Overdenking
*"*"Sf «Wheels lor the worid"
JJSjkvenster
uit de
Heilige Schrift
Werkgroep Oost-Europa:
EIIAI1DB1-I1IEUW5
HET
Filmavond Spiritteam
Ophalen oud papier
Ouddorp
Blik op kerk ^^y
en samenleving Cy
- grondrechten
- volgorde
- rechtszaken
- hoelang nog?
BlttMUDH ümeHOEK
PUKPIHSTK PLUKKBN
GUO STINKT N06 NIET
GIFOaUP-HOK
De taal van het bloed
PAGINA 5
VRUDAG 28 FEBRUARI 2003
Onlangs was ik getuige van een min of meer
politieke discussie. Een discussie waarbij de
bekende standpunten naast elkaar, of tegen
over elkaar werden gezet, waarbij ieder z'n
eigen inbreng had en de standpunten nog
eens toelichtte. Tenslotte leverde één en
ander toch geen resultaat op, althans de
gesprekspartners kwamen er niet uit. Toch is
het probleem interessant genoeg - en naar ik
meen ook relevant - om erover na te denken.
Het ging over de zogenaamde volgorde van
de grondrechten. Je kunt ook zeggen om de
botsing van de grondrechten. Sinds jaar en
dag kennen we in Nederland grondwettelij
ke vrijheid van godsdienst, vrijheid van
meningsuiting, enzovoorts. Maar er is in de
Grondwet een bepaling bijgekomen. Het
zogenaamde gelijkheid of non-discriminatie
beginsel. Op zichzelf bevat deze bepaling
niets verkeerds. Zij houdt eigenlijk niet méér
in dan dat alle burgers voor de wet gelijk zijn
en dat gelijke gevallen gelijk worden behan
deld. Dat wil zeggen dat bij de beoordeling
geen rol mag spelen tot welk volk of tot welk
ras iemand behoort, of welke levensopvat
ting hij of zij er op na houdt.
Zo'n artikel - daar is natuurlijk niets mis
mee. Het probleem is de plaats waar het
staat. Het is namelijk artikel 1 van de Grond
wet, terwijl de artikelen 6 en 7 handelen over
het recht op vrije meningsuiting en over de
vrijheid van godsdienst.
Dat alle mensen voor de wet gelijk zijn
spreekt een groot deel van de bevolking ken
nelijk aan. En dit gedeelte is dan ook van
mening dat artikel 1 belangrijker is dan de
volgende artikelen. Met andere woorden dat
artikel 1 de andere artikelen overheerst. Het
zou zelfs blijken uit de nummering, het eer
ste artikel is natuurüjk belangrijker dan het
zesde of het zevende. Concreet betekent dit,
dat je op grond van godsdienst of van vrije
meningsuiting niet alles mag zeggen. Zodra
je daarmee anderen krenkt zou je in strijd
komen met artikel 1, het non-discriminatie
beginsel.
De discussie over die volgorde duikt steeds
weer op, ook naar aanleiding van bepaalde
uitlatingen waarover mensen zich voor de
rechter moesten verantwoorden. Ik denk aan
Jenny Goeree, die herhaaldelijk gezegd en
geschreven heeft dat de joden de holocaust
over zichzelf hebben afgeroepen. Aan de
politieagent Van der Wende en aan Leen van
Dijke die homoseksualiteit zonde voor God
hadden genoemd. Aan Ds. Herbig die zelfs
had gesproken over een vuile en vieze zon
de.
En wanneer dan de rechter komt tot vrij
spraak, omdat verdachte niet de bedoeling
had te beledigen, maar die uitspraken deed o
grond van de Bijbel, dan schreeuwen de
humanisten, en met name de homo's, dat
christenen in dit land dus op grond van vrij
heid van godsdienst vrijelijk anderen mogen
beledigen...
Tot nog toe is ieder geval afzonderhjk door
de rechter behandeld. Een uitspraak over de
volgorde van grondrechten of over de graad
van belangrijkheid is daarmee nog niet
gedaan. Of dat in de toekomst zo zal blijven
is de vraag. Dat het non-discriminatie begin
sel op de eerste plaats staat, zegt op zichzelf
niets, er moet in de nummering nu eenmaal
een 1, een 6 en een 7 zijn. Maar wanneer een
(grote) meerderheid van ons volk vindt dat
vrijheid van godsdienst en van meningsui
ting ondergeschikt is aan het beginsel dat de
ander niet mag worden gediscrimineerd, dan
zou het wel eens zo kunnen zijn dat we op
grond van de Bijbel niet meer in het open
baar mogen zeggen dat een bepaalde manier
van leven zondig is.
Zo ver kén het komen, als de norm van het
Woord van God door de samenleving wordt
losgelaten en als de meerderheid van het
volk bepaalt wat er wel en wat er niet gezegd
kan worden.
Waarnemer
••/N.„r»».
o^'» i 'j^:,^
Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er
kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu
ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met
in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door
deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending
compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
Waarom horen wij de laatste tijd niets meer
over die geheimzinnige driehoek waar
zoveel boten en vliegtuigen met man en muis
zijn vergaan zonder een spoor na te laten Is
het raadsel opgelost?
Antwoord: Dat wij daarover weinig meer
vernemen hangt samen met het teruglopen
van het aantal ongelukken, dank zij de
inmiddels verzamelde kennis over dit
gedeelte van de Atlantische Oceaan ten oos
ten van de Verenigde Staten, de betere
berichtgeving over de weersverwachtingen
en de foto's, welke er nu dageüjks met
behulp van de sateUieten in de ruimte wor
den gemaakt van alle bewegingen in de aard
se dampkring. De meteorologen kunnen alle
betrokkenen daardoor éérder waarschuwen
voor elke onverwachte weersverandering en
bijv. een plotseling ontstaande tropische
cycloon. Het zeegebied tussen de Bermuda
eilanden, Portorico en Miami in Florida is
namelijk de ontmoetingsplaats van luchts
tromen met zeer uiteenlopende temperaturen
en daardoor o.m. de geboorteplaats van vele
onweersbuien, wervelwinden en tornado's.
De oceaanbodem verloopt er ook zeer gril
lig, hetgeen mede invloed heeft op zeestro-
mingen en golfslag. Het uitvallen van de
radioverbindingen kan veroorzaakt zijn door
de atmosferische storingen. De geheimzin
nigheid is er ondertussen wel af.
Ik wil het beschadigde plakplastic in de aan-
rechtkastjes vervangen. Hoe kan ik dat oude
laagje er uit verwijderen?
Antwoord: Aangezien het losmaken een erg
lastige en vaak een tijdrovende 'klus' is, en
u bij dat werk de kans loopt kast en kleding
te beschadigen, adviseren wij u de oude laag
behoorUjk te reinigen en vooral vetvrij te
maken. Daarna kunt u het nieuwe materiaal
gewoon over het oude plastic heen plakken.
Waarom zeggen de mensen toch "Geld
stinkt niet"? Is er dan wel eens een betaal
middel geweest dat wel vies geurde?
Antwoord: Dat gezegde danken wij aan de
zuinige Romeinse keizer Titus Flavius Ves-
pasianus, die regeerde van 69 tot 79 na Chr.
Hij moest na het wanbeheer van Nero de
De betere woninginrichting sinds 1920
Zandpad 36. Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84
Morgenavond staat er een film op het pro
gramma. Dus juUie zijn allemaal van harte
uitgenodigd. Ben je 12 jaar en niet ouder dan
15 jaar, dan ben je van harte uitgenodigd om
naar verenigingsgebouw 'de Ark' in Goede-
reede te komen. De deuren zijn om 19.00 uur
open. De avond duurt van 19.30-21.30 uur.
Op zaterdag 1 maart komt de Kon. Beatrix te
Ouddorp school weer langs om oud papier
op te halen. U mag ook uw karton inleveren.
Zet alles s.v.p. goed zichtbaar en goed
gebundeld aan de straat. Ook in de Oostdijk
en omgeving zal opgehaald worden. Vrien
delijk verzoek hierbij is, met het oog op de
vrijwilligertjes die helpen bij het ophalen, de
pakketten niet zwaarder te maken dan ten
hoogste tien kilo. U wordt verzocht het
papier uiterlijk 8.30 uur droog gereed te
hebben staan. Ook mensen die hun papier en
karton tot nu toe in hun afvalbakken deden,
worden uitgenodigd dit voortaan gereed te
zetten, zodat zoveel mogelijk papier gerecy
cled kan worden. Gelieve geen papier of kar
ton bij de containers bij Gemeentewerken of
op school neer te zetten. Als U het echt niet
langer kunt bewaren, kan het na telefonische
afspraak worden ingeleverd. Belt u dan
(0187) 682124, 683676 of 682490.
De ouders wordt verzocht om kinderen jon
ger dan 9 jaar niet met broertjes of zusjes
mee te sturen om papier op te halen. De
organisatie zal niet aansprakelijk zijn indien
zich ongevallen voordoen; daarom worden
kinderen jonger dan 9 jaar en die niet onder
begeleiding van een ouder zijn, naar huis
gestuurd.
De opbrengst over de maand december was
2.021,64 (39.640 kg). De opbrengst over
de maand januari was bij het ter perse gaan
van dit bericht nog niet bekend.
financiën saneren en voerde nieuwe belas
tingen in, zelfs op het gebruik van urine uit
de openbare toiletten door de leerlooiers.
Toen zijn zoon Titus hem wees op de
onwaardige wijze waarop hij die vermeerde
ring van inkomen verkreeg, toonde zijn
vader hem een munt en sprak; "Pecunia non
olet", ofwel; "Geld stinkt niet". Hoe het ver
diend wordt, maakt niet uit
Ik ga een hondenhok timmeren. Wat is heter
voor het hout, carbolineum of creosootolie?
Antwoord: Gebruik maar liever een gifvrije
verf, als uw hond u lief is. Beide stoffen zijn
schadelijk voor de gezondheid van mens en
dier. Het is al gevaarlijk de dampen ervan in
te ademen, maar bovendien kan er onder
invloed van de zonnestralen een verbranding
van de huid optreden. Het ergst als men
deze, uit antraceenolie gewonnen teerpro
ducten, aanbrengt, maar ook als ze eenmaal
in het hout verwerkt zijn. Onder invloed van
zonlicht en warmte verdampt de vloeistof en
uw hond zou die gifdamp de gehele dag
inademen. En kinderen die met het dier
komen spelen, lopen dan eveneens gevaar.
"Het bloed van Jezus Christus,
Gods Zoon, reinigt ons van alle
zonden (I Johannes 17).
Een besmetting, een infectie, het kan alle
maal levensgevaarlijk zijn. Zéker voor
bejaarden en zieken. Zij hebben geen of te
weinig weerstand. Daarom worden zij zo
goed mogelijk verpleegd. En als je op straat
gevallen bent, worden er voorzorgsmaatre
gelen getroffen om een ernstige ziekte te
voorkomen. Dat zijn gevaren, die duidelijk
aanwezig zijn. Maar er zijn ook dingen die
ons leven bedreigen, zonder dat we het aan
vankelijk beseffen. Zware metalen kunnen
zich in het lichaam ophopen en na verloop
van lange tijd een ernstige ziekte veroorza
ken.
Johannes spreekt óók van een ernstige
besmetting. De smet van de zonde. Die is
dodelijk. Er is geen geneesmiddel. En wat
dat betekent, wéten we in onze tijd, waarin
we van aids horen. De besmetting van de
zonde hebben we opgelopen in het paradijs.
Niet onwetend, zoals in ons leven wel eens
gebeurt dat stoffen pas na lange tijd een ziek
te veroorzaken, zoals asbest. Maar dat was
vroeger niet bekend. De besmetting door de
zonde is geen gevolg van onwetendheid. De
Heere had er duidelijk genoeg voor gewaar
schuwd! En dén te bedenken, dat die
besmetting doorgaat van het ene geslacht
naar het andere.
Dit alles betekent; ten dode opgeschreven.
Dat is geen pessimistisch, somber beeld van
ons leven. Het is inderdaad vreselijk. En óók
bedrieglijk. We kuimen er aan de buitenkant
schoon en gezond uitzien en tóch dodelijk
ziek zijn. Is er dan geen middel tot genezing?
Zijn er geen knappe, deskundige mensen,
die dit ontwikkelen? Nee, er is geen enkele
mogelijkheid om aan de dood, die op de
besmetting van de zonde volgt, te ontkomen.
Er is wél een middel tot genezing! Johaiuies
biedt het ons aan. Hij spreekt over "het bloed
van de Heere Jezus, dat reinigt van alle zon
den!" Dat bloed reinigt. Zo spreekt de Schrift
op vele plaatsen. In de tempel, in het heihge
der heiligen, werd het bloed van dieren
gesprenkeld op de ark der verzoening. Als
een profetie van de komende-Hogepriester,
die ons tegeüjk voorgesteld wordt als 'het
Lam Gods'. Hij gaf Zijn bloed. Het druppel
de al op de aarde toen de Heiland in zware
zielenstrijd in Gethsémané op de aarde ter
neer lag. Het werd zichtbaar door de door
nenkroon en door de geseling, die de Heere
onderging. En toen dat kruis....
En daardoor reinigt het. Het is tot totale gene
zing, zoals een melaatse ook door de Heere
genezen werd. Het is tot genezing van hen
die de dodelijke besmetting van de zonde in
hun bestaan meedragen. Het is de zonde,
waardoor wij schuldig staan voor God. Door
die zonde zijn wij aan de toom van God
onderworpen. Dat is de prediking van de wet,
van Gods gerechtigheid.
De Heere Jezus heeft Zijn bloed gegeven.
Als de Zoon van God. Hij is door Zijn eigen
Vader in het oordeel overgegeven en die weg
was zó zwaar voor de Heiland, dat Hij aan
het kruis de Vademaam niet eens meer op de
lippen kon nemen. Hij heeft de straf op zich
genomen. Hij heeft de last van de toom van
de Vader, onder welke wij eeuwig hadden
moeten verzinken, op zich genomen. Dat is
het wonder van de verzoening. Daar komen
we niet over uitgedacht. De eeuwige liefde
van de Vader, de gehoorzaamheid van de
Zoon en dat alles tot eeuwig heil.
Het is de prediking van het bloed. Het bloed
van Abel, dat over de aarde stroomde, riep tot
de hemel en Kaïn is er voor op de vlucht
geslagen. Maar het bloed van de Heere Jezus
getuigt van andere dingen. Het spreekt van
vergeving en verzoening, omdat de Heiland
gehoorzaam was tot de dood, om zondaren
van de eeuwige dood te verlossen.
En er is géén tekort. Johannes mag ervan
getuigen dat het bloed van de Heere Jezus
reinigt van alle zonden. Als er na een medi-
cijnkuur maar één bacterie in ons lichaam
zou overblijven, worden we wéér ziek. Zo is
het ook in het leven der genade. Als er maar
één zonde zou overblijven, dan zouden we
verloren gaan, want zelfs door die ene zonde
zouden we voor de Heere nog schuldig staan.
Maar wat een rijk evangelie! Alle zonden.
Mijn daden, mijn woorden, mijn gedachten.
Zo wordt het ook keer op keer beleden aan de
tafel des Heeren; "Het bloed van de Heere
Jezus, vergoten tot een volkómen verzoening
van alle zonden".
Hebben we zó de toevlucht tot de Heiland
mogen nemen? Dan leren we alles uit handen
te geven. As we dat niét leren, blijft het kruis
een ergemis of een dwaasheid. Maar als we
de werkelijkheid van ons leven onder ogen
leerden zien, blijft er slechts verwondering
over. Het bloed van Christus, dat reinigt van
alle zonden. Zo komt er vrede in het hart.
Ondanks alle strijd. Want als we uit genade
leven, blijven we de kracht van de zonde voe
len. Daarom is het zo'n wonder, dat we de
tekst zó mogen lezen; "Het bloed van de
Heere Jezus reinigt altijd weer opnieuw van
de zonde". Dat is nodig, want we komen er
nóóit boven uit. Dag aan dag hebben we
nodig dat we delen in Christus' Middelaars-
werk.
En dan wordt het ook persoonlijk. De Heere
verlost. Maar dan wel van de beleden zon
den. Dat is geen beperking. Dat is de vraag
naar de beleving van ons hart. Ook in Johan
nes' tijd waren ze er die de zonde niet bele
den, maar erin volhardden. Hoe zou je dan de
ware vrede kennen? De Heere spreekt over
zonden, die beleden en ook bestreden wor
den. En als je het dan elke dag weer verliest,
is daar het altijd- en alles reinigende bloed
van Christus.
Zijn ook uw zonden afgewassen? Begeert u
met uw zieke en ten dode opgeschreven
bestaan bij de Zoon van God te schuilen?
Dan gaan we de woorden van Johannes spel
len; "Het bloed van de Heere Jezus, tot ver
zoening, tot genezing, tot reiniging!" Zo
wordt de Kerk des Heeren als een reine en
onbevlekte Bruid aan de Vader voorgesteld.
Dankzij de prediking van het bloed. Het
bloed, dat aanklaagt, het bloed dat reinigt en
waardoor wij de zonde bewenen en de gena
de bezingen. Dat wordt gehoord in de eeuwi
ge heerlijkheid; "Gij hebt ons door Uw bloed
gekocht uit alle volken, talen en naties!" Zul
len we meezingen?
Werkendam, ds. W. Arkeraats
Wist u dat er in de wereld miljoenen mensen zijn met een
mobiliteitshandicap? Dat deze groep 11% van de wereld
bevolking vormt? En dat tweederde van deze mensen ver
stoten worden in hun omgeving, vanwege deze handicap?
Ze zijn vaak werkeloos en raken eenzaam en verwaar
loosd. De Werkgroep Oost-Europa helpt via de stichting
JONI een aantal van deze mensen aan een hulpmiddel,
zodat ze niet meer kruipend over de wereld hoeven en
zichzelf weer kunnen verplaatsen in hun eigen leefomge
ving. De Stichting JONI deelt uit wat voor velen van ons
de gewoonste zaak van de wereld is: bewegingsvrijheid.
Ben en Tineke van der Meer van de stichting JONI and friends
Nederland weten welke taferelen er onder andere in de Oekraïne
afspelen bij mensen met een mobiliteitshandicap. Anouska is een
vrouw van 70 jaar. Ze moet hard werken om in haar eigen levens
onderhoud te voorzien. Ze kan niet lopen, maar kruipt elke dag
over de grond naar haar tuintje om daar nog wat te kunnen wer
ken voor de kost. Een oude vrouw van 90 heeft na 25 jaar een rol
stoel gekregen. Haar dochter was al 15 jaar niet naar buiten
geweest omdat ze niet kon lopen zonder rollator. Constantinn ligt
al 16 jaar op bed en kan via de stichting JONI eindelijk weer eens
genieten van de buitenlucht. In 2002 werden door 'Wheels for the
World' - de afdeling reparatie en revisie van de stichting JONI -
maar liefst 1188 rolstoelen bezorgd bij mensen die daar dringend
behoefte aan hadden. Daarnaast verzorgde ze de uitgifte van vele
krukken, rollators, looprekken en ziekenhuisbedden. Een van de
leden van de werkgroep Oost Europa kwam in aanraking met
'Wheels for the World' en wist meteen; hier gaan de meer dan
veertig rolstoelen heen die we hebben gekregen van particulieren,
verpleeg- en verzorgingshuizen. Vrijdag 21 februari 2003 was
het moment van inladen, waarna het transport naar Almelo kan
plaatsvinden, waar de rolstoelen worden nagekeken en zo nodig
gereviseerd. Dit transport werd geheel kosteloos verzorgd door
Flakkee Verhuizingen. Een prachtig gebaar.
-25-
)e onzekerheid van de afgelopen weken is nu voorbij,
naar het grote verdriet dat ervoor in de plaats komt, is
nog moeilijker te dragen.
Annechien rent naar Rietje om haar ook het droevige
nieuws te vertellen en het dienstmeisje veegt ontroerd
haar tranen weg. "Haal Marieke maar Annechien",
zegt Rietje aangedaan, "ik zal iets te drinken klaarma
ken voor die stakkers."
Verslagen zitten ze even later rondom de keukentafel,
terwijl Rietje warme bekers chocolademelk inschenkt.
"Mijn ouders en broertjes zijn vast ook verdronken",
mompelt Annechien op een vlakke toon. "Waarom laat
Cor toch niets van zich horen?"
"Misschien is het moeiUjk brieven te versturen vanuit
het rampgebied", zegt Marieke zacht, "en je ouders
hoeven heus niet verdronken te zijn." Ze hoopt dat
Annechien de twijfels in haar stem niet heeft gehoord.
"Zijn we nu wezen?" vraagt Elske plotseling.
"Zou zou je het kunnen noemen", antwoordt Marieke
gelaten, "maar je moetje daarover geen zorgen maken,
want jouw broers en ik zullen voor jullie zorgen."
"Blijven we dan samen in een huis wonen?" vraagt
Elske snikkend. "Misschien moeten we wel naar een
weeshuis."
"Dat nooit!" antwoordt Marieke beslist, wij blijven
bij elkaar en ik weet zeker, dat ze een nieuw huis op
het eiland voor ons zullen vinden. Tot die tijd moe
ten we echter hier uit zien te houden." "Ik vind het
hier naar!" zegt Elske boos, terwijl ze de tranen weg
veegt. "Ik wil nu terug naar Flakkee en weer naar
school!"
"Ik ook!" roept Aimechien vurig, maar Marieke verze
kert hen dat ze vooriopig nog niet terug kunnen keren.
"Waarom gaan jullie niet een tijdje naar een school in
Rotterdam?" oppert Rietje. "Het is beter dan thuiszit-
ten en jullie raken dan ook niet zoveel achter."
Marieke's gezicht klaart ietwat op en Rietje vertelt dat
er vlakbij een lagere school is, waar ze vast en zeker
naar toe zouden kunnen.
Die middag lopen ze langs de St. Jozefschool, die vlak
bij is. Marieke heeft een keurige geleende rok en blou
se van EUza aangetrokken en Rietje heeft wat oude
kleren voor de beide meisjes bij haar familie opge
trommeld.
Het hoofd van de school blijkt een sympathieke man te
zijn en schuchter schudde Annechien en Elske hem de
hand.
"Weet u, ze zaten op Flakkee in de vierde klas en het
zou voor hen een goede afleiding zijn, als ze weer naar
school zouden kuimen gaan," zegt Marieke een beetje
verlegen.
Het hoofd van de school vindt dit ook en verstandig
idee en er wordt besloten dat ze de volgende dag al
kunnen komen.
Diezelfde avond, net voor de avondmaaltijd, vertelt
Marieke over de brief van haar broer en de dokter
schrikt zichtbaar. Ontroerd, duidehjk aangeslagen
door het nieuws, bet hij met een zakdoek zijn ogen.
"Zo'n bericht is een zware slag meisje", zegt hij zacht,
"ik hoop dat God je troost zal geven. Als ik nog iets
voor jullie kan doen, dan moet je het mij laten weten,
kind."
Marieke kijkt hem dankbaar aan. "U hebt al heel veel
voor ons gedaan", antwoordt ze zacht.
Mevrouw Ladage en Eliza uiten geen woord van
medeleven en verdwijnen naar de eetkamer, maar
Johan legt even zijn hand op haar schouder.
"Het spijt me van je familie", zegt hij oprecht, "het
moet een vreselijke klap zijn." Dan draait hij zich snel
om en laat haar verward achter.
Het is de eerste keer, dat Johan zijn medeleven toont op
een onverklaarbare manier, doet het haar goed. Dan
herinnert ze zich het andere nieuws en vertelt dat Els
ke en Annechien de lagere school gaan bezoeken.
"Dat is een geweldig idee", zegt de dokter verheugd,
"maar hoe zit het met jou, Marieke, zou jij ook niet
graag naar school gaan?"
"Nou, weet u", antwoordt ze een beetje beschaamd, "ik
ben al een tijdje van school af." Ze vertelt hem over
haar moeder, die erg ziek is geweest en over haar werk
zaamheden op de boerderij.
"Ik vond het best fijn op school", zegt ze zacht, "ik heb
altijd goed kunnen leren, maar nu ben ik natuurlijk heel
erg achter."
De dokter knikt begrijpend. "Denk er maar eens over
na Marieke. Als je wilt, kan ik er wel voor zorgen, dat
je in de eerste klas van de Mulo terecht komt."
"Wat heeft dat nu voor zin?" oppert mevrouw Ladage
ineens kattig. Ze is zojuist binnengekomen om hen te
halen voor de maaltijd. "Als dit meisje straks terug
keert naar het eiland, gaat ze waarschijnlijk toch weer
werken in de huishouding, dan is alles voor niets ge
weest."
De dokter werpt zijn vrouw een vernietigende blik toe
en antwoordt; "Educatie is nooit verloren en het zou
een prima manier zijn om haar wat afleiding te bezor
gen."
Mevrouw Ladage bijt haar dunne lippen op elkaar en
zwijgt. Met z'n allen nemen ze plaats aan tafel, maar
de spanning in de eetkamer is te snijden en Marieke
zucht opgelucht als Rietje binnenkomt.
"BUeft er iemand nog brood bij de soep?" vraagt het
dienstmeisje beleefd.
Johan is blijkbaar de enige die trek heeft en nadat Riet
je hem heeft bediend, loopt ze geruisloos de kamer uit.
Er volgt weer een ongemakkelijke stilte, maar de dok
ter doorbreekt uiteindelijk het stilzwijgen. "Vertel eens
meisjes, hebben jullie zin om morgen naar julUe nieu
we school te gaan?
"Ja meneer", antwoordt Annechien zacht. "We hebben
vanmiddag al kennisgemaakt met de bovenmeester
van de St. Jozefschool, meester Koert."
"Geeft die kwal daar nog steeds les?" roept Johan
lachend.
Dokter Ladage kijkt boos naar zijn zoon. "Johan, zo
spreek je niet over de heer Koert, hij is erg aardig en
een goede onderwijzer."
De dokter richt zich weer tot de meisjes en zegt vrien
delijk; "Johan en Eliza hebben bij hem ooit in de klas
gezeten, maar ik denk dat jullie een andere meester of
juf krijgen."
"Ze komen vast bij juffrouw Van de Broek in de klas",
mengt EUza zich in het gesprek, "die heeft al jaren de
vierde."
Nu ze over de St. Jozefschool praten en herinneringen
ophalen, verloopt de maaltijd een stuk gezelliger, al
zijn Elske en Marieke opvallend stil.
Marieke's gedachten zijn bij Janus, Dirk en Cor. Zou
Cor ook al slecht nieuws hebben ontvangen over zijn
fainilie? ledere avond in bed probeert ze zijn gezicht
voor zich te zien. In haar droom verschijnt hij steeds op
het moment dat de woeste golven haar naar beneden
zuigen. Net voordat ze wordt opgeslokt door het zwar
te water, voelt ze zijn sterke armen om haar heen en
badend in het zweet en snakkend naar lucht, wordt ze
dan paniekerig wakker.
Ze mist Cor echt vreselijk, bijna nog meer dan haar
eigen broers. Liet hij maar iets van zich horen, dat zou
voor Annechien ook beter zijn.
"Marieke, wil je een dessert?"
Marieke schrikt op uit haar gepeins en staart naar het
schaaltje pudding. (wordt vervolgd)