juiste lijnen
afbreken. Tegen het kleven kunt u ze be
strooien met wat bloem. De speciale smaak
is gewoon een kwestie van het toevoegen
naar smaak van kruiden, bijv. kaneel, of van
kandij.
Graag ontvang ik zoveel mogelijk persoons
gegevens van de inmiddels overleden Britse
politicus Roy Jenkins.
Antwoord: Roy Jenkins werd geboren in
Abersychan, Monmouthshire, een mijnge-
bied in Zuidoost Wales, als zoon van een
mijnwerker die later lid van het Engelse par
lement werd. Hij bezocht het University
College van Cardiff en het Balliol College in
Oxford waar hy politieke wetenschapen,
filosofie en economie studeerde. Medestu
denten van hem waren o.a. Denis Healy en
Edward Heath. Gedurende de Tweede
Wereldoorlog diende hij als kapitein bij de
Royal Artillery en later bij de Britse geheime
dienst in Bletchley Park waar hij meehielp
met het kraken van de code van het welbe
kende Duitse Enigma coderingsapparaat. In
die tijd werd hij één van de eerste echte aan
hangers van de gedachte van een verenigd
Europa. In 1945 trouwde hij met Jennifer
Morris. Al op jeugdige leeftijd hield hij zich
bezig met de politiek van Labour. Vlak na de
beëindiging van de Tweede Wereldoorlog
kwam hij in het parlement. Hoewel hij aan-
vankeüjk flirtte met de linkervleugel van de
Labour Party werd hij uiteindelijk een toe
gewijd aanhanger van de charismatische
rechtervleugelleider, Hugh Gaitskell. Toen
Gaitskell aartsrivaal, Harold Wilson, in 1964
de macht overnam maakte Jenkins snel pro
motie en maakte naam als een radicale
minister van Binnenlandse zaken. Abortus
en homoseksualiteit werden gelegaliseerd,
het werd gemakkelijker gemaakt om te
scheiden en de theagercensuur werd afge
schaft. Hij zag zich zelf als een verdediger
van de individuele rechten tegen de staat,
maar zou door de aanhangers van de rechter
vleugel de schuld krijgen van de vele pro
blemen van de Engelse samenleving. In
1967 werd hij minister van Financiën. Hij
bleek een strenge, volgens sommigen een
overijverige minister van Financiën te zijn
die probeerde de ziekelijke Britse economie
te herstellen en weigerde grote belastingver
lagingen door te voeren. Links gaf Jenkins
de schuld van het verliezen van de algemene
verkiezingen in 1970. Jenkins was van 1977
tot 1981 voorzitter van de Europese Com
missie. In 1981 had Jenkis genoeg van de
naar zijn mening niet goede ontwikkelingen
in de Labour Party en richtte met o.a. David
Owen de Social Democratie Party op. De
partij werd geen succes en fuseerde uiteinde
lijk met Liberal Party. Roy Jenkins werd in
1987 in de adelstand (Lord) verheven. Na
zijn vertrek uit de actieve politiek begon
Jenkins met het schrijven van biografieën,
o.a. die van Winston Churchill. Hij overleed
in januari 2(X)2 op 82-jarige leeftijd.
Enige jaren geleden kochten wij een heren
broek van het merk Dobben. Weet u mis
schien waar we bij ons in de buurt (Den
Bommel) nog een broek van dit merk kunnen
kopen?
Antwoord: Tot onze spijt konden we dit
merk, laat staan een winkel niet voor u trace
ren. Misschien weet een medelezer(es)
meer?
Kunt u me uitleggen, hoe bijgaande woorden
moeten worden afgebroken? Ik liep al eens
stuk met kwart/slagen i.p.v. kwartsAagen!
Antwoord: Bioscoop moet worden gesplitst
in bio van het Griekse 'leven' en scoop ('kij
ken', 'bespieden'). Zo komt pro/gnose van
pro voor) en gnosis (geschrift), en
sy/steem van het Griekse su samen) en
histémi (stellen).
Waar komen de namen van de 12 maanden
toch vandaan en hoe komt het, dat ze niet
even lang zijn gemaakt?
Antwoord: Onze kalender is ons door de
Romeinen thuisbezorgd. Zij verdeelden hun
jaar oorspronkelijk in tien maanden. Numa
Pompilius maakte er in 672 voor Christus
twasdf van door toevoeging achteraan van
januari en februari. Elke maand duurde toen
29 dagen, 12 uur, 44 minuten en 3 seconden.
Julius Caesar vond dat te lastig en maakte er
gehele dagen van, door de eerste, derde en
verdere oneven maanden 31 dagen te geven
en de even maanden 2 t/m 12 dertig dagen.
Dat kwam niet goed uit met de omloop van
(de aarde rondom) de zon, want we zijn na
365,2422 dagen op hetzelfde lentepunt terug
en de seizoenen mogen niet verschuiven.
Daarom gaf Caesar in 46 v. Chr. zijn laatste
maand, februari, om de vier jaar een dag
meer. De meeste maanden waren genum
merd, doch keizer Augustus noemde Quinti-
lis (de vijfde maand) naar zijn voorganger
JuUus en Sextilus (de zesde) naar zichzelf.
Toen moest die maand augustus evenveel
dagen tellen als juli, want de keizer wilde
niet onderdoen voor zijn voorganger. Om
het schema toch in stand te houden, kregen
september en november toen 30 dagen, en
oktober, december en januari 31Dat bracht
het totaal op 367 dagen. Ook daar vond deze
rekenmeester wat op: hij haalde twee dagen
weg bij de sluitpost, de schrikkelmaand. En
wat de overige namen betreft: de eerste
maand was genoemd naar de Romeinse oor
logsgod Mars, de tweede naar het Latijnse
woord aperire openen, en dat werd vanwe
ge de ontluikende natuur aprili, aldus Ovi-
Die overwint. Ik zal hem geven met
Mij te zitten in Mijn troon, gelijk als
Ik overwonnen heb en ben gezeten
met Mijn Vader in Zijn troon.
(Openbaring 3:21)
Wat een belofte vai) de verhoogde Christus:
met Hem zitten op Zijn troon! Tronen waren
in de Oudheid breed, er was plaats voor meer
dan één persoon. En dat wordt nu beloofd,
niet aan een paar mensen, maar aan een
schare die niemand tellen kan. Zij zullen
eeuwig met Hem over alle schepselen rege
ren.
Daarmee hebben ze hun bestemming weer
bereikt. Want daarvoor waren we immers
INGEZONDEN:
Janmier dat de Gemeenteraad van Middel
harnis, onder druk van verschillende politie
ke partijen en kerkelijke instellingen, heeft
besloten om de dodenherdenking te ver
plaatsen van 4 mei naar 3 mei. Mijns inziens
is dat een gemiste kans. De gezamenlijke
kerken hadden hier de handen ineen moeten
slaan.
Wat was het mooi geweest om eerst een
kerkdienst om 18.00 uur te houden, ieder
afzonderlijk daarin herdenken en
gedenken, daar je geloof te belijden en te
bedenken hoe mooi deze wereld is zonder
oorlog. Oorlogen die ontstaan mede door
verschillende geloven
Wat was het mooi geweest om gezamenlijk,
na de kerkdiensten, met alle gemeenteleden,
met alle kerkgangers, met alle inwoners naar
de plaats van herdenking te gaan. Samen
herdenken, of je nu christen, moslim of
atheist bent: het had een heel mooi ontroe
rend moment kunnen zijn. Ik denk dat de
Heer glimlachend had meegekekenü Nu is
het een gemiste kans.
LOUIS WAGENAAR
Halsjuk 50
Sommelsdijk
dius. Mei komt van Jupiter Mains, de god
van de groeikracht, Junius van Juno, be-
schermgodin van de vrouw, huwelijk en ge
boorte. September betekent zevende, okto-
ber achtste, november negende, december
tiende. Januari dankt zijn naam aan lanus,
eerst zonnegod, en later wachter aan de
hemelpoort. Februarius stamt van reini
gingsmaand, want dan vonden de reinigings-
offers plaats. Het Romeinse nieuwjaarsfeest
werd ter ere van hun jaargodin Aima Peren-
na op 15 maart gevierd.
Kunnen wij onze kamerplanten op het bal
kon zetten als we drie weken met vakantie
gaan?
Antwoord: Het wordt wel gedaan, omdat ze
daar van de regen kunnen profiteren. U moet
ze wel een dag tevoren onderdompelen in
handlauw water, zodat ze zich helemaal vol
kunnen zuigen. Borrelt het water in de bak
niet meer, dan plaatst u de bloempotten
tegen elkaar in een kist of krat die wordt aan
gevuld met turfmolm. Zet die op een beschut
plekje, dus zoveel mogelijk u it de wind en
in de schaduw.
Ons drinkwater werd onbetrouwbaar door
giflozingen bij de bron. Wat is nu beter: fles
sen bronwater van elders, frisdrank of
gedestilleerd water?
Antwoord: In gedestilleerd water zijn alle
organismen (ook de vele goede) vernietigd
en dat kunt u dus beter niet drinken. Fris
dranken zijn duur. Het veiligste zijn flessen
bronwater van de bekende merken.
geschapen? Om God te dienen en te eren,
heer over Zijn goede schepping te zijn. Maar
dat recht hebben we verspeeld. We hebben
onze plaats op de troon verkwanseld.
En nu krijgen mensen dat recht en die plaats
terug. Alle mensen? Nee, alleen de overwin
naars. Dat zegt Christus duidelijk: die over
wint. Dat wil zeggen dat er strijd aan vooraf
is gegaan. Strijd tegen alleriei vijanden, en
het meest nog tegen onszelf. Wie de strijd
ervoor over had, wie de oorlog heeft ver
klaard aan de duivel en de wereld en de zon
de, die krijgt een plaatsje op die troon.
Dan is het niet voor mij, zegt u, want ik lijd
de ene nederlaag na de andere.
Overwinnaar? De ben de grote verliezer. Ik
lig in die strijd telkens onder.
Hoort u goed wat Christus zegt? De zal hem
geven. Niet omdat u het verdiend hebt. Niet
omdat u zo dapper gestreden hebt. De zal hem
geven.
Weet u wat het geheim is? Gelijk De over
wonnen heb. Hij heeft de strijd gestreden en
de overwiiming behaald, dwars door de
nederlaag heen. Hij heeft de vijanden besUs-
send verslagen. En nu zit Hij op de troon, als
de grote Overwiimaar. Nu heeft Hij de stoel
der ere gekregen in het huis van Zijn Vader.
Maar die ereplaats is niet voor Hem alléén.
Allen over wie Hij Koning is geworden, die
onder Zijn banier gestreden hebben, mogen
in die overwinning delen.
Gij, Heer, alleen. Gij zijt
Verwinnaar in de strijd
En geeft'Uw volk de zegen.
Dkt is een vooruitzicht voor mensen die
nederlaag op nederlaag hebben geleden! Die
de strijd soms zo moe waren dat ze niet meer
verder konden! Met Christus zitten op Zijn
troon en eeuwig met Hem leven en regeren.
Dat is een belofte om het vol te houden. Om
de moed niet te verliezen. Om opnieuw de
strijd aan te binden tegen al Zijn en onze vij
anden. Want er wordt niemand gekroond dan
die wettig heeft gestreden.
Zoals Hij Zelf, om de vreugde die Hem voor
gesteld was, het kruis heeft verdragen en de
schande veracht, zo mogen wij in het strijd
perk van dit leven het hoofd omhoog steken
en zeggen:
Wij zullen de eerkroon dragen.
Door U, door U alleen,
om 't eeuwig welbehagen.
W. van Gorsel
Soms treilt het f^l<é°f- 'Eve.npe.mzm over woeker tijden, even degedacfiteti concen
treren op Het voorgeslacht Op wat was en niet tervg^mt. Il(he6 iemand geldend die
dat regdmati0 rfm£ !Hij l(eel(dm ool(Jezvust vooruit: Zo god het geeft, mijn graf.
'Bereid uW huis...
Een èegraafpbats is jneestdeen oase van rust engroai, ool<:jdCigt hij midden in ten
dn^stai&wijk^
Soms tre^ dat ool^
'Even uitstappen.
!Het was prachtig najaarsweer.
iHier werden moeder, vader, grootouders Begraven. 9üer sta if:^ hij de Cijn der geslach
ten^ 'Even stil, daarna een wandelingetje. Hier ligt, hier wacht, hier.
Ml
'Deze l(eer trefil(het niet Op eenmndepadenscharrelt een tweetalmanmn. Zwaar-
géouwd sjofelgel<fejed, getatoeëerd. Vet petje, wat onrustig gedrag, zenuwachtig
soms? ll^zou ze liever niet tegad<gmen in het don^r. In het licht eigenlij^oolQiiet,
zelfs niet op een Begraafplaats. 'Wat doen ze daar eigerdijkl
llQnoet er wel langs. 'We ^/(^n eO(sar eens aan.
lie een staat met tranen in z'n ogen te 1(^1^ naar zijn Broer, die met een versleten
stoffer een rozerode marmeren grafsteen sck)onVeegt. Een soBere telqt, vier woorden,
een wereld op zich.
Hier ügt onze. moeder.
Schaamte.
Schaamte over het vooroordeel.
(B^raafpCaats.
"Even uitstappen.
"Even naar Birmen ((ij^n.
Zaterdagavond 3 mei zal het Maimenkoor Ons Koor traditiegetrouw weer meewerken
aan de dodenherdening te Middelharnis, georganiseerd door Stichting Evenementen
Middelharnis, bij het monument aan de Hoflaan.
Dit jaar heeft het mannenkoor gekozen voor het lied 'De achttien Dooden', naar een
gedicht van Jan Campert en op muziek gezet door Jos Vranken. Het lied is gewijd aan
een groep van 18 Vlaardingers en Schiedammers, de Geuzen genoemd, die ter dood
werden veroordeeld en op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte door de bezetters
ter dood werden gebracht.
De tekst van de liederen is als volgt:
Een cel is maar twee meter lang en maar twee meter breed
maar kleiner nog is het stuk grond, dat ik nu nog niet -weet
Maar waar ik naamloos rusten zal mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal, geen zal de avond zien.
Ik zie hoe 't eerste morgenlicht door 't hoge venster daalt,
mijn God maak mij het sterven licht, en zo ik heb gefaald.
Gelijk een elk wel falen kan, schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man, als 'k voor de lopen sta.
Na het klokgelui zal het mannenkoor 'Blijf, met mij Heer' zingen, een vierstemmige
bewerking voor mannenkoor.
-42-
De man knikt en zijn gezicht krijgt een vreemde uit
drukking.
Vol verwachting turen ze nu allen door de beslagen
ramen naar buiten. Het is al laat in de middag en de
boterhammen, die haar tante voor hen had meege
nomen, zijn al lang op. Iedereen is de bootreis beu
en overal aan boord klinkt het gejengel van kleine,
vermoeide kinderen.
Ondertussen ronken de motoren van de boot mono-
toom verder en Marieke heeft moeite om haar ogen
open te houden. Het vroege opstaan eist nu zijn tol
en ze vecht tegen haar slaap.
"Daar!" gilt Elske ineens, "daar is een haven... Is
dat Stavenisse oom Gerard?"
Oom Gerard drukt zijn neus tegen het raam en knikt
verrast.
Ineens is Marieke klaarwakker en snel veegt ze het
beslagen raam schoon. In de verte ontwaart ze enke
le kleurloze vissersboten.
"Je hebt gelijk Elske, dat is onze eindbestemming,
vooruit... laten we vast onze koffers pakken, dan
kunnen we naar het dek lopen."
Er ontstaat een grote bedrijvigheid en de meesten
beginnen hun bezittingen bij elkaar te zoeken. Stave
nisse is de laatste haven waar de boot zal aaimieren,
om vervolgens weer terug te varen naar Rotterdam.
Beschermend houdt Marieke haar broertje tegen
zich aangeklemd, wanneer ze op de wiebelende
loopplank naar de kade loopt. Onder haar beukt het
zeewater met geweld tegen de kademuur en even
krijgt ze het vreseüjk benauwd.
"Doorlopen!" schreeuwt een stem achter haar en
hevig triUend loopt ze verder, totdat ze eindelijk
haar voeten op de vaste wal zet.
Cor, die iimiiddels op haar staat te wachten, legt zijn
hand op haar schouder en hij heeft als enige de angst
op haar gezicht gezien.
"Gaat het Marieke?" vraagt hij zacht, als hij voelt
hoe ze trilt.
Marieke is krijtwit, maar ze wil niet flauw doen. "De
plank was wat wiebeüg", zegt ze dapper en zet haar
broertje op de grond. "Eindelijk terug", fluistert ze
nauwelijks hoorbaar en plotseUng is ze haar moe
heid vergeten.
Iedereen gaat van boord en onzeker drommen de
mensen op de kade bij elkaar.
"De burgemeester wil nog iets tegen ons zeggen
voordat we naar ons nieuwe huis worden gebracht",
zegt oom Gerard, nadat hij wat informatie heeft
ingewonnen.
Marieke zucht geïrriteerd. Ze heeft geen zin om lan
ger te wachten want ze rammeh van de honger en
bovendien is het behooriijk fris op de kade. Het
liefst wil ze zo snel mogelijk naar hun nieuwe
woning en ze kan nauwelijks haar ongeduld bedwin
gen.
Na een aantal minuten verschijnt er een deftig
geklede man in slipjas, met een ambtsketting om.
VriendeUjk verzoekt hij om stilte. In een korte toe
spraak verwelkomt hij de nieuwe bewoners en
wenst hen veel geluk.
Een oude bus staat al te wachten om iedereen naar
de plaats van bestemming te brengen en gespaimen,
nerveus pratend met elkaar, gaan de meesten vlug
zitten. Overal worden koffers en plunjezakken neer
gezet en wanneer het vehikel zich in beweging zet,
klinkt er een opgewonden gemompel. Weldra zullen
ze dien de nieuwe Noorse huizen zien, waar men al
zolang op heeft gewacht.
HOOFDSTUK 19
De oude bus rijdt door de straten van Stave
nisse en velen turen nieuwsgierig naar bui
ten. Voor oom Ge-rard zijn dit moeilijke
momenten en Marieke ziet, dat hij onopvallend in
zijn ogen wrijft.
Gelukkig rijdt de bus niet door de Kerkstraat, waar
zijn huisje heeft gestaan. Het oude voertuig slaat een
zijweg in naar de polder en plotseUng ontwaart
Marieke aan de horizon leuke, pas geschilderde hui
zen.
Oom Gerard ziet ze ook en zegt met een duidelijk
hoorbare opluchting in zijn stem: "Dat moeten de
huizen zijn die Noorwegen aan Stavenisse heeft
geschonken!"
Tante Bep drukt nu ook haar neus tegen het raam en
haar gezicht begint te stralen.
"Jammer, dat we niet een week eerder konden
komen", zucht Janus, "ik las in de krant, dat konin
gin JuUana samen met de Noorse koning Stavenisse
heeft bezocht." Elske kijkt haar tante verbaasd aan.
"Was de koningin echt hier?"
Tante Bep knikt, want ook zij heeft dit bericht in de
krant gelezen. "Misschien heeft ze wel langs ons
nieuwe huis gelopen, Elske!"
De huizen komen steeds dichterbij en gespannen
voelt iedereen hoe de bus vaart minder. Oom Gerard
kijkt opgewonden naar de huisnummers, wanneer
ze langs de eerste woningen rijden.
"Volgens mij is dat tweede huis van ons", zegt hij
opgewekt en hij blijkt gelijk te hebben.
Wanneer ze allemaal vermoeid uit de bus stappen,
controleert oom Gerard het nummer van zijn sleutel,
om hem vervolgens weer zenuwachtig in zijn zak te
stoppen.
"Hier is het hoor!" roept hij enthousiast en Marieke
slaakt een zucht van verlichting. Gevoelsmatig weet
ze dat ze hier opnieuw gelukkig zal kunnen worden.
Het huis is klein en de wanden zijn van hout, maar
het ziet er heel gezeUig uit. Er hangen al gordijntjes
voor de ramen en er is zelfs een nieuwe stoep voor
hun huis gelegd.
Oom Gerard kijkt naar tante Bep en vervolgens naar
de kinderen. "Nou, wat vinden juUie ervan?" vraagt
hij opgeruimd.
Marieke kijkt haar broers en Cor aan. Het is duide
lijk te zien dat ze het huisje prachtig vinden. Arme-
chien en Elske zijn al naar de voordeur gerend, maar
oom Gerard heeft hem nog niet geopend,
"'t Is schitterend", straalt tante Bep, "onze oude
woning was lang niet zo mooi hoor, maar.dit huis
lijkt me wel wat klein voor ons allemaal."
"Daar valt wel wat aan te doen", antwoordt oom Ge
rard lachend, "onze handen zitten op de juiste plaats
en we kutmen er makkehjk nog een kamertje aan
bouwen."
Met trillende handen steekt hij dan de sleutel in het
slot en opent bijna plechtig de voordeur.
(wordt vervolgd)