Overdenking *"*"Sf «Wheels lor the worid" JJSjkvenster uit de Heilige Schrift Werkgroep Oost-Europa: EIIAI1DB1-I1IEUW5 HET Filmavond Spiritteam Ophalen oud papier Ouddorp Blik op kerk ^^y en samenleving Cy - grondrechten - volgorde - rechtszaken - hoelang nog? BlttMUDH ümeHOEK PUKPIHSTK PLUKKBN GUO STINKT N06 NIET GIFOaUP-HOK De taal van het bloed PAGINA 5 VRUDAG 28 FEBRUARI 2003 Onlangs was ik getuige van een min of meer politieke discussie. Een discussie waarbij de bekende standpunten naast elkaar, of tegen over elkaar werden gezet, waarbij ieder z'n eigen inbreng had en de standpunten nog eens toelichtte. Tenslotte leverde één en ander toch geen resultaat op, althans de gesprekspartners kwamen er niet uit. Toch is het probleem interessant genoeg - en naar ik meen ook relevant - om erover na te denken. Het ging over de zogenaamde volgorde van de grondrechten. Je kunt ook zeggen om de botsing van de grondrechten. Sinds jaar en dag kennen we in Nederland grondwettelij ke vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, enzovoorts. Maar er is in de Grondwet een bepaling bijgekomen. Het zogenaamde gelijkheid of non-discriminatie beginsel. Op zichzelf bevat deze bepaling niets verkeerds. Zij houdt eigenlijk niet méér in dan dat alle burgers voor de wet gelijk zijn en dat gelijke gevallen gelijk worden behan deld. Dat wil zeggen dat bij de beoordeling geen rol mag spelen tot welk volk of tot welk ras iemand behoort, of welke levensopvat ting hij of zij er op na houdt. Zo'n artikel - daar is natuurlijk niets mis mee. Het probleem is de plaats waar het staat. Het is namelijk artikel 1 van de Grond wet, terwijl de artikelen 6 en 7 handelen over het recht op vrije meningsuiting en over de vrijheid van godsdienst. Dat alle mensen voor de wet gelijk zijn spreekt een groot deel van de bevolking ken nelijk aan. En dit gedeelte is dan ook van mening dat artikel 1 belangrijker is dan de volgende artikelen. Met andere woorden dat artikel 1 de andere artikelen overheerst. Het zou zelfs blijken uit de nummering, het eer ste artikel is natuurüjk belangrijker dan het zesde of het zevende. Concreet betekent dit, dat je op grond van godsdienst of van vrije meningsuiting niet alles mag zeggen. Zodra je daarmee anderen krenkt zou je in strijd komen met artikel 1, het non-discriminatie beginsel. De discussie over die volgorde duikt steeds weer op, ook naar aanleiding van bepaalde uitlatingen waarover mensen zich voor de rechter moesten verantwoorden. Ik denk aan Jenny Goeree, die herhaaldelijk gezegd en geschreven heeft dat de joden de holocaust over zichzelf hebben afgeroepen. Aan de politieagent Van der Wende en aan Leen van Dijke die homoseksualiteit zonde voor God hadden genoemd. Aan Ds. Herbig die zelfs had gesproken over een vuile en vieze zon de. En wanneer dan de rechter komt tot vrij spraak, omdat verdachte niet de bedoeling had te beledigen, maar die uitspraken deed o grond van de Bijbel, dan schreeuwen de humanisten, en met name de homo's, dat christenen in dit land dus op grond van vrij heid van godsdienst vrijelijk anderen mogen beledigen... Tot nog toe is ieder geval afzonderhjk door de rechter behandeld. Een uitspraak over de volgorde van grondrechten of over de graad van belangrijkheid is daarmee nog niet gedaan. Of dat in de toekomst zo zal blijven is de vraag. Dat het non-discriminatie begin sel op de eerste plaats staat, zegt op zichzelf niets, er moet in de nummering nu eenmaal een 1, een 6 en een 7 zijn. Maar wanneer een (grote) meerderheid van ons volk vindt dat vrijheid van godsdienst en van meningsui ting ondergeschikt is aan het beginsel dat de ander niet mag worden gediscrimineerd, dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat we op grond van de Bijbel niet meer in het open baar mogen zeggen dat een bepaalde manier van leven zondig is. Zo ver kén het komen, als de norm van het Woord van God door de samenleving wordt losgelaten en als de meerderheid van het volk bepaalt wat er wel en wat er niet gezegd kan worden. Waarnemer ••/N.„r»». o^'» i 'j^:,^ Deze vraag- en antwoordrubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kostenloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u stu ren aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Postbus 8,3240 AA Middelharnis, met in de linkerbovenhoek 'Vragenrubriek' vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd. Waarom horen wij de laatste tijd niets meer over die geheimzinnige driehoek waar zoveel boten en vliegtuigen met man en muis zijn vergaan zonder een spoor na te laten Is het raadsel opgelost? Antwoord: Dat wij daarover weinig meer vernemen hangt samen met het teruglopen van het aantal ongelukken, dank zij de inmiddels verzamelde kennis over dit gedeelte van de Atlantische Oceaan ten oos ten van de Verenigde Staten, de betere berichtgeving over de weersverwachtingen en de foto's, welke er nu dageüjks met behulp van de sateUieten in de ruimte wor den gemaakt van alle bewegingen in de aard se dampkring. De meteorologen kunnen alle betrokkenen daardoor éérder waarschuwen voor elke onverwachte weersverandering en bijv. een plotseling ontstaande tropische cycloon. Het zeegebied tussen de Bermuda eilanden, Portorico en Miami in Florida is namelijk de ontmoetingsplaats van luchts tromen met zeer uiteenlopende temperaturen en daardoor o.m. de geboorteplaats van vele onweersbuien, wervelwinden en tornado's. De oceaanbodem verloopt er ook zeer gril lig, hetgeen mede invloed heeft op zeestro- mingen en golfslag. Het uitvallen van de radioverbindingen kan veroorzaakt zijn door de atmosferische storingen. De geheimzin nigheid is er ondertussen wel af. Ik wil het beschadigde plakplastic in de aan- rechtkastjes vervangen. Hoe kan ik dat oude laagje er uit verwijderen? Antwoord: Aangezien het losmaken een erg lastige en vaak een tijdrovende 'klus' is, en u bij dat werk de kans loopt kast en kleding te beschadigen, adviseren wij u de oude laag behoorUjk te reinigen en vooral vetvrij te maken. Daarna kunt u het nieuwe materiaal gewoon over het oude plastic heen plakken. Waarom zeggen de mensen toch "Geld stinkt niet"? Is er dan wel eens een betaal middel geweest dat wel vies geurde? Antwoord: Dat gezegde danken wij aan de zuinige Romeinse keizer Titus Flavius Ves- pasianus, die regeerde van 69 tot 79 na Chr. Hij moest na het wanbeheer van Nero de De betere woninginrichting sinds 1920 Zandpad 36. Middelharnis, Tel. (0187) 48 27 84 Morgenavond staat er een film op het pro gramma. Dus juUie zijn allemaal van harte uitgenodigd. Ben je 12 jaar en niet ouder dan 15 jaar, dan ben je van harte uitgenodigd om naar verenigingsgebouw 'de Ark' in Goede- reede te komen. De deuren zijn om 19.00 uur open. De avond duurt van 19.30-21.30 uur. Op zaterdag 1 maart komt de Kon. Beatrix te Ouddorp school weer langs om oud papier op te halen. U mag ook uw karton inleveren. Zet alles s.v.p. goed zichtbaar en goed gebundeld aan de straat. Ook in de Oostdijk en omgeving zal opgehaald worden. Vrien delijk verzoek hierbij is, met het oog op de vrijwilligertjes die helpen bij het ophalen, de pakketten niet zwaarder te maken dan ten hoogste tien kilo. U wordt verzocht het papier uiterlijk 8.30 uur droog gereed te hebben staan. Ook mensen die hun papier en karton tot nu toe in hun afvalbakken deden, worden uitgenodigd dit voortaan gereed te zetten, zodat zoveel mogelijk papier gerecy cled kan worden. Gelieve geen papier of kar ton bij de containers bij Gemeentewerken of op school neer te zetten. Als U het echt niet langer kunt bewaren, kan het na telefonische afspraak worden ingeleverd. Belt u dan (0187) 682124, 683676 of 682490. De ouders wordt verzocht om kinderen jon ger dan 9 jaar niet met broertjes of zusjes mee te sturen om papier op te halen. De organisatie zal niet aansprakelijk zijn indien zich ongevallen voordoen; daarom worden kinderen jonger dan 9 jaar en die niet onder begeleiding van een ouder zijn, naar huis gestuurd. De opbrengst over de maand december was 2.021,64 (39.640 kg). De opbrengst over de maand januari was bij het ter perse gaan van dit bericht nog niet bekend. financiën saneren en voerde nieuwe belas tingen in, zelfs op het gebruik van urine uit de openbare toiletten door de leerlooiers. Toen zijn zoon Titus hem wees op de onwaardige wijze waarop hij die vermeerde ring van inkomen verkreeg, toonde zijn vader hem een munt en sprak; "Pecunia non olet", ofwel; "Geld stinkt niet". Hoe het ver diend wordt, maakt niet uit Ik ga een hondenhok timmeren. Wat is heter voor het hout, carbolineum of creosootolie? Antwoord: Gebruik maar liever een gifvrije verf, als uw hond u lief is. Beide stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid van mens en dier. Het is al gevaarlijk de dampen ervan in te ademen, maar bovendien kan er onder invloed van de zonnestralen een verbranding van de huid optreden. Het ergst als men deze, uit antraceenolie gewonnen teerpro ducten, aanbrengt, maar ook als ze eenmaal in het hout verwerkt zijn. Onder invloed van zonlicht en warmte verdampt de vloeistof en uw hond zou die gifdamp de gehele dag inademen. En kinderen die met het dier komen spelen, lopen dan eveneens gevaar. "Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden (I Johannes 17). Een besmetting, een infectie, het kan alle maal levensgevaarlijk zijn. Zéker voor bejaarden en zieken. Zij hebben geen of te weinig weerstand. Daarom worden zij zo goed mogelijk verpleegd. En als je op straat gevallen bent, worden er voorzorgsmaatre gelen getroffen om een ernstige ziekte te voorkomen. Dat zijn gevaren, die duidelijk aanwezig zijn. Maar er zijn ook dingen die ons leven bedreigen, zonder dat we het aan vankelijk beseffen. Zware metalen kunnen zich in het lichaam ophopen en na verloop van lange tijd een ernstige ziekte veroorza ken. Johannes spreekt óók van een ernstige besmetting. De smet van de zonde. Die is dodelijk. Er is geen geneesmiddel. En wat dat betekent, wéten we in onze tijd, waarin we van aids horen. De besmetting van de zonde hebben we opgelopen in het paradijs. Niet onwetend, zoals in ons leven wel eens gebeurt dat stoffen pas na lange tijd een ziek te veroorzaken, zoals asbest. Maar dat was vroeger niet bekend. De besmetting door de zonde is geen gevolg van onwetendheid. De Heere had er duidelijk genoeg voor gewaar schuwd! En dén te bedenken, dat die besmetting doorgaat van het ene geslacht naar het andere. Dit alles betekent; ten dode opgeschreven. Dat is geen pessimistisch, somber beeld van ons leven. Het is inderdaad vreselijk. En óók bedrieglijk. We kuimen er aan de buitenkant schoon en gezond uitzien en tóch dodelijk ziek zijn. Is er dan geen middel tot genezing? Zijn er geen knappe, deskundige mensen, die dit ontwikkelen? Nee, er is geen enkele mogelijkheid om aan de dood, die op de besmetting van de zonde volgt, te ontkomen. Er is wél een middel tot genezing! Johaiuies biedt het ons aan. Hij spreekt over "het bloed van de Heere Jezus, dat reinigt van alle zon den!" Dat bloed reinigt. Zo spreekt de Schrift op vele plaatsen. In de tempel, in het heihge der heiligen, werd het bloed van dieren gesprenkeld op de ark der verzoening. Als een profetie van de komende-Hogepriester, die ons tegeüjk voorgesteld wordt als 'het Lam Gods'. Hij gaf Zijn bloed. Het druppel de al op de aarde toen de Heiland in zware zielenstrijd in Gethsémané op de aarde ter neer lag. Het werd zichtbaar door de door nenkroon en door de geseling, die de Heere onderging. En toen dat kruis.... En daardoor reinigt het. Het is tot totale gene zing, zoals een melaatse ook door de Heere genezen werd. Het is tot genezing van hen die de dodelijke besmetting van de zonde in hun bestaan meedragen. Het is de zonde, waardoor wij schuldig staan voor God. Door die zonde zijn wij aan de toom van God onderworpen. Dat is de prediking van de wet, van Gods gerechtigheid. De Heere Jezus heeft Zijn bloed gegeven. Als de Zoon van God. Hij is door Zijn eigen Vader in het oordeel overgegeven en die weg was zó zwaar voor de Heiland, dat Hij aan het kruis de Vademaam niet eens meer op de lippen kon nemen. Hij heeft de straf op zich genomen. Hij heeft de last van de toom van de Vader, onder welke wij eeuwig hadden moeten verzinken, op zich genomen. Dat is het wonder van de verzoening. Daar komen we niet over uitgedacht. De eeuwige liefde van de Vader, de gehoorzaamheid van de Zoon en dat alles tot eeuwig heil. Het is de prediking van het bloed. Het bloed van Abel, dat over de aarde stroomde, riep tot de hemel en Kaïn is er voor op de vlucht geslagen. Maar het bloed van de Heere Jezus getuigt van andere dingen. Het spreekt van vergeving en verzoening, omdat de Heiland gehoorzaam was tot de dood, om zondaren van de eeuwige dood te verlossen. En er is géén tekort. Johannes mag ervan getuigen dat het bloed van de Heere Jezus reinigt van alle zonden. Als er na een medi- cijnkuur maar één bacterie in ons lichaam zou overblijven, worden we wéér ziek. Zo is het ook in het leven der genade. Als er maar één zonde zou overblijven, dan zouden we verloren gaan, want zelfs door die ene zonde zouden we voor de Heere nog schuldig staan. Maar wat een rijk evangelie! Alle zonden. Mijn daden, mijn woorden, mijn gedachten. Zo wordt het ook keer op keer beleden aan de tafel des Heeren; "Het bloed van de Heere Jezus, vergoten tot een volkómen verzoening van alle zonden". Hebben we zó de toevlucht tot de Heiland mogen nemen? Dan leren we alles uit handen te geven. As we dat niét leren, blijft het kruis een ergemis of een dwaasheid. Maar als we de werkelijkheid van ons leven onder ogen leerden zien, blijft er slechts verwondering over. Het bloed van Christus, dat reinigt van alle zonden. Zo komt er vrede in het hart. Ondanks alle strijd. Want als we uit genade leven, blijven we de kracht van de zonde voe len. Daarom is het zo'n wonder, dat we de tekst zó mogen lezen; "Het bloed van de Heere Jezus reinigt altijd weer opnieuw van de zonde". Dat is nodig, want we komen er nóóit boven uit. Dag aan dag hebben we nodig dat we delen in Christus' Middelaars- werk. En dan wordt het ook persoonlijk. De Heere verlost. Maar dan wel van de beleden zon den. Dat is geen beperking. Dat is de vraag naar de beleving van ons hart. Ook in Johan nes' tijd waren ze er die de zonde niet bele den, maar erin volhardden. Hoe zou je dan de ware vrede kennen? De Heere spreekt over zonden, die beleden en ook bestreden wor den. En als je het dan elke dag weer verliest, is daar het altijd- en alles reinigende bloed van Christus. Zijn ook uw zonden afgewassen? Begeert u met uw zieke en ten dode opgeschreven bestaan bij de Zoon van God te schuilen? Dan gaan we de woorden van Johannes spel len; "Het bloed van de Heere Jezus, tot ver zoening, tot genezing, tot reiniging!" Zo wordt de Kerk des Heeren als een reine en onbevlekte Bruid aan de Vader voorgesteld. Dankzij de prediking van het bloed. Het bloed, dat aanklaagt, het bloed dat reinigt en waardoor wij de zonde bewenen en de gena de bezingen. Dat wordt gehoord in de eeuwi ge heerlijkheid; "Gij hebt ons door Uw bloed gekocht uit alle volken, talen en naties!" Zul len we meezingen? Werkendam, ds. W. Arkeraats Wist u dat er in de wereld miljoenen mensen zijn met een mobiliteitshandicap? Dat deze groep 11% van de wereld bevolking vormt? En dat tweederde van deze mensen ver stoten worden in hun omgeving, vanwege deze handicap? Ze zijn vaak werkeloos en raken eenzaam en verwaar loosd. De Werkgroep Oost-Europa helpt via de stichting JONI een aantal van deze mensen aan een hulpmiddel, zodat ze niet meer kruipend over de wereld hoeven en zichzelf weer kunnen verplaatsen in hun eigen leefomge ving. De Stichting JONI deelt uit wat voor velen van ons de gewoonste zaak van de wereld is: bewegingsvrijheid. Ben en Tineke van der Meer van de stichting JONI and friends Nederland weten welke taferelen er onder andere in de Oekraïne afspelen bij mensen met een mobiliteitshandicap. Anouska is een vrouw van 70 jaar. Ze moet hard werken om in haar eigen levens onderhoud te voorzien. Ze kan niet lopen, maar kruipt elke dag over de grond naar haar tuintje om daar nog wat te kunnen wer ken voor de kost. Een oude vrouw van 90 heeft na 25 jaar een rol stoel gekregen. Haar dochter was al 15 jaar niet naar buiten geweest omdat ze niet kon lopen zonder rollator. Constantinn ligt al 16 jaar op bed en kan via de stichting JONI eindelijk weer eens genieten van de buitenlucht. In 2002 werden door 'Wheels for the World' - de afdeling reparatie en revisie van de stichting JONI - maar liefst 1188 rolstoelen bezorgd bij mensen die daar dringend behoefte aan hadden. Daarnaast verzorgde ze de uitgifte van vele krukken, rollators, looprekken en ziekenhuisbedden. Een van de leden van de werkgroep Oost Europa kwam in aanraking met 'Wheels for the World' en wist meteen; hier gaan de meer dan veertig rolstoelen heen die we hebben gekregen van particulieren, verpleeg- en verzorgingshuizen. Vrijdag 21 februari 2003 was het moment van inladen, waarna het transport naar Almelo kan plaatsvinden, waar de rolstoelen worden nagekeken en zo nodig gereviseerd. Dit transport werd geheel kosteloos verzorgd door Flakkee Verhuizingen. Een prachtig gebaar. -25- )e onzekerheid van de afgelopen weken is nu voorbij, naar het grote verdriet dat ervoor in de plaats komt, is nog moeilijker te dragen. Annechien rent naar Rietje om haar ook het droevige nieuws te vertellen en het dienstmeisje veegt ontroerd haar tranen weg. "Haal Marieke maar Annechien", zegt Rietje aangedaan, "ik zal iets te drinken klaarma ken voor die stakkers." Verslagen zitten ze even later rondom de keukentafel, terwijl Rietje warme bekers chocolademelk inschenkt. "Mijn ouders en broertjes zijn vast ook verdronken", mompelt Annechien op een vlakke toon. "Waarom laat Cor toch niets van zich horen?" "Misschien is het moeiUjk brieven te versturen vanuit het rampgebied", zegt Marieke zacht, "en je ouders hoeven heus niet verdronken te zijn." Ze hoopt dat Annechien de twijfels in haar stem niet heeft gehoord. "Zijn we nu wezen?" vraagt Elske plotseling. "Zou zou je het kunnen noemen", antwoordt Marieke gelaten, "maar je moetje daarover geen zorgen maken, want jouw broers en ik zullen voor jullie zorgen." "Blijven we dan samen in een huis wonen?" vraagt Elske snikkend. "Misschien moeten we wel naar een weeshuis." "Dat nooit!" antwoordt Marieke beslist, wij blijven bij elkaar en ik weet zeker, dat ze een nieuw huis op het eiland voor ons zullen vinden. Tot die tijd moe ten we echter hier uit zien te houden." "Ik vind het hier naar!" zegt Elske boos, terwijl ze de tranen weg veegt. "Ik wil nu terug naar Flakkee en weer naar school!" "Ik ook!" roept Aimechien vurig, maar Marieke verze kert hen dat ze vooriopig nog niet terug kunnen keren. "Waarom gaan jullie niet een tijdje naar een school in Rotterdam?" oppert Rietje. "Het is beter dan thuiszit- ten en jullie raken dan ook niet zoveel achter." Marieke's gezicht klaart ietwat op en Rietje vertelt dat er vlakbij een lagere school is, waar ze vast en zeker naar toe zouden kunnen. Die middag lopen ze langs de St. Jozefschool, die vlak bij is. Marieke heeft een keurige geleende rok en blou se van EUza aangetrokken en Rietje heeft wat oude kleren voor de beide meisjes bij haar familie opge trommeld. Het hoofd van de school blijkt een sympathieke man te zijn en schuchter schudde Annechien en Elske hem de hand. "Weet u, ze zaten op Flakkee in de vierde klas en het zou voor hen een goede afleiding zijn, als ze weer naar school zouden kuimen gaan," zegt Marieke een beetje verlegen. Het hoofd van de school vindt dit ook en verstandig idee en er wordt besloten dat ze de volgende dag al kunnen komen. Diezelfde avond, net voor de avondmaaltijd, vertelt Marieke over de brief van haar broer en de dokter schrikt zichtbaar. Ontroerd, duidehjk aangeslagen door het nieuws, bet hij met een zakdoek zijn ogen. "Zo'n bericht is een zware slag meisje", zegt hij zacht, "ik hoop dat God je troost zal geven. Als ik nog iets voor jullie kan doen, dan moet je het mij laten weten, kind." Marieke kijkt hem dankbaar aan. "U hebt al heel veel voor ons gedaan", antwoordt ze zacht. Mevrouw Ladage en Eliza uiten geen woord van medeleven en verdwijnen naar de eetkamer, maar Johan legt even zijn hand op haar schouder. "Het spijt me van je familie", zegt hij oprecht, "het moet een vreselijke klap zijn." Dan draait hij zich snel om en laat haar verward achter. Het is de eerste keer, dat Johan zijn medeleven toont op een onverklaarbare manier, doet het haar goed. Dan herinnert ze zich het andere nieuws en vertelt dat Els ke en Annechien de lagere school gaan bezoeken. "Dat is een geweldig idee", zegt de dokter verheugd, "maar hoe zit het met jou, Marieke, zou jij ook niet graag naar school gaan?" "Nou, weet u", antwoordt ze een beetje beschaamd, "ik ben al een tijdje van school af." Ze vertelt hem over haar moeder, die erg ziek is geweest en over haar werk zaamheden op de boerderij. "Ik vond het best fijn op school", zegt ze zacht, "ik heb altijd goed kunnen leren, maar nu ben ik natuurlijk heel erg achter." De dokter knikt begrijpend. "Denk er maar eens over na Marieke. Als je wilt, kan ik er wel voor zorgen, dat je in de eerste klas van de Mulo terecht komt." "Wat heeft dat nu voor zin?" oppert mevrouw Ladage ineens kattig. Ze is zojuist binnengekomen om hen te halen voor de maaltijd. "Als dit meisje straks terug keert naar het eiland, gaat ze waarschijnlijk toch weer werken in de huishouding, dan is alles voor niets ge weest." De dokter werpt zijn vrouw een vernietigende blik toe en antwoordt; "Educatie is nooit verloren en het zou een prima manier zijn om haar wat afleiding te bezor gen." Mevrouw Ladage bijt haar dunne lippen op elkaar en zwijgt. Met z'n allen nemen ze plaats aan tafel, maar de spanning in de eetkamer is te snijden en Marieke zucht opgelucht als Rietje binnenkomt. "BUeft er iemand nog brood bij de soep?" vraagt het dienstmeisje beleefd. Johan is blijkbaar de enige die trek heeft en nadat Riet je hem heeft bediend, loopt ze geruisloos de kamer uit. Er volgt weer een ongemakkelijke stilte, maar de dok ter doorbreekt uiteindelijk het stilzwijgen. "Vertel eens meisjes, hebben jullie zin om morgen naar julUe nieu we school te gaan? "Ja meneer", antwoordt Annechien zacht. "We hebben vanmiddag al kennisgemaakt met de bovenmeester van de St. Jozefschool, meester Koert." "Geeft die kwal daar nog steeds les?" roept Johan lachend. Dokter Ladage kijkt boos naar zijn zoon. "Johan, zo spreek je niet over de heer Koert, hij is erg aardig en een goede onderwijzer." De dokter richt zich weer tot de meisjes en zegt vrien delijk; "Johan en Eliza hebben bij hem ooit in de klas gezeten, maar ik denk dat jullie een andere meester of juf krijgen." "Ze komen vast bij juffrouw Van de Broek in de klas", mengt EUza zich in het gesprek, "die heeft al jaren de vierde." Nu ze over de St. Jozefschool praten en herinneringen ophalen, verloopt de maaltijd een stuk gezelliger, al zijn Elske en Marieke opvallend stil. Marieke's gedachten zijn bij Janus, Dirk en Cor. Zou Cor ook al slecht nieuws hebben ontvangen over zijn fainilie? ledere avond in bed probeert ze zijn gezicht voor zich te zien. In haar droom verschijnt hij steeds op het moment dat de woeste golven haar naar beneden zuigen. Net voordat ze wordt opgeslokt door het zwar te water, voelt ze zijn sterke armen om haar heen en badend in het zweet en snakkend naar lucht, wordt ze dan paniekerig wakker. Ze mist Cor echt vreselijk, bijna nog meer dan haar eigen broers. Liet hij maar iets van zich horen, dat zou voor Annechien ook beter zijn. "Marieke, wil je een dessert?" Marieke schrikt op uit haar gepeins en staart naar het schaaltje pudding. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 2003 | | pagina 5