'Een goede tijd, mét openheid en tranen' 'Wie zijn deze mensen in deze situatie?' De pure houding van vrijwilligers Palliatieve zorg is een vanzelfsprekendheid geworden mm I Integrale Kankercentra gaan netwerken palliatieve zorg ondersteunen Het begon met een burn out. Wat volgde was een periode, waarin hij gedeel telijk weer aan het werk ging. Er was zelfs een bui tengewone vakantie in Ier land. Het gebruik van anti depressiva kon worden afgebouwd en het aantal werkuren ging weer omhoog. Alles ging goed. Tot hij begin 2002 buik pijn kreeg en een beetje grieperig was. "Het is een jaar geleden", zegt Gretha van den Doel uit Middel- harnis. Ze vertelt het ver haal van haar man Leen, die in augustus overleed. Half april kregen we te horen dat Leen ernstig ziek was en ging je 't zien. Lichamelijk ging hij achteruit en hij was altijd moe." Het was een intensieve en emotionele periode, zegt Gretha van den Doel. Een periode van bloedprikken, echo's en leverpunctie. Een periode van moeilijke gesprek ken in het ziekenhuis. De tijd die we kregen werd voorzichtig in weken uitgesproken. Ik wil de een zo goed mogelijk perio de, zonder al die belastende onderzoeken. We hebben alles samen op een rijtje gezet, alle dingen besproken en alles gere geld wat je maar bedenken kunt. We hebben heel veel gepraat, in alle openheid." Leen zei: Ik wil deze tijd zo goed mogelijk benutten om alle dingen, die nodig zijn, te rege len." Dit hebben we ook samen gedaan, samen gehuild of elkaar moed ingesproken. Ook voor de verdere familie, vrienden en hulpverleners bleef hij belangstelling en aandacht houden. Doordat Leen zelf heel open was is het voor de meeste mensen, die langs kwamen ook een goede tijd geweest. Zelf doen Ze namen het besluit om Leen niet naar Calando te brengen. "Calando is onmisbaar, maar ik wilde het zelf doen", aldus Gretha, die in het dagelijks leven gezinsverzorgster is bij de Stichting Thuiszorg en Maat schappelijk Werk Goeree-Over- flakkee. "Sterven in de thuissi tuatie was beter. De palliatieve zorg deed ik zelf, ik was er mans genoeg voor. Maar: ik was natuurlijk niet alleen ver zorgster voor Leen, maar ook vrouw en echtgenote. Het moet duidelijk zijn welke rol je speelt." En je moet ook af en toe de zinnen kunnen verzet ten, vindt Gretha. Genieten van het kopen van kleding of in iets lekkers bij de koffie. "Je leven schudt, dan is het fijn als je even het gevoel hebt dat 't nor maal is. Die behoefte had ik gewoon." "Half juni ging het niet meer. We hebben zijn bed naar bene den gehaald en een badplank laten komen. Later moesten er ook technische handelingen worden gedaan. Ik zei: dat doe ik niet, daar is de wijkverple ging voor. Euthanasie wilden we niet, maar nodeloos rekken ook niet. De kwaliteit van leven is belangrijk. Ik ben er tot de laatste minuut bij geweest; je krijgt kracht van boven om het doen. Pas helemaal op het laatst hebben we Calando inge schakeld voor de pijnbestrij ding. Al met al was het een goede tijd, mét openheid en tra nen." Drempel over "Het was wel even vreemd", vertelt Els de Kam, de wijkver pleegkundige van de Zorg en Welzij ngroep, die op een gege ven moment ondersteuning ging bieden in huize Van den Doel. "Moest ik hier zorg bie den? Bij m'n collega van de gezinsverzorging, die alles zo goed voor elkaar had? Tja, ik moest best even een drempel over. Ik vond het moeilijk, maar dat kon ik ook in alle openheid zeggen. Ik hoefde trouwens nooit ergens omheen te draaien. Alles ging open en eerlijk. Voor mij was het een situatie als een donkere wolk met een gouden randje." Wat doet de wijkverpleegkundi ge als er sprake is van een ter minaal ziekbed? "Dat is hele maal afhankelijk van de situ atie", zegt Els de Kam. "In deze situatie coördineerde Gretha de zorg zelf en dat heb ik zo gela ten. Ik bewoog me wat meer op de achtergrond. Maar in de meeste gevallen regel je de gehele zorg rond een cliënt in de laatste levensfase In feite ben je als wijkverpleegkundige de spil in de zorg. Je onder houdt contacten met de huis arts, de gezinsverzorging, vrij willigers en medewerkers van Calando. In de praktijk houdt dit in dat je ook hulp biedt bij lichamelijke verzorging, advise ren over voeding, voorkomen van doorliggen, uitleen van ver- pleegartikelen, medicijngebruik en zo nodig ook toedienen, kortom alles wat bij de zorg komt kijken. Dit alles zo com fortabel mogelijk voor de cliënt en zijn omgeving. Het is daar bij heel belangrijk dat de man telzorg het vol kan houden. Je signaleert of er nachtzorg nodig is of een eventuele opname in Calando. In het begin kwam Els de Kam of een van haar colle ga's dagelijks een halfuurtje bij Gretha en Leen over de vloer. Later liep dat op naar drie bezoekjes per dag. "We praten over 24-uurs zorg, maar dat wil niet zeggen dat er 24 uur per dag verzorging aanwezig is, maar wel dat er in noodsitu aties een beriekbare dienst kan komen. We hebben trouwens ook de mogelijkheid van nacht zorg, dat betekent dat er een zuster komt van elf uur 's avonds tot zeven uur de andere ochtend. Bij Gretha en Leen heb ik het wel aangeboden, maar ze hebben er geen gebruik van gemaakt." Stukje meelopen "Het mooie van mijn werk in deze situaties", vervolgt Els de Kam, "is dat je een stukje kunt meelopen, dat je een luisterend oor biedt. Gewoon: er zijn. Een stukje menselijkheid geven, ook aan het eind van het leven, en daar een praktische invul ling aan geven, afgestemd op de desbetreffende situatie. Pro beer er met elkaar een waarde volle afsluiting van te maken!" Gretha van den Doel kan zich daar helemaal in vinden. "Pre cies daardoor kon ik 't allemaal aan. Goede hulp, maar vooral: een luisterend oor. Dat is heel, heel erg belangrijk." Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de negen integrale kankercentra aangewezen om ondersteuning te bieden aan netwer ken van zorgverleners en instellingen die zich in hun regio bezighouden met palliatieve zorg. Voor de regio Zuidwest -Nederland, Zeeland en een gedeelte van West-Brabant krijgt het Integraal Kankercentrum Rot terdam (IKR) die rol. Het Centrum voor Ontwikkeling Palliatieve Zorg - Rotterdam (COPZ-R) heeft de afgelopen jaren een belangrijke impuls gegeven aan de ontwikkeling en het op de kaart zetten van de palliatieve zorg in Nederland. En wel door onderzoek, ontwik keling van onderwijs en het beter laten aansluiten van de zorg bij de vraag van patiënten. Per 1 januari 2004 eindigt de projectperiode van het COPZ-R. In de aanloop daar naartoe werken het ontwikkelingscentrum en het IKR intensief samen om te komen tot een goede en slag vaardige ondersteuningsstructuur voor de regio. Het IKR heeft daarom een afdeling palliatieve zorg opgericht. Deze afdeling neemt een belangrijk deel van de taken van het COPZ-R over. Samenhang en afstemming Het IKR krijgt vooral een coördinerende en ondersteunende rol voor de lokale netwerken en de regionale consultatieteams. Een coördinator palliatieve zorg fungeert als aanspreekpunt voor de regio. Daarnaast zorgt de coördinator voor samenhang, afstemming en uitwisseling van ervaringen binnen de regio. Andere aspecten die een rol gaan spelen zijn deskundigheids bevordering, kwaliteitsverbetering en de implementatie van onderzoeksresultaten. De afgelopen jaren is veel tot stand gekomen. In de IKR-regio functioneert al een groot aantal lokale netwerken palliatieve zorg zoals op Goeree Overflakkee, al dan niet met een gespe cialiseerd team dat andere hulpverleners kan bijstaan. Belang rijk aandachtspunt voor de komende tijd is het verbreden van de contacten. Vooral met aanbieders, waarmee het IKR tot nu toe minder te maken had, zoals verpleeg- en verzorgingshui zen, hospices en vrijwilligersorganisaties. Meer informatie: Pietemei Geurts, coördinator palliatieve zorg IKR, telefoon 010-4405839, e-mail: geurts(g)ikr.nl Tweeëndertig vrijwilligers telt Calando op dit moment en daarvan wer ken er vijftien in de thuis zorg. Naast het medisch en verpleegkundig personeel spelen vrijwilligers een niet te onderschatten rol in de palliatieve zorg. Ella Scheermeijer is coördina tor vrijwilligers. Zij vertelt De palliatieve zorg heeft in korte tijd een enorme ont wikkeling doorgemaakt. Van een betrekkelijk onbe kend fenomeen, in de jaren negentig van de vori ge eeuw op Goeree-Over- flakkee geïntroduceerd en vormgegeven, tot een begrip, breed gedragen en gewaardeerd. Over deze ontwikkeling vertelt P.C. van der Velden, medisch directeur van hospice Calando en internist/onco loog van het Van Weel Bet- hesda Ziekenhuis in Dirks- land. "Toen wij een jaar of zeven geleden op het fenomeen hospi ce stuitten en onze gedachten vormden, waren er in Neder land maar een paar hospices. We zagen dat de zorg voor patiënten met kanker in het ter minale stadium in het zieken huis tekortschoot. Zo ontstond hospice Calando uit een zeker idealisme en nu bestaat het vijf jaar. In het begin was het niet helemaal duidelijk of er wel behoefte was. Het hospice was iets nieuws in de gezondheids zorg en het kostte best wat tijd voordat bijvoorbeeld de huisart sen, de bevolking en de patiën ten eraan gewend waren. Het idee was dat Calando een sterf huis was, een huis van droefe nis." Maar, geeft Van der Velden aan, nu het eerste lustrum erop zit, is het beeld grondig bijgesteld. "Calando is een vanzelfspre kendheid geworden. Het huis ligt voortdurend vol en is eigen lijk te krap. De huisartsen heb ben de palliatieve zorg een dui delijke plaats gegeven en de patiënten zien Calando niet lan ger als een sterfhuis. Er zijn immers ook tijdelijke opnamen, bijvoorbeeld om het thuisfront te ontlasten, en klachtenbestrij- ding speelt ook een rol in het hospice. Nee, er heerst niet alleen maar droefenis." Kenniscentrum Volgens de medisch directeur zal het hospice zich steeds meer gaan ontwikkelen als een kenniscentrum. "Wij liepen vooruit op een trend, nu heb je overal hospices. Zo kunnen we dienen als een kenniscentrum voor heel Nederland. Niet voor niets hebben we heel wat bezoek gehad van politici en mensen die elders met initiatie ven bezig waren. Op dit moment lopen we weer voorop met het Mobiel Palliatief Team. Ook daar is weer heel veel belangstelling voor." Over het Mobiel Palliatief Team (MPT) vertelt Van der Velden: "De vraag naar palliatieve zorg thuis neemt sterk toe en daar spelen we met het MPT op in. Maar daarnaast blijft Calando intact voor wie het in de thuis situatie echt niet meer lukt. Een hospice is dan een betere plek dan een ziekenhuis of een ver pleeghuis. Via het MPT kunnen we heel wat betekenen voor de zorgverlening thuis: de wijk verpleging en de huisarts. Die zorgverleners een overlijden ten gevolge van kanker minder vaak mee dan wij. Het kan dan zinvol zijn als er iemand mee kijkt die de problemen en klachten in zo'n situatie kent. Zonder dat de hulp wordt over genomen, overigens. Daar komt nog bij dat een laatste levensfa se heel lang kan duren en dat de wijkverpleging of de huis arts soms klem loopt. Dan is een frisse blik van een ervaren iemand van het MPT een uit komst." Thuis blijven "Voor de patiënt", vervolgt dok ter Van der Velden, "is het pret tig als hij thuis kan blijven en dat zijn klachten zo goed mogelijk bestreden worden. Het MPT heeft de expertise in huis en is tevens op de hoogte van de technische handelingen die daarbij komen kijken, zoals het aanbrengen van medicijnen onder de huid. Dat kan nu thuis, zodat een opname niet nodig is." Van der Velden is behalve medisch directeur van Calando ook internist/oncoloog van het Van Weel Bethesda Ziekenhuis. Daarmee belichaamt hij als het ware de relatie die hospice en ziekenhuis met elkaar hebben. "Het ziekenhuis maakt deel uit van het Netwerk Palliatieve Zorg. Als we patiënten met kanker in het ziekenhuis krij gen, kijken we eerst of een plek in Calando geen betere optie is. Mede door het hospice is er een grote stroom van patiënten naar Dirksland op gang gekomen. Heel veel huisartsen, ook van verre, kennen onze expertise inmiddels." over het opleiden en func tioneren van deze vrijwil lige krachten. "Het vrijwilligerswerk valt uit een in twee gedeehen. Ten eer ste: het werk in Calando zelf. Ten tweede het werk in de Vrij willige Thuiszorg (VTZ). Ieder een krijgt dezelfde opleiding en daarna kan men kiezen. Er zijn overigens ook verschillende vrijwilligers die zowel in het hospice als in de thuiszorg actief zijn." Houdingsaspecten "Onze opleiding", vervolgt EUa Scheermeijer, "is vooral gericht op houdingsaspecten, de per soonlijkheid waarmee je voor iemand zorgt. De houding moet respectvol zijn. Je moet jezelf op de tweede plaats kunnen zetten. Dat vergt veelal een omslag in het denken; veel mensen komen hier met het idee dat ze willen helpen, iets doen en iets betekenen. Maar in de cursus keren wij dat om. Soms is het goed om er alleen maar te zijn. Of juist om er niet te zijn." De opleiding voor vrijwilligers in de palliatieve zorg duurt vier tot vijf maanden. Een verpleeg kundige of verzorgende achter grond kan handig zijn, maar is geen vereiste. "Het is veel belangrijker om aanwezig te zijn", verklaart Ella Scheerme ijer. "Onze vrijwilligers komen dan ook uit alle lagen van de bevolking. Mannen en vrou wen van verschillende leeftij den en met diverse opleidin gen. Wel hebben ze vaak iets meegemaakt of zijn ze door iets geraakt." Verschil Vrijwilligers die in het hospice werken hebben collega's bij de hand. Daaronder bevindt zich bovendien altijd een verpleeg kundige. In de thuissituatie werken vrijwilligers echter veelal alleen. "Sonunige men- Medische zorg, verpleging, pastorale hulp - bij pallia tieve zorg komt het alle maal aan de orde. Maat schappelijk werk wordt misschien niet zo gauw in verband gebracht met de zorg voor stervenden en hun omgeving, maar ook deze tak van hulpverle ning kan een zinvolle rol vervullen. Nel Bakker, maatschappelijk werker bij Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Goeree-Overflakkee, ver telt daarover. "De palliatieve zorg is in de eer ste plaats in handen van de thuiszorg, de wijkverpleging, de huisarts etc. Medische hulp en verzorging staat voorop. Dat het maatschappelijk werk erbij betrokken is, komt niet zo vaak voor. Wel als er bijvoorbeeld relationele problemen zijn, die ook nog eens door de ziekte vergroot kunnen zijn. Of als de sterkste partner ongeneeslijk ziek is en wegvalt. Dan kunnen wij meedenken over hoe het nu verder moet. Is er een opname nodig of andere woonruimte, dan kunnen wij doorverwij zen." De inspanningen van het maat schappelijk werk - verwijzing, informatie, advies - zijn echter in dit kader niet gericht op het zo snel mogelijk oplossen van een probleem. "Wij houden ons meer bezig met wat het voor de betrokke- sen vinden dat moeilijk. Ze missen de steun en hebben in de lange uren behoefte aan wat afleiding. Andere mensen zijn rustiger van aard en vinden dat juist prettig. Overigens is er ook in de thuissituatie altijd back-up aanwezig: de wijkver pleging of Calando. Wij kijken sterk naar de situatie als we gaan indelen: deze patiënt is het beste af met deze vrijwilli ger." "Het mooie van dit werk is dat je als vrijwilliger heel dicht bij de mensen kunt staan. Mensen zijn in deze levensfase ontdaan van alle maskers. Die zijn er gewoon niet meer. Waar het om gaat is puur aanwezig zijn. Dat vergt een pure houding", aldus Ella Scheermeijer, die elk jaar weer een nieuwe groep van acht tot tien vrijwilligers opleidt. nen betekent om met zo'n pro bleem te maken te hebben. Hoe ziet het probleem er precies uit? Wij kijken minder naar het medische. Nee, wie zijn deze mensen in deze situatie, daar gaat het bij ons om. Kan de patiënt doorpraten over hetgeen hem bezig houdt in zijn proces? Kan hij of zij ermee overweg als er opgebroken relaties zijn, bijvoorbeeld als een kind niet meer thuis komt? Is het dan mogelijk afscheid te nemen van het leven? Wij denken daarin mee en kunnen het sociale net werk inschakelen. We kunnen ook iets betekenen als partners niet kunnen doorpraten ot elkaar voortdurend sparen; dan lopen ze hun eenzame weg en kunnen ze niet terugkijken op de dingen die ze gedeeld heb ben. Het is tenslotte toch heel bijzonder als er een eind komt aan een uniek mensenleven. Het is goed als partners in zo'n situatie tegen elkaar zeggen wat ze voor elkaar betekend hebben. Expliciet. Dat kan heel belangrijk zijn bij de verwer king." Rouwverwerking "Als de palliatieve fase goed verlopen is, verloopt het rouw proces ook gemakkelijker", ver volgt Nel Bakker. Na het overlijden kan het maat schappelijk werk een rol spelen in de rouwverwerking. "Het kan zijn dat degene die achter blijft in het begin heel flink is. Het is ook zo onwezenlijk en er wordt enorm meegeleefd. Maar na een aantal weken of maan den kan het gebeuren dat de omgeving niet goed raad weet met de situatie en vermijdt over de overledene te spreken. Samen verdriet hebben is ech ter beter. Zeg gerust, als je naar een verjaardag moet: ik zag er tegenop om die en die redenen. Sta jezelf toe te huilen en praat erover. Dan is er toch meestal een aanknopingspunt. Doe je dat niet, dan heb je het niet over de lege plek naast je kun nen hebben en heb je een vre selijke verjaardag." "Het gebeurt vaak dat achterge bleven partners boos en wanho pig of tijdelijk moeilijk in de omgang zijn. Ze zijn een stuk van zichzelf kwijtgeraakt. Ik zeg dan: dat hoort bij de rouw, het is niet afwijkend of abnor maal. Wij leren wel om ermee om te gaan." Zo kan het maat schappelijk werk een rol spelen voor patiënten, partners en ver wanten, en - wellicht in de toe komst - ook voor medewerkers van Calando en het Mobiel Pal liatief Team. "Ze zijn immers constant bezig met patiënten in de laatste levensfase. Dat is zonder meer zwaar." oicinoo

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 9